Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1327 van 1490

...  1315 - 1316 - 1317 - 1318 - 1319 - 1320 - 1321 - 1322 - 1323 - 1324 - 1325 - 1326 - 1327 - 1328 - 1329 - 1330 - 1331 - 1332 - 1333 - 1334 - 1335 - 1336 - 1337 - 1338 - 1339 - 1340  ...
[6] Denk jij, Martinus, dat zo'n streven iets anders is dan de grootste, verscholen hoogmoed, waar tegenover die van mij in het niet valt? Geef deze op uit diepste grond, pas dan zullen wij misschien verder kunnen praten. Want zie, ik ben licht, als ik in mijn ware gedaante voor je ga staan. Daarom moet jij helemaal rein zijn, dan pas zullen wij vruchtbaar met elkaar kunnen praten. Ga daarom heen en reinig je van alle vuil, kom dan pas weer en spreek met mij, het oerlicht van de eeuwigheid!'
Hoofdstuk 195: Het antwoord van Satan aan Martinus, die hij hovaardij verwijt - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[1] MARTINUS schrikt erg bij deze woorden van Satan en dat te meer, omdat hij zich daardoor werkelijk een beetje getroffen voelt. Hij keert zich daarom, als zijn gemoed weer wat rustiger wordt, tot Johannes en zegt: 'Lieve broeder, daar jij als geen ander vervuld bent van de wijsheid van de Heer, wat heb jij hierop dan te zeggen? Moet ik dan op dit ene punt de Satan geloven? Volgens mijn innerlijk gevoel heeft hij toch niet helemaal ongelijk!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[2] JOHANNES zegt: 'Laat deze zaak nu maar; want waar wij nog nooit wat hebben bereikt, zal ook jouw moeite tevergeefs zijn. Gebied hem rust in Naam van de Heer; daarna zullen wij weer naar huis gaan, naar de Vader. Die alleen moet met hem doen wat Hij wil en dat zal ook het beste zijn!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Martinus zou met mij iets kunnen beginnen, maar Johannes en Petrus en Paulus eeuwig nooit! Knoop deze woorden goed in je oren, jij harde, onbarmhartige lomperd van een leerling van Christus! Denk je soms dat ik bang of schuw ben voor jou en je uitspraken, omdat jij Johannes, de evangelist bent en de Openbaringen op hebt zitten krabbelen? O, dan vergis je je heel erg!
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Treffend heeft de Heer Zelf geschetst, hoe het met jullie gesteld is, toen Hij in de gelijkenis van de verloren zoon een groot feest bereidde en de andere zonen en kinderen van de vader vernamen, dat het in het huis van de vader vrolijk toeging; ze kwamen aanlopen en zeiden geërgerd: 'Voor ons die jou steeds trouw waren, heb je nog nooit een feest gegeven. Maar nu deze verworpene terug komt die je zo heeft beledigd, dat hemel en aarde er van beefden en star werden van ontzetting, geef je hem een zegelring en bereid je een groot feestmaal!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[11] Wat de vader van deze ergerlijk morrenden daarop zei, behoef ik niet weer in je gedachten terug te roepen. Want je blijft toch die je bent: vol hardheid en onbarmhartigheid in je hart, zoals al je soortgenoten!
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[16] Omdat jij ons echter hebt bevolen om hier meteen weg te gaan, zouden ook wij je nu uit Naam van de Heer iets heel anders kunnen gebieden. Maar wij willen geen kwaad met kwaad vergelden, doch geven je alleen maar de raad je nu verder volkomen rustig te houden, als je toch de oproep van Martinus niet kunt of wilt volgen. Want zie, dit is de laatste korte termijn die je nog is toegestaan voor je ommekeer. Als je deze niet benut, dan zul je voor eeuwig zeer streng geoordeeld worden!
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[19] Daarop zegt MARTINUS tegen Johannes: 'O, broeder, zoals ik zie, is al onze moeite vergeefs; laten we daarom gaan! Want nu zie ik duidelijk in, dat we met deze Satan geen stap verder zullen komen!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[14] SATAN zegt: 'Vriend, spreek jij maar niet over barmhartigheid! Martinus handelde ondoordacht. Maar toen hij al gauw inzag dat het niet goed was wat hij deed, wijzigde hij meteen zijn onbezonnen handeling. Jij echter blijft vastbesloten, zoals je bent en verandert je uitspraak nooit, of deze nu rechtvaardig of onrechtvaardig is. Daarom haat en veracht ik je meer dan al mijn ergste lijden en kwalen! Voor jou, Martinus, mijn achting, jullie anderen echter voor eeuwig mijn diepste verachting! Maar verdwijnen jullie nu, anders begin ik met een spektakel, zoals de hele oneindigheid tot nu toe nog nooit heeft meegemaakt!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[20] JOHANNES zegt: 'Lieve Martinus, als hij ons niet zou hebben bevolen naar huis te gaan, dan zouden we al naar huis zijn gegaan. Maar zijn wil mag de onze niet bepalen, daarom zullen wij nog een poosje blijven. Want als we nu op zijn woord hier vandaan gingen, dan zou dat voor hem een triomf over ons zijn. Als hij echter over ons zou triomferen, dan zou het er slecht met ons voor staan. Daarom willen en moeten wij nog een poosje blijven en deze omgeving in orde brengen; zo zij het dan!'
Hoofdstuk 196: Martinus, Johannes en Satan - Martinus' eerlijkheid en de wijsheid en vastbeslotenheid van Johannes - Satans geest van tegenspraak en verwijt aan Johannes - Het antwoord van Johannes - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] SATAN stampt hierop zo geweldig met zijn voet op de grond, dat deze wijd en zijd beeft en zegt dan op donderende toon tegen Johannes: 'Ellendeling, ben je nog niet genoeg verzadigd aan mijn leed? Als ik nu niets meer ben en binnen de grote schepping geen waarde meer heb, vernietig mij dan met de macht die je over mij hebt, als je dat aandurft! Let er dan wel op, dat je met mijn vernietiging niet ook jezelf zult hebben vernietigd!
Hoofdstuk 197: De woede van Satan - Martinus' vrees en de rust en duidelijkheid van Johannes - De onafhankelijkheid van de kinderen Gods van Satan - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[3] JOHANNES antwoordt: 'Ongetwijfeld, want God is in Zich Zelf de zuiverste liefde, en deze kan niet anders dan eeuwig absoluut goed en van de hoogste wijsheid zijn! Ik weet echter al waar je heen wilt, maar vraag maar verder, ik zal je geen antwoord schuldig blijven!'
Hoofdstuk 198: Woordenstrijd tussen Johannes en Satan over Gods alomtegenwoordigheid en het ontstaan van het kwaad - Satan in zijn soort een triomf van de Schepper - Het bewijs van Johannes over de werkelijke verlossing van het kwaad - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[8] Alle geesten kwamen zo goed en zo zuiver uit Hem voort, als Hij Zelf is. Maar Hij gaf de geesten de volste vrijheid van de in hen geblazen wil, tengevolge waarvan ze alles konden doen wat ze wilden. En om ze het gebruik van deze gaven te leren, gaf Hij met die volkomen vrije wil ook door Hem Zelf geheiligde wetten, die ze ofwel in acht konden nemen of niet.
Hoofdstuk 198: Woordenstrijd tussen Johannes en Satan over Gods alomtegenwoordigheid en het ontstaan van het kwaad - Satan in zijn soort een triomf van de Schepper - Het bewijs van Johannes over de werkelijke verlossing van het kwaad - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[9] En zie, allen namen de wetten in acht op één na! Deze ene en eerste, aan wie het grootste licht van kennis gegeven was, versmaadde de wetten van God vanuit zijn vrije wil en verzette zich daartegen, ongeacht de gevolgen!
Hoofdstuk 198: Woordenstrijd tussen Johannes en Satan over Gods alomtegenwoordigheid en het ontstaan van het kwaad - Satan in zijn soort een triomf van de Schepper - Het bewijs van Johannes over de werkelijke verlossing van het kwaad - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
[10] Deze geest veranderde derhalve in zich de goddelijke orde door middel van zijn vrije, hem door God geschonken wil. Op deze wijze is hij vergeleken met de geesten die hun eveneens vrije wil niet hebben misbruikt, weerspannig geworden tegenover Gods ordening, en wat zich zelf betreft boos en slecht. En hij moest zich toen, door zijn eigen gedrag genoodzaakt, zo lang uit de gemeenschap verwijderen, tot hij vrijwillig zal omkeren en intreden in die orde die de Heer aan alle geesten gelijkelijk heeft gegeven, namelijk de orde van de liefde.
Hoofdstuk 198: Woordenstrijd tussen Johannes en Satan over Gods alomtegenwoordigheid en het ontstaan van het kwaad - Satan in zijn soort een triomf van de Schepper - Het bewijs van Johannes over de werkelijke verlossing van het kwaad - Jakob Lorber - Bisschop Martinus
...  1315 - 1316 - 1317 - 1318 - 1319 - 1320 - 1321 - 1322 - 1323 - 1324 - 1325 - 1326 - 1327 - 1328 - 1329 - 1330 - 1331 - 1332 - 1333 - 1334 - 1335 - 1336 - 1337 - 1338 - 1339 - 1340  ...