Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1380 van 1490

...  1368 - 1369 - 1370 - 1371 - 1372 - 1373 - 1374 - 1375 - 1376 - 1377 - 1378 - 1379 - 1380 - 1381 - 1382 - 1383 - 1384 - 1385 - 1386 - 1387 - 1388 - 1389 - 1390 - 1391 - 1392 - 1393  ...
[12] Een vierde gedenkwaardige eigenschap van deze dieren is, dat ze bij hevige stormen levende bliksemafleiders vormen. Want dit dier heeft een grote natuurlijke genegenheid voor bliksem. - Als er zwaar met elektriciteit beladen wolken voorbijtrekken, gaan deze dieren gezamenlijk op een hoog punt staan, strekken hun tongen naar de wolken uit en ontladen die niet zelden geheel en al van hun elektriciteit; ze ontladen de wolken echter nooit plotseling via hun horens, maar laten de elektriciteit geleidelijk wegstromen via de twee schouderkegels, die de dieren voor dit doel bezitten. - Door deze eigenschap zijn ze ook de beste nachtwakers van menselijke woningen van deze planeet. Want ‘s nachts is het, behalve voor iemand die het dier kent, niet raadzaam om zo’n huis te naderen. Wie dat zou doen, zou zich blootstellen aan het zeer grote gevaar om door de bliksem doodgeslagen of tenminste toch erg beschadigd te worden.
Hoofdstuk 59: De Miron-koe - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] Bij de beschrijving van de planeet Saturnus hebben we al duidelijk gehoord, dat er op iedere planeet soortgelijke of verwante dingen voorkomen als ook aanwezig zijn op een andere planeet, die tot één en dezelfde zon behoort. - We kunnen dus ook gevoeglijk aannemen dat op deze planeet, die wij juist onder ogen hebben, ook beslist soortgelijke dieren als op jullie aarde voorkomen, die evenwel in bijzonderheden verschillen van die van jullie, zowel qua gestalte als qua grootte en kleur. Desondanks zouden jullie met niet al teveel moeite snel de dieren van deze planeet ontdekken, die verwant zijn aan die van jullie planeet. - Maar niet alleen de dieren van jullie planeet, maar ook de dieren van andere planeten bestaan hier in vele variaties van zowel grootte als vorm en kleur.
Hoofdstuk 60: De grote rijkdom van de dierenwereld op Miron. De tweevoetige dieren - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Zo zijn er ook nog andere dieren, die op de andere planeten van onze zon voorkomen, maar zoals reeds gezegd met de nodige wijzigingen; voor het doel van onze mededeling zou het echter teveel tijd kosten om alles te vertellen. Want alleen op deze planeet al zijn er meer dan honderdduizend soorten viervoetige dieren, die niet onderhevig zijn aan veranderingen van vorm. - En stel je dan eens het enorme aantal dieren voor, die men daar overgangsdieren noemt; en tenslotte het even talrijke rijk van de tweevoeters. Daarmee zal jullie duidelijk worden, hoeveel tijd ervoor nodig zou zijn om iedere diersoort aanschouwelijk te beschrijven. - Daarom zij dit algemene overzicht voldoende voor het hele dierenrijk, met daarbij de verzekering, dat er op vrijwel geen enkele planeet zo’n bonte mengeling van wezens is als hier - zonder dat daardoor de mens op enig vlak van zijn bestaan en werken nadelig beïnvloed wordt. Want ruimte, die alleen deze dierengeslachten in bezit kunnen nemen, is er meer dan genoeg - en wel heel uitgestrekt. Daarvoor dienen met name de oevergebieden van de zeeën aan de andere kant van de bergen, waar het werkelijk wemelt van allerlei soorten wezens, die slechts heel zelden - en sommige nooit - over de twee grote bergketens heen komen om in het eigenlijke, voor mensen bewoonbare land te gaan wonen; en als sommige al over deze bergen heen komen, worden ze als vreemdelingen door de inheemse dieren ook heel gauw weer gedwongen terug te gaan.
Hoofdstuk 60: De grote rijkdom van de dierenwereld op Miron. De tweevoetige dieren - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[10] Waarom zijn deze dieren zo gebouwd? - Dat is omdat ze allemaal bewoners van zowel het land als de lucht zijn - op bijna dezelfde manier als bij jullie de vleermuizen en andere handvleugelige dieren. - Door een buitengewoon fijn en licht soort gas, dat ze in hun organisme ontwikkelen, kunnen al deze dieren zich net als jullie ballonnen in de op deze planeet bijzondere dichte lucht verheffen; en als ze zich in de lucht hebben verheven, kunnen ze zich met behulp van de huid tussen hun poten en de waaiervormige armen, ofwel met behulp van de huid tussen de klauwen en de waaiervormige staart, in de lucht even handig in alle richtingen bewegen als de handvleugelige dieren bij jullie.
Hoofdstuk 60: De grote rijkdom van de dierenwereld op Miron. De tweevoetige dieren - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[12] Ook het rijk der vogels, dat op deze planeet vrijwel geheel aan vormverandering onderhevig is, en dat eveneens in ieder opzicht zeer uitgebreid is, wordt door deze gasten goed in toom gehouden.
Hoofdstuk 60: De grote rijkdom van de dierenwereld op Miron. De tweevoetige dieren - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Nu zullen jullie vragen: Vallen deze eigenaardige tweevoetigen niet af en toe de mensen lastig? - O nee! Deze dieren zijn buitengewoon schuw en wonen daarom steeds alleen op zulke plaatsen en streken van het land van deze planeet, die voor mensen en ook andere dieren niet gemakkelijk toegankelijk zijn of, als ze nog toegankelijk zijn, zo onherbergzaam en kaal zijn, dat mensen en andere wezens daar niet veel te zoeken hebben.
Hoofdstuk 60: De grote rijkdom van de dierenwereld op Miron. De tweevoetige dieren - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Nu zullen jullie wel vragen: Wat voor doel hebben deze dieren eigenlijk op deze planeet? - Een heel belangrijk doel. Want ten eerste vormen ze in metafysisch opzicht het overgangsniveau van het eigenlijke dierenrijk naar de mens. Ten tweede zijn ze in natuurlijk opzicht de meest beproefde schoonmakers van de lucht, die op deze planeet zeer noodzakelijk zijn. Want hoe sterk de lucht van deze planeet niet zelden tot een hoogte van vijftig tot honderd Duitse mijl van allerlei in de lucht zwevende en tegelijk vormveranderlijke dierlijke en plantaardige wezens vervuld is, die daarin leven, is voor een deel al genoemd. Maar desondanks blijft er nog heel veel te vermelden, en jullie kunnen met grote zekerheid aannemen, dat dergelijke verschijnselen met name tegen de avond zo sterk op komen zetten, dat de zon daardoor geheel en al verduisterd wordt, zoals jullie nog nooit gezien hebben, behalve bij een totale zonsverduistering. Wanneer zo’n vormveranderlijk luchtverschijnsel in aantocht is, stijgen er al gauw miljoenen van zulke dieren met grote snelheid uit de bergen en soms ook uit de onherbergzame dalen en kloven op, die heel snel zo’n vormveranderlijke, in de lucht zwevende wolk bereiken. Dat deze dieren hier een goed smakend maal houden, hoeft nauwelijks gezegd te worden. Ze eten niet zelden een meer dan honderd kubieke mijl grote, goed gevulde wolk binnen een tijdsbestek van enkele uren vrijwel helemaal op. Dat dat voor de mensen een grote weldaad is, hoeft eveneens nauwelijks gezegd te worden.
Hoofdstuk 60: De grote rijkdom van de dierenwereld op Miron. De tweevoetige dieren - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[14] Daarmee zijn we ook klaar met deze diersoort en zullen we ons dus naar de mensen van deze planeet wenden.
Hoofdstuk 60: De grote rijkdom van de dierenwereld op Miron. De tweevoetige dieren - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[1] De mensen van deze planeet zijn niet zo groot als de bewoners van de planeet Saturnus, maar toch weer groter dan die van de planeet Uranus - hoewel ze onder elkaar sterk in grootte verschillen. O zijn er niet zelden mensen, die veertig klafter lang worden, en ook mensen die nauwelijks iets meer dan twintig klafter lang worden. In dit opzicht lijkt de planeet sterk op jullie aarde, waar veel verschillende variaties zijn in de lichaamsgrootte van de mensen. Op onze planeet Miron is dat ook bij het vrouwelijke geslacht het geval.
Hoofdstuk 61: De mensen van Miron. Woonhuizen en dorpen daar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[2] De lichamelijke vorm van beide geslachten is gewoonlijk heel mooi, hoewel ook hierin grote afwijkingen bestaan. Om ons van de gestalte van de mensen van deze planeet in kort bestek en zo volkomen mogelijke voorstellen te kunnen maken, zullen we ons in ieder opzicht bij de middenklasse houden; want vanuit dat gezichtspunt zullen dan alle mogelijke zijlijnen toch wel gemakkelijk herkend kunnen worden. We zullen dus in de eerste plaats de man met een lengte van dertig klafter en de vrouw van ongeveer achtentwintig klafter in ogenschouw nemen.
Hoofdstuk 61: De mensen van Miron. Woonhuizen en dorpen daar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[6] Het gezicht van deze vrouwen heeft meestal de vorm, die jullie naar jullie maatstaven tot de mooiste rekenen. Een glad, hoog voorhoofd, tamelijk zware wenkbrauwen, grote, heel levendige ogen, waarbij uit de pupil een vurig groen met soms rood doorbrekende stralen schijnt. De neus is recht en overal zacht afgerond. Ook de mond heeft de juiste verhouding tot alle overige lichaamsdelen. - De kin is niet te scherp en niet te breed, maar heeft meer een volmaakt eironde vorm met in het midden een ondiepe holte.
Hoofdstuk 61: De mensen van Miron. Woonhuizen en dorpen daar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[3] Hoe ziet de man eruit? - Hij heeft een tamelijk ernstig, maar absoluut niet afstotend uiterlijk. Zijn ledematen zijn volkomen mannelijk, op de manier van een volmaakte man bij jullie. Zijn hoofd heeft lange, meestal los krullend haar, dat donkergroen is. De voornaamste kleur van de man is wit, dat hier en daar enigszins in lichtgroen overgaat. De lippen zijn weliswaar rood, maar glimmen ook enigszins met een groene kleur. Zo zijn ook de ogen nooit blauw of groen, maar variëren in de kleur groen. De volle baard van de man is eveneens groen; alleen een beetje lichter dan het hoofdhaar. Ook de nagels aan de vingers zien er uit als een heel groen glas, terwijl de vingers gewoonlijk volkomen wit zijn, wanneer ze schoon worden gehouden - wat op deze planeet overigens vrijwel steeds het geval is. De tanden in de mond zijn zo blauwachtig als parelmoer bij jullie en glimmen heel zacht in verschillende kleuren. - De stem van de man is heel welluidend, maar gewoonlijk heel laag, zodat de gewone spreektoon zich voortdurend in het laagste gebied van jullie lage tonen beweegt, en wel met een voor jullie oren zo sonore sterkte, dat jullie op een afstand van twee of drie mijl nog heel goed een soort donder zouden horen. - Hoewel ook de vrouw tamelijk laag spreekt, is haar stem toch aangenamer en in zekere zin soepeler dan die van de man. Ze is dus met name voor het mannelijke geslacht van deze planeet buitengewoon aantrekkelijk; en des te meer omdat deze planeet in zekere zin het eigenlijke vaderland van de toonkunst is. Men beoefent hier namelijk deze kunst niet alleen met verschillende, soepele menselijke stemmen, waarbij de vrouwelijke zich natuurlijk het meest onderscheiden, maar ook met de meest uiteenlopende muziekinstrumenten.
Hoofdstuk 61: De mensen van Miron. Woonhuizen en dorpen daar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[9] Nu zien we de mens voor ons. Deze mens heeft echter nog geen woning. Het zal dus nodig zijn hem ook een woning te geven. Want de mensen van deze planeet wonen evengoed als jullie in huizen. Het is dus enkel nodig om te weten hoe de huizen eruit zien, of ze alleen staan of, zoals in de dorpen bij jullie, bij elkaar; dan hebben we onze mooie, grote mens van deze planeet al van een woning voorzien.
Hoofdstuk 61: De mensen van Miron. Woonhuizen en dorpen daar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[11] Eén huis heeft nooit meer dan drie kamers: één voor het vrouwelijke geslacht, één voor het vrouwelijke geslacht en één, gewoonlijk de middelste, voor de algemene omgang met elkaar. - Hoe groot zijn deze kamers? - In verhouding tot de mensen van deze planeet niet te groot en niet te klein. Iedere kamer is echter zo groot, dat elk daarvan met gemak een gezelschap van honderd mensen kan bevatten.
Hoofdstuk 61: De mensen van Miron. Woonhuizen en dorpen daar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
[13] Naast de woonhuizen zijn ook huishoudelijke gebouwen opgetrokken, zowel als woning voor hun huisdieren alsook voor nog allerlei andere huishoudelijke doeleinden. - En verder zijn vóór de woonhuizen ook nog kinderhuizen met niet meer dan één kamer gebouwd. Deze huizen zijn even hoog als het woonhuis, maar natuurlijk zijn ze qua omvang kleiner.
Hoofdstuk 61: De mensen van Miron. Woonhuizen en dorpen daar - Jakob Lorber - De natuurlijke zon
...  1368 - 1369 - 1370 - 1371 - 1372 - 1373 - 1374 - 1375 - 1376 - 1377 - 1378 - 1379 - 1380 - 1381 - 1382 - 1383 - 1384 - 1385 - 1386 - 1387 - 1388 - 1389 - 1390 - 1391 - 1392 - 1393  ...