Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 141 van 1490

...  129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154  ...
[7] Toorn en wraak moeten verre zijn van het hart van Ieder die Mijn leerling wil zijn; over de bittere gebeurtenissen op deze aarde mag hij niet klagen of daarover zelfs geërgerd beginnen te morren.
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Hij moet alle leven van vermaak vermijden als de pest; maar daarentegen alles inzetten om door Mijn levende woord In zijn eigen hart letterlijk een nieuwe geest te vormen en om vervolgens eeuwig geheel in deze geest verder te leven in de overvloed van alle geestelijke kracht.
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Denk daarom over deze voorwaarden na en zeg Mij of je daarmee instemt en of je je aan dat alles geheel wilt onderwerpen!"
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Maar in deze dagen wordt het rijk van God geweld aangedaan; en die het niet met geweld naar zich toe trekken, zullen het niet bezitten.
Hoofdstuk 9: De voordelen van zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Kijk naar deze engel van Mij! Hij alleen al heeft uit Mij zoveel macht en kracht, dat hij, als Ik dat zou willen, deze hele aarde, de grote zon, de maan en al de andere voor jou zichtbare sterren in een oogwenk net zo snel zou kunnen vernietigen als de steen die hij zoëven vernietigde. En bedenk daarbij dat, als je deze grote aarde vergelijkt met de grootte van die werelden, de aarde nauwelijks de grootte zou hebben van het kleinste zandkorreltje. Als je echter gelooft dat de cultuur van de aardbodem alleen maar van de mensen afhankelijk is dan vergis je je deerlijk!
Hoofdstuk 9: De voordelen van zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Als nu de voornaamste bewerkers van de aardbodem voor het dragen van eetbare vruchten steeds Mijn engelen zijn, zouden zij als gunstige uitzondering ook wel het uitzaaien op zich kunnen nemen, zoals zij dat ook op plaatsen van deze aarde doen die nog door geen mensenvoet betreden zijn.
Hoofdstuk 9: De voordelen van zelfverloochening. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] De jonge Farizeeën beginnen zich naar aanleiding van deze Introductie van Mij behoorlijk achter de oren te krabben en geen van hen weet daar een passend antwoord op. De jonge FARIZEEËR, die voorheen steeds met Julius had gesproken maar nu nog bij Mij stond, zegt echter toch na een poosje zo half en half schertsend: "Beste, goede en onovertrefbare meester! De aan ons gestelde voorwaarden kunnen op zichzelf heel goed zijn om misschien enige van uw buitengewone, goddelijk lijkende eigenschappen te verkrijgen. Maar, heel weinig mensen zullen zich daarvoor uitspreken en daartoe overgaan! En een algemeen belang kan die wens ook al niet hebben, want stel dat alle mensen uw voorwaarden om u te volgen zouden aanvaarden, dan zou de aarde er weldra zo uitzien als zij..er volgens Mozes op de tweede of derde scheppingsdag uitzag, namelijk verlaten, woest en ledig! Weet u, bekeerlingen zult u op deze manier weinig krijgen! Kleine aantallen, die zich willen onderwerpen aan het zogenaamde bespiegelende leven en in zekere zin op aarde reeds bereiken willen wat hen pas in het hiernamaals te wachten staat, zullen daartoe wel overgaan; maar alle mensen!? O God, wat zou er van de wereld terechtkomen?
Hoofdstuk 8: De voorwaarden die de Heer aan leerlingen stelt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Hebben jullie niet gelezen over het vroegere aardse paradijs, waar de eerste mens geschapen werd? Dit paradijs was een grote tuin en goed voorzien van de heerlijkste vruchten van de gehele aarde; en toch had vooraf de hand van een mens onmogelijk deze tuin kunnen bewerken! Ook hadden de eerste mensen geen huizen en geen steden; zij hadden maar zeer weinig behoeften die gemakkelijk te bevredigen waren, maar zij bleven daar gezond bij. Zij bereikten altijd een zeer hoge leeftijd en hadden daarom veel tijd om zich met de geestelijke vorming van hun ziel bezig te houden en zij stonden bijna doorlopend in zichtbare verbinding met de hemelse machten.
Hoofdstuk 10: Behoeften en het kwaad daarvan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ik zeg jullie: De mens heeft voor het leven op deze aarde helemaal niet veel nodig; maar de trots van de mens, zijn traagheid, zijn hoogmoed, zijn zelfzucht en heerszucht vragen onbeschrijflijk veel en zijn toch nooit te bevredigen!
Hoofdstuk 10: Behoeften en het kwaad daarvan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Daarop is de zorg van de mensen het meest gericht en zij hebben dan natuurlijk geen tijd meer om zich bezig te houden met datgene, waarmee zij zich eigenlijk bezig moesten houden omdat God hen slechts daarvoor op deze wereld heeft geplaatst.
Hoofdstuk 10: Behoeften en het kwaad daarvan. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Ja, als die toestand eenmaal intreedt bij de wereldse mensheid, is een mens ook geheel opgehouden mens te zijn. Hij is dan slechts een instinctmatig, verstandig dier en voorlopig helemaal niet in staat tot enige verdere ontwikkeling van de ziel en de geest. Daarom moet dat vlees gedood worden en vergaan, samen met de te vast met het vlees verbonden ziel, opdat misschien na vele duizenden jaren een geheel vrij van het vlees geworden ziel weer de weg van haar eigen ontwikkeling en zelfstandig wording kan volgen, hetzij nog op deze aarde of op een andere.
Hoofdstuk 11: De aanleiding tot de zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Deze pure wereldse en vleselijke mensen zien er uiterlijk weliswaar vaak heel mooi en aantrekkelijk uit, vooral het vrouwelijk geslacht, hetgeen heel begrijpelijk is door de steeds grotere eenwording van hun ziel met het vlees. Maar zulke mensen worden daardoor ook zwak en heel ontvankelijk voor alle slechte, fysieke indrukken. Hun lichamen worden gemakkelijk ziek en het geringste contact met een besmettelijke ziekte is dodelijk voor hen, terwijl mensen die een vrije ziel en daarin een vrije geest hebben, alle vergiften van de aarde over zich heen kunnen laten komen zonder ook maar de geringste schade te lijden. Want een vrije ziel en daarin een vrije geest hebben kracht en middelen in overvloed om iedere zwakke vijand krachtdadig te bestrijden, terwijl een ziel die in alle levensuitingen aan haar vervloekte lichaam zit vastgeketend, op een aan handen en voeten gebonden reus lijkt die zich zelfs niet tegen een lastige vlieg teweer kan stellen en moet dulden dat een zwakke dwerg hem heel op z'n gemak, maar des te pijnlijker, met een mes het hoofd van de romp scheidt."
Hoofdstuk 11: De aanleiding tot de zondvloed. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Ik ben een genezer. Hoe kan Ik dat, vragen de dode en daarom geheel blinde mensen zich af. En Ik zeg jullie dat ik van geen mens het lichaam genees, maar als een ziel nog niet te sterk met haar lichaam is vermengd, maak Ik slechts de ziel vrij en Ik wek, voor zover mogelijk, de in de ziel begraven geest. Deze versterkt meteen de vrij geworden ziel en die kan dan gemakkelijk alle gebreken van het lichaam in een oogwenk weer in de normale orde terugbrengen.
Hoofdstuk 12: Vrijmaking van de ziel en de in de ziel begraven geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Wie een levende ziel heeft overeenkomstig Gods orde, met daarin een vrije geest, kan ook de ziel van zijn broeder vrij maken als deze nog niet te veel met het vlees is vergroeid en die helpt dan heel gemakkelijk haar zieke lichaam. Als de zieledokter echter zelf een erg zieke ziel heeft, die meer dood dan levend is, hoe zou hij dan dat wat hemzelf ontbreekt aan een andere ziel kunnen geven?! Denk er daarom over na!
Hoofdstuk 12: Vrijmaking van de ziel en de in de ziel begraven geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Na deze toespraak is iedereen erg onder de indruk en denkt in stilte: 'Eigen schuld!' En de jonge Farizeeër weet niet wat hij Mij daarop moet antwoorden. Ook Cyrenius en Julius trekken nu wat zorgelijke gezichten en ook Ebahl en zelfs Jarah, die haar vrouwelijke schoonheid bedenkelijk begint te vinden!
Hoofdstuk 13: Noach en de ark. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154  ...