Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1404 van 1490

...  1392 - 1393 - 1394 - 1395 - 1396 - 1397 - 1398 - 1399 - 1400 - 1401 - 1402 - 1403 - 1404 - 1405 - 1406 - 1407 - 1408 - 1409 - 1410 - 1411 - 1412 - 1413 - 1414 - 1415 - 1416 - 1417  ...
[8] Als de geest weer door de hartstocht van zijn ziel wordt gevangengenomen, dan verwijdert hij zich van Mij en hoe verder hij zich van Mij verwijdert, des te grover en materiëler wordt hij, tot hij tenslotte zelfs in de materiële wereld onder de een of andere materiële vorm, die met zijn hartstocht overeenstemt, zichtbaar wordt. Hij wordt dan weldra, te zwaar geworden voor deze tweede regio, als gevangen in een grof materieel lichaam naar beneden geworpen door zijn eigen gewicht, dat de wil is van de vredesgeesten en ook de Mijne, want Mijn wil is het gewicht van alle lichamen.
Hoofdstuk 31: De bezigheden van de geesten in de tweede luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Precies dezelfde oorsprong had de aardappelziekte van het vorige jaar (1847); Als koren en graanvelden plotseling branderig worden, dan is dat weer het gevolg van het in bezit nemen door zulke boze geesten, die dan materieel tevoorschijn komen. Niet zelden werpen zulke demonen zich ook op allerlei dieren; dan komen er al gauw besmettelijke ziekten onder de dieren, zelfs de vissen in het water blijven daar niet van verschoond. Zo is ook meestal de echte pest, evenals andere epidemische ziekten bij de mensen, een gevolg van het feit dat zulke boze geesten de lichamen in bezit nemen van mensen en deze op de ene of andere manier vernielen. Daardoor zou dan gemakkelijk de natuurlijke dood kunnen intreden, als er niet gauw zulke speciale middelen in Mijn naam werden aangewend, waarvoor deze demonen moeten wijken.
Hoofdstuk 31: De bezigheden van de geesten in de tweede luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Nu weten jullie al heel wat over deze geesten, of ze goed of boosaardig zijn en waar ze naar toe gaan en op welke manier. Opdat jullie echter ook duidelijk mogen inzien, hoe zulke geesten met hun intelligentie zich in de schijnbaar dode materie kunnen laten verbannen en hoe ze deze op een zekere demonische wijze in bezit nemen, zullen we daar in de volgende verhandeling nog een nadere beschouwing aan wijden.
Hoofdstuk 31: De bezigheden van de geesten in de tweede luchtregio - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Je moet je niet voorstellen dat de geest met de ziel als een stukje papier wordt samengekneed tot het er eindelijk als een propje uitziet. Dat is helemaal niet het geval. De menselijke vorm van de geest blijft ongedeerd. Alleen de ziel, en dan niet haar vorm, maar alleen haar specifica worden in de hartstreek samengedrukt en treden dan in deze samengedrukte toestand, al naar gelang dit proces meer of minder heftig is verlopen, in de bovengenoemde komeetachtige verschijningsvormen naar voren.
Hoofdstuk 32: Geesten nemen bezit van de materie - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Zo moeten jullie je ook niet voorstellen dat in een hagelkorrel een hele geest met zijn ziel samen gekneed naar beneden valt, maar dat zijn alleen maar zijn materiële wensen. Deze worden vanwege hun materiële zinnelijkheid door de vredesgeesten samengedrukt en worden daardoor materieel en zwaar. Daar deze wensen echter een dwingend verlangen zijn van de geest en de ziel, wordt de geest met zijn ziel door dit nieuw gevormde materiële zwaartepunt daarheen getrokken, waarheen deze, vanwege zijn materiële eigenschap, noodzakelijk gericht moet zijn.
Hoofdstuk 32: Geesten nemen bezit van de materie - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Om jullie de zaak nog duidelijker te maken zullen we een duidelijk voorbeeld geven. Stel je eens een menselijke vorm voor, die zou zijn samengesteld uit een dun vlies dat met waterstofgas gevuld kon worden en als het gevuld was een menselijke vorm zou hebben en zeker dadelijk in de hogere regionen zou opstijgen. Als echter in deze ballonmens het waterstofgas zich plotseling zou verdichten dan zou zo'n eventueel verdicht waterstofgas, vloeibaar geworden, natuurlijk zwaarder worden en door zijn gewicht naar beneden vallen; daar hij zich echter niet buiten, maar binnen in onze ballonmens bevindt, die door de verdichting van het waterstofgas de nodige expansie heeft verloren, wordt dan ook de ballonmens naar de aarde getrokken. De vorm van de ballonmens is niet veranderd, hij is alleen maar wat ingeschrompeld, als het ware magerder geworden, en kon vanwege het nieuw gevormde zwaartepunt niet meer in hoge luchtregio blijven. Als echter beneden op de materiële grond van de aarde het tot water verdichte gas (* Dit is chemisch gezien natuurlijk niet juist, maar het is hier alleen bedoeld om aanschouwelijk te maken hoe een substantiële ziel, die haar lichaam al heeft afgelegd door materiële wensen en gedachten weer in de materie teruggetrokken wordt en zich met deze verbindt. - Noot van de uitgever) door nieuw toegevoegde warmte weer in gas wordt veranderd, dan zal de ballonmens weer opstijgen.
Hoofdstuk 32: Geesten nemen bezit van de materie - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Zeer boos gezinde geesten worden vaak tot stenen verdicht en vallen dan naar beneden; het oplossingsproces zal dan heel veel langer duren dan wanneer deze verdichting alleen maar zichtbaar wordt in de vorm van bovengenoemde meteoren. Velen, die boven hoge gebergten en vooral boven de poolstreken van de aarde ten val worden gebracht, worden zelfs lang in bovengenoemde verschijningsvorm gehouden, maar het moeten dan wel heel kwaadgezinde geesten zijn, waarin veel hoogmoed te vinden is, die natuurlijk al van helse aard is. Wat na zulk een les met de geesten gebeurt, dat zal hierna nog duidelijker uiteengezet worden. Voorlopig is het echter genoeg, dat jullie er een zo duidelijk mogelijk begrip van krijgen hoe en waarom achter de natuurlijke verschijnselen die voor het vleselijke oog zichtbaar zijn, zich altijd iets geestelijks bevindt. Over het hoe en waarom volgen nog enkele beschouwingen.
Hoofdstuk 32: Geesten nemen bezit van de materie - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Aan deze deling liggen twee belangrijke zaken ten grondslag: de eerste ligt in het oergeestelijke wezen zelf, omdat elke geest door zijn streven om groot te willen worden zichzelf tot in het oneindige heeft verdeeld en verscheurd; en de tweede reden is, dat juist door deze deling zo'n oergeschapen geest zich natuurlijk ook tot op het laatste druppeltje van zijn kracht heeft afgezwakt, waardoor hij tengevolge van de verzwakking, zijn hoogmoedige plannen nooit kan uitvoeren.
Hoofdstuk 33: Natuurgeesten en mensenzielen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] De geleerde wereld ziet deze dingen wel niet, maar ze ziet ook zoveel andere dingen niet, die nog dichter bij haar liggen en die noodzakelijker zouden zijn om te kennen dan al die dingen over in de materie gebannen geesten. Maar geloof of geen geloof bij de geleerden, toch blijven alle oerdingen zoals ze zijn en de vogel kan vandaag net zoals in de oertijd de lucht beheersen, ofschoon hij nooit aan een Parijse universiteit tentamens in de aërostatica heeft afgelegd.
Hoofdstuk 33: Natuurgeesten en mensenzielen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[16] Hier kunnen we nog heel wat nuttige beschouwingen aan toe voegen; dan zal het heel gemakkelijk worden om uit deze beschouwingen de hele verdere, geestelijke aarde in één oogopslag te overzien. Dus nu verder met enkele van dergelijke beschouwingen en nog meer gedenkwaardigheden.
Hoofdstuk 33: Natuurgeesten en mensenzielen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Deze geesten, die zich zo graag in de lucht verheffen, ja zelfs geheel er doorheen trekken, zijn de zogenaamde luchtgeesten die al meer vrijheid genieten dan de meer vaste aardgeesten, maar toch in deze vrije toestand door de zuivere vredesgeesten zorgvuldig moeten worden bewaakt, want anders konden ze gemakkelijk grote schade aanrichten.
Hoofdstuk 34: Lucht -, berg - en zwerf geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] De regen valt nu eens in grotere, dan weer in kleinere druppels op de aarde; de sneeuw eveneens zo. Dat ziet men ook bij hagel; vaak vallen er alleen maar kleine korreltjes naar beneden, soms ook loodzware hagelstenen, ja in hooggebergten vaak zelfs centenaar zware hagelstenen en dan gewoonlijk in een niet te tellen aantal. Dan kan men vervolgens vragen: als elk regendruppeltje, elk sneeuwvlokje of elke hagelkorrel een geest met zich meetrekt, waar komt dan zo'n overgrote hoeveelheid geesten vandaan? En als het in de tijd van Adam geregend heeft of gesneeuwd of gehageld, waar kwamen dan toén de geesten vandaan, daar er toen nog geen mens op aarde was gestorven? Wie de zaak echter van deze kant zou willen bekijken, zou een geweldige vergissing maken.
Hoofdstuk 33: Natuurgeesten en mensenzielen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] Opdat hij deze kracht echter nooit meer zal kunnen verkrijgen is hij verdeeld en door de hele schepping verstrooid en het geestelijke van hem werd omgezet in materie, waaruit nu de ziel van elk mens voortkomt, welke ziel een nieuwe geest ingeblazen krijgt, opdat uit elk van deze delen een heel wezen tevoorschijn zal treden. Dat is dan gelijk aan het oergeschapen wezen dat zich door zijn hoogmoed of zijn ideeënuitbreiding boven God wilde verheffen, maar zich als het ware zelf heeft doen uiteenspringen en zo tot in het oneindige versplinterd werd, zodat er niets anders meer van hem is overgebleven dan zijn ik en daarmee zijn oer kwaadaardige wil. Maar al zijn vermogens, al zijn ideeën en de talloze begripsvolkomenheden zijn hem ontnomen en deze zijn het nu juist, die voortdurend op de hemellichamen aankomen en voor het grootste deel al in de hemellichamen zelf, gebonden aanwezig zijn; waardoor een splitsing ontstaat tussen hetgeen tot de geest en wat tot de ziel behoorde; zodat in het ziele deel het gegeven ik en het zelfbewustzijn weer uit de materie opduiken en door de geest de erkenning van God weer in de ziel ingeplant wordt, zonder welke de ziel, evenals een plant die geen regen en zon kreeg, weldra zou verdorren en sterven.
Hoofdstuk 33: Natuurgeesten en mensenzielen - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Deze geesten zijn zelden voor de mensen zichtbaar en de geesten proberen dat ook zorgvuldig te voorkomen, omdat ze erg bang zijn voor alles wat materie is, maar vooral voor diegene, bij wie ze een sterk waarnemingsvermogen bespeuren. Juist deze vrees geeft hen ook een haatgevoel tegen de materie waarin ze zo lang gevangen werden gehouden, wat dan ook de zorgvuldige bewaking van deze geesten begrijpelijk maakt. Want elke geest die eenmaal uit de materie is vrijgekomen wil voor geen prijs meer dicht bij de materie komen. Zelfs de zielen van de gestorven mensen hebben er een afkeer van, hoewel ze een volkomen intelligentie hebben. Hoe groot moet dan wel de vrees van dié geesten zijn, die pas enkele ogenblikken geleden door een bijzondere vergunning uit de banden van de meest harde gevangenschap tot de verlangde vrijheid zijn gekomen in welke ze voorgaven volkomen te zijn, zonder de fatale, moeizame en lange weg van het vlees te hebben doorlopen.
Hoofdstuk 34: Lucht -, berg - en zwerf geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Deze soort geesten heeft een volkomen intelligentie; ze zijn in de dingen van de natuur uiterst bedreven en ze kunnen alles zien en horen wat er op aarde gebeurt en wat daar wordt gezegd.
Hoofdstuk 34: Lucht -, berg - en zwerf geesten - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1392 - 1393 - 1394 - 1395 - 1396 - 1397 - 1398 - 1399 - 1400 - 1401 - 1402 - 1403 - 1404 - 1405 - 1406 - 1407 - 1408 - 1409 - 1410 - 1411 - 1412 - 1413 - 1414 - 1415 - 1416 - 1417  ...