Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1364 van 1490

...  1352 - 1353 - 1354 - 1355 - 1356 - 1357 - 1358 - 1359 - 1360 - 1361 - 1362 - 1363 - 1364 - 1365 - 1366 - 1367 - 1368 - 1369 - 1370 - 1371 - 1372 - 1373 - 1374 - 1375 - 1376 - 1377  ...
[12] Nu zullen jullie weer zeggen: Maar deze omheining zal de bewoners van deze gordel toch zeker heel veel werk geven. - Als zij het werk net zo zouden aanpakken als jullie, zouden ze met zo’n omheining beslist heel veel werk hebben; want zo’n omheining is niet zelden verscheidene honderden mijlen lang.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] Willen jullie weten van wat voor soort deze omheinende bomen zijn? - Dan zeg Ik jullie, dat deze bomen het meest met jullie ceders, sparren en dennen overeen komen. De stammen groeien zo dicht tegen elkaar, dat ze een echte muur vormen die, wanneer deze uitgegroeid is, niet zelden meer dan duizend klafter hoog is.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Als jullie bijvoorbeeld een vlieg van deze zonnegordel voor je zouden zien, zouden vijf van jullie mensen daar zoveel van kunnen eten, dat zij zich in geval van nood konden verzadigen. - Zo zouden jullie ook niet gemakkelijk in staat zijn om tien aardbeien te eten. En een druif zouden twee tamelijk sterke mensen bij jullie op aarde niet zo gemakkelijk van zijn plaats krijgen. En zoals het hiermee gesteld is, staat het ook met al het overige. - Bij de dieren is hetzelfde het geval; met als enige uitzondering de slang, die noch op Jupiter, noch op deze overeenstemmende gordel voorkomt. Maar er bestaan wel hagedissen, die echter allemaal goedaardig zijn. Deze houden zich gewoonlijk op aan de oevers van meren en rivieren; geen van deze dieren komt ooit bij de woningen van de mensen.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Hoe pakken ze het dan aan? - Ze nemen een passende hoeveelheid goed boomzaad en trekken dan rond hun stuk grond een voor met een instrument, dat op jullie ploeg lijkt; alleen wordt deze niet door dieren getrokken, maar met speels gemak door de buitengewoon sterke mensen. In deze voor wordt dan door een vrouw het zaad gelegd, en door een daarachter volgende vrouw wordt de voor met een speciaal stuk gereedschap weer dichtgemaakt. Dit werk gebeurt zo snel, dat de snelste vogel de drie personen, die de omheining aanleggen, niet zou kunnen bijhouden. Als gevolg van de grote vruchtbaarheid van deze bodem zijn binnen korte tijd de gezaaide bomen twintig klafter hoog boven de aardbodem uitgegroeid. En in de loop van ongeveer drie jaren van jullie tijdrekening is zo’n levende omheining zo goed als voltooid.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[15] Welnu, over deze muur komt dan beslist geen enkel dier op de grond, die door middel van deze omheining afgezet is. En dus houdt deze huisregel verder ook in, dat ieder stuk grond op de hiervoor beschreven wijze behoorlijk omheind moet worden.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[16] Wanneer iemand zou vragen: Waarom hebben de bewoners van deze gordel zo’n sterke afkeer van de dieren? - zou het volgende hem tot antwoord kunnen dienen. Op grond van hun innerlijke wijsheid zeggen de bewoners: Alle dieren hebben nog onzuivere zielen, die door hun gedrag de ziel van de mens kunnen verontreinigen, doordat zij al hun handelingen vanuit hun gericht verrichten. Als de mens de een of andere handeling van een dier, wat gemakkelijk kan, zou hij zichzelf vanuit zijn vrijheid in een dierlijk gericht plaatsen, dat hem langzamerhand schade aan zijn ziel zou kunnen toebrengen.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[17] Om deze reden is het onze plicht uit liefde voor elkaar om de dieren van ons weg te houden en liever enige vrees voor hen te koesteren dan een ondoelmatige aanhankelijkheid. Liefde voor dieren verwekt mettertijd een onzuiver gemoed en maakt de ziel zelf dierlijk. - Niemand moet dieren dus vervloeken; maar nog minder moet hij met zijn geheiligde hart aan het een of andere dier hangen.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[18] Kijk, dat is de voornaamste reden van de eerder genoemde maatschappelijke regel - zoals de bewoner van deze gordel trouwens voor elk van zijn regels een hogere, wijze reden heeft.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[19] Maar nu zullen enkelen weer vragen: Kunnen de bewoners van deze gordel ook voor vliegen en andere vliegende insecten alsook voor vliegende vogels een afrastering plaatsen? Want dat zijn toch ook dieren met beslist niet zulke zuivere zielen hebben als de mensen zelf.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[20] Wat de vliegen en ook andere vliegende insecten betreft, die worden met gemak door de wil van de bewoners op een afstand gehouden. En bovendien houden deze dieren zich meestal alleen op aan de oevers van zeeën, meren en rivieren.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[23] Kijk, zo heeft ook deze maatschappelijke regel zijn goede reden. Maar na enige tijd zullen jullie vragen: Wanneer de bewoners van deze gordel hun grondgebieden over en weer zo omheinen, waar leven de vele grote dieren dan? - Maak je daar maar geen zorgen om, want de grondgebieden van de bewoners van deze gordel grenzen niet zo strak aan elkaar als bij jullie; en zo zijn er tussen het ene en het andere grondgebied niet zelden tussenruimten van honderd mijl breed, die aan de dieren overgelaten worden. De dieren hebben gemiddeld genomen dus meer woonruimte dan de mensen.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[24] Maar nu zou weer iemand de vraag kunnen stellen: We hebben gehoord dat de mensen van deze gordel dikwijls reizen maken; lopen ze dan geen gevaar door de vele verscheurende dieren, wanneer ze door hun gebieden trekken? - Het is zinloos om zoiets te vragen. Want ten eerste zijn de dieren daar voor het merendeel zachtaardig en vrezen ze de mens. Ten tweede is de mens hier, op grond van zijn geestelijke en ook lichamelijke kracht, een ware heerser over zijn wereld. En ten derde wordt iedere reiziger begeleid tot aan het eerstvolgende naburige grondgebied. Met deze drie helpende omstandigheden kan iedereen dus wel veilig reizen, vooral ook omdat hij op de zon geen nacht hoeft te vrezen.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[26] Hoe zien deze tussenruimten voor de dieren, waar men via de wildroosters komt, er eigenlijk uit? - Deze tussenruimten zijn voor het merendeel dicht bebost. Alleen waar de wildroosters zijn, zijn de bossen uitgedund tot aan het wildrooster van een naburig grondgebied; dat zijn in feite de wegen, waarlangs iedereen veilig zijn reizen kan maken.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Een andere maatschappelijke regel houdt in, dat de bewoners van deze gordel tarwe kweken en, wanneer het rijp is geworden, in bundels vergaren, de aren leeg wrijven en zodoende het zuivere zaad in handen krijgen.
Hoofdstuk 41: Het kweken van tarwe en de overige plantenteelt - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[22] Om deze reden houdt een tweede maatschappelijke regel dan ook in, dat niemand een vogel mag wegjagen van de plek waar hij is gaan zitten. - Ook hiervan zeggen de bewoners: Wat zich boven onze omheining kan verheffen en deze grens niet in acht wil nemen, wordt tot ons heil door een hogere wil geleid. Daarom moeten wij datgene, wat van boven neerdaalt, nooit op de vlucht jagen, maar ons overeenkomstig de wil van God erdoor laten dienen op de manier, zoals zo’n wezen daarvoor bestemd is. - Zo laten de bewoners dikwijls hele grote groepen vogels op hun grond voedsel zoeken en zeggen daarbij: Iedereen die werkt is zijn voedsel waard. We zullen dus ook deze arbeiders laten eten, aangezien ze gewerkt hebben; want ze komen niet zonder de wil van God en kunnen zonder Zijn wil ook niet verder trekken.
Hoofdstuk 40: Planten- en dierenwereld op het vierde gordelpaar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  1352 - 1353 - 1354 - 1355 - 1356 - 1357 - 1358 - 1359 - 1360 - 1361 - 1362 - 1363 - 1364 - 1365 - 1366 - 1367 - 1368 - 1369 - 1370 - 1371 - 1372 - 1373 - 1374 - 1375 - 1376 - 1377  ...