Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1402 van 1490

...  1390 - 1391 - 1392 - 1393 - 1394 - 1395 - 1396 - 1397 - 1398 - 1399 - 1400 - 1401 - 1402 - 1403 - 1404 - 1405 - 1406 - 1407 - 1408 - 1409 - 1410 - 1411 - 1412 - 1413 - 1414 - 1415  ...
[4] Tot nu toe is er nog geen geleerde die precies op de hoogte is van de deelbaarheid van de materie en niemand kan bepalen tot welk kleinste deeltje uiteindelijk de materie deelbaar is. Neem bijvoorbeeld een korreltje muskus en leg dat ergens in een groot vertrek neer. In korte tijd wordt dit geheel met muskusgeur vervuld. Men kan zo' n stukje vele jaren laten liggen en het zal nog in gewicht, noch aan volume merkbaar verliezen. En toch moeten zich elke seconde vele miljoenen deeltjes van dit stukje hebben losgemaakt om het hele vertrek voortdurend met muskusgeur te vullen. We kunnen nog veel van deze voorbeelden geven, maar hier is één voldoende om in te zien dat een definitieve uitspraak over de deelbaarheid der materie zeker moeilijkheden geeft. Als nu echter duidelijk is geworden, dat tenminste voor jullie begrippen alle materie tot een bijna oneindig minimum deelbaar is, dan is het aan de andere kant ook meer dan duidelijk, dat de materie noodzakelijkerwijs uit deeltjes samengesteld moet zijn. Wie trekt deze deeltjes samen en voegt ze zo vast aan elkaar, dat ze er als een massa uitzien, die nu eens vaster, dan weer minder vast is? - Kijk, dit is al het eerste stadium waar het geestelijke begint!
Hoofdstuk 27: Ontstaan en doel van de materie - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Om dit allerergste euvel toch in de goede richting te sturen wordt een schepsel, dat zich niet in Mijn gegeven ordening wil voegen, dadelijk gevangen genomen en in een bepaald punt op een bepaalde plaats gefixeerd en zie, deze fixering is nu datgene wat jullie als materie kennen, zien en voelen.
Hoofdstuk 27: Ontstaan en doel van de materie - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] In de talloos vele deeltjes van de materie ligt de eindeloze intelligentie van het nieuw geschapen, maar nu gevangengenomen wezen, een intelligentie die nooit vernietigd kan worden. Maar ze is vastgelegd en tegen de geestelijke zon gekeerd, totdat ze die rijpheid heeft bereikt, waardoor ze alleen nog maar in staat is het licht van de zon op te nemen, zoals een spiegel die het licht van de zon zolang opneemt, tot de zon hem voor al het andere blind maakt en hij alleen nog maar in staat is het licht van de zon op te nemen. Van buiten af gezien wordt de spiegel steeds matter en zijn materie wordt losser en poreuzer; maar daardoor is deze materie steeds beter in staat in al haar opgeloste delen het beeld van de zon, hoewel erg verkleind, op te nemen en dat is eigenlijk de goede overgang: dat zo'n wezen begint in al zijn delen de Godheid op te nemen en niet alleen maar in een enkel deel. En daarom is het niet genoeg als iemand zegt: 'Heer, Heer', maar hij moet de Heer in alle vezels van zijn leven opgenomen hebben; dan pas is hij rijp weer daarheen terug te keren, waar hij vandaan is gekomen.
Hoofdstuk 27: Ontstaan en doel van de materie - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[17] Uit deze inleiding is wel duidelijk geworden, dat de materie onmogelijk iets anders dan geestelijk kan zijn; en we kunnen nu langs goed verlichte wegen onze tocht over en in de aarde maken.
Hoofdstuk 27: Ontstaan en doel van de materie - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] In deze regio bevinden zich louter volkomen geesten en alleen maar zulke, die vroeger mensen op aarde waren. Deze genieten al van een voortdurend licht, want op deze hoogte wordt het ook natuurlijk gezien, nooit geheel donker. In de geestelijke natuur is het daar ononderbroken dag. Want deze derde regio geeft al een derde zuiver geestelijk stadium aan; terwijl de tweede regio nog niet zuiver is en vaak aan vertroebelingen is blootgesteld. Maar dit is nog meer het geval in de eerste of onderste luchtregio waarin goed en kwaad door elkaar heen lopen, omdat dit het eerste stadium is.
Hoofdstuk 28: De geesten van de hoogste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] We weten nu, dat in de derde regio de zuiverste geesten van deze aarde wonen. Waarom? Wat doen ze daar?
Hoofdstuk 28: De geesten van de hoogste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Geen enkele geest, al is hij ook nog zo volmaakt, die van deze natuurlijke aarde in het geestelijke overgaat, kan dadelijk in het eigenlijke hemelrijk omhoogstijgen, omdat hem voor zijn voleinding iets ontbreekt, wat in de aarde achterbleef en dat hij maar bij stukjes en beetjes kan opnemen. Pas als hij de laatste rest van datgene, wat hem eenmaal toehoorde, veredeld en vergeestelijkt in zijn wezen heeft opgenomen, kan hij deze regio verlaten en de werkelijk eerste fase van het hemelrijk ingaan.
Hoofdstuk 28: De geesten van de hoogste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Tot deze speciale herinnering zou de geest niet kunnen komen, als hij in zijn psychische wezen niet alles had opgenomen, wat oorspronkelijk tot zijn wezen behoorde en wat hij op zijn lange rondgang had verworven. Daarom wordt ook gezegd dat alle haren op ons hoofd geteld zijn, en slechts degene die volgens Mijn leer leeft, verzamelt; wie echter anders handelt, verstrooit. Daarom moet de geest nog een tijd wachten tot al het zijne in zijn wezen is opgenomen.
Hoofdstuk 28: De geesten van de hoogste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Wat doet de geest in die tussentijd? - Hij handelt volgens de wetten der liefde en heerst zo in deze regio en bewerkt door zijn tegenwoordigheid en door zijn handelen volgens de liefde, dat deze derde luchtstreek bestaat. Om te beginnen bereidt en ordent hij de weg voor degenen, die als nieuweling in deze regio aankomen en wijst hen hun plaats aan en zegt wat ze moeten doen; ook beheerst hij de al reinere geesten in de onderste regionen en onderwijst ze. En als daar wrijvingen en onlusten ontstaan, dan daalt hij evenals zijnsgelijken als vredestichter omlaag en is daar dan energiek bezig.
Hoofdstuk 28: De geesten van de hoogste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Als er geesten van andere hemellichamen hier aankomen, dan test hij ze en als hij vindt dat ze voldoen, leidt hij hen langs de goede weg naar de aarde en is dan bij hun verwekking door zijn invloed aanwezig. Hij helpt deze pas aangekomen geesten op de weg, die ze lichamelijk op de aarde moeten gaan en draagt er dan ook zorg voor, dat zij ook de louteringswegen bewandelen, die ze in de andere wereld hebben besloten te gaan, om kind van God te worden.
Hoofdstuk 28: De geesten van de hoogste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] In deze derde regio bewegen zich dus eigenlijk de bekende zogenaamde beschermgeesten van de mensen. Maar deze reine geesten zijn geen alleenheersers en kunnen dat ook niet zijn, omdat hun nog vaak, om redenen die boven werden genoemd, de volledige kennis ontbreekt; daarom bevinden zich boven en onder hen steeds engelen die deze geesten altijd de juiste aanwijzing geven, wat ze te doen en te laten hebben. Het is hier in de derde regio een heerlijk paradijs voor geesten, want ze hebben alles, wat hun hart in de liefde tot God maar vreugde kan geven.
Hoofdstuk 28: De geesten van de hoogste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] De al zuiver geworden geesten moeten nog langere tijd in deze regio verblijven om hun psychische specifica op te nemen, of duidelijker gezegd, ze moeten in de derde regio zo lang wachten tot hun lichaam vergaat en via het vergaan in de ziel wordt opgenomen; men moet dit niet als een straf beschouwen maar als een zelfde soort noodzakelijkheid, zoals ook een aards leven een bepaalde tijd moet duren, bij de één korter, bij de ander langer, zodat tijdens deze levensduur de geest de tijd wint om zijn wezen steeds meer te ontwikkelen en zich te manifesteren.
Hoofdstuk 29: Verblijfplaats van de zuivere geesten en hun zaligheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Er zijn daar prachtige streken, die zich echter naar de gesteldheid van de geesten richten; want daar is elke geest de schepper van de grond waarop hij staat en van de omgeving, waarin hij zich thuis voelt. Deze omgeving is rijk aan vruchten en aan alle dingen. De geest geniet in rijke mate van alles en hij is naar niets meer hongerig; en zie, juist temidden van dit genieten neemt dan de geest langzamerhand alles op, wat nog van zijn wezen aan de aarde is blijven kleven; en deze vruchten en de omgeving worden als het ware op een beschouwelijke manier, van de aarde opstijgend in deze derde regio, psychisch specifiek gevormd en de geest erkent ze als van hem zijnde, neemt ze in zijn erkenning op en komt dan pas vanuit deze erkenning tot een schouwen van datgene wat van hem is, geniet er ook van en neemt het volledig in zijn wezen op. Als hij nu dit alles opgenomen heeft en hij de aarde, en zij hem, als het ware niets meer schuldig is, dan pas heeft hij zijn volledige vastheid bereikt en kan ter verdere voleinding in de hemel opgenomen worden
Hoofdstuk 28: De geesten van de hoogste luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Wat zijn lichaam betreft en wat er mee gebeurd is, over het algemeen al het specifieke, krijgt hij zonder zijn toedoen in de juiste orde terug. Maar het is iets anders als het gaat om zijn bekwaamheid om alles op te nemen wat eens tot zijn wezen behoorde. In zekere zin wordt hij voor deze bekwaamheid werkelijk ter verantwoording geroepen en wel omdat elke geest zo' n bekwaamheid vanuit de voorschriften van de zuivere religie kan en moet verwerven. Wie niet wil handelen, zijn talent begraaft en zich liever bezighoudt met het vleselijke dan met het geestelijke, die moet het aan zichzelf toeschrijven als hij gericht wordt door het Woord, dat hem uit de hemel werd gegeven als een trouwe wegwijzer, die hem aanduidt hoe hij het leven weer moet verzamelen om het daarheen terug te brengen waar hij oorspronkelijk vandaan is gekomen.
Hoofdstuk 29: Verblijfplaats van de zuivere geesten en hun zaligheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Als zulke zuivere geesten soms vele honderden jaren in deze derde regio doorbrengen dan verliezen ze daardoor alleen niets, maar ze kunnen slechts winnen, want voorlopig ontbreekt hun niets en zijn ze buitengewoon gelukkig en zalig. Hun toenemende intelligentie is duidelijk een voortdurend winnen en hoe meer ze winnen, des te volkomener zullen ze daarheen terugkeren waar het om hun uiteindelijke bestemming gaat. Hebben ze er alleen maar een kleine taak te verzorgen en hebben ze deze behoorlijk en verstandig verricht, dan zullen ze eens des te beter in staat zijn, grootse zaken te besturen, omdat ze als engelgeesten niet alleen maar over delen van een hemellichaam, maar over hele conglomeraten van werelden en zonnegebieden geestelijk en van daaruit ook door en door in de materie, daadkrachtig moeten optreden. En daartoe is zeker meer nodig dan om hier alleen maar enkele streken te bewaken, en dat onder de opperste leiding van engelgeesten die het werd toevertrouwd deze hele aarde te bewaken vanaf het middelpunt tot aan de zon toe.
Hoofdstuk 29: Verblijfplaats van de zuivere geesten en hun zaligheid - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1390 - 1391 - 1392 - 1393 - 1394 - 1395 - 1396 - 1397 - 1398 - 1399 - 1400 - 1401 - 1402 - 1403 - 1404 - 1405 - 1406 - 1407 - 1408 - 1409 - 1410 - 1411 - 1412 - 1413 - 1414 - 1415  ...