5587 resultaten - Pagina 137 van 373
... 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 ...
[1] Toen wij daar binnenkwamen, kwam de eigenaar van de herberg, een Romein in hart en nieren, ons direct vriendelijk tegemoet, zei ons plaats te nemen en vroeg ons wat we wensten.Hoofdstuk 164: Het wijnwonder in de Romeinse herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[22] Of U mijn naam weet en kent, of niet, dat maakt mij niet uit; maar U zult hem vast ook wel kennen. Maar ik geef U hier de verzekering, dat ik en al deze metgezellen van mij nooit meer in een vergadering van de Hoge Raad onze stem tegen U zullen verheffen. Wij zullen de vele anderen weliswaar de mond niet kunnen snoeren, omdat we ons daar veel te machteloos voor voelen; maar -zoals gezegd -wij zullen in ons hart steeds in U geloven, wat er ook gebeurt! Maar, zoals gezegd, uit onze mond zal er nooit meer een stem tegen U klinken!'
Hoofdstuk 166: De bevrijding en bekering van de Farizeeën, die voor door leeuwen worden bewaakt (16.4.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[18] Deze zei echter nog terwijl hij ging vertrekken (de vader): 'Voor al het overige wat je nog wilt weten moet je je in je hart wenden tot Degene die naast je zit; want Hij kent alle dingen, op deze wereld en in die van ons!'
Hoofdstuk 175: Leiding in de wereld aan gene zijde - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Na deze woorden van Mij begonnen allen -ook zelfs mijn apostelen Mij zeer te loven, en ze zeiden: 'Nu, o Heer, hebt U weer eens heel duidelijk en verstaanbaar over verborgen dingen gesproken, en wij hebben een echt licht gekregen over het voortleven van de ziel na de dood van het lichaam en hoe het daar is; alles wat op deze manier bestaat kan alleen door U, o Heer, in een helder licht geplaatst worden, en daarvoor zij aan U de innige dank van ons aller hart luid en welgemeend uitgesproken!'
Hoofdstuk 177: De afgodsbeelden in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Zijn vrouwen kinderen waren nog echte heidenen in hart en nieren, en hun slaapkamer stond, waar er maar een plekje te vinden was, helemaal vol met Romeinse en Griekse beeldjes, sommige van hout, andere van steen en weer andere van metaal gemaakt.
Hoofdstuk 177: De afgodsbeelden in het huis van de waard - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] En de waard zei: 'Dat is veel meer waard om in ons bedrijf te gebruiken dan al je vroegere afgodsbeelden; maar de grootste waarde heeft toch altijd het woord dat wij van deze Heer en Meester hebben ontvangen en misschien, als wij het waardig zijn, nog meer zullen ontvangen. Laten we dus jouw zilveren munten rusten en de Heer en Meester vragen of Hij ons hart en gemoed van zulke geestelijke gouden en zilveren munten wil voorzien, die wij weldra in het andere leven zullen gebruiken!'
Hoofdstuk 181: De huisgoden in de herberg worden vernietigd (27.4.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[7] Wat Ik je nu heb gezegd vindt alleen op deze aarde plaats en op geen enkel ander hemellichaam in zo'n overweldigende overvloed als juist op deze aarde, en wie verstand heeft, moet het begrijpen om de volgende reden: omdat deze aarde overeenkomt met Mijn hart, maar ook Ikzelf slechts één hart en niet verschillende harten bezit, kan er ook maar één door Mij gesitueerd hemellichaam zijn, dat volkomen overeenstemt met Mijn hart, en wel met het meest innerlijke levenspunt daarvan.
Hoofdstuk 184: Het doel van de strijd in de natuur - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Daaruit zal een mannelijk kind ter wereld komen, waaruit, als het goed opgevoed wordt, een groot man kan worden. Het goedaardige van de gazelle zal zijn hart regeren, het slimme van de jakhals zijn inzicht en het krachtige van de reusachtige adelaar zijn verstand, zijn moed en zijn wil. Zijn karakter zal voornamelijk krijgslustig zijn, wat hij echter door zijn gemoed en zijn schranderheid kan matigen, waardoor hij een zeer bruikbaar mens in wat voor positie dan ook kan worden.Als hij echter soldaat wordt zal hij door zijn moed weliswaar geluk hebben, maar eveneens aan de oorlogswapens van anderen ten prooi vallen.
Hoofdstuk 185: Het voorbeeld van een vereniging van dierlijke zielen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Ik zei: 'Laat dat maar achterwege; want Mijn tempel is overal, met name in het hart van de mensen die in Mij geloven, Mij boven alles liefhebben en Mijn geboden houden!
Hoofdstuk 191: Het ware vereren van God en afgodendienst - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[11] Ik zei: 'Wat de afstand betreft zou het Mij wel mogelijk zijn die stad samen met Mijn leerlingen te bereiken; maar omdat jullie in je hart wensen Mij nog tot morgen bij jullie te hebben, zal Ik ook aan die wens tegemoet komen; Ik blijf daarom tot morgen bij jullie.
Hoofdstuk 196: Een beeld van de geestelijke ontwikkeling van de mens (10.5.1864) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Kijk, het hemelrijk, dat het eigenlijke rijk Gods is, bestaat voor de mensen niet in uiterlijke pracht en praal, maar het is inwendig in de mens. De mensen die dit rijk Gods in zich hebben opgenomen -het rijk dat Ikzelf naar hen toe heb gebracht -zijn in hun hart, dat van liefde voor Mij en hun naaste vervuld is, ten eerste de hemel zelf, die nu openstaat, en ten tweede de engelen zelf, die tussen Mij en hen opstijgen en neerdalen en Mij in hun liefde dienen!
Hoofdstuk 197: Over het opstijgen en neerdalen van engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Rafaël zei tegen hem: 'En ik zal je helpen en je met mijn kracht ondersteunen, als het jou daaraan zou ontbreken; daar kun je van op aan; want ook bij jou was ik al nog voor je de Heer herkende, en ik heb je hart bereidwillig gemaakt. Later zal ik weer met je zijn en het nodige voorwerk voor je doen onder jouw heidenen.Want neem van mij aan dat wij niet stilzitten wanneer de Heer Zelf werk ter hand neemt, en wij volmaakte engelengeesten zijn zogezegd als het ware de vingers aan de hand van de Heer -en die vingers zijn bij iedereen elk moment aan het werk, zolang hij met zijn handen werk verricht.Vertrouw dus op de belofte van de Heer, dan zal ik je niet in de steek laten! Geloof je dat?'
Hoofdstuk 199: Over het werken van de engelen - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik zei: 'Dat zal natuurlijk wel zo zijn; maar Ik zal er ook voor zorgen dat het jullie niet zal ontbreken aan de juiste antwoorden, en de hele bevolking van deze uitgestrekte streek zal blij en dankbaar naar huis gaan en vergaren wat er op ieders stuk grond is gegroeid. Maar je kunt het met de hulp van je vele ondergeschikten wel tot een wet voor jezelf maken dat je het volk ernstig op het hart drukt hier geen ruchtbaarheid aan te geven, omdat het zich daardoor uit veel verder gelegen streken vele hebzuchtige en afgunstige lieden op zijn hals zou halen en uiteindelijk naar de wapenen zou moeten grijpen om de afgunstige vijanden weg te houden van de gezegende grenzen van deze landstreek.
Hoofdstuk 201: De veranderde omgeving bij de berg Nebo - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Dat griften de leerlingen in hun hart en werden daarna bij iedere gelegenheid veel bescheidener en gelatener, en Ik keerde van hen weer terug naar de opperstadsrechter en Rafaël.
Hoofdstuk 203: De stralende steen van de zon - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Het buitengewoon fijn etherische, dat wij 'substantie' zullen noemen, wordt door de milt langs een heel verborgen weg naar het hart geleid en gaat vanuit het hart volledig gezuiverd over in de ziel van de mens, en zo haalt de ziel uit al het opgenomen voedsel ook wat haar verwant is naar zich toe en wordt daardoor in al haar afzonderlijke bestanddelen, die geheel overeenkomen met die van het lichaam, gevoed en gesterkt.
Hoofdstuk 209: Het voedingsproces in het menselijke lichaam - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)