Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

10915 resultaten - Pagina 140 van 728

...  128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153  ...
[6] Want goede wil is de ziel en het leven van een goede daad; waar deze mankeert, heeft zelfs het beste werk totaal geen waarde voor de rechterstoel van God. Als je echter ook zonder enig middel de levende, goede wil hebt om je naaste op de een of andere wijze te helpen wanneer je hem in een bepaalde nood ziet of aantreft, en het doet je verdriet wanneer je dat niet kunt, dan hecht God aan die goede wil van jou veel meer waarde dan aan het werk van een ander die men eerst door wat dan ook daartoe heeft moeten overhalen.
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Daarom moet je bij het geven en helpen ook geen ernstige en vaak bittere vermaningen meegeven, want die veroorzaken bij de arme broeder vaak veel droefheid die maakt dat hij er in zijn hart sterk naar gaat verlangen om van de weldoener, die hem steeds zo ernstig vermaant, toch maar niets meer te hoeven aannemen. De weldoener zelf wordt door die niet te pas komende vermaningen echter niet zelden wat trots, en degene die de weldaden aanvaardt, voelt zich daardoor teveel vernederd en voelt dan pas goed zijn nood naast de welstand van de weldoener, en dat maakt dan dat het nemen veel moeilijker wordt dan het geven.
Hoofdstuk 81: Over het echte geven, dat God welgevallig is. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (DE HEER:) "Maar nu volgt nog een bijzonder belangrijk levensterrein. Pas daarop kan men in de ziel de volledige, geestelijke wedergeboorte bereiken hetgeen de waarachtigste triomf en het hoogste doel van het leven is. Dit terrein staat lijnrecht in tegenstelling tot trots en hoogmoed en heet -deemoed.
Hoofdstuk 82: Deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] In iedere ziel bevindt zich steeds een gevoel van eigenwaarde en eerzucht dat bij de minste gelegenheid en aanleiding maar al te gauw ontvlamt tot een alles vernietigende, onbeheerste toorn, die niet eerder te doven of volledig te blussen is voordat hij de slachtoffers die hem beledigd hebben, verteerd heeft. Door deze vreselijke drift wordt de ziel echter zo ontwricht en vol materie dat zij nog veel ongeschikter wordt voor een innerlijke, geestelijke vervolmaking, dan het gloeiende zand van de grote Afrikaanse woestijn geschikt is voor het stillen van de dorst!
Hoofdstuk 82: Deemoed en hoogmoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] O Heer, mijn akker is nu gereed, hetgeen U beslist gezien hebt omdat U er anders niet zo overdadig het zuiverste zaad in gezaaid zou hebben. Laat deze wetenschap het onbeschrijflijke gevoel van geluk maar in mij doen ontstaan, want ik ben zeker van het goede resultaat omdat ik zo goed als zeker ben van de mogelijkheid Uw heilig woord in mij volledig tot werkelijkheid te brengen. En als de oorzaak er eenmaal geheel en al is, dan kan het grote, heilige gevolg niet achterwege blijven. Ik wil echter niet het halfslachtige, maar het volledig hele; daarom moet bij mij uit mijn daden ook nooit een half, maar een volledig werk, zoals Uw woord, te voorschijn komen!
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Ik heb alles begrepen, want het kwam mij merkwaardig genoeg voor alsof ik dergelijke woorden al ergens een keer eerder had gehoord en ook toegepast. Maar dat kan alleen maar in een droom geweest zijn, want in het werkelijke leven zou ik echt niet weten waar en wanneer mij ooit zo'n genade ten deel gevallen zou zijn! Maar het blijft toch altijd vreemd dat ieder woord uit Uw heilige mond mij zo bekend voorkwam en zo bijzonder vriendelijk heeft bewogen! Daardoor was het voor mij ook allemaal zo bijzonder begrijpelijk! Maar hoe het ook zij, -zulke woorden en zulke lessen, die alles wat in de mens ook maar leven heet zo diep, waar en getrouw raken, zijn door de mond van een sterfelijk mens nog nooit uitgesproken!
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Wie na deze woorden de juiste weg naar de innerlijke, geestelijke voltooiing van zijn leven nog niet zou vinden en niet de sterke aandrang in zich zou krijgen nauwkeurig al zijn doen en laten daarnaar te richten, moet werkelijk óf helemaal geen mens zijn óf hij moet zich heel erg gewend hebben aan de domme, dode wereld, en zijn ziel moet helemaal diamanthard zijn geworden. Anders zou het toch absoluut niet denkbaar zijn dat een mens die deze les gehoord en begrepen heeft, ook niet zijn gehele leven daarnaar zou inrichten, daar hij .toch het daardoor te bereiken einddoel zo helder en duidelijk als de zon op het middaguur voor zich zou moeten zien! Daarmee wil ik mij er echter niet op voor laten staan dat ik al iets bereikt zou hebben; maar een diep in het levensbesef doordringend, en volkomen duidelijk inzicht in de zuivere waarheid van die les is toch ook al iets dat -tenminste voor mij -heel belangrijk en waardevol voor mijn leven is.
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Geen kiem van een wereldse gedachte en geen spoor van een wereldse daad zal nog in mij voorkomen, dat wil zeggen, na mijn eenmaal genomen besluit beslist nooit meer! Voor datgene echter waar ik geen greep op heb, zoals de normale behoeften van mijn lichaam, kan ik natuurlijk niet instaan; want die liggen o Heer, in de hand van Uw almachtige wil. Maar mijn gedachten, mijn ideeën, mijn woorden en mijn daden zullen eens van mij getuigen dat ook een Griek zijn woord en zijn eenmaal gemaakte voornemen kan houden!
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Er zijn wel mensen die, door een buitengewone situatie gegrepen en meegesleept, ook zo spreken alsof zij reeds de volgende dag de gehele aarde in een tuin willen veranderen; als dat moment dan echter voorbij is, denken zij over al het geziene en gehoorde wel na, maar het besluit om het uit te voeren wordt van dag tot dag zwakker en de oude, domme gewoonten nemen weldra weer de plaats in van de nieuwe besluiten. Maar dat is bij mij nog nooit het geval geweest; want als ik eenmaal iets als waarheid had aangenomen, dan hield ik mij daar ook net zo lang strikt aan, tot ik volledig overtuigd was van iets beters.
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[17] U, geëerde Cyrenius, heb ik echter slechts in mijn domheid en geestelijke armoede gevraagd om ondersteuning; nu neem ik echter mijn ontijdige vraag terug! Want nu ik de hemelse schatten in zo rijke mate heb gevonden, heb ik de aardse niet meer nodig; ook mijn akker en mijn verbrande hut heb ik niet meer nodig, omdat ik Gods hut in mijn hart herkend en gezien heb. Verkoop alles en betaal hun, die ik hier op aarde iets schuldig ben! Ik zal echter werken en de mensen in alles wat in Gods ogen juist is, dienen. Want ik kan immers werken, ik heb gedurende mijn leven heel wat vaardigheden verworven en daarom ben ik een bruikbaar mens. Men zal mij toch overal wel voldoende tijd gunnen om door mijn daden te laten zien waarvoor ik nu voor altijd en voor eeuwig gekozen heb?!"
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[18] IK zeg: "Omdat Ik je ziel goed kende, heb Ik je in de geest ook geroepen, anders zou je niet hierheen zijn gekomen. Omdat je nu echter zo grondig veranderd bent, is verder ook reeds voor je gezorgd. Je zult voor Mij ook een goed werktuig zijn bij de Grieken aan de kusten van Klein-Azië en ook bij die in Europa. Daar zijn er heel veel die smachten naar het licht en het op geen enkele plaats kunnen vinden. Voorlopig word je echter in de huishouding van Cornelius opgenomen, die een broer van Cyrenius is. Daar zul je alles krijgen wat je nodig hebt. Ik zal je op het juiste moment meedelen wanneer de tijd gekomen is dat je erop uit moet trekken en de volkeren met Mijn naam bekend moet maken. Nu heb je echter alles wat je nodig hebt; wat je verder nog nodig zult.hebben zal de geest der waarheid je Ieren. Als je zult moeten spreken, zul je met hoeven na te denken, maar op dat moment zal het je in je hart en in je mond gelegd worden, en de volkeren zullen je horen en zullen Hem prijzen die jou zulke wijsheid en macht heeft gegeven."
Hoofdstuk 84: Zorels goede voornemens. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Vandaag na de maaltijd zullen wij echter tot aan de ochtend wakker blijven en jullie allen zullen de laatste nacht die Ik lichamelijk bij jullie zal doorbrengen, zo'n geweldige hoeveelheid wonderbaarlijke dingen te zien en te horen krijgen als nog nooit eerder, want in deze nacht zullen jullie Diegene helemaal leren kennen Die dat nu tegen je heeft gezegd. Maar daarvan mag aan niemand voortijdig iets verteld worden! -Mijn beste Zorel, sluit jij je nu aan bij Cornelius, want hij en niet Cyrenius zal van nu af aan je verzorger zijn!"
Hoofdstuk 85: Zorel wordt onder de hoede gesteld van Cornelius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[13] En laten wij, omdat de spijzen zich reeds overvloedig op tafel bevinden nu allen naar hartelust opgewekt eten en drinken, want nu Ik als een ware bruidegom van jullie zielen temidden van jullie zit, mogen jullie toch wel erg opgewekt en blij van zin dit goed toebereide maal samen met Mij gebruiken! Zodra Ik binnenkort echter niet zoals nu in jullie midden zal zijn, kunnen jullie altijd nog met minder zin en opgewektheid aan de eettafel zitten!"
Hoofdstuk 86: Overdreven en ware deemoed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[9] Daarmee wil ik echter helemaal niet beweren dat de een of andere geestelijk volmaakte mens ook niet in staat zal zijn wonderbaarlijke dingen te doen; misschien zal hij als geheel volmaakte, reine geest zelfs ook een kleine wereld kunnen scheppen, -maar zonder medewerking van de goddelijke wil zeker eeuwig niet! Zo'n geest zal ook beslist heel wijs kunnen spreken en onderwijzen, maar zonder de goddelijke geest in zijn borst ook eeuwig niet!
Hoofdstuk 87: Cornelius en Zorel spreken samen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Met deze mening waren het er echter maar heel weinigen eens. Enigen vroegen aan Petrus, wat zijn mening dan was.
Hoofdstuk 88: Verschillende meningen over het wezen van de Heer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  128 - 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153  ...