Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1337 van 1490

...  1325 - 1326 - 1327 - 1328 - 1329 - 1330 - 1331 - 1332 - 1333 - 1334 - 1335 - 1336 - 1337 - 1338 - 1339 - 1340 - 1341 - 1342 - 1343 - 1344 - 1345 - 1346 - 1347 - 1348 - 1349 - 1350  ...
[13] Om deze reden bestaat de voorliefde om voortdurend jong te zijn alleen meer bij het vrouwelijke geslacht, en bij het mannelijke geslacht alleen dan, wanneer ze zich met een vrouw in de echt willen verbinden. Maar wanneer het erom gaat een belangrijk ambt te krijgen, worden zelfs de stilstanden van de pendel geteld, zodat bij zulke gelegenheden menigeen dan beweert zo’n hoge leeftijd te hebben, dat hij ook door de werkelijk wijze leraren en verleners van het ambt hartelijk wordt uitgelachen. - Bij zulke gelegenheden wordt de leeftijd dan echter ook niet aan de hand van de aangetoonde slingeringen van de pendel beoordeeld, maar aan de sollicitant worden door de leraren in een speciaal daarvoor bestemde tempel heel moeilijke vragen ter beantwoording gegeven; als hij deze naar volkomen tevredenheid van de leraren beantwoordt, dan wordt hij door hen weldra geschikt verklaard voor het ambt en wordt hem een getal gegeven, dat zijn leeftijd aangeeft. En ook al is zo’n ambtskandidaat in natuurlijk opzicht niet ouder dan dertig, dan wordt hij toch op grond van zijn wijsheid voor zestig verklaard.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[22] Nog een ander ambt beheert het verdelen van de grond van de zon. Want hoewel er op de zon eigenlijk geen eigendomsrecht bestaat, vindt zo’n verdeling toch plaats ter wille van de orde. En er wordt de mensen aangeduid waar zij dit of dat aan de bodem mogen ontlokken en in welke orde dat dient te gebeuren, opdat er geen bomen, gras en planten door elkaar groeien, maar alles in een bepaalde, goede orde is. Kijk, ook dat is een heel goed ambt, als gevolg waarvan deze hele, buitengewoon grote zonnegordel zich enkel voordoet als een buitengewoon grote, onafgebroken tuin, opgesierd met de prachtigste en meest uiteenlopende groepen bomen, struiken, planten en grassen, die, zoals reeds gezegd, bij iedere afzonderlijke zonnebewoner, met name van deze gordel, totaal verschillend zijn - wat juist de bekoorlijkheid en de schoonheid van deze grote landstreken onbeschrijfelijk veel groter maakt.
Hoofdstuk 11: De pendel-tijdmeter van de bewoners van de middengordel. Het ambt van tijdwachter en overige ambten - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[4] Kijk, dat voorstel wordt aangenomen; en in de grote tempel, die naar jullie maatstaven zeker een mijl lang en een kwart mijl breed is, worden alle zuilengangen alsook de hele verdere inrichting ervan doorzocht, of er geen beschadigingen zijn. Maar kijk eens naar de tevreden gezichten: die zullen jullie zeggen, dat de watervloed in de hele tempel, behalve dat deze doornat is geworden, geen schade heeft aangericht.
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[8] Het gezwel is begonnen te zakken. En A legt nu het hele gezelschap uit: ‘Ja, daar is hij, de eerste, zegenende groef! Val dus op je knieën en prijs de grote uit alle krachten daarvoor! - Op deze plaats zal niet zo gauw weer een gezwel optreden; want die eerste overdwarse groef trekt het gezwel met geweld samen en snoert het vast’. - Kijk, nu vallen allen op hun knieën en doen ernstig en met alle krachten wat de eerste leraar hun had aanbevolen.
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] De tijdwachter heeft zojuist een nieuwe slingering ingezet. Nog altijd geen rand! Maar nu schreeuwt B en verscheidenen uit het gezelschap met hem: ‘Rand! Rand! - Kijk, hij is zichtbaar geworden! We zijn allemaal volkomen gered! Want nog maar een paar slingeringen en dan zullen wij er overheen kijken, over de prachtige, lichte rand!’ - En A zegt tegen iedereen: ‘Ja, deze slingering zal niet klaar zijn met zijn bewegingen, voor wij over het bovenste stuk van de rand heen kijken en hem heel goed zien; want aan onze kant zakt hij vrijwel loodrecht naar beneden’.
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] B zegt weer: ‘Hoe breed zal de rand deze keer waarschijnlijk zijn?’ - En A antwoordt: ‘Naar de grootte van het gezwel te oordelen zou hij deze keer wel eens ongeveer veertig women breed kunnen zijn’.
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[17] Luister en zie, het hele gezelschap springt met een luide schreeuw op van de grond. Duizend en nog eens duizend waterhozen stijgen op uit de buitengewoon uitgestrekte watervloed en beginnen een woedende strijd tegen de steeds dichter en dichterbij zakkende rand. En grote lichtende vuurbollen ter grootte van de aardse maan, zo groot als hij werkelijk is, storten naar beneden vanaf de gloeiende rand in de woedend bruisende wateren, en elk van deze bollen wordt vergezeld van miljoenenmaal miljoenen bliksems. Kijk, wat een zieden van het grote water, wat een dampen en walmen, daar waar zo’n gloeiende vuurbol van de nog hoge rand in het woedende water stort!
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[20] Maar kijk nu, de rand is weggezakt, maar niet zo heftig als men verwachtte. Derhalve werd ook de omgeving niet zo hevig geschokt als soms pleegt te gebeuren. Maar toch heeft dit tamelijk heftige in elkaar zakken het golvende water tot dichtbij ons gezelschap opgestuwd, hoewel het zich op deze heuvel meer dan vijf van jullie mijlen hoog boven de waterspiegel bevindt.
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[22] Als jullie enigszins over deze vergelijking nadenken, springt jullie het reusachtige van de overstroming waarschijnlijk wel in het oog, die bij het snelle in elkaar zakken van ons gezwel plaats vindt. En dit moeten jullie je ook goed realiseren, opdat jullie daarin steeds meer en meer zien hoe machtig Hij is, die Zich door jullie een lieve, goede Vader laat noemen!
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[24] Maar kijk nu eens samen met de zonnemensen over de rand van het grote gezwel! Zie hoe breed het nog is; merken jullie niet op, dat er op deze rand nog heel gemakkelijk twee van jullie aarden naast elkaar zouden kunnen ronddraaien?! - Ja, zo is het ook! - Maar de krater is nu al veel nauwer geworden en heeft nauwelijks een breedte van twee keer de rand; hij strekt zich meer in de lengte dan in de breedte uit, en op verschillende plaatsen zijn de randen alweer aan elkaar gegroeid.
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[19] Kijk, iedereen staart met strakke blik naar de onuitsprekelijk en voor jullie gedachten niet te beschrijven stormachtig bewogen rand, waar zulke zwevingen plaatsvinden, dat de rand in één seconde hier en daar naar buiten of naar binnen opbolt over een lengte van niet zelden acht- tot tienduizend mijl.; en dat heen en weer zwalken legt eveneens niet zelden in één seconde een afstand van drie- tot vierduizend mijl af. Denk je nu eens in hoe het is naar deze bewegingen te kijken vanaf het standpunt, waar ons zonnegezelschap ze gadeslaat! Ook al zijn ze werkelijk dertig women ver verwijderd, toch is dat voor de scherpe ogen van de zonnemensen een kleinigheid, en ze kunnen dus heel goed de vreselijke bewegingen van zo’n verschijnsel waarnemen.
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[21] Beseffen jullie deze beweging wel? - Wat zouden jullie op aarde zeggen, en van wat voor gevoelens zouden jullie bezield zijn, wanneer jullie je bijvoorbeeld op een hoge alp zouden bevinden, die ongeveer de hoogte van de jullie welbekende Großglockner zou hebben (3798 m) en zich ongeveer vijf of zes mijl van de zee zou bevinden - als de zee door de macht van een storm dusdanige golven zou gaan opzwepen, dat die jullie op je alp bijna zouden bereiken? Zouden jullie dan niet de één na de ander van louter vertwijfeling beginnen je de haren uit te rukken? En toch zou dit verschijnsel op aarde, op de zon bekeken, slechts puur kinderspel zijn, aangezien daar deze laagste heuvel al bijna vijf keer zo hoog is als jullie hoogste berg op aarde (Mount Everest, 8882 m), dat wil zeggen: gezien ten opzichte van het gewone, rustige oppervlak van het zonnewater.
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[27] Maar kijk nu ook nog eens met één blik naar onze zonnebewoners, hoe ze nu buitengewoon vrolijk zijn en van ganser harte en vol leven jubelen en de grote God loven, Die dit alles op deze manier uiterst wijs weer tot de voorgaande orde heeft teruggebracht. En zie ook hoe ze elkaar omarmen en begroeten en zich dan naar hun woningen haasten, en hoe hun daaruit ook weer heel veel goed beschermde kinderen, broeders en zusters tegemoet komen!
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[28] En daarmee is deze handeling ten einde. De volgende keer zullen we enkele huiselijke inrichtingen van deze zonnebewoners observeren, en daarmee ook een vluchtige blik op de hele gordel slaan.
Hoofdstuk 12: Het inzakken en verdwijnen van het zonnegezwel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] Na hun overlijden mogen echter niet zij, maar de door de hoofdleraren aangestelde beambten overeenkomstig de orde over deze stukken grond beschikken. Om die reden houdt dan op de zon ook ieder kindererfrecht op te bestaan, dat door Mij op jullie aarde zo gehaat is. Maar de kinderen worden, wanneer ze de vereiste kennis en vaardigheden bezitten, geheel en al door de beambten verzorgd.
Hoofdstuk 13: De ordening van het bezit en de levensbehoeften van de bewoners van de middengordel - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  1325 - 1326 - 1327 - 1328 - 1329 - 1330 - 1331 - 1332 - 1333 - 1334 - 1335 - 1336 - 1337 - 1338 - 1339 - 1340 - 1341 - 1342 - 1343 - 1344 - 1345 - 1346 - 1347 - 1348 - 1349 - 1350  ...