Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1323 van 1490

...  1311 - 1312 - 1313 - 1314 - 1315 - 1316 - 1317 - 1318 - 1319 - 1320 - 1321 - 1322 - 1323 - 1324 - 1325 - 1326 - 1327 - 1328 - 1329 - 1330 - 1331 - 1332 - 1333 - 1334 - 1335 - 1336  ...
[13] Na deze woorden uit Mijn mond richten alle aanwezigen zich op, samen met de wijze die bij deze gelegenheid de volgende woorden spreekt:
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] IK zeg: 'Mijn geliefde Uhron - werkelijk, werkelijk, jouw hart bereidde Mijn hart een grote vreugde! Verwacht daarom ook samen met je mensen, dat ook Ik niet zal nalaten, jullie harten een grote vreugde te bereiden. Deze zal voor eeuwig bij jullie blijven en niemand zal ze jullie kunnen ontnemen!
Hoofdstuk 183: De ontvangstgroet van de zonnemensen aan de Heer – Diens toespraak tot de zonnewijzen - Deemoed als middel tot verlossing van de lichte last der nieuwe levensregels voor de schepselen - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] O allerheiligste Weldoener, wij zullen in eeuwigheid nooit in staat zijn om U naar behoren te danken voor deze eindeloze weldaad en genade die U ons nu hebt betoond: dat U ons door Uw voor ons onbegrijpelijke gunst een zo ongehoorde liefde ten deel hebt laten vallen, door ons schepselen een zo gemakkelijk te bewandelen weg te tonen, waarop wij de hoogste hemelse waardigheid kunnen verwerven om Uw vrije kinderen te worden! En wij zouden daarover nog moeten nadenken?
Hoofdstuk 184: Het goede antwoord van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] Heiligste Vader! Ik wil met mijn mond niet ja en niet nee zeggen. Zie nu genadig in onze harten, die Uw heilige aanblik wel eeuwig onwaardig zijn. Deze harten zullen U een nog duizendmaal vuriger 'Ja' tegemoet zenden, dan de vurigheid van het wereldgezwel dat nu spoedig rijp zal zijn om open te breken.
Hoofdstuk 184: Het goede antwoord van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[6] Maar laat deze bede niet onverhoord tot Uw heilige Vaderhart doordringen, namelijk dat U ons vanaf nu met Uw zichtbare tegenwoordigheid niet voor altijd zult verlaten, doch U overeenkomstig Uw welgevallen zo nu en dan aan ons wilt laten zien!
Hoofdstuk 184: Het goede antwoord van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[7] Want zie, ons aller liefde tot U is nu te machtig ontbrand! Wat een leed zouden onze harten ervaren, als onze ogen U, o heiligste Vader, nooit meer zouden zien en onze oren nooit de zo welluidende woorden van Uw Vaderstem zouden vernemen! Deze hebben immers onze gebroken harten plotseling met zulk een ongehoorde levensvolheid vervuld, dat wij geen woorden kunnen vinden om Uw echte vaderlijke genade te beschrijven!
Hoofdstuk 184: Het goede antwoord van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Laat daarom, o Heer, deze bede van ons allen niet geheel onverhoord tot Uw Vaderhart doordringen. Maar slechts Uw heilige wil zij voor eeuwig geprezen!'
Hoofdstuk 184: Het goede antwoord van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] IK zeg: 'Kinderen, waar jullie om bidden, daarin heb Ik allang vaderlijk voorzien. De Schepper blijft alleen voor de schepselen onzichtbaar en ondoorgrondelijk. Want de schepselen zijn geoordeeld in de macht van de Schepper en kunnen nooit voor Hem treden, Hem aanschouwen en Zijn stem horen. Maar heel anders staat het met de kinderen, die Ik als Schepper en voortaan ook als Vader vrij heb gemaakt door Woord en leer. Deze kunnen Mij zien en spreken wanneer zij willen - vooropgesteld, dat hun harten zich in de ordening van Mijn leer bevinden!
Hoofdstuk 184: Het goede antwoord van de wijze - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] Als DE WIJZE deze wens van Mij verneemt, wordt hij opgewonden van vreugde en zegt: 'O Heer, o Vader vol liefde, goedheid, heerlijkheid, macht, kracht, heiligheid! Dat geeft ons pas de grootste waarborg, dat U ons nooit zult verlaten. Want wie met ons eet, die zegt ons, dat hij bij ons wil blijven. En dus zult U ook bij ons blijven, zoals U ons eerder hebt beloofd. O, aan U voor eeuwig alle lof, alle eer en alle dank daarvoor!'
Hoofdstuk 185: Vreugdewoorden en woorden van dank van de wijze - De overstroomde boomgaarden - Verdrijving van Satana door Petrus en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] Bij deze woorden snelt ieder weg en men wil voedsel uit de tuinen halen, om het in overvloedige mate en van een uitgelezen soort aan Mij voor te zetten.
Hoofdstuk 185: Vreugdewoorden en woorden van dank van de wijze - De overstroomde boomgaarden - Verdrijving van Satana door Petrus en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[4] en DE WIJZE zegt: 'O Heer, vergeef ons armzaligen! U ziet dat het vreselijke vuurgezwel met het vervelende zeewater al onze fruittuinen heeft overstroomd en wel zodanig, dat wij niet in staat zijn er ook maar het minste of geringste uit te halen. Drijf daarom deze verschrikkelijke vloed eerst weg, dan zullen wij meteen naar Uw wens kunnen handelen!'
Hoofdstuk 185: Vreugdewoorden en woorden van dank van de wijze - De overstroomde boomgaarden - Verdrijving van Satana door Petrus en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[5] IK zeg terwijl Ik Martinus en Petrus roep: 'Mijn broeder Petrus, en ook jij Martinus: Ga naar buiten, overwin de vloed en vernietig het vreselijke vuurgezwel, opdat deze de vervulling van Mijn verlangen niet tegenhouden! Mocht de vijand aan jullie eerste oproep niet willen gehoorzamen, gebied hem dan in Mijn Naam voor een tweede en derde keer. Mocht hij zich ook daarna weerbarstig tonen, maak dan een ernstig gebruik van het hemelse, dat in jullie aanwezig is. Zo zij het!'
Hoofdstuk 185: Vreugdewoorden en woorden van dank van de wijze - De overstroomde boomgaarden - Verdrijving van Satana door Petrus en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Na deze oproep weerklinkt een schel gelach en vervolgens deze woorden:
Hoofdstuk 185: Vreugdewoorden en woorden van dank van de wijze - De overstroomde boomgaarden - Verdrijving van Satana door Petrus en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[15] Martinus ontploft bijna van ergernis over deze brutaliteit van Satan en weet zo gauw niet wat hij hem zal antwoorden.
Hoofdstuk 185: Vreugdewoorden en woorden van dank van de wijze - De overstroomde boomgaarden - Verdrijving van Satana door Petrus en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[17] MARTINUS zegt: 'Ah, dat zou ik niet geloofd hebben, dat dit ondier zich zo gauw zou schikken. Is dat dan de hemelse macht? Ik heb daaronder iets heel anders verstaan! Ik dank je, broeder, voor deze waarachtig hemels wijze les. Daardoor ben ik nu al weer duizendmaal wijzer geworden!
Hoofdstuk 185: Vreugdewoorden en woorden van dank van de wijze - De overstroomde boomgaarden - Verdrijving van Satana door Petrus en Martinus - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1311 - 1312 - 1313 - 1314 - 1315 - 1316 - 1317 - 1318 - 1319 - 1320 - 1321 - 1322 - 1323 - 1324 - 1325 - 1326 - 1327 - 1328 - 1329 - 1330 - 1331 - 1332 - 1333 - 1334 - 1335 - 1336  ...