Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1397 van 1490

...  1385 - 1386 - 1387 - 1388 - 1389 - 1390 - 1391 - 1392 - 1393 - 1394 - 1395 - 1396 - 1397 - 1398 - 1399 - 1400 - 1401 - 1402 - 1403 - 1404 - 1405 - 1406 - 1407 - 1408 - 1409 - 1410  ...
[13] En jullie zullen ook verschijningsvormen zien, die steeds aan elkaar gelijk blijven; deze zullen ook steeds dezelfde oorzaak hebben.
Hoofdstuk 20: Wezen en bestanddelen van de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Om nog duidelijker in te zien dat in de atmosferische lucht een ontelbare hoeveelheid luchtgrondstoffen of - zoals de geleerde wereld zegt - specifica aanwezig zijn, moet men tot dát punt worden geleid, waar men als het ware ontegenzeggelijk tot inzicht komt, waar deze specifica vandaan komen en wat de oorzaak is van hun ontstaan, hun bestaan en hun verdwijnen.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Dit alles in te zien is niet moeilijk voor diegene, die maar enigszins van goede wil is en geen op diploma's gebaseerde geleerde is, wiens diplomatie hem als een sluier van Mozes voor ogen hangt; alleen niet om dezelfde reden, doch opdat hij niet datgene zal zien en begrijpen wat met weinig moeite de eenvoudigste mens kan zien, waarnemen en begrijpen. Wie dus maar enigszins - ik zeg het nog eens - van goede wil is en geen sluier voor zijn ogen heeft, voor diegene ligt het voor de hand, dat deze talloze specifica in atmosferische lucht niet zomaar uit de lucht gegrepen zijn, maar - zoals alles - wel degelijk gegronde redenen hebben.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Als de mens met zijn oog, met deze kleine zon in zijn lichaam, de sterrenhemel bekijkt, dan wordt zijn oog zelf een kleine hulsglobe waarin miljarden zonnen hun baan doorlopen en centraalzonnen hun oerlicht in de eindeloze verten zenden. Het menselijk oog bevat dan een eindeloze schepping en het stralen en terugstralen van de zonnen in het aan de zon verwante oog van de mens, bewerkt de verrukking in de ziel over zulk een wonder, hoe het grootste zich in het kleinste terugvindt en het als datgene erkent, wat het in zichzelf is.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Er zijn ook dubbelsterren die op bepaalde tijden elkaar bedekken. Van deze sterren is de ene gewoonlijk van goede en de andere van boze aard. Staat de goede ster vóór de boze, dan heft hij diens werking op; schijnen beide naast elkaar, dan wordt de slechte invloed van de boze ster door de goede verzwakt; staat de boze voor de goede, dan heft hij de werking van de goede helemaal op; dan zal op het deel van de aarde waarboven zo'n ster in het zenit staat, weldra zijn slechte werking te bemerken zijn, die zich óf door slecht weer, óf door slechte groei van veel gewassen, óf door ziekten bij mens en dier kenbaar maakt.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] De tweede vaste aarde bestaat uit een heel bijzondere massa, die zoals het hout van een boom bijna helemaal homogeen is. Alleen verder naar binnen toe is ze wat minder dicht; wel neemt de dichtheid steeds meer toe naarmate zij de buitenkant nadert, wat ook noodzakelijk is. Want als het er om gaat grote lasten te dragen moet de vastheid groot zijn. Naar binnen toe echter - waar de polaire krachten werken door de ingewanden der aarde - moet de dichtheid iets afnemen en moet de aarde een beetje taai zijn en meegeven, opdat ze niet bij sterke innerlijke aandrang van krachten zou barsten en de zeer gevoelige ingewanden bij hun heen - en weergaande en op - en neergaande bewegingen, door een gevoelige botsing met de hen omgevende, wellicht te vaste wand, schade zouden kunnen lijden. Maar naar de buitenkant toe wordt deze tweede aarde in haar kunstige samenstelling uiterst vast. Dit vaste deel heeft gemiddeld een doorsnede van 200 mijl * ( 1 Duitse mijl is 7,420 km) en die dikte is sterk genoeg om de hele dichte buitenste aardkorst met al haar meren, landen en bergen met evenveel gemak te dragen, als waarmee een olifant een op zijn rug uitgespreide doek draagt.
Hoofdstuk 16: Materiaal en constructie van de tweede aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Bij de vroegere twee aarden hebben we alles eenvoudiger gevonden, omdat de werking benevens de aan haar voorafgaande activiteit in zekere zin heel eenvoudig is. Men zou de inwendige activiteit en de inwendige arbeid kunnen vergelijken met een gewoon drijfwiel, waarbij men niets anders ziet dan dat het gestadig maar toch met veel vaart om zijn as wentelt. Gaat men dan echter de werkplaats binnen, waar door de eenvoudige werking van het genoemde drijfwiel een zeer gecompliceerd mechanisme in de meest verschillende bewegingen wordt omgezet en waar door deze rader- en spil werken de meest verschillende resultaten worden bereikt, dan is men verbaasd als men bedenkt dat dit alles door het eenvoudige ver verwijderde drijfwiel wordt teweeggebracht.
Hoofdstuk 18: De aardkorst - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Uit wat voor materiaal bestaat dus de tweede vaste aarde? Jullie dit materiaal te beschrijven zal wel wat moeilijk zijn, omdat aan de oppervlakte van de aarde een dergelijke stof niet te vinden is en zich daar ook niet bevinden kan, omdat de bestanddelen van elk van deze in elkaar passende aarden heel verschillend zijn, wat men ook heel gemakkelijk ziet als men een noot bekijkt, waar de buitenste groene schil helemaal niets van de harde schaal bevat, evenmin iets van de binnenste kern en elk deel, hoewel met elkaar verbonden, toch op zichzelf als een geheel afgescheiden iets aanwezig is. Zo is het ook met de massa van deze tweede, vaste aarde gesteld. Het is noch steen, noch metaal, zeker geen diamant en nog minder goud of platina. Want als deze massa uit laatstgenoemde stoffen zou bestaan, dan zou ze ten eerste het innerlijk vuur dat uit de ingewanden stroomt, niet kunnen doorstaan; de massa zou weldra gesmolten en in slakken en as zijn veranderd. Evenmin zou ze de talloze vuurbronnen en andere verstorende krachten die door haar heengaan kunnen verdragen; ze zou weldra verbruikt zijn en anderzijds op deze doorgangen verweren, en in die toestand zou ze dan voor verdere operaties niet meer geschikt zijn.
Hoofdstuk 16: Materiaal en constructie van de tweede aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Is ze dan misschien een heel merkwaardige beendermassa? Dat is allerminst het geval. Ze lijkt nog het meest op het zogenaamde asbest of steenwol, als dit in vaste massa' s zou zij n samengepakt. Want deze steenwol wordt zowel door vuur als door zuren bijna niet aangetast, hoewel ze wel chemisch oplosbaar is; en daarin toont zich het verschil tussen de ook chemisch onaantastbare massa van de vaste aarde en het asbest, zoals wij dat kennen. Als er ergens op de aarde nog iets bestaat dat nog meer op de tweede vaste aarde lijkt dan asbest, dan is dat een bepaald soort puimsteen, dat echter slechts in de nabijheid van de zuidpool wordt aangetroffen; deze steensoort is tot nu toe nog in geen enkele verzameling van natuurwetenschappelijke voorwerpen de stoot veel steun heeft. Soortgelijke sluitkleppen vind je ook in alle aderen van het dierlijk lichaam. Je hoeft alleen maar een anatomisch werk of bij voorbeeld een houtvezel door een microscoop te bekijken en je zult langs de buisjes een heleboel van zulke sluitkleppen aantreffen.
Hoofdstuk 16: Materiaal en constructie van de tweede aarde - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] We hebben gezien hoe de vloeistoffen uit het binnenste der aarde door de middelste of vaste aarde heen naar boven worden gestuwd. Dit mechanisme is, zoals jullie gemakkelijk uit de beschrijving zult hebben gezien, in de grond zeer eenvoudig, maar daarbij volkomen doelmatig ingericht. De sappen echter, die door dit eenvoudige mechanisme naar boven gestuwd worden, zouden al gauw hun oorspronkelijke kracht, die als substantie met hun wezen vermengd is, verliezen, vooral op een weg die niet zelden verscheidene honderden mijlen (* 1 Duitse mijl is 7,420 km.) bedraagt. Om dit euvel, dat zich gemakkelijk zou kunnen voordoen, te voorkomen, moet van een andere kant met een buitengewoon kunstig mechanisme te hulp worden gekomen en wel als volgt: In de richting noord-zuid lopen talloze fijne mineraaldraden, die van het noorden naar het zuiden meestal zuiver ijzerhoudend zijn en in omgekeerde richting zuid-noord platina - en soms koperhoudend zijn. Deze draden zijn, zoals al werd opgemerkt, buitengewoon fijn en wel zo dat spinrag, als dat gedeeld werd, een aantal van tienduizend van zulke draden zou voortbrengen, wat toch zeker een erg fijn werk is. Deze draden lopen niet gelijkmatig recht door, maar zijn erg gekronkeld, ongeveer zoals de kam van een zaag, en hebben daarbij ook nog veel andere windingen, vooral in de gebieden waar ze in aanraking komen met de van binnenuit naar boven lopende aderen en kanalen. Dat is echter noodzakelijk, want juist op die plaatsen moeten deze leidraden het meest werkzaam optreden.
Hoofdstuk 17: Het krachtig worden van de aardsappen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Het verduisteren van sterren door planeten oefent vaak ook op deze manier óf een slechte óf een goede invloed uit op de aarde. Vanuit dit standpunt bekeken, bepaalden de oude wijzen de nu fabelachtig aandoende 'heerschappij der planeten' wat echter niet zo dwaas is als de tegenwoordige geleerden, die alleen maar in cijfers denken, zich inbeelden.
Hoofdstuk 21: De inwerking van het licht op de lucht - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Ja, er schuilt werkelijk iets waars in deze zaak, weliswaar zeker niet volgens de jullie bekende, zeer onzuivere manier, maar op een wijze die jullie in de voorafgaande informatie op een heel aanschouwelijke manier bekend werd gemaakt.
Hoofdstuk 22: De twaalf tekenen aan de hemel en de invloed die ze uitoefenen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] De maan doorloopt juist binnen 29 dagen zijn baan, die hij wel in een zeer nauwe kring onder de zogenaamde twaalf sterrenbeelden door trekt, en het gebeurt op deze manier dat de maan gedurende het verloop van zijn omlooptijd achtereenvolgens heel natuurlijk geleidelijk onder elk van de twaalf sterrenbeelden komt te staan.
Hoofdstuk 22: De twaalf tekenen aan de hemel en de invloed die ze uitoefenen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Deze draden zijn geen buisjes, maar bestaan uit veelsoortige, aan elkaar geregen kristallen die als schakels van een keten met elkaar verbonden zijn. Ze zijn ongeveer zo geplaatst alsof men verscheidene driezijdige piramiden zo op elkaar had gezet, dat de top precies tegen het midden van het ondervlak van de volgende piramide zou komen te liggen. De ijzerhoudende piramiden zijn zo geplaatst, dat de toppen naar het noorden zijn gericht, terwijl de platina - en koperhoudende piramiden hun toppen naar het zuiden gericht hebben. Als men dit goed voor ogen stelt, heeft men een beeld omtrent de constructie van deze geleidingsdraden. Deze geleiding moet dáárom mechanisch zo geordend zijn, omdat elke anders geordende, gladde leiding - zoals bijvoorbeeld door een draad - het werkende elektromagnetische fluïdum zou verliezen bijeen lengte van niet zelden 3000 mijl (* 1 Duitse mijl is 7.420 km)
Hoofdstuk 17: Het krachtig worden van de aardsappen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Hieruit kunnen jullie al enigszins opmaken, hoe bijzonder kunstig dit mechanisme geweven is; maar daar zou weinig mee gewonnen zijn, als deze draden de elektromagnetische stof heen en terug lieten wisselen. Daarom moeten op bepaalde punten - speciaal in de buurt van de omhooglopende kanalen - verzamelruimten zijn aangebracht, waarin deze stof zich kan verzamelen. Is zo' n kamertje helemaal opgeladen, dan werkt het in op de vloeistof in het kanaal en geeft die weer nieuwe kracht. Dat is één taak van deze vele verzamelkamers, die nu eens groot, dan weer klein zijn, nu eens negatief, dan weer positief; als de opstijgende vloeistof door de positieve elektriciteit te warm is geworden, neemt de negatieve dan weer het teveel in zich op en verandert tegelijkertijd, zodat het aan haar gelijk wordt; of duidelijker gezegd: wat de positieve elektriciteit teveel verhit, koelt de negatieve weer af.
Hoofdstuk 17: Het krachtig worden van de aardsappen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1385 - 1386 - 1387 - 1388 - 1389 - 1390 - 1391 - 1392 - 1393 - 1394 - 1395 - 1396 - 1397 - 1398 - 1399 - 1400 - 1401 - 1402 - 1403 - 1404 - 1405 - 1406 - 1407 - 1408 - 1409 - 1410  ...