Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 134 van 139

...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139
[10] Let nu op. Eerst komt de zure zelfstandigheid; deze ontstaat steeds uit de zes andere geesten; van zichzelf is zij hard, koud, scherp, zoals zout en dan nog veel scherper. Een mens kan haar scherpte riet genoeg begrijpen, aangezien zij in een mens niet enig en alleen is, maar naar de aard, waarop zij door de helse kwaliteit wordt aangestoken, weet ik, hoe zij is. Deze zure scherpe hoedanigheid, trekt en houdt in het goddelijk lichaam de vormen en beelden tezamen en droogt ze uit, zodat ze bestaan.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[16] Gij moet mij echter goed begrijpen, dat ik schrijf op menselijke manier, op de wijze van een mens, die door de duivel is gevangen en plotseling uit het helse vuur in het licht Gods geplaatst wordt.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[21] In de scherpe en vurige geboorten is niets anders dan een liefdesver­langen en proeven, een vriendelijk aansteken en lieftallige openbaringen; daar is louter liefde en alle toorn en bitterheid zijn als in een grote vesting in het midden opgesloten; deze geboorte is geheel en al van een zachte weldadigheid, de bittere geest is nu de levende beweeglijkheid. De zesde geboorte is zo: wanneer de geesten in hunne geboorte zo van elkander proeven, dan worden zij zeer vriendschappelijk, want de vuur­straal of scherpte uit de geboorte stijgt nu boven hen uit en zweeft gelijk de lucht in deze wereld.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] De zevende geest Gods in de Goddelijke kracht is het lichamelijke, de stoffelijke vorm, die uit de andere zes geesten geboren wordt jen waarin alle Hemelverschijningen tot aanschijn komen; de vorm, waarin alles gegoten wordt en waarin alle schoonheid en vreugde opgaan. Dat is de ware geest der natuur, ja, de natuur zelf, waardoor men de dingen be­grijpt, en waarin alle schepselen in Hemel en op aarde samengevat zijn in een stoffelijk geuit beeld. Ja, de Hemel zelf is op die wijze geformeerd en alle natuurlijkheid in God is onderworpen aan deze geest. Zo deze geest er niet ware, zo zou er ook geen Engel of mens zijn en dan zou God een ondoorgrondelijk Wezen zijn, Die slechts zou bestaan in Zijn ondoorvorsbare kracht.
Hoofdstuk 11: Over de zevende oerbron in de Goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Nu doet de vraag zich voor: hoe is deze gestalte of vorm? Zijt ge een wijze Mercuriusgeest, die alle zeven goddelijke geesten doordringt en hen beproeft en doorzoekt, wie zij zijn, zo zult ge bij de verklaring van deze zevende geest de werking en het wezen van de ganse goddelijkheid verstaan en zijn bedoeling begrijpen. Verstaat ge echter deze geest niet, zo laat dit boek met rust; en bemoei er u niet mee, want dan zijt ge in Saturnus te zeer gevangen en geen filosoof in deze wereld. Laat nu uw oordeel achterwege, of ge zult er voor gestraft worden; ik heb u daarvoor getrouwelijk gewaarschuwd;;; wacht totdat ge in het volgende leven zijt, zo zal de Hemelpoort voor u opengedaan worden en dan zult ge het ook verstaan.
Hoofdstuk 11: Over de zevende oerbron in de Goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Wanneer de bliksem zich in 't centrum verheft, zo is de goddelijke ge­boorte in volle werking; in God is het immer en eeuwig alzo, maar bij ons arme kinderen des vleeses niet. In dit leven duurt de zegevierende goddelijke geboorte in ons mensen slechts zó lang, als deze bliksemstraal aanhoudt; daarom is onze kennis stukwerk; in God echter blijft deze blik­semstraal onveranderlijk en eeuwig voortduren. Ziet, alle zeven geesten zouden zonder deze bliksemstraal zijn als een donker dal. Nu bewegen zich de vier geesten (bitter enz.) in de bliksem, want ze worden alle vier daarin levend gemaakt, deze viervoudige kracht stijgt op, alsof het leven zelf openging; en deze kracht, die is opgestegen, is de liefde; dit is de vijfde geest; deze is, alsof een dode geest wederom levend is geworden en plotseling in grote klaarheid zich openbaarde. De ene kracht maakt de andere beweeglijk; de zure, wrange klopt, de hitte veroorzaakt in liet kloppen een duidelijke klank of geluid; de bittere verdeelt deze klank en het water maakt hem zacht; dit is de zesde geest. Nu stijgt de toon op in alle vijf geesten, als een lieflijke muziek en blijft bestaan, want de wrange kwaliteit doet hem verdrogen. Nu is in deze toon of klank de kracht van de zes Oergeesten en hij is als 't ware het zaad van de zes andere geesten die tezamen gevoegd zijn tot een lichaam en waaruit een geest is gemaakt; deze heeft de eigenschap van alle geesten en dit is de zevende geest van God in de goddelijke kracht. Deze geest heeft de kleur van het blauw van de Hemel, want hij is uit de zes andere geesten geboren. Wanneer nu de bliksem, die zijn plaats heeft te midden van de hitte, in de andere geesten zijn licht afstraalt, zodat zij opstijgen en de zevende geest doen geboren worden, zo stijgt ook de bliksem op in de zevende geest, bij de geboorte der zes anderen. Dewijl echter de zevende geen aparte eigenschap heeft, waardoor hij zich van de anderen kan onderscheiden, zo kan de bliksem in deze zevende geest niet lichtender worden, want hij verbindt, door middel van de zevende geest, de zes andere geesten tot één lichaam en de bliksem woonte midden dezer zeven geesten en vindt zijn oorsprong in hen allen.
Hoofdstuk 11: Over de zevende oerbron in de Goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[5] De zeven geesten zijn de vader van het Licht en het Licht is dus hun Zoon, dien zij van eeuwigheid tot eeuwigheid baren. En het Licht ver­licht hen en maakt voortdurend de zeven geesten levend en rijk aan vreugde, want zij leven allen en bewegen zich allen uit de kracht van het Licht. Ziet, ik wil het u nog éénmaal tonen; of ge het ook begrijpen mocht, opdat deze grootse arbeid niet tevergeefs zal geschieden of zonder nuttigheid. De zure, wrange kwaliteit is de eerste geest; deze trekt tezamen, en maakt alles droog; de zoete hoedanigheid is de tweede; deze verzacht en kalmeert. De derde geest is de bitterheid, die ontstaat uit de vierde en de eerste; wanneer de derde vol woede met de wrange strijdt, zo ontsteekt hij het vuur, en de boosheid ontspringt in dat vuur en gaat op in de wrangheid. En deze zelfde boosheid of grimmigheid wordt de geest der bitterheid. Zelfstandig en in de zoetheid wordt hij verzacht, in de hardheid wordt hij lichamelijk concreet gemaakt; nu be­staat hij en ook de vierde geest is geboren. Nu gaat de bliksem in de kracht van deze vier kwaliteiten op in de hitte en stijgt op in het zoete bronwater en de bitterheid maakt hem triomferend en de zure maakt hem schijnend, droog en lichamelijk, de zoete maakt hem zacht. En het Licht staat in het midden van hen als een hart. Wanneer dit Licht, dat in het midden van hen is, in de vier geesten schijnt, zo stijgen de krachten van deze vier geesten op in dat Licht en worden levend, en zij hebben het Licht lief, dat wil zeggen, zij laten het op zich inwerken en worden zwanger van dat Licht en deze zelfde geest, die hen allen omvat is de liefde des levens; dit is de vijfde geest. Wanneer zij deze liefde in zich voelen, zo zijn zij in staat tot grotere vreugden, want de een ziet de andere in het Licht en de ene maakt de andere werkzaam; dan ontstaat de toon of klank, dit is de zesde geest/ In deze toon gaat de kracht van alle zes geesten op en komt er in tot uiting. Ze vormen tezamen één lichaam en dit is het lichaam der natuur, waarin alle Hemelse schepselen en gestalten en gewassen geformeerd worden.
Hoofdstuk 11: Over de zevende oerbron in de Goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[10] Daarom heeft zich dan ook de heilige geboorte Gods als een afzonderlik lichaam van de toorn afgescheiden en het beste deel van de Hemel tussen liefde en toorn geplaatst, zodat de geboorte van de sterren zich in het midden bevindt, maar zo, dat hun buitenste vorm in de toorn van de dood staat; en met de daarin opgaande geboorte, welke in liet midden zetelt, waar de Hemel is afgesloten, bevindt zij zich in de zachtmoedigheid van het leven. De zachtmoedigheid golft tegen de toorn en de toorn tegen de zachtmoedigheid en zo vormen zij twee verschillende rijken in hetzelfde lichaam dezer wereld.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[11] Toen nu de twee geesten van beweeglijkheid en leven vanuit de plaats van de zon waren uitgegaan, drong de zachtzinnigheid als een zaad van het water met de kracht van de liefde heel zoetjes en vriendelijk beneden zich in de kamer des doods; daaruit is de liefde des levens of de planeet Venus ontstaan.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[8] Het Licht echter is een andere persoonlijkheid, want het wordt uit de zeven geesten eeuwigdurend geboren en deze stijgen voortdurend op in het Licht en hunne krachten gaan vol lichtglans uit naar de zevende natuurgeest en vormen en scheppen alles in de zevende geest. Deze uitgang vol licht is de H. Geest. De bliksem of het hart, dat in de krachten geboren wordt, blijft in het midden van hen en is de Zoon; en de glans in alle krachten gaat uit van den Vader en den Zoon en schept en vormt in de zevende natuurgeest alles naar de kracht en de werking der zeven geesten; naar hun aard en onderscheidingen. En dit is de waarachtige Heilige Geest, dien wij, Christenen als derde persoon in de Goddelijkheid eren en aanbidden.
Hoofdstuk 11: Over de zevende oerbron in de Goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[23] Hiervan wil de sophist niets weten, want hij wordt niet uit God, maar uit vlees en bloed geboren. Hij wil niet in gaan; de duivel houdt hem vast; God verblindt niemand. Slaat hij mij zoo moet ik terug wijken, maar de Goddelijke kracht helpt mij wederom overeind; dan bekomt de satan zijn straf en verliest de slag. Wanneer hij overwonnen is, zoo gaat de Hemelpoort van mijn geest open; dan ziet de geest het goddelijk en Hemelse Wezen; niet buiten het lichaam, maar in de oerbron van het hart opent zich als 't ware een deur, waardoor uitzicht is op datgene, wat de geest, door middel van de hersenen, als stoffelijk zintuig, ziet van de hogere dingen. Want de mens is uit alle krachten Gods gemaakt, uit alle zeven geesten Gods, evenals ook de Engelen; dewijl hij nu echter verdorven is, zo oefent de Goddelijke geboorte niet altijd zijn invloed op hem uit, en evenmin op de anderen. En al zou dat wèl zo zijn, zo schijnt het hoge Licht nog niet in allen, en al schijnt het, zo begrijpt de verdorven menselijke natuur het nog niet. Want de H. Geest laat zich niet door het zondige vlees binden, maar vertoont zich als een bliksem­straal, evenals het vuur uit een steen, wanneer men daarop slaat. Wan­neer echter deze bliksemstraal in het hart gevangen wordt, zo gaat hij door de zeven geesten naar de hersenen; als het morgenrood stijgt hij daarin op; dit is ook het doel. In dit Licht ziet de ene geest de andere, ruikt de een de andere, proeft de een de andere en hoort de een de ander en elk van hen is, alsof de gehele goddelijkheid zich in hem open­baarde.
Hoofdstuk 11: Over de zevende oerbron in de Goddelijke kracht. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Ge zult vragen: Wat is eigenlik een Engel? Ziet, toen God de Engelen schiep, zo schiep hij ze uit de zevende oergeest, welke de natuur is, of de heilige Hemel. Het woord “schiep” moet ge verstaan, alsof men zou zeggen: te zamen trekken of samendrijven, zoals de aarde tezamen gedreven is. Toen God, de Godheid zich bewoog, zo trok de wrange kwaliteit de Salniter der natuur tezamen en deed deze verdrogen; zo ontstonden de Engelen. Zoals nu een bepaalde kwaliteit was in Zijn beweging, zo werd ook de Engel. Er zijn zeven Goddelijke Geesten; deze hebben alle zeven hun beweging, en het Licht, dat in hen is, heeft ook zijn beweging; en de Geest, die van de zeven Geesten Gods uitgaat, is ook in beweging. Nu wilde de Schepper, naar het voorbeeld van Zijne Drievuldigheid, ook drie legerscharen scheppen, niet ver van elkander verwijderd, maar de een verbonden met de ander als een cirkel. Merk nu op: Zoals nu de Geesten waren in hun werk en tot ontwikkeling komen, alzo werden ook de schepselen; in het midden van elk heirleger werd het hart van elk heirleger geformeerd en als het ware belichaamd; daaruit ontstond een vorst der Engelen of Grootvorst. Zoals de Zoon van God temidden van de zeven geesten Gods geboren wordt, en Hij het Hart en het Leven is van de zeven Geesten Gods, alzo werd ook een koning der Engelen in het midden van Zijn gebied, uit de natuur of uit de Hemel geschapen en dat wel uit de kracht der zeven Oergeesten; deze nu is het Hart van een heirleger en heeft de hoedanig­heid, macht en sterkte van dat bepaalde heirleger en is temidden van hen de allerschoonste.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Zoals de Zoon van God is het Hart en het Leven en de sterkte van alle zeven Goddelijke Geesten, alzo is ook een Engelenkoning in zijn gebied. Zoals nu in de Goddelijke kracht zeven belangrijke kwaliteiten zijn, waar­uit het Hart van God geboren wordt, alzo zijn ook ettelijke machtige Engelenvorsten, naar het voorbeeld van iedere hoofdeigenschap, in elk heirleger geformeerd. (Hun aantal weet ik niet.) Naast de koning zijn zij aanvoerders der andere Engelen. Hier zij opgemerkt, dat de Engelen niet alle van één maaksel zijn, ook zijn zij in kracht en macht niet alle aan elkaar gelijk; wel heeft iedere Engel de kracht van alle zeven oer­bronnen in zich, maar in elk van hen is een bepaalde eigenschap de meest opvallende en hij glorieert ook in die eigenschap. Want, zoals op die bepaalde plaats de Salniter ten tijde der Schepping geweest is, alzo is ook de Engel geschapen; zoals van de weidebloemen elk hare kleur van haar overheersende eigenschap ontvangt en ook haar naam daaraan ontleent, alzo is het ook gesteld neet de heilige Engelen. Enkele van hen zijn gevormd uit de wrange hoedanigheid; zij zijn lichtbruinachtig en zijn het koudst. Wanneer nu het Licht van den Zoon van God hen beschijnt, zo zijn zij als een bruine lichtstraal geheel helder. Enkelen zijn genoemd naar de hoedanigheid van het water en deze zijn licht als de Hemel en wanneer het licht hen beschijnt, zo zijn zij als een kristallen zee. Enkelen zijn gevormd naar de bittere eigenschap; deze zijn als een kostelijke groene steen, die er uitziet als een bliksemstraal en wanneer het Licht hen beschijnt, zo weerkaatst het roodachtig groen, alsof er een karbonkel glansde, of, alsof het Leven daar zijn oorsprong had. Anderen zijn gevormd naar de hoedanigheid van de hitte; deze zijn de allerlichtste, geelachtig en roodachtig; en wanneer het Licht hen beschijnt, zo zien zij er uit als het Licht van den Zoon van God. Enkelen zijn hoofdzakelijk gevormd uit de hoedanigheid der Liefde; zij zijn zeer licht, wanneer het Licht hen beschijnt en zij zien er uit als het Hemelse Vreugdenrijk zelf. Zij zijn lichtblauw en hun verschijning is lieflijk. Anderen zijn gevormd uit de eigenschap van de toon, het geluid. Ook deze zijn lichtend. Wan­neer het Licht hen beschijnt, zo zien zij er uit, als een omhoog schietende bliksemstraal. Enkelen zijn gevormd als uit alle hoedanigheden der ge­hele natuur; zij zien er uit als de Hemel, die uit alle geesten tezamen geformeerd is.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[29] Zo is het lichaam der diepte, de werkelijke dodenkamer. In deze duisternis van de 7 goddelijke geesten is wederom begin noch einde; er is geen eerste, tweede, derde of laatste.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[30] In deze 7 gebieden onderscheiden we drie aanzichten; geen kan van de andere gescheiden worden of kan zonder de andere bestaan. De 7 geesten vullen elkander van eeuwigheid tot eeuwigheid aan. Het eerste gebied beslaat de stof, de diepste diepten, het wezen van alle wezen; hij verbergt op alle plaatsen de 7 geesten in zich: hij bezit ze, is er onafscheidelijk van; bewust.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139