Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16308 resultaten - Pagina 136 van 1088

...  124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149  ...
[7] Maar nog voor de vragers echt naar hem omkeken, was Raphaël al bij de oever met de drie tamelijk grote schepen en hij stond aan boord van het schip waar de vrome Griek zich met zijn nog vromere dochter vol verbazing en ontzetting bevond. Want in de eerste plaats kwam hem die onbegrijpelijk snelle landing aan een hem geheelonbekende kust voor als een droom, en ten tweede wist hij niet wat hij moest denken van de jonge schipper en hij kon zich over deze wonderbare verschijning ook geen rekenschap geven, want de verandering gebeurde te snel en te wonderlijk verrassend.
Hoofdstuk 82: Raphaël redt enige Grieken uit de verdrukking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Ook de schippersknechten stonden vol verbazing als standbeelden bij hun roeispanen en durfden deze niet meer in het water te steken. Pas na enige ogenblikken van grote verbazing en verwondering vroeg de GRIEK heel eerbiedig aan de jongen: "Wie ben je, machtig wezen? Wie beval je om ons zo snel naar de veilige oever te brengen en waarom?"
Hoofdstuk 82: Raphaël redt enige Grieken uit de verdrukking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] RAPHAËL zegt: "Vraag niet, maar kijk naar de zon, die nu weldra voor een paar ogenblikken haar lichtglans zal verliezen! Als u in volle zee geweest zou zijn, dan zou het kwade bijgeloof van de schippersknechten u tesamen met uw dochter over boord in zee geworpen hebben, waarna zij uw meegenomen schatten onder elkaar verdeeld zouden hebben. Dat voorzag onze grote, goddelijke Meester en daarom zond Hij mij om u snel te redden. U bent nu helemaal in veiligheid, maar toch kunnen u nog onaangename dingen te wachten staan, en daarom moet ik gedurende het duistere gebeuren bij u op het schip blijven, omdat u anders nog veelongemak van de ruwe schippersknechten zou kunnen ondervinden. "
Hoofdstuk 82: Raphaël redt enige Grieken uit de verdrukking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] De Griek kijkt nu naar de zon en merkt tot ontzetting van hemzelf en zijn dochter, dat er van de zon alleen nog maar een heel smalle rand is overgebleven. Hij staat op van zijn zitplaats en dondert een vloek omhoog naar de draak, die de zon nu geheel dreigt te verslinden.
Hoofdstuk 82: Raphaël redt enige Grieken uit de verdrukking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Het was bij tamelijk veel heidenen van Klein-Azië een vroom gebruik, om tijdens een zonsverduistering een aantal van de grootste vloeken naar de slechte draak omhoog te zenden, opdat hij daarvan zou schrikken en de verslonden zon weer uit zou spuwen, waarop zij dan weer verder licht kon geven. Maar nog voor de oude klaar was met zijn vrome vloeken werd de zon geheel door de maan bedekt.
Hoofdstuk 82: Raphaël redt enige Grieken uit de verdrukking. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Langzaam maar zeker werd het steeds lichter, en de oude blijmoedigheid nam weer bezit van de ontstelde harten der mensen, en de schippersknechten keerden weer terug naar hun drie schepen en vroegen de jongen om vergeving, omdat zij hem voorheen zo hard hadden aangepakt.
Hoofdstuk 83: De gevolgen van de zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ook de Griek vroegen zij om vergeving en de GRIEK zei: "Wat het geloof voorschrijft moet iemand doen, als hij voor zichzelf geen wijzere tegenargumenten heeft. Maar vanaf nu moet jullie geloof zich meer ontwikkelen, dan zullen jullie inzien dat de verheven goden zeker geen mensenoffers uit onze handen verlangen, omdat zij zelf talloze middelen in handen hebben om naar believen honderdduizenden mensen van deze aarde weg te nemen."
Hoofdstuk 83: De gevolgen van de zonsverduistering. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Daarop zeg IK tegen de Griek: "Wel, vriend, sta op en onderzoek of het werk naar wens is gedaan!"
Hoofdstuk 84: Goden en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Raak Mij aan en je zult merken, dat ook Ik, wat betreft Mijn uiterlijke lichaam, uit vlees en bloed besta, maar dit vlees en bloed is vervuld van de Geest van God, de enige Almachtige, naar Wie alles zich moet voegen door de macht van Zijn wil.
Hoofdstuk 84: Goden en mensen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Maar IK zei: "Jullie zijn toch nog zeer onervaren kinderen, en vragen om iets dat beslist niet mag gebeuren op de manier zoals jullie je dat voorstellen. Want kijk, de zon beweegt niet, maar staat altijd stil ten opzichte van de aarde! Wel maakt de zon ook een grote beweging, maar daar heeft de aarde net zo weinig mee te maken als een stofje op jullie kleding te maken heeft met jullie gaan van de ene plaats naar de andere.
Hoofdstuk 87: De schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Want zou Ik de zon nu in werkelijkheid nog een uur lang over deze streek laten schijnen, dan moest Ik de hele aarde in haar draaiing - die door de grote cirkel van haar omtrek zo snel is dat een paar ogenblikken al een afstand van hier naar Jeruzalem betekenen -natuurlijk op slag stoppen. Daardoor zouden alle vrije lichamen die niet te vast met de aarde verbonden zijn, een zodanig heftige schok krijgen, dat daardoor niet alleen alle levende wezens, zoals mensen en dieren, met hun huizen en hutten en paleizen urenver met ontzettende kracht naar het oosten geslingerd zouden worden, maar zo'n schok zou ook de zeeën uit hun diepten over de bergen heen jagen en de bergen zouden als mussen door elkaar vliegen!
Hoofdstuk 87: De schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] MATHAËL zegt, terwijl hij naar Mij wijst: "Kijk naar Hem, Hij is een genezer van lichaam, ziel en geest! Ik was nog maar twaalf uur geleden het miserabelste wezen op deze aarde. Mijn binnenste was dermate bezeten door de kwaadaardigste geesten, dat mijn gehele wezen daardoor een aardse duivel werd. Bij een bende vreselijke straatrovers was ik de schrik van de gehele omgeving, want al mijn ledematen werden door duivels bestuurd. Maar mijn ziel was verlamd en wist niet wat er met haar arme lichaam gebeurde. Vriend, je begrijpt wel hoe ellendig ik was! Wie zou mij echter hebben kunnen helpen?! Voor ieder die mij nabij kwam, was ik de grootste verschrikking. Je kon beter met tien hongerige tijgers te doen hebben, dan met mij alleen. Slechts een cohorte dappere, Romeinse krijgers kon mij en mijn gezellen overmeesteren. Aan handen en voeten gebonden en geketend, werd ik met mijn vier erge gezellen hierheen gebracht om ter dood veroordeeld te worden.
Hoofdstuk 85: Ouran, de Griek, krijgt Mathaël als leraar toegewezen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan komt wat schuchter de dochter HELENA naar mij toe en zegt smekend: "Heer, onbegrijpelijk grote meester en heiland! O neem het mijn oude vader niet kwalijk. Heus, als zijn dochter ken ik hem toch al mijn hele leven en ik kan u naar waarheid getuigen, dat hij een goede, zachte en zeer meegaande man is. Ik kan mij niet herinneren dat hij zelfs ooit een gelijk, dat hij zeker aan zijn kant had, vóór heeft laten gaan op het recht van iemand anders, ook al was dit eerder onrecht dan recht. Hij heeft er nog nooit met iemand om gestreden of zich geërgerd en gemopperd over een hem aangedaan onrecht! Maar de hoge goden lieten hem daarom ook nooit vallen, en de schone godin van het geluk was hem steeds vriendelijk gezind.
Hoofdstuk 86: Helena, de dochter van de wijze Griek. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Dat het bij jullie dag en nacht wordt, komt door de snelle omwenteling van de aarde om haar eigen as. Bij gelegenheid heb Ik jullie toch uitgelegd dat de aarde een grote bol is, die van het westen naar het oosten draait en daarom steeds deel na deel naar de zon toekeert. Op de hele aarde is het daarom altijd op een bepaalde plaats morgen, op een eerdere plaats tezelfder tijd middag, op een nog verder naar het oosten liggende plaats tezelfder tijd avond en nog verder naar het oosten middernacht, en die genoemde vier punten schuiven steeds onophoudelijk voorwaarts, zodanig, dat het binnen ongeveer 24 uur op ieder punt van de aarde een keer morgen, een keer middag, een keer avond en een keer middernacht wordt. Dit is een wetmatigheid die, op gevaar van volledige vernietiging van alles wat er op aarde is, voor wat betreft de beweging nooit een haarbreed veranderd mag worden!
Hoofdstuk 87: De schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] IK zeg: "Dat geeft ook niets! Wie het nu nog niet helemaal begrijpt, zal het later wel een keer begrijpen, want daar hangt het heil der mensenzielen zeker niet van af. Mensen, die de aarde te goed kennen, krijgen dan teveel zin de gehele aarde -wat mettertijd toch niet zal uitblijven -op ieder plekje te doorzoeken en daardoor trekken zij hun zielen teveel naar buiten, die dan zeer materialistisch en hebzuchtig worden.
Hoofdstuk 87: De schijnzon. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149  ...