Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 136 van 139

...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139
[44] Dit nu zijn de drie vorsten Gods in de Hemel. Wanneer nu het Licht des Levens, d.i. de Zoon Gods, in het centrum en in de Oergeesten Gods opgaat, en zich triomferend vertoont, zo gaat ook de Heilige Geest vol triomf op. In dit opgaan wordt het ganse Hemelse heirleger, alle Engelen, triomferend en vreugdevol, en het schone “Te Deum laudamus” stijgt op. Terwijl dit geschiedt wordt de Mercurius in het hart opgewekt, zowel als in de ganse Salniter des Hemels. En de wonderlijke en schone Hemelvormen komen tot uiting in menigerlei kleuren en soorten en iedere geest toont zich in een buitengewone gestalte. Ik kan het met niets beters ver­gelijken dan met de aller edelste stenen, smaragd, jerubin, onix, saphir, diamant, jaspis, hyacinth, amethist, beryll, sardis, karbonkel en dergelijke. Op deze wijze en in deze kleuren vertoont zich de Hemel aan God, wan­neer de geesten Gods opstijgen; wanneer nu het Licht van den Zoon van God daarin schijnt, zo is het als een zee van licht door de kleuren der boven, beschreven edelstenen.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[50] Dat is nu de moeder der zielen die de 7 geesten doorschijnt en levend maakt en op deze plaats verbindt zich het zaad met Gods hart; maar slechts voor diegene in wien het licht ontstoken wordt; voor wien echter het vuur van de toorn brandt, blijft deze derde moeder in de donkere kamer gevangen. En of ze nu al de derde moeder is, zij blijft de dwaas, als het licht niet ontstoken wordt, evenals de diepte dezer wereld een dwaas voor Gods hart; die diepte dezer wereld, waarin het wiel der 7 geesten in grote angst staat, en in zo grote rampen en verliezen in hitte en koude, als maar denkbaar is.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[51] Als evenwel de derde moeder in 't Licht ontbranden gaat, dan staat zij in de geschapen Hemel van 't heilige leven en doorlicht de andere moeder, van wie de 7 geesten een vriendelijke tegemoetkoming willen ontvangen, wat de liefde des levens is, waarover ge in hoofdstuk 8 over de liefde­geboorte Gods lezen kunt.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[59] Let weer op: Als de Salniter of de werking van de 6 Oergeesten, wat de zevende natuurgeest is, in de ruimte van deze wereld aangestoken wordt, dan staat het woord of het hart Gods alom midden in de kring van de 7 geesten, als een hart dat alles, hieronder te verstaan het ganse wereld­ruim, plotseling vervult.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[48] Waarlik, men moet uit de Geest geboren worden, den Heiligen Geest, die opgaat in het zoete bronwater des harten, in het Licht. Daarom ook heeft Christus de Doop, of de wedergeboorte in den Heiligen Geest in het water, ingesteld. Hetgeen een groot geheimenis is en ook aan alle mensen is verborgen gebleven van voor de grondlegging der wereld tot nu toe, hetgeen ik ter plaatse duidelijk wil beschrijven en bewijzen. Wanneer ge deze wereldruimte aanziet, zo kunt ge hiermee een verge­lijking trekken met de Hemel. De sterren beduiden de Engelen; want zoals de sterren tot aan het einde van deze bedeling onveranderd door blijven staan, evenzo moeten de Engelen in de Hemel eeuwig onveranderd blijven. De elementen beduiden de verhoudingen en veranderingen van het aanzicht des Hemels. Want zoals de ruimte tussen sterren en de aarde immer verandert naar de uiterlijke verschijningsvorm; nu eens is deze ruimte heerlik licht, dan weer donker; nu weer is er wind, dan weer regen of sneeuw, soms is de ruimte blauw, dan weer groenachtig of wit, dan weer donker, zo ook verandert de Hemel van uiterlijk en van kleur. Echter niet op dezelfde wijze als in deze wereld, want alles is onder­hevig aan verandering, die ontstaat door de invloed van het opstijgen der Goddelijke Geesten.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[11] Merk nu op: Iedere Engel is geschapen in de zevende oergeest, dat is de natuur; daaruit is zijn lichaam gevormd, en hem is zijn lichaam tot een eigendom gegeven en hij is vrij, evenals God vrij is. Buiten zijn lichaam heeft een Engel geen stuwkracht; zijn stuwkracht en zijn beweeglijkheid komt tot uiting in zijn lichaam; dit lichaam is gevormd op de wijze, zoals ook God toegerust is. Zijn licht en zijn inzicht, ja zijn hele leven is geschapen naar het voorbeeld van het Wezen Gods. Want het lichaam is de lichamelijk gemanifesteerde natuurgeest en omsluit de andere zes geesten, welke zich in het lichaam van de Engel gedragen als in de godheid. Lucifer nu heeft het allerschoonste en krachtigste lichaam van alle vorsten Gods, die in de Hemel zijn, gehad. En het licht, dat hij in zijn wezen had, vormde met het Hart Gods of de Zoon Gods één geheel. Toen hij echter had gezien, dat hij zo schoon was, en had ondervonden, dat hij zoveel macht had, zo heeft zijn geest, die in zijn lichaam woonde, en die als ‘t ware zijn hart of zoon was, zich verheven, ten einde over God te triomferen, omdat hij van goddelijke geboorte was. In de middelste oerbron, wat het hart is, heeft de geboorte haar oor­sprong; de wrange eigenschap komt in botsing met de bittere eigen­schap en met de hitte, waardoor het Licht verstoken wordt; dit is de Zoon, die altijd in hem woont, en hem verlicht en levend maakt. Dat zelfde licht in Lucifer is nu zó schoon geweest, dat het de Hemelse Gestalte overtroffen heeft en in ditzelfde licht is het volkomen verstand geweest, want al de zeven oerbronnen brengen hetzelfde licht voort. Nu zijn echter de zeven Oergeesten de vader van het Licht en zij doen zoveel licht te voorschijn breken, als zij maar willen en het Licht kan niet groter zijn dan de Oergeesten toelaten, dat het is. Wanneer het licht ge­boren is, verlicht het alle Oergeesten, zodat zij zelfstandig zijn en zij allen willen ook het Licht tot aanzijn brengen.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] Met dat doel heeft God de Vader de Engelen geschapen; evenals Hij in Zijn eigenschappen veelvoudig en in Zijn verandering onbegrijpelijk is in Zijn liefdesspel, zo spelen ook de geesten of de lichten der Engelen, die als de Zoon Gods zijn, voor God in het grote Licht zeer lieflijk, opdat de vreugde in Gods Hart vermeerderd moge worden, en er in God een Heilig Spel gespeeld worde! De zeven geesten der natuur, die in de Engelen wonen, vermeien zich lieflijk in God, hun Vader, evenals zij deden, voor zij lichamelijk waren. Zij verheugen zich in hun nieuwgeboren Zoon, het licht en verstand van hun wezen. En dat licht stijgt op in het hart van God en verheugt zich in Gods Licht, zoals een kind zich verheugt bij zijn moeder; daar is een hartelijk liefhebben en omhelzen. Hier openbaart zich een zingen en juichen; alle hoedanigheden verheugen zich daarin en iedere geest volvoert zijn goddelijke arbeid, zoals God de Vader zelf. Want de zeven geesten kunnen, evenals God, alles zien, voelen, ruiken, proeven en horen, wat God de Vader maakt. Toen zij zich echter ver­hieven en in opstand kwamen, deden zij tegen hun natuurrechten in en dus anders, dan God de Vader deed en dat was gekeerd tegen de God­heid. Want zij ontstaken de Salniter des lichaams en deden een triom­ferenden Zoon geboren worden, die in de wrange eigenschap, hard, ruw, duister en koud was en in de zoete eigenschap brandend, bitter en vurig. De toorn was een hart als vuur; de liefde was een hoogmoedige vijand­schap jegens God.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[25] Deze schrik of de aanblik van het Licht nu stijgt op in de wrange kwali­teit. Deze schrik of bliksem stijgt in alle kwaliteiten op, evenals in het bovengenoemde rad, dat zich omwentelt. Het Licht gaat schijnen temidden der zeven Oergeesten en zij verheugen zich in het Licht. En wanneer de geesten vol Licht in elkander werken en opstijgen, wordt het leven ge­boren, want allen geven zij elkander van hun eigenschappen. De ene geest voelt en proeft de anderen, de ene toont de anderen, en de klank stijgt op naar het hart; dan opent zich het vreugderijk van de Zoon van God en alle zeven geesten zegevieren en verheugen zich in het hart van God; een ieder naar zijn eigen hoedanigheid. Zoals een zure en groene appel door de zon smakelijk gemaakt wordt, zodat zij heerlijk is om te eten en men proeft haar goede kwaliteiten, zo ook behoudt de Godheid haar eigenschappen, maar er is in de Godheid een stille werking, als een lieflijk spel. Wanneer echter de eigenschappen zich zouden verheffen, zo zou, evenals in Lucifer, het vuur in hen worden ontstoken.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[28] Ziet toe, gij moord- en leugengeest, hier wil ik uw koninklijke geboorte beschrijven, hoe ge geschapen zijt door God; hoe schoon ge geworden zijt en met welk doel God u geschapen heeft. Wanneer ge iets anders zou zeggen, zo zoudt ge liegen, want Hemel, aarde en alle schepselen, ja, de ganse Godheid getuigt tegen u. God heeft u tot Zijn Lof geschapen uit Zichzelve tot een vorst en koning Gods, evenals de vorsten Uriël en Michaël. Toen de Godheid te scheppen aanving, en schepselen maken wilde, zo heeft Hij niet de Oergeesten aangestoken; anders zouden zij eeuwig branden, maar Hij is de wrange kwaliteit aan het bewerken ge­gaan. Deze heeft de Goddelijke Salniter tezamen getrokken en doen verdrogen, en de ganse Goddelijke Kracht van al de zeven Oergeesten is in het Lichaam gevangen en eigendom van het Lichaam geworden, het­geen in de eeuwigheid niet meer kan worden te niet gedaan. De samen­gevoegde kracht van alle zeven Oergeesten is in het Lichaam opgestegen en geschapen naar het voorbeeld van de Godheid. Dit moet ik echter hier melden, dat Lucifer de koning, een belichaming was van zijn koninkrijk; hij is er het hart van, temidden van zijn Engelen; zoals God dat ingesteld had van de aanvang der Schepping af. Zijn gebied, hetwelk hem door God toebedeeld was, omvatte de Hemel en de wereld, alsook de diepte der aarde. Hij had zijn vorsten, die zijn raadgevers zijn; ook had hij zijn Engelen. Zeven van die Engelen hadden alle zeven geesten in zich, maar één onder hen was de voornaamste. Toen nu de koning zodanig was belichaamd, zo is onmiddellijk, op dat zelfde ogenblik, de geboorte der heilige Drievuldigheid van God, tot aanzijn gekomen in hem. Dit is geschied in vrijheid, evenals het vuur het ijzer doorgloeit, terwijl het ijzer toch ijzer blijft of, zoals het licht de duisternis vervult en daardoor vreugdevol wordt. Want in dit samenvoegen tot een Lichaam is de ge­boorte met grote triomf werkelijkheid geworden en alle Oergeesten hebben zich vreugdevol en triomferend betoond. En in hetzelfde ogenblik is het Licht uit de zeven geesten in het hart opgegaan, als een nieuwgeboren Zoon van God, Welke ook terstond het Lichaam van alle zeven Oergeesten uit het middelpunt van het hart heeft verheerlijkt, en het Licht van de Zoon van God heeft ook alles met een bovenaardse glans omschenen.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[37] Alzo stak nu de warmte het verdroogde water aan en werd daardoor volkomen opgezogen. Niet zó, dat de geest van het water zou worden verzwolgen, welke in alle zeven Oergeesten woont, maar hij werd in een donkere, hittige, zure eigenschap veranderd. Hier is de zure eigenschap geboren, welk ook thans op deze aarde aanwezig is. In de Hemel, in God, is hij op deze wijze niet aanwezig, en ook niet in de Engelen. Zij veroorzaakt droefenis en ellende, een verzaking van het goede. Toen dit nu geschiedde (zie boven) zo verweerden de Oergeesten zich tegen elkander op de wijze, zoals ik hierboven bij de bespreking van het zevenvoudige rad heb uiteengezet, want zij plegen in elkander op te stijgen en elkander aan te steken en in elkander op te gaan, hetgeen leven en liefde veroorzaakt. In alle geesten was nu echter niets dan ijdelheid, vurig verderf en koude; dus, toen zij in elkander opstegen werd het gehele lichaam boos, want hitte en koude voerden strijd met elkander. Toen dan nu het zoete water verdroogd was, ontsprong de bittere eigenschap (die door ‘t eerste licht ontstond), in het lichaam en deed alle geesten aan, als wilde zij het lichaam verwoesten. Zij woedde en worstelde er in als het ergste vergif zou doen. Daardoor ontstond het eerste vergif, hetwelk wij, arme mensen nu te verwerken hebben, en daardoor is de bittere, giftige dood in ons vlees gekomen. Te midden van dit woelen en werken werd nu het leven in Lucifer ge­boren, d.w.z. zijn zoon, in zijn hart. Wat dit voor een leven en voor een zoon geweest moet zijn, geef ik de lezer te bedenken. Want zoals de vader was, zo werd ook zijn zoon, nl. een duistere, zure, koude, bittere, wrange, harde oerbron en de liefde was, te midden dezer bittere eigen­schap een vijandin van de hoogmoedige koning. Alzo steeg nu de toon, de klank op, door de bittere eigenschap, door de hitte en het verdroogde water in het hart, in de Zoon. Daar ging de geest uit; zoals hij in het hart geboren was, zo ging hij in de mond wederom uit. Welk een gast hij voor God en de heilige Engelen geweest zal zijn en voor de andere koninkrijken, geef ik u te bedenken. Hij zou één hebben moeten zijn met God en Zijn Zoon, als één hart en één God, ach, hoe droevig, hierover te schrijven.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Toen Lucifer geformeerd werd, werd op dat zelfde ogenblik ook in hem het licht ontstoken. Want zodra zijn Oergeesten, bij de opbouw van zijn lichaam, begonnen te arbeiden, zoals hun natuurrecht was, tezelfdertijd ging het licht des levens in zijn hart, te midden van het zoete bronwater op. Toen het lichaam opgebouwd was, voer de geest in het hart, door de mond in het hart van God. Hij was een buitengewoon vorst en koning, en Gode zeer welgevallig en hij werd met grote vreugde ontvangen. Evenzo voer ook de geest van het hart uit in alle bronaderen des lichaams en ontstak alle geesten. Het koninklijke lichaam werd ogenblikkelijk verheerlijkt en stond als een koning Gods in grote klaarheid, die heerlijker was dan het heir des Hemels.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] In dit heldere licht werden nu tegelijkertijd de zeven Oergeesten ontstoken, het is ermee, als een vuur, dat men ontsteekt. Zij triomfeerden, vol trots en vreugde en verhieven zich belangrijk. Zo zij echter op de plaats, die hen was gegeven, gebleven waren, en hadden gearbeid, zoals zij hadden moeten doen, van eeuwigheid af, zo zou het licht hen niet geschaad hebben, want zij waren geen nieuwe geesten, uit iets anders geschapen, maar het waren de oude geesten die geen begin gehad hadden; die eeuwig in God geweest waren. Ook toen God het lichaam schiep, zo doodde hij niet van te voren de Oergeesten, maar hij formeerde het lichaam van koning Lucifer uit het beste, wat in hem was, uit de kern. Anders, wanneer de eigenschappen gedood zouden zijn geworden, zo zouden zij behoefte gehad hebben aan een nieuw leven en zouden er aan twijfelen, of de Engel eeuwig zou kunnen bestaan. God schiep daarom Engelen uit zich zelf, opdat zij vaster en krachtiger zouden zijn be­lichaamd dan de ideeën, figuren, die door de werkingen der goddelijke geesten in de natuur ontstonden, en die daardoor ook weer te niet gingen. Opdat der Engelen licht helderder zou schijnen en de klank het geluid, dat van hen uitging, schoner en helderder zou klinken, opdat het goddelijke vreugdenrijk groter en heerlijker zou worden. Dit is de reden, waarom God Engelen heeft geschapen. Dat er echter gezegd wordt, dat de Engel een nieuw licht zou hebben voortgebracht, of een nieuwe geest, is zó te verstaan: Toen de Oergeesten vaster en krachtiger belichaamd waren, scheen het licht helderder in en uit het lichaam, dan voor die tijd in den Salniter. Want in het lichaam werd een helderder licht ontstoken dan voorheen, toen de Salniter dun was. Daarom werden ook de Oergeesten trots en meenden, dat zij een veel schoner licht bezaten (of zoon), dan de Zoon Gods was. Daarom ook verhieven zij zich en wilden niet meer zijn in God, hunne Vader, zij verachtten de geboorte van den Zoon van God en meenden, dat zij zich wel konden tonen als de schoonste bruid des Hemels. Zij wisten wel, dat zij slechts een deel van God waren en niet God zelf. Ook wisten ze, hoever hun macht zich uitstrekte, maar zij wilden zich daarmee niet ver­genoegen; zij wilden méér zijn dan God en heersen over de Godheid en alle koninkrijken. Hij, Lucifer, wilde de Heer zijn, en geen ander zou nevens hem mogen regeren.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[21] De eerste geest is de wrange, zure kwaliteit; deze wordt gebruikt voor de vorming. Alhoewel zij iets te scherp is, zo wordt dit gematigd door het zoete water, zodat zij zeer zacht, lieflijk en vreugdevol is. Zij ont­leent aan de andere Oergeesten haar liefde. Zij bemint haar kinderen zeer; alle zes andere Oergeesten zijn haar kinderen. De geesten hadden het inzicht, de wetenschap en eeuwige wet Gods in zich en wisten, wat uit de godheid voortkwam. Zo ook wisten zij, dat het Hart van God het eerste in de gehele Godheid was; ook wisten zij dat zij niets meer be­zaten om mee te doen of te laten, dan hun eigen lichaam, want zij zagen wel, dat de Godheid zich openbaarde buiten hun lichaam, zoals de God­heid van eeuwigheid af gedaan had. Zij wisten ook wel, dat zij niet alles in alles waren; wel moesten zij de vreugde vermeerderen en vriendelijk verkeren met de eigenschappen buiten hun lichaam. Zij hadden ook alle macht, met de gewassen, figuren en gestalten te doen, hetgeen zij wilden; het was alles een hartelijk spel van liefde in God. Zij zouden God, hunne Schepper niet hebben kunnen ontstemmen, al hadden zij alle Hemelse gestalten en gewassen te niet gedaan. Hij zou steeds weder nieuwe hebben doen groeien, want alles was slechts een goddelijk spel. Daartoe waren zij ook geschapen, dat zij met de gewassen en de ge­stalten en figuren spelen zouden en ze gebruiken, al naar hun welgevallen. Zo zijn van eeuwigheid af, de vormen gemaakt, zij zijn door de Oergeesten veranderd en vervormd en weer vergaan. Dit is het eeuwige spel Gods geweest van de tijd van de schepping der Engelen af.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[24] Toen God haar had voortgebracht, merkte zij, dat zij machtig en ge­weldig, en zij zag, dat zij schoner was, wanneer de gestalten buiten haar waren. Daarom werd zij hoogmoedig en verhief zich en wilde strenger zijn dan de Salniter buiten haar lichaam. Dewijl zij dit echter niet alleen kon doen, zo huichelde zij met de andere geesten, zodat zij haar volg­den en allen deden als zij, een ieder in zijn eigen kwaliteit. Toen zij zich nu op deze wijze verenigden, brachten zij ook een dergelijke geest voort, die de mond, de ogen, de oren en de neus verliet en die in aanraking kwam met de Salniter buiten het lichaam. Want dit was de bedoeling van de wrange kwaliteit, dat zij, wijl zij zo heerlik als de kern uit het ganse koninkrijk belichaamd was geworden, ook door haar geest, buiten haar lichaam in de Salniter Gods met haar scherpte machtig zou kunnen regeren en alles moest in haar macht staan. Zij wilde alles door haar geest, die zij voortbracht, vormen en verbeelden evenals de Godheid; zij wilde de eerste zijn in het wezen God; dat was haar plan.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[31] De andere geest is het water. Zoals nu de wrange, zure kwaliteit de Vader is der zes andere geesten, en hen bijeenhoudt en in stand houdt, zo is het zoete water de moeder, waarin alle geesten ontvangen en ge­boren worden. Zij maakt hen zacht en drenkt ze. Door haar ontvangen zij hun leven en het licht van het vreugderijk gaat in haar op. Koning Lucifer heeft het zoete water ook onder zijn heerschappij gehad en wel de kern en het allerbeste ervan. Want God heeft zijn zoon het schoonste sieraad omgehangen, in de hoop, veel vreugde van hem te beleven. Wat doet nu de zure, wrange eigenschap met haar moeder het zoete water? Zij huichelde met de bittere eigenschap en niet de hitte, opdat zij zich zouden verheffen en aangestoken zouden worden; zij wilden de moeder vermoorden en omvormen tot een zure eigenschap; daardoor wilden zij met hun geest over de Godheid heersen; alles moest voor hen bukken en zij wilden alles met hun scherpte vormen. Hierna deden zij het zoete water verdrogen in het lichaam van Lucifer en de hitte ontstak het en de .wrangheid deed het verdrogen; toen werd het geheel zuur en scherp. Toen nu op deze wijze de geest Lucifer werd geboren, zo was het leven des geestes hetwelk in het water opgaat, evenals ook het licht, geheel zuur en scherp. Deze geest der zuurheid nu raasde uit alle macht tegen het zoete water, buiten het lichaam, in de Salniter Gods en dacht, dat hij de eerste moest zijn en uit eigen kracht alles moest formeren. Dit was de tweede vijandschap jegens God: hierdoor ontstond de zuur­heid in deze wereld; zij is er niet altijd geweest. Een goed voorbeeld hiervan is het volgende:
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139