Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2083 resultaten - Pagina 139 van 139

...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139
[45] Wilt u een godheid zijn en geen duivel, bedient u dan van de heilige en zachte rechten Gods; zo niet, dan zult gij altijd en eeuwig in de strenge en ernstige Godsgeboorte blijven. Dit zegt de geest tot u als een woord Gods, en niet mijn dode vlees. Gij moet weten, dat ik het niet zeg door middel van mijn dode verstand, maar dat mijn geest met God verkeert, en weet, hoe de godheid in al haar openbaringen, smaak en reuk is; daaruit maak ik op, dat de god­heid een zeer eenvoudig, zacht, lieflik en stil wezen is, dat de geboorte van de drie-eenheid heel zacht en vriendelijk, lieflik en enig geschiedt, en dat de scherpte van de binnenste geboorte zich nimmer in de zachtheid der drie-eenheid kan opheffen, doch in de diepte verborgen blijft. Die scherpte heet in het verborgene Gods toorn, en het wezen van de zachtmoedigheid in de drieheid, heet God. Er gaat niets van de scherpte uit, dat daar verwoest of de toorn aansteekt, doch de geesten spelen heel zoetjes met elkander als kleine kinderen wanneer zij pret met elkander hebben, omdat een ieder zijn eigen werk heft. Zij spelen met elkander en liefkozen elkaar.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[46] Zulk werk doen ook de heilige Engelen, en in de drieheid bevindt zich een zacht, lief lik en zoet water, waaruit de geest zich door middel van de klank steeds verheft. De ene kracht brengt de andere zo in beweging, dat het lijkt, alsof er lieflijke gezangen of snarenspel oprijzen. En naar de wijze van opstijgen van de geesten op de verschillende plaatsen,, naar die wijze wordt ook de toon gevormd, maar zeer zacht, voor de lichamen der Engelen onbegrijpelijk, maar voor de dierlijke ge­boorte van de Engelen zeer wel begrijpelijk. En zoals de godheid zich op elke plaats vertoont, zo vertonen zich ook de Engelen, want de Engelen zijn uit dit wezen geschapen en hebben de vorsten der Oergeesten gods onder zich, zoals zij zich in de geboorte Gods bevinden. Zoals zich daarom het wezen Gods in de geboorte vertoont, zo vertonen zich ook de Engelen. Diezelfde kracht, die in alle tijden de eerste wordt en uit het hart van God in den Heiligen Geest jubelt, doet de krachtvorst der Engelen zijn lofgezang aanheffen en jubelen met zijn Heer; eerst de ene en al spoedig de andere, want de geboorte van God is als een rad.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[54] Het licht van God en de geest van God kunnen de scherpe openbaring van God niet begrijpen, daarom zijn het ook twee afzonderlijke aanzichten van God. Daarom kon Lucifer met zijn strenge, koude en harde vuurge­boorte, het hart en de heilige geest van God niet meer beroeren, noch proeven, noch voelen, maar werd met zijn vuurgeest uitgesmeten in de buitenste natuur, waarin hij het toornvuur had aangestoken. Diezelfde natuur is weliswaar het lichaam van God, in welke zich de Godheid openbaart, maar de duivels kunnen de zachte geboorte van God, welke in het licht opgaat, niet begrijpen. Want hun lichaam is niet in het lichaam bestorven, en leeft in de buitenste en strenge geboorte Gods, waar het licht nooit meer ontstoken wordt. Hun vet in het zoete water is opgebrand, en uit dat zelfde water is een zure stank ontstaan, waarin het licht Gods niet meer kan ontstoken worden en het godslicht kan daar ook niet meer binnengaan. Want de Oergeesten in de duivelen zijn in de verharde toorn opgesloten, hun lichamen zijn een harde dood en hun geesten zijn een grimmige angel van de toorn Gods, en hun Oergeesten openbaren zich voortdurend in de innerlijke scherpte, naar het recht der scherpe Godheid. Zij kunnen zich niet anders openbaren, ook kunnen zij niet afsterven of vergaan; zij blijven in de allerangstigste geboorte en er is in hen niets dan louter grimmigheid, toorn en boosheid, omdat de aangestoken vuurbron van eeuwigheid tot eeuwigheid op­stijgt. Zij kunnen ook in der eeuwigheid niet meer de zoete en lichte ge­boorte Gods beroeren, noch zien noch begrijpen.
Hoofdstuk 23: Van de diepte boven de aarde. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Gij moet deze hoge wijsheid echter goed begrijpen. Het licht Gods, dat zowel de Zoon Gods is als de Heilige Geest, is niet gestorven. Het licht, dat van eeuwigheid af van het hart van God is uitgegaan, en de natuur, die uit de zeven geesten geboren werd, verlicht heeft, dat licht is uit de verdorven natuur geweken. Daardoor is de natuur van deze wereld met haar bewustzijn in de dood gebleven en kan het licht Gods niet vatten, doch is een donker huis des duivels geworden. Hierna heeft God op de vierde dag der schepping het hele huis van deze wereld met de eigen­schappen opnieuw geschapen en heeft de Oergeesten in het huis der duisternis gezet, opdat Hij zich daaruit weer een nieuw lichaam zou kunnen vormen, te zijner lof en ere.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[15] Na voltrekking der nieuwe wedergeboorte zou de dood van de aarde er. de toorn aan Heer Lucifer als een eeuwig huis worden aangewezen. Onder­tussen zou Lucifer in de diepte boven de aarde in de duisternis gevangen liggen, en daar ligt hij nu en hij kan zijn lot spoedig verwachten. Opdat zulk een nieuwe geboorte buiten de wil van de duivel om vol­trokken zou kunnen worden, heeft de Schepper zich als het ware in het lichaam deze wereld, scheppend in zijn Oergeesten gemaakt, en alle sterren zijn niets anders dan krachten van God en het gehele lichaam van deze wereld ligt besloten in de zeven Oergeesten. Dat er echter zoveel sterren zijn met zo verschillende werkingen, dat komt, omdat de zeven geesten Gods elkander voortdurend beïnvloeden en altijd maar door scheppen, steeds en oneindig. Dat de sterrenlichamen onveranderlijk op hun plaats blijven, zoals zij altijd gedaan hebben, betekent, dat er een vaste geboorte zal zijn, waar­door het verstijfde aardelichaam steeds weer in dezelfde uitwerking, op­nieuw aangestoken en herboren zal worden, evenals het huis der duisternis boven de aarde. Het nieuwe lichaam zal steeds uit de dood wedergeboren willen worden, zolang totdat de tijd en het gehele nieuwe lichaam vol­tooid zal zijn.
Hoofdstuk 24: Van het samenstellen der sterren. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[16] De echte Hemel is overal in deze tijd tot aan de jongste dag, en het toorn­huis van de hel en de dood is ook overal in deze tijd tot aan de jongste dag. Maar de woning van de duivel is thans vanaf de maan tot aan en in de aarde in de diepe hel, en juist daar waar zich wilde en onbe­bouwde woestenijen bevinden, en waar de aarde zeer steenachtig en bitter is. Haar koninklijk bestuur bevindt zich in de diepte aan de vier uiteinden van de equinoxcirkel, waarover ik op een andere plaats spreken zal; hier wil ik u aantonen, hoe het lichaam van deze wereld is ontstaan en hoe het ook nu nog bestaat, en hoe het bestuur zich daarin handhaaft. Het gehele lichaam dezer wereld is als een menselijk lichaam, want het is in zijn buitenste omtrek door de sterren of uitgegane natuurkrachten omsloten, en in het lichaam heersen de zeven geesten der natuur en het hart der natuur bevindt zich binnenin. De algemene sterren echter vertegenwoordigen de wonderlijke evenredig­heid of de verandering van God; toen God de sterren schiep, toen schiep Hij ze uit het opstijgen van de oneindigheid, uit het oude, thans aange­stoken lichaam Gods.
Hoofdstuk 25: Van het gehele sterrenlichaam, dat is de gehele astrologie of het gehele lichaam dezer wereld. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] Saturnus, de koude, scherpe en strenge, zure heerser heeft zijn aanvang en afkomst niet van de zon, want hij heeft de kamer des doods in zijn macht en hij is uitdroger van alle krachten, waardoor de lichamelijkheid ontstaat. Zoals de zon is het hart van het leven en de oorsprong van alle geesten in het lichaam dezer wereld, zo is Saturnus,het begin van alle lichamelijkheid en tastbaarheid; in de macht van deze twee planeten staat het gehele lichaam dezer wereld en er is geen schepsel, of maaksel, of ander ding in deze wereld, dat niet afhankelijk is van deze twee machten. Saturnus vindt zijn oorsprong in de ernstige, zure en strenge angstig­heid van het gehele lichaam dezer wereld, want toen ten tijde van de ontsteking des toorns, het licht in de uiterlijke geboorte dezer wereld, de geboorte der natuur of bevattelijkheid, het opstijgen der geboorte uit alle Oergeesten, uitdoofde, toen stond de zure hoedanigheid in haar scherpste en strengste geboorte en trok de werking van alle Oergeesten geheel en al zuur en hevig tezamen.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[6] Waarom hij echter van uit God de strenge geboorte is opgegaan en wat zijn taak is, zal ik nader vermelden bij de omloop der planeten. Zijn hoogte kan men eigenlik niet goed te weten komen; ik voor mij meen, dat hij tussen Jupiter en de algemene sterren in het midden van de diepte staat, want hij is het hart van de lichamelijkheid der natuur. Evenals nu de zon* het hart van het leven is en de oorsprong der natuur­geesten, zo is Saturnus het hart en de ooi sprong van alle lichamen en vormen in de aarde en op de aarde en in het gehele lichaam der wereld. En zoals bij de mens de schedel een omvatter en omsluiter der hersenen is, waarin de gedachten tot ontwikkeling komen, zo is de saturnale kracht een omvatter, verdroger en vasthouder van alle lichamelijkheid en tastbaarheid. En evenals Jupiter, de openbaarder en schepper der zacht­moedigheid, staat tussen de grimmige Mars en de strenge Saturnus, en de zachtheid in de schepselen doet geboren worden, zo ontstaat ook het leven en het doel van alle creaturen tussen deze beide zelfstandigheden, zo ook het nieuwe lichaam dezer wereld, alsook de nieuwe mens, waar­over gij zult kunnen lezen bij de beschrijving van de mens.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[25] Let eens op: Het zaad in de mens wordt net zo geboren, als de wonderlijke afmetingen en verschijning in haar strijd en opgang in de eeuwigheid is geboren. Want het menselijke vlees vertegenwoordigt het lichaam van God, dat geboren is uit de zes andere Oergeesten, waarin zich steeds weer de zes geesten ontwikkelen, waardoor vormen en lichamen ontstaan. Het hart van God of de heerlijke zuivere Godheid openbaart zich in het mid­den van dat lichaam, waarin het levenslicht opgaat. Men kan in het menselijk lichaam drie gebieden onderscheiden aangaande de geboorte. Elk staat afzonderlik en toch zijn zij niet gescheiden, doch zijn één; de mens is een drie-eenheid dus, evenals de Godheid. Het vlees leeft niet op zichzelf, maar het is dood en dom; als de geest ophoudt het bekwaam te besturen, is het dadelijk 'n dood ding, dat ver­rotten en verstuiven moet.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[40] De diepte of het huis dezer wereld is een duister huis, waar zich de lichamelijkheid, dik, donker, angstig en halfdood voortplant en voor de planeten en sterren zijn beweeglijkheid ruimt, die het lichaam in de uitwen­dige geboorte ontsteken; daardoor ontstaat zowel de oerbeweeglijkheid als het beeldende en scheppende wezen. Daarom is ook het vleeskleed van de mens een donker dal, waar de angst voor de geboorte des levens is en zich altijd zeer inspant, met het doel zich te verheffen tot het licht, waaraan zich het leven zou willen ontsteken. Daar evenwel het hart Gods zich in het centrum of de kern verbergt, kan dit niet; de angst brengt niet meer voort dan zaad. Het vleeskleed brengt zaad voort, dat zijns gelijke is, voor een ander mens en het geesteshuis in het rad van de 7 geesten schept in het zaad een geest van zijn geest, zijns gelijken voor een nieuwe geest. En het verborgen hartenhuis schenkt hem ook weer zo’n geest, die het vleeskleed en ook de geboorte­geesten, die tot de sterren behoren, in 't lichaam verborgen dragen, maar ze niet ontsteekt tot na deze tijdrekening. De derde geest is de ziel in de mens, die een is met Gods hart, als een Zoon of kleine God in de grote onmeetbare God. Deze drie onderscheiden gebieden worden in 't zaad geboren, dat zijn oorsprong heeft in 't vlees, zoals reeds gezegd. Neemt goede nota van het verborgen geheim, gij natuurkundigen, let op!
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[49] En in het zaad zijn 3 onderscheiden dingen, waar het een het ander niet doorgronden kan; zij bevinden zich toch in een en hetzelfde zaad, en vermengen zich ook met elkaar tot één wezen; het is ook één wezen en ook drie onderscheiden dingen; overeenkomstig de drie-eenheid Gods. Eerstens is het ganse lichaam van de mens een duister huis, dat zonder de inwerking van de 7 geesten, geen beweeglijkheid heeft, maar slechts een donker dal is, evenals het lichaam uit de diepte der wereld. Zo is in het donkere lichaam van de mens ook een dergelijke wetmatig­heid bij de 7 geesten, evenals in het lichaam der diepte. Als de 7 geesten overeenkomstig het geboorterecht Gods zich doen gelden, dan wordt er uit het strijden der 7 geesten zaad geboren, dat zijns gelijke is. Dit zaad heeft eerstens een moeder, dat is de donkere kamer van het vleeshuis; ten tweede heeft het een moeder, dat is het wiel van de 7 geesten, overeenkomstig de 7 planeten; ten derde heeft het een moeder, die in de cirkel van de 7 geesten in het midden geboren wordt; dat is het hart van de 7 geesten.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[60] Daar echter in de diepte, dat is het hele wereldruim van den Vader, (hieronder is te verstaan 't hart van Gods lichaam, dat wil zeggen het stoffelijke Hart van God), het lichaam van de Vader en het hart in het gehele lichaam lichtte, als des Vaders Glans, daardoor was de bedorven Salniter overal met het licht of het hart van God verbonden en het hart van God kon daar ook niet uit vluchten, maar verborg zijn glans en schijn in het lichaam van de gehele voor de gruwelijke duivel ontstoken geesten. Toen dit gebeurde, werden de Oergeesten zonder uitzondering zeer grimmig en hevig strijdend; de wrange geest, als de sterkste, trok in de zevende natuurgeest de werking van de andere vijf vreselijk tezamen; hierdoor ontstonden de bittere aarde en de stenen; zij waren echter nog niet tezamen gedreven, maar zweefden in de gehele diepte.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[80] Dit is de juiste poort van Gods verborgenheid, waaraan de lezer merken moet, dat het niet in het menselijk vermogen lag zo iets te onderkennen of te weten, tenzij het morgenrood in 't centrum der ziel aanbrak. Want het is een goddelijk geheim, dat geen mens door eigen verstand kan door­gronden. Ik acht mij zelf daartoe ook niet waardig. Er zouden ook spot­ters genoeg zijn; de verdorven natuur schaamt zich zeer voor het licht. Ik kan het spreken daarom niet nalaten, want als het goddelijke Licht in de cirkel van de levensgeboorte aanbreekt, verheugen zich de oei geesten en zien de cirkel des levens hunne moeder terug in de eeuwigheid en ook voor zich uit in de eeuwigheid. Het is geen standvastig wezen of een verklaring van de Oergeesten, nog minder van het dierlijke lichaam, maar het zijn stralen, van 't doorbreken van Gods licht met vurige drang, die door. het zachte water des levens in de liefde opstijgt en in zijn Hemel staan blijft.
Hoofdstuk 26: Van de planeet Saturnus. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  114 - 115 - 116 - 117 - 118 - 119 - 120 - 121 - 122 - 123 - 124 - 125 - 126 - 127 - 128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139