Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 141 van 1112

...  129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154  ...
[9] Vind je dit geen treffend beeld? Jouw leven is nu ook nog weliswaar rein, maar overigens heel rustig, koud water in de pot van je lichaam. Jouw pot kan wel behoorlijk naar alle kanten heen .en weer worden bewogen, maar daaruit zul je toch je levenskracht met leren kennen. Integendeel, hoe meer het water in zijn koude rusttoestand. wordt bewogen, zoals dat bij alle belangrijke wereldse mensen het geval is, des te minder herkent het levenswater in de sterk bewogen mensenpot zichzelf en zijn omgeving, want een bewogen spiegelend watervlak laat geen zuiver beeld meer zien, maar een erg vertekend.
Hoofdstuk 27: Mathaël over het innerlijke leven van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Wordt echter je levenswaterpot op het ware vuur van de liefde, van grote deemoediging en veel lijden en pijnen gezet, O, dan begint het in de pot geweldig te koken en daardoor zullen al heel gauw de vrij gekomen levensdampgeesten zichzelf, hun eerdere koude, trage toestand, dat wil zeggen de zinnelijke ziel en de ondeugdelijke pot, herkennen. Het. zich nog in de pot bevindende, heet borrelende levenswater zal dan met duizend lichte oogjes de boven zich opstijgende levensgeesten zien en beseffen, dat het niet alleen een luie drager daarvan was, maar dat het daarmee één geheel vormt! Maar begrijp wel, vriend, de pot zullen de opstijgende vrije levensgeesten niet als een deel van zichzelf zien, maar slechts als een onplezierig uitwendig omhulsel dat later in scherven wordt gebroken en op straat gegooid. -Heb je nu enig idee van wat ik je eigenlijk heb willen duidelijk maken?" ..
Hoofdstuk 27: Mathaël over het innerlijke leven van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] En vanaf dat moment begint pas de zich nu door en door kennende oerlevensbron van al het andere leven uit vrije wil te voorschijn te komen. -Begrijp je er nu al wat van?"
Hoofdstuk 28: Het godsbegrip van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] MATHAËL zegt: "O ja, o ja, je hebt helemaal gelijk! Kijk, zolang het water in de pot niet verhit wordt, heeft het ook een goed en rustig bestaan, maar komt het vervolgens op het vuur, dan ziet het er echter al gauw heel anders uit. Eenmaal moet de rust verbroken worden!
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[17] Jij lijkt op een mens die 's morgens nog lekker slaapt en door zijn reeds lang wakker zijnde vrienden gewekt wordt, waarop hij eerst heel geërgerd reageert; pas als hij met wat moeite helemaal wakker wordt, ziet hij de weldaad van het geheel wakker zijn en vervolgens verblijdt hij zich over zijn lichte en vrije leven.
Hoofdstuk 29: De wijsheid van Cyrenius tegenover die van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Als het voor ons echter niet meer voldoende is, dan rijst bij ieder mens die ook maar een vonkje ware naastenliefde in zich heeft, de vraag: Wie stelt uiteindelijk de vele miljoenen arme duivels ervoor schadeloos dat zij allen, ondanks het houden van uiterlijke voorschriften, toch ten prooi vallen aan de eeuwige dood? Als de mensen toevallig zijn ontstaan, dan kan die leer wel terecht zijn; maar als zij allemaal, hetgeen wel te zien is aan hun zeer wijze bouw, het werk zijn van een zeer wijze en goede God, dan moet er een andere en voor alle mensen praktischer weg zijn om het eeuwige leven te bereiken. Als die er niet is, dan is al het leven het verachtelijkste wat het menselijk verstand ooit als verachtelijk en afschuwwekkend kan waarnemen!
Hoofdstuk 30: Het protest van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Uw leer, Heer en Meester, vind ik aangenaam, goed en waardevol, want die geeft mij, als ik zwak mocht worden, de hulp van een almachtige helper. Maar volgens de leer van Mathaël heb ik niemand anders dan mijzelf. Slechts ikzelf kan mij het eeuwige leven geven of ontnemen en een God zou daarbij helemaal geen rol spelen, behalve dan door met geërgerde of welwillende blikken te kijken hoe een arme duivel zich loswerkt uit de klauwen van de dood en zeg maar over de onherbergzaamste wegen, die bezaaid zijn met dorens, rotsen en giftig gebroed, naar het eeuwige leven opklimt!
Hoofdstuk 30: Het protest van Cyrenius. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Wel, bijna net eender vergaat het een ziel als zij volledig is afgezonderd. Zij heeft dan weer licht en dan weer duisternis. Licht noch duisternis ziet de ziel echter als een realiteit, maar slechts als een tijdelijke afschaduwing van datgene wat de ziel, zonder het te weten of te willen, opneemt uit de sfeer rondom haar, zo ongeveer als waarop een aan het gras hangende dauwdruppel het beeld van de zon in zich opneemt. De druppel is nu wel verlicht, maar zijn bewustzijn gaat niet zo ver dat hij met inzicht zou kunnen waarnemen waar vandaan het licht zijn lichaam is binnengedrongen.
Hoofdstuk 31: Mathaël over de weg naar het ware leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Het is daarom zaak, je levenswater niet steeds maar in de voor het lichaam behaaglijke koelte te laten staan, máar naar het vuur te brengen om het te koken, opdat het in machtige dampwolken opstijgt en zich vormt tot een nieuw leven. Anders is alles voor niets. Laat mijn woord nóg zo onaangenaam voor je zijn, toch blijft de waarheid eeuwig waarheid, -en alle~n door haar kan men de ware en volle levensvrijheid bereiken, zonder welke geen echt, eeuwig leven denkbaar is!"
Hoofdstuk 32: De eenheid van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] MATHAËL zegt: "Wat je wenst is voor een deel al gebeurd en zal nog veel vaker gebeuren! Kijk, de grote en machtige Heiland die ons heeft genezen, heeft daarvoor al alle mogelijke voorzorgsmaatregelen genomen. Wij vijf weten nu ook wel de weg, maar het zou toch erg moeilijk zijn alles onder te brengen in een systeem voor algemeen onderricht, maar voor mensen zoals jij zouden wij in geval van nood ook dat nog wel kunnen klaren! Want voor een mens, die zich eenmaal bij al wat hij doet op de weg van de waarheid bevindt, is bepaald niets geheelonmogelijk omdat het eigenlijke, vrije leven één geheel is, of het zich nu in God, in een engel of in een mens bevindt.
Hoofdstuk 32: De eenheid van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Wie hier echter deze weg gaat, weliswaar onder de nodige inspanningen en met ware wijze levensernst, bereikt al in weinig jaren in alle waarheid, duidelijkheid en met volle zekerheid het eeuwige leven, hetgeen hij elders door de slaperige instelling van de ziel pas na enige honderden, of zelfs na vele duizenden jaren pas kan bereiken, als het goed gaat. Maar als er ook maar iets fout gaat, kan een hier of elders geheel bedorven ziel ook aeonen na aeonen genieten van een zeer miserabel droomleven, waarin zij behalve zichzelf en haar zeer miserabele fantasiebeelden niets waars of reëels, of iets buiten zichzelf te zien krijgt. Ondanks dat doet zij toch bittere ervaringen op, die haar leren dat zij omringd is door louter vijanden waartegen zij zich niet kan verweren, omdat zij die net zo min kan zien als op deze wereld een stekeblinde kan zien waarvandaan de vijand komt of waar andere gevaren hem wachten!
Hoofdstuk 31: Mathaël over de weg naar het ware leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MATHAËL zegt: "Deze levensvoorwaarden laten zich ongetwijfeld minder prettig aanhoren dan de mooie verhalen over een lenteleven fantasie, waarin het leven rondfladdert als vogels in de lucht of als vlinders en gouden eendagsvliegen, die van bloem naar bloem dwarrelen en uit hun kelken de zoete dauw opzuigen. Daarom kan men zo'n wellustig leven alleen maar een vergankelijk dagleven noemen, dat zich ten eerste nauwelijks van zichzelf bewust is en daarom ten tweede eigenlijk ook helemaal geen leven is. Wat voor nut zou uiteindelijk zo'n vlinderbestaan voor de mens hebben? Denk eens aan de duur van dit leven! Zeventig, tachtig, negentig jaar is reeds een hoge ouderdom, dan wordt het lichaam al zwak en hulpbehoevend; slechts één wat kwade windvlaag en het is ten einde!
Hoofdstuk 32: De eenheid van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Maar natuurlijk heb je zelfs in het reeds volmaakt vrije leven nog buitengewoon grote verschillen. Want een leven, dat zich nog maar pas van zichzelf bewust is geworden, heeft natuurlijk lang niet zoveel kracht als een leven dat zichzelf al eeuwen geleden waarachtig in zijn gehele volheid en diepte herkend en begrepen heeft. Zo'n leven is nu een heer der oneindigheid geworden en alle hemellichamen met alles wat zij dragen, worden door dit leven geregeerd.
Hoofdstuk 32: De eenheid van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Het is echter nu eenmaal voor alle eeuwigheden door Gods oerleven besloten dat juist deze nietige aarde het toneel van Zijn mededogen zal worden en dat in zekere zin nu reeds dadelijk de gehele oneindigheid in de nieuwe orde zal binnengaan en zich daarin zal moeten voegen, als zij gemeenschappelijk deel zal willen nemen aan de eindeloze zaligheid van het ene leven van God. Daarom moet men ook gehoorzamen, koste wat kost!
Hoofdstuk 32: De eenheid van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Er zal eens een tijd komen dat de mensen de levenskracht van de dampen van het water in graden zullen meten en z.ij zullen deze beteugelen, zoals de Arabieren hun paarden beteugelen en zij zullen deze kracht voor alle ongelooflijk zware werkzaamheden gebruiken. Ook voor de zwaarste wagen zullen zij de in het water verborgen levenskracht spannen en daarmee met de snelheid van een afgeschoten pijl wegrijden.
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154  ...