Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 136 van 278

...  124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149  ...
[4] Maar toch heb ik verscheidene keren met onze rabbi gesproken over de sterren aan de hemel, en hij heeft mij veel verteld van wat hij zich via mondelinge overlevering eigen had gemaakt. Ik heb er bij hem ook verschillende keren op aangedrongen dat hij ook tegen het volk over dergelijke dingen moest spreken. Maar hij was van mening dat het volk nog te zeer vast zat in het bijgeloof, dat het zich vroeger onder de Joden eigen had gemaakt, en dat er krachtiger en machtiger leraren zouden moeten komen die het oude bijgeloof bij het volk zouden verdelgen. Wij zien nu iemand die ook in deze dingen een krachtiger leraar is, en we begrijpen nu ook heel goed wat die stralende hemellichamen in de eindeloos wijdse scheppingsruimte zijn en waarvoor ze geschapen zijn. Als wij weer thuiskomen, zullen we onze buren daar ook zonder enige vrees of schroom over gaan vertellen, en op die manier moet dan het oude bijgeloof te gronde worden gericht.'
Hoofdstuk 124: Hoe moeilijk het is om het volk voor te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Daarop zei iemand anders: 'Broeder, jouw voornemen is zonder meer goed, en de mensen zouden een paradijselijk leven hebben, als ze allemaal ver van enig bijgeloof in alle dingen de waarheid zouden bezitten; maar niets is moeilijker uit het gemoed van de mens weg te vagen dan zijn bijgeloof, dat hij al sinds zijn kinderjaren heeft opgezogen, waardoor zijn fantasie met weinig moeite allerlei fantastisch klinkende en vermakelijke drogbeelden vormt; wij zullen het met onze buren dus niet zo gemakkelijk klaarspelen. We zullen ons dus pas ernstig iets voornemen, als wij daar met de Heer Zelf over gesproken hebben. Hij zal ons wel zeggen wat ons te doen staat. Laten we voorlopig al onze aandacht nog richten op wat de wonderbaarlijke jongeman zegt en doet; want het is werkelijk heel bijzonder, hoe er op een wenk van die jongeman allerlei lichtende bolletjes in de lucht van de zaal ontstaan en in alle richtingen draaien en bewegen!'
Hoofdstuk 124: Hoe moeilijk het is om het volk voor te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Maar nu zou ik toch van die jongeman zelf wel willen horen, hoe het water en al die vrije lichamen aan de onderkant van de aarde tegen de vaste bodem daarvan kunnen blijven, zonder eraf te vallen!'
Hoofdstuk 124: Hoe moeilijk het is om het volk voor te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[2] Ik legde hun dat uit en zei, dat men desnoods het vlees van vrijwel alle dieren kan eten, maar zonder bloed en ieder dier op zijn eigen manier klaargemaakt, zoals Ik dat ook reeds bij andere gelegenheden uitvoerig heb beschreven.
Hoofdstuk 127: Over het eten van allerlei vlees en vruchten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] De voornaamste spreker zei: 'Nu hebben we uit Zijn mond gehoord wat men in geval van nood kan doen, zonder een zonde te begaan; wat Hij tegen deze of gene zegt, geldt ook voor ons evenzeer de wetten van Mozes, die eigenlijk ook niet enkel en alleen voor de Israëlieten maar voor alle mensen op aarde gegeven zijn, en waar ieder mens zich ook naar moet richten als hij er echt mee bekend is geraakt. Maar nu hebben wij uit Zijn mond gehoord wat iemand in geval van nood kan en mag doen met betrekking tot het voeden van zijn lichaam, en wij zullen ons daar in noodgevallen ook naar weten te richten.
Hoofdstuk 127: Over het eten van allerlei vlees en vruchten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[3] Toen de Samaritanen dat zagen, vroegen ze aan de tafelbedienden wie dat besteld had, zonder hen eerst te vragen of ze een middagmaal wilden hebben, waaruit dat dan moest bestaan en voor welke prijs; want ze hadden nauwelijks genoeg geld bij zich om zo'n voortreffelijk maal te kunnen betalen.
Hoofdstuk 128: De maaltijd bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] De bedienden zeiden: 'Dat hebben wij in opdracht van onze waard gedaan, en jullie kunnen het maal zonder zorgen eten; want ook jullie worden hier als vrije gasten gastvrij behandeld.'
Hoofdstuk 128: De maaltijd bij Kisjonah - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[7] De belangrijkste woordvoerder zei: 'Zo - dat is dus de ware gedaante van onze aarde en die kleine die van de maan! Welnu, die van de maan is gemakkelijker te begrijpen dan die van de aarde; want als de aarde rondom bewoond is -zowel aan de onderkant als aan de bovenkant -hoe kan het water dan tegen de vaste bodem van de aarde blijven, en hoe kunnen de dieren en mensen aan de onderkant van de aarde dat, zonder dat ze eraf vallende eeuwig diepe ruimte in? Bovendien draait de aarde in ongeveer 25 uur om haar eigen as, waardoor dag en nacht ontstaan; en ook wisselen boven en beneden elkaar voortdurend af, daarom is het des te moeilijker te begrijpen dat het water en alle andere vrije lichamen niet van de aarde afvallen.
Hoofdstuk 124: Hoe moeilijk het is om het volk voor te lichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[4] Wij wilden Hem immers alleen maar zien en - indien mogelijk - ook horen; daarvoor zijn wij immers hierheen gekomen! Die genade, waar wij allemaal zo vurig naar verlangd hebben, is ons door Zijn toelating onmiskenbaar ten deel gevallen - wat zouden wij nu nog meer willen? Als we Hem nu ook nog hebben horen spreken, zullen wij heel stil onze rekening aan een dienaar betalen en ons daarna onmiddellijk met een blij en dankbaar hart op de terugreis begeven; want hier begin ik mij van louter verhevenheid en heiligheid behoorlijk ongemakkelijk te voelen. Ik begrijp alleen niet hoe de andere mensen Hem zo zonder enige vrees durven te naderen en zelfs met Hem durven te praten als met een ander mens. Daar is toch meer dan menselijke moed voor nodig! En voorzover ik kan horen, praten ze met Hem ook nog over heel onbelangrijke dingen en omstandigheden van deze wereld.'
Hoofdstuk 126: De Samaritanen bewonderen de verschijning van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[9] Neem maar van Mij aan, dat God ook de zeer vreesachtige kinderen liefheeft; maar wat het kinderlijke, onbevangen vertrouwen tegenover Hem betreft, moeten er dikwijls heel kromme wegen bewandeld worden; zonder dat vertrouwen kan een ziel nooit volledig aan God gelijk en zelfstandig vrij in God zalig worden, en langs de genoemde kromme wegen kan een ziel dat ook maar met moeite bereiken. Alleen grote nood kan zulke kinderen op de juiste weg terug naar het huis der liefde van zijn ouders brengen.
Hoofdstuk 129: God vrezen en God liefhebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[12] Maar Ik voeg er nog iets aan toe en onthouden jullie dat allemaal goed! Wie bij een bepaald werk te bang is dat hij wellicht een fout zal begaan, waardoor het werk nadeel berokkend wordt ten aanzien van het te bereiken doel zal ook niet zelden grove fouten maken. Maar wie met plezier en liefde werkt, zonder een al te angstige vrees om mogelijk fouten te maken, die zal het werk goed afgaan, en men zal er waarschijnlijk geen fouten van betekenis in ontdekken; want de juiste liefde met het juiste vertrouwen is niet blind zoals de heidense wereldse geleerden denken, maar ze ziet veel scherper dan het scherpste wereldse verstand met zijn al te angstige geweten.
Hoofdstuk 129: God vrezen en God liefhebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[19] Daar waren allen mee tevreden en aten en dronken nu zonder schroom verder, en Ik ging weer naar Mijn plaats.
Hoofdstuk 129: God vrezen en God liefhebben - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[5] Toen wij bij de oever waren, waar grote golven tegenaan sloegen, zei Kisjonah, en ook Philopold, tegen Mij: 'Heer en Meester! Mijn knechten hebben in natuurlijk opzicht toch een heel juiste opmerking gemaakt - zonder goede schepen en deugdelijke, sterke netten zal er op een natuurlijke manier niet veel te beginnen zijn. Voor U, o Heer, is natuurlijk niets onmogelijk, maar wij mensen kunnen alleen iets met veel moeite tot stand brengen, als de gelegenheid en de omstandigheden daarvoor gunstig en aanwezig zijn.
Hoofdstuk 131: De rijke visvangst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[22] De hoofdschipper kwam onmiddellijk uit zijn schip, begroette ons en was buitengewoon blij toen hij Mij ook in het gezelschap zag; want hij kende Mij van vroeger, en zei: 'Ja, nu is alles mij duidelijk! Toen wij eergisteren de inhammen voorbij Jesaïra doorzochten, omdat daar altijd de meeste vis zit, vonden we niet één enkele vis, want een harde zuidenwind dreef ze naar de diepte. Kortom, we hebben tot laat in de nacht met behulp van fakkels gewerkt, maar het was allemaal totaal vergeefse moeite. Gisteren was het sabbat, toen mochten we niet werken; vandaag waren we al heel vroeg in de ochtend aan het werk en hebben ongeveer negen uur lang aan één stuk door gevist, maar ook zonder enig resultaat. Toen ik zag dat al onze arbeid en inspanning vergeefs waren, heb ik het sein gegeven om weer naar huis te varen.
Hoofdstuk 131: De rijke visvangst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
[23] Maar toen wij ons op het door mij gegeven sein gereed maakten om naar huis te varen, verschenen er drie prachtige jongemannen aan de oever, die wilden dat ik hen in mijn schip liet. Ik heb ze ook zonder het minste bezwaar opgenomen. Toen ik hun vroeg waar ze heen wilden varen, zeiden ze: 'Wij zijn niet gekomen om met jou over dit meer ergens heen te varen, maar o m jullie te helpen met vissen; want jullie hebben bijna twee dagen lang gevist en geen vangst gedaan. Laat jullie netten daarom nog een keer in het water zakken, dan zullen jullie een goede vangst doen!' Dat deden wij, het werk verliep vlot, en binnen enkele ogenblikken waren onze netten gevuld met alle soorten van de mooiste vissen!
Hoofdstuk 131: De rijke visvangst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 9)
...  124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149  ...