15542 resultaten - Pagina 141 van 1037
... 129 - 130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 ...
[1] MUREL zegt: "Geëerde wijze vriend! Deze leer heeft nu juist het voordeel dat zij, naar mijn mening, wat duidelijkheid betreft op een nog méér dan wiskundig vaste basis staat en daardoor voor twijfel geen ruimte biedt. Daarom ben ik ook van mening dat deze leer nooit vervalst zal kunnen worden!"Hoofdstuk 229: Zorgen over de verspreiding van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Kijken wij naar ons zelf en vragen wij ons eens af wat ons het eerst van onze onderstellingen heeft afgebracht! Laten wij ons zelf niet voor de gek houden! Juist de daden waren het die ons toonden wie Hij is die ze verricht had!
Hoofdstuk 229: Zorgen over de verspreiding van de leer. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Daarom geloof ik dan ook dat de hoogste liefde en wijsheid van de Heer, ook meermalen midden op het heldere middaguur van onze geestelijke aarde der menselijke kennis en wijsheid, donkere en duistere wolken voor het heilige aangezicht van de zon van onze geest zal laten komen, om de mensen des te meer te laten dorsten naar het licht. Door het verlies van het licht onderkennen wij pas hoe groot en onschatbaar de waarde van het echte levenslicht is.
Hoofdstuk 230: De Heer zorgt. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "Wat voor uitwerking zal dit allemaal in Jeruzalem hebben? Wij kennen de kwade invloed van de tempel, diens onbegrensde heers- en hebzucht en de verborgen vijandigheid ten opzichte van de Romeinen. Als de Heer nu misschien toch ook een keer naar Jeruzalem zou gaan -wat uit veel van Zijn woorden viel op te maken -wat voor gezicht zal de tempel en de heerszuchtige en van een luxueus leven houdende Herodes daarbij zetten?!
Hoofdstuk 231: Over de dood des Heren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] PHILOPOLD zegt: "Geëerde vriend, dat schijnt mij wat te ver boven onze begrip te gaan! Aan de almachtige en wijze geest van God zal denk ik toch wel alles mogelijk zijn en dus ook het temmen van Jeruzalem!? Kijk eens naar de trotse stad Caesarea Philippi! Waar en wat is zij nu, de trotse, die haar straten met goud en edelstenen begon te plaveien. Een erbarmelijke ruïne zul je aantreffen! Denk je dat de Heer dat ook niet binnenkort over het ontuchtige Jeruzalem zal laten komen?
Hoofdstuk 231: Over de dood des Heren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De Heer, als mens, zal eens naar Jeruzalem gaan, zal daar leren en grote tekenen doen. Daardoor zal de tempel zeer geschaad worden, in grote woede ontsteken en trachten de Heer te grijpen en te doden, een onderneming van de tempel waartoe deze nu al grote lust heeft. En luister! De Heer zal Zich door de tempel laten grijpen en lichamelijk laten doden! Dat zijn Zijn hoogst eigen woorden.
Hoofdstuk 231: Over de dood des Heren. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kijk, zoals je hier nu met eigen ogen kunt zien, staan wij altijd klaar voor de eervolle dienst van de Heer en wij dragen Zijn wil van de ene oneindigheid naar de andere, en wees ervan verzekerd dat wij jou in je Pontus omgeving heel zeker zullen vinden en je altijd van alles op de hoogte zullen brengen wat je volgens Gods orde noodzakelijk moet weten! Wat er ook mag gebeuren, je zult, als je wil blijft zoals hij nu is, van alles wat voor jou nodig is ogenblikkelijk in kennis gesteld worden, en meer zul je voorlopig wel niet nodig hebben.
Hoofdstuk 232: Het geweten en de invloed van de engelen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] De ENGEL zegt: "Deze klomp was een half uur geleden nog een deel van de zon. Door een grote vuurkrater, waarin het geweldig tekeer ging, werd hij samen met vele andere brokken, met een onbegrijpelijk groot geweld naar buiten geslingerd in het grote wereldruim. Als bij toeval werd deze klomp richting aarde gestuurd. Sneller dan de bliksem vloog hij door de ether en bereikte reeds achter het werelddeel Europa de atmosfeer van deze aarde, die hij eerst aan de bovenzijde slechts lichtjes raakte. Toen hij in het volgende ogenblik echter dieper zonk en door de steeds dichtere atmosfeer van deze aarde veel weerstand ondervond, verminderde zijn snelheid sterk en toen hij in deze omgeving kwam, vloog hij in vier ogenblikken slechts twintig uur gaans. Toen ik hem inhaalde was hij Azië toch al bijna voorbij en zou binnen tien ogenblikken in de grote aardse zee zijn gevallen. De Heer wilde echter dat jullie ook in dit opzicht voorlichting krijgen, en niet blijven geloven dat er een boze geest over de aarde vliegt om daaraan en aan de mensen schade te berokkenen. Nu hebben jullie de boze geest voor je en daar kunnen jullie van leren dat dit een heel gewone verschijning is tussen de grote hemellichamen."
Hoofdstuk 233: De meteoor. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] De aanwezigheid van de geesten in de materie is echter gemakkelijk vast te stellen. Als zij tot buitengewone activiteit gedwongen worden, zullen jullie altijd, al naar gelang de kracht en sterkte der geestelijke activiteit, lichtstraling zien. Hoe sterker het licht, des te krachtiger is de activiteit van de in die materie actief geworden geesten.
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Van de kracht waarmee vanuit de zon tijdens haar grote erupties, waarbij haar materiegeesten in maximale onrust en activiteit worden gebracht, zo'n brok naar buiten wordt geslingerd, kunnen jullie je wel een geringe voorstelling maken door de sterkte van het zonlicht!
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Ja, ik verzeker jullie: in het binnenste van de grote zon ontstaan niet zelden erupties die zo krachtig zijn, dat de daarbij vrijkomende krachten met brokken zo groot als deze aarde net zo zouden spelen, als hier op deze aarde de wind speelt met het dwarrelende kaf! En nu zal het jullie des te begrijpelijker zijn hoe en met wat voor supersnel gemak deze klomp uit de zon naar deze aarde kwam!"
Hoofdstuk 234: De wezen van de materie. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] MATHAËL zegt: "Vriend Murel, dat is op de plaats waar wij ons nu bevinden toch geen vraag meer! De Heer bij ons, -en dáár een engel uit de hemelen, die beslist getuige was van de gehele materiële schepping! Zelf was ik al vanaf mijn jeugd schriftgeleerde in de tempel en dat was dan ook de reden waarom men mij als apostel naar de Samaritanen had gezonden. Maar eer ik nog een woord met de Samaritanen kon spreken, zette Jehova een streep door mijn rekening: Ik viel in handen van gemene struikrovers en moest, om mijn leven niet te verliezen, zelf een gemene struikrover worden.
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Op een nacht dat ik alleen voor het vreselijke rovershol de wacht hield, kwam er een bitter ernstige man naar mij toe. Ik doorboorde hem meteen met mijn zwaard. Hij zei echter: 'Doe geen moeite met je ellendige wapen, want een onsterfelijke geest is nooit in der eeuwigheid door een wapen van een sterveling te doden! Ik ben de geest van Abraham en vraag je, waarom je God wilt verlaten en Zijn naam vervolgen!'
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Daarop zei ik, Mathaël, heel kwaad: 'Waarom vervolgde God mij eerst, terwijl ik toch in Zijn naam naar de Samaritanen werd gezonden om hen allen voor de tempel te winnen!? Mijn bedoeling was eerlijk en rechtschapen voor God en alle mensen, omdat zij eerlijk en rechtschapen was voor mijn geweten. God heeft mij vanaf het begin van mijn bestaan alleen mijn geweten als mijn rechter meegegeven en ik leefde rechtvaardig voor deze innerlijke, strenge rechter. Ik heb mijzelf niet uitgezonden naar de Samaritanen, maar de hogepriester als plaatsvervanger van Mozes en Aäron.
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Als het onjuist geweest zou zijn dat ik naar de Samaritanen werd uitgezonden, zou Gods wijsheid niet mij hebben moeten tuchtigen, maar alleen diegene die mij gezonden had. Omdat zij echter mij, de onschuldige, greep, ben ik vanaf dat moment de grootste vijand van Jehova, door Wie u, bittere geest, naar mij toegezonden schijnt te zijn!'
Hoofdstuk 235: De ontmoeting van Mathaël met de geest van Abraham. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)