Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1322 van 1490

...  1310 - 1311 - 1312 - 1313 - 1314 - 1315 - 1316 - 1317 - 1318 - 1319 - 1320 - 1321 - 1322 - 1323 - 1324 - 1325 - 1326 - 1327 - 1328 - 1329 - 1330 - 1331 - 1332 - 1333 - 1334 - 1335  ...
[8] Dan zullen zij steeds machtig zijn vanuit het huis, vanuit de stad en vanuit de vele huizen van de stad. Maar wie niet het huis, de stad en de vele huizen van de stad zal bewonen, die zal zwak zijn en deze zwakte zal toenemen en hen doden!'
Hoofdstuk 181: Toespraak van Johannes over de geestelijke betekenis van de beloften van de Heer - De profetische voorstelling van het nieuwe huis en de nieuwe stad als nieuwe belofte van de Heer - Uhron wijst het als dom en loos gepraat af - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] Nu, vriend Uhron, daar heb je de belofte van de Heer die aan jullie uiterst getrouw zal worden vervuld. Zeg mij daarom nu, óf en hóe jij deze zuivere goddelijke en absoluut ware belofte hebt begrepen!
Hoofdstuk 181: Toespraak van Johannes over de geestelijke betekenis van de beloften van de Heer - De profetische voorstelling van het nieuwe huis en de nieuwe stad als nieuwe belofte van de Heer - Uhron wijst het als dom en loos gepraat af - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Maar dat zeg ik je van tevoren, dat je ook hier helemaal vergeefs op een uiterlijke, dus letterlijke vervulling zult wachten. Net zoals lang geleden op mijn aarde een profeet Jonas vergeefs op de door de Heer voorspelde ondergang van de grote stad Nineve heeft gewacht. Dus zeg nu, wat jij van deze belofte denkt!'
Hoofdstuk 181: Toespraak van Johannes over de geestelijke betekenis van de beloften van de Heer - De profetische voorstelling van het nieuwe huis en de nieuwe stad als nieuwe belofte van de Heer - Uhron wijst het als dom en loos gepraat af - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Na enig nadenken zegt DE WIJZE: 'Vriend, over deze zuiver goddelijk bepaalde belofte kan ik je vanuit redelijke beweegredenen niets anders zeggen dan: het is een puur en dom en leeg geklets. Daarom kan ze voor de rechterstoel van onze zeer grote wijsheid ook geen goed onthaal vinden!
Hoofdstuk 181: Toespraak van Johannes over de geestelijke betekenis van de beloften van de Heer - De profetische voorstelling van het nieuwe huis en de nieuwe stad als nieuwe belofte van de Heer - Uhron wijst het als dom en loos gepraat af - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[12] Ik zeg het je maar ronduit: Wie mij, of dit hele volk een of andere belofte wil geven of een gebod, laat hij dat doen met woorden die hun betekenis duidelijk weergeven. Maar een dergelijke belofte die in alle onderdelen een lijnrecht tegen de natuur en orde ingaande onzin is, mag steeds verre blijven van deze contreien!
Hoofdstuk 181: Toespraak van Johannes over de geestelijke betekenis van de beloften van de Heer - De profetische voorstelling van het nieuwe huis en de nieuwe stad als nieuwe belofte van de Heer - Uhron wijst het als dom en loos gepraat af - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[23] Dus geef ik je vanuit de Heer ook geen holle woorden en beloften, doch volle en wel van het meest innerlijke tot het meest uiterlijke. En met deze gave zal ook het inzicht niet achterwege blijven! Zeg eens, wat wil je dan nog meer hebben?'
Hoofdstuk 181: Toespraak van Johannes over de geestelijke betekenis van de beloften van de Heer - De profetische voorstelling van het nieuwe huis en de nieuwe stad als nieuwe belofte van de Heer - Uhron wijst het als dom en loos gepraat af - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] JOHANNES zegt: Goed, let dan op: het nieuwe huis is de nieuwe openbaring van de Heer aan jullie, die Hij nu juist opbouwt in jullie harten. De levende stad die uit de hemelen neerdaalt, zijn de Heer en wij, Zijn kinderen, vol van het eeuwige leven. Jullie echter zullen in deze aan jullie gerichte openbaring binnengaan en daarin een echte levenswoning vinden, dan zal deze leer zich naar jullie buigen en aan jullie onderdanig zijn.
Hoofdstuk 182: Uitleg van het profetische beeld van Johannes - Ontwakend begrip en vertrouwen van de wijze zonnemens - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Als jullie echter in deze openbaring actief gaan leven, dan zul je daardoor een nog grotere wijsheid bereiken dan wij jullie nu geven. En dan zal het zo zijn, dat jullie in deze weinige woorden, waarvan het uiterlijk omhulsel werkelijk klein is, een innerlijk oneindig groot wijsheidsgehalte zullen vinden, zo groot, dat jullie dat in zijn totale volheid in eeuwigheid wel nooit helemaal zullen begrijpen. En talloze nakomelingen zullen in deze wijsheid wonen en zullen toch nooit aan haar uiterste grenzen komen.
Hoofdstuk 182: Uitleg van het profetische beeld van Johannes - Ontwakend begrip en vertrouwen van de wijze zonnemens - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] DE WIJZE zegt: 'Ja, nu wel, nu heeft de zaak een heel ander gezicht! Het is mij meteen duidelijk geworden en ik wist al bij de eerste toelichting omtrent het huis, hoe de hele zaak verder zou gaan. Ik zie, dat het echte diepe analogieën zijn, maar ze zijn begrijpelijk en bevattelijk. Jij kunt daarom wel doorgaan met het verder openbaren van de goddelijke wil en wij zullen deze zonder tegenspraak aannemen!'
Hoofdstuk 182: Uitleg van het profetische beeld van Johannes - Ontwakend begrip en vertrouwen van de wijze zonnemens - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Nu kom Ik naar voren, nog steeds omringd door Chanchah, Gella en de drie zonnedochters die intussen veel over deze aarde met de twee eerstgenoemden hebben gesproken. En als Ik naar voren treed, valt de wijze en heel zijn volk binnen en buiten dit woonhuis ter aarde en allen prijzen Mij luid:
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] (DE ZONNEGEMEENTE:) 'Heil en eer aan U, Gij Ondoorgrondelijke, Eeuwige en Oneindige! Aanvaard hiermee onze allerdiepste dank voor deze onbegrijpelijk hoge genade, dat U ook ons wormen van het stof der zon eenmaal Uw zichtbare tegenwoordigheid hebt waardig gekeurd.
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] O Gij, wiens voeten te heilig zijn, dan dat deze grond waardig zou zijn, door deze te worden betreden, zult ons immers een dergelijk onzinnig verlangen genadig vergeven! Als U, o heiligste, ons nog waardig acht om enkele woorden des levens tot ons te richten, dan smeken wij U allemaal uit de grond van ons hart, dat U ons deze genade zoudt willen doen toekomen! Maar boven alles is alleen Uw heilige wil hooggeprezen!'
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] Na deze zeer deemoedige begroeting zeg IK: 'Sta op, Mijn lieve kinderen! Luister naar Mij, de eeuwige Vader van de oneindigheid, jullie Vader en de Vader van myriaden van jullie broeders en zusters, die uit Mij voortkwamen om de oneindigheid te bewonen en overal te getuigen, dat Ik hun Vader ben van eeuwigheid!'
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] DE WIJZE zegt: 'O Heer, Heer, Heer, - onze ogen zijn te onwaardig om de oneindige heiligheid van Uw aangezicht te aanschouwen! Laat ons daarom in deze houding die ik voor de meest passende houd, waarin wormen zoals wij zich voor de eeuwige, almachtige Schepper hebben te gedragen!'
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] In dat geval doet pas de echte deemoed zijn intrede, omdat deze het enige middel is, waardoor het schepsel zich volledig aan de wetmatige dwang van de schepping ontworstelt. Het is vervolgens bij machte, zich als een uit zichzelf levend en machtig wezen zo ten opzichte van Mij, de Schepper, op te stellen, zoals Ik Zelf als een tweede Ik zou kunnen optreden tegenover Mij Zelf. Maar deze noodzakelijke deemoed mag toch niet overdreven zijn, doch juist alleen maar zo, zoals Ik als Meester van alle leven die voorschrijf; anders kan ze niet het doel bereiken, waarvoor ze gegeven is.
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1310 - 1311 - 1312 - 1313 - 1314 - 1315 - 1316 - 1317 - 1318 - 1319 - 1320 - 1321 - 1322 - 1323 - 1324 - 1325 - 1326 - 1327 - 1328 - 1329 - 1330 - 1331 - 1332 - 1333 - 1334 - 1335  ...