Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 136 van 179

...  124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149  ...
[20] Eenzelfde wijsheid vinden we in nog veel belangrijkere mate dan ook hier op deze lichtwereld, waar de mensen van vooral dit districtsgebied waarachtige oerwijzen zijn. Het vervolg zal ons daarover opheldering verschaffen.
Hoofdstuk 31: Voortzetting van de wandeltocht op de zon. De overgang van het materiële naar het geestelijke leven in overeenstemmende beelden - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] De een of ander zou misschien kunnen zeggen: ja, wat zou het eigenlijk uitmaken als in een woongebied mensen van verschillende gebieden bij elkaar zouden komen? Daarop kan ik niets anders zeggen dan: de wijsheid en de ordening van de Heer gaan overal beslist dieper dan een mens met zijn geringe hoeveelheid verstand kan begrijpen. Men zou zich op jullie aarde zelf ook kunnen afvragen waarom op dit kleine hemellichaam de naties die erop leven, zich niet ook zo bont door elkaar willen mengen als het gras en het kruid op een weiland. Jullie zullen me antwoorden:
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Wijzen van hoog aanzien weten weliswaar uit de gesprekken met de geesten dat er zich op hun wereld nog talloos vele bewoonbare gebieden bevinden, maar dat weten ze alleen onder het zegel van voorlopige strenge geheimhouding, en zij delen het eveneens slechts mee aan hen die in de diepere geheimen van de goddelijke wijsheid wensen te worden ingewijd.
Hoofdstuk 26: Beschrijving van een woongebied op een zon - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[12] Kijk, aldus heeft onze oudste allen uit de vlam voorgelezen. Maar wat zeggen nu de kinderen op deze voorlezing? Zij zeggen: grote God, het moet toch wel iets oneindigs zijn om een kind van U te worden, maar als Uw wil nog heftiger is dan de eindeloze gloed die onze wereld in haar diepe kraters draagt, wie kan die dan verdragen en daarbij in leven blijven? Laat ons daarom blijven wat we zijn en laat U altijd door ons een offer van onze wijsheid brengen! Neem daarom die schrikwekkende vlam op Uw altaar weer terug en laat ons gaan en in vrede leven!
Hoofdstuk 25: Verschil tussen kinderen van de zon en godskinderen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] Heel anders is het gesteld met de gevoelsmens, die in zijn hart denkt. Hij ziet in dat al het weten van het menselijke verstand puur broddelwerk is en dat die mens het verstandigste en het wijste is, die het zover gebracht heeft dat hij in zijn deemoed kan zeggen: ik weet niets; want al mijn weten is minder dan een zonnestofje vergeleken bij de oneindige wijsheid van God. Zo iemand is dan pas in het bezit gekomen van de ware wijsheidshonger, die hem de grote provisiekamer laat vinden welke de Heer zo rijkelijk gevuld in zijn hart heeft gelegd.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Deze mensen erkennen en zeggen: als we ons tot God zouden wenden opdat Hij ons de ware wijsheid moge geven, dan zouden we God daardoor een verwijt maken en Hem grote smaad berokkenen. We zouden daardoor jegens God toch beweren dat Hij, de Allerwijste en Allerrechtvaardigste ons zou willen bedriegen. Daarentegen moeten wij de wijsheid die God, de Heer van hemel en aarde (de bewoners van dit hemellichaam evenals die van alle andere, noemen hun ondergrond ook aarde, net als jullie) in ons heeft gelegd, hoog in ere houden en haar volgens Zijn ordening gebruiken. Als we deze wijsheid in ons hebben uitgeput en dan de behoefte aan een hogere wijsheid hebben, dan pas mogen wij God vragen om hetgeen ons ontbreekt doordat wij het onze hebben opgebruikt.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[5] Kijk, dat is in het algemeen het gebed bij de mensen van dit hemellichaam, maar heel in het bijzonder bij degenen die tot de patriarchale huizen behoren. Jullie zeggen nu weliswaar: waarom wenden deze mensen zich niet liever tot de Heer opdat Hij hun de ware wijsheid moge tonen? Ze moeten immers inzien dat de Heer oneindig wijzer is dan zij met al hun verstand en dat Hij hun ook zeker datgene kan en zal geven, waarom ze Hem vragen.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[3] Bij deze mensen is het gebed meer een gebed van gebaren dan een innerlijk gebed vanuit het hart. Het is ongeveer hetzelfde als wanneer jullie werken met het verstand, waarbij jullie je onbewust bewegen zoals het door de gedachten wordt ingegeven. Zo is het gebed van deze mensen geen gebed van het gevoel, dat uit het hart komt, maar een gebed van het verstand, dat uit het verstandelijk denken van de ziel voortkomt. In deze houding overleggen deze mensen, eenieder naar de graad van zijn wijsheid, wat wel het verstandigst zou zijn.
Hoofdstuk 24: Gebed vanuit het verstand en gebed vanuit het hart - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[18] Kniel dus samen met mij voor het altaar neer en bid dan om zoveel wijsheid dat jullie je niet heimelijk hoeven te schamen voor hen die tegenover ons gering willen zijn. Dan zullen we heel duidelijk in de vlam lezen wat ons verder te doen staat om datgene van God te verkrijgen, wat ons meer van nut zal zijn dan onze domheid. - Aldus geschiede! Amen!
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[16] Zeg me eens, wie van ons heeft er ooit een steen aangedragen en wie heeft er ooit een bouwplan ontworpen? Kijk, dat alles is het werk van de mensen daar beneden in het laagland, die aan ons, dat wil zeggen aan onze zogenaamde diepe wijsheid, liefdevol onderdanig zijn. Wanneer dat echter onloochenbaar het geval is, dan volgt daaruit ook vanzelfsprekend dat er in de diepe laagvlakten van onze grote landstreken mensen wonen, voor wie wij het aankijken niet waard zijn.
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[17] Wanneer derhalve zulke mensen, die zich met hun wijsheid verdienstelijk hebben gemaakt, naar ons paleis komen om zich een betere bruid te verwerven, is het dan niet volkomen terecht en billijk dat hun de meest waardevolle ten deel valt? Ja, mijn lieve kinderen en kindskinderen, alleen wat God de Almachtige doet, is welgedaan. Bijgevolg is het toch ontegenzeggelijk beter dat we tot vreugde van Gods vrienden aan hen onze dochters geven, dan dat wij hun deze onthouden en hen behouden voor onze eigen grote domheid.
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[9] Jullie trekken je schouders op en maken met hoofd en ogen een beweging die voor tweeërlei uitleg vatbaar is, maar ik zeg jullie: waarlijk, onze wijsheid is als het schuim van de zee, waarvan de bellen aan het oppervlak weliswaar ook een mooi glinsterend kleurenspel bieden, maar men hoeft slechts tegen zo'n glinsterende bel te blazen en ze is met haar kleurenspel totaal uit het bestaan verdwenen.
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[10] De wijsheid die lijkt op die van dit jonge meisje dat moed genoeg bezat om haar hand op het altaar te leggen, is te vergelijken met dat prachtige gesteente op de diepe zeebodem, waarmee wij de muren van onze huizen in de vorm van uit sterren opgebouwde figuren versieren en daarin de woorden van de profeten beeldend vastleggen. Maar wijzelf zijn nauwelijks te vergelijken met de vlakke bouwstenen waarvan wel het oppervlak maar niet het innerlijk met de stralende stenen is beschreven.
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[13] Al zouden we ook nimmer de bijzondere moed hebben om onze handen op het altaar te leggen, dan vragen we God de Almachtige toch dat Hij ons, tenminste op deze wereld, zodanig door Zijn oneindige wijsheid mag opwekken dat we dan voor altijd als waarachtige wijze voorbeelden voor de grote menigte onderdanen van dit hoofdpaleis kunnen dienen, want zij beschouwen het als het hoogste geluk om van dit hoofdpaleis een of andere gunst of zelfs een bruid te ontvangen. Maar wij zijn zoals nu blijkt, met al onze wijsheid dom genoeg om, als het om een bruid gaat, zeker altijd de meest wijze weg te geven, terwijl we denken juist die weg te schenken, die voor ons paleis het minst deugt. Maar is het ook juist, dat wij zo handelen?
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
[8] Wij zijn bewoners van dit hoofdpaleis. Diepe, innerlijke wijsheid zou ons van alle andere, gewone mensen moeten onderscheiden. Hoe staat het echter met onze mannelijke wijsheid als zij te schande wordt gemaakt door een zwak meisje? Ja, hoe is het dan met onze wijsheid gesteld als er in de huizen van de ondergeschikte mensen eveneens dappere wijzen blijken te zijn die moed genoeg hebben om - in alle deemoed en liefde voor God - hun handen op Gods altaar te leggen?
Hoofdstuk 23: Wijze toespraak van de oudste tot zijn volk - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 2)
...  124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149  ...