Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

17481 resultaten - Pagina 142 van 1166

...  130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155  ...
[17] Nu zul je wel begrijpen hoe Schepper en schepsel zich tot elkaar verhouden, en tevens ook met weinig moeite begrijpen hoe jij, omdat je geheel Mijns gelijke bent, heel goed Mijn bruid en Mijn vrouw kunt zijn, voor eeuwig verbonden door je grote liefde tot Mij! - Begrijp je nu wat Ik je heb uitgelegd?"
Hoofdstuk 40: Schepper en schepsel. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[3] SARAH zegt: "U alleen bent de Heer en de onbegrensde liefde en wijsheid Zelf, en wat U doet is wijs gedaan; maar ik kan het toch niet helpen, dat ik zo zielsveel van U houd en U daarom ongedeeld zou willen bezitten! U moet dat van mijn kinderlijke hart maar door de vingers zien, want het is nog zo dom in de liefde!"
Hoofdstuk 41: Het wezen van de ware liefde. Aan de zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK zeg: "Dat is heel goed, zeg Ik je. Wie Mij niet net als jij heel jaloers liefueeft en Mij in zijn hart niet bijna zonder mededinging alleen wil bezitten, die bezit nog geen echte liefde tot Mij! Als hij die niet heeft, dan bezit hij ook niet de volheid des levens; want in de mens ben Ik het werkelijke leven door de liefde tot Mij in zijn ziel, en deze liefde is Mijn geest in iedere mens.
Hoofdstuk 41: Het wezen van de ware liefde. Aan de zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] Mijn uitleg aan Sarah maakte haar zo gelukkig, dat ze Mij uit al haar kracht omhelsde en zelfs heel aanhalig begon te liefkozen.
Hoofdstuk 41: Het wezen van de ware liefde. Aan de zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[1] Iedereen begon zich nu verbaasd af te vragen hoe wij zo ineens van Mijn huis hier aan de zee waren gekomen.
Hoofdstuk 43: Grote en kleine vissen. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] Maar IK zei: "Hoe kunnen jullie je nu nog verbazen?! Hebben jullie dan niet reeds verscheidene malen hetzelfde bij Mij meegemaakt? Dat de oude Josa met zijn kinderen en kleinkinderen zich verbaast, is te begrijpen; maar bij jullie, mijn ervaren leerlingen, is het eigenlijk onbegrijpelijk dat jullie je nog kunnen verwonderen, want jullie zouden er toch helemaal van overtuigd moeten zijn, dat geen ding Mij onmogelijk is en kan zijn!
Hoofdstuk 43: Grote en kleine vissen. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] IK zeg: "Nou, nou, het is alweer in orde, maar houd je in het vervolg terwille van de vreemden aan deze raad, opdat zij in jullie Mijn leerlingen herkennen! -Maar nu gaan wij vissen! Daarbij zullen er ook weer kleine wonderen gebeuren, maar jullie doen dan alsof dat geen wonderen zijn! De vreemden moeten ze zelf ontdekken en beoordelen of het geheel normale of buitengewone daden zijn!"
Hoofdstuk 43: Grote en kleine vissen. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[19] Men haalde nu alle netten binnen en bracht nog een grote hoeveelheid van allerlei vissen aan land, deed ze in de vaten en vervoerde deze op karren en draagbaren naar de tamelijk grote visbun bij Mijn huis, die Jozef in zijn tijd zelf gemaakt had.
Hoofdstuk 43: Grote en kleine vissen. In Nazareth. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[6] BORUS zegt een beetje verlegen: "Heer, om dat voor U te verbergen zou helemaal onmogelijk zijn! Daarom zeg ik het liever zonder omwegen: Sarah is het enige wezen op aarde dat ik liever zelf zou bezitten, dan dat ik haar aan iemand anders zou gunnen! Ik ben weliswaar al aardig over de dertig en zij zal pas zestien lentes tellen, maar mijn hart schijnt in dat opzicht nauwelijks haar aanvallige leeftijd bereikt te hebben. Als zij mogelijkerwijs toch mijn vrouw zou worden, dan zou ik haar oneindig meer liefhebben dan mijn eigen leven!"
Hoofdstuk 44: Borus en Sarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Wie dus de liefde tot Mij opwekt, die wekt zijn door Mij aan hem gegeven geest, en omdat Ik Zelf deze geest ben en moet zijn, omdat er in eeuwigheid geen andere levensgeest buiten Mij bestaat, wekt hij daardoor dus Mij Zelf in hem en is daardoor in het eeuwige leven helemaal ingeboren en kan dan voortaan in der eeuwigheid nooit sterven en nooit vernietigd worden -ook niet door Mijn almacht, omdat hij een is met Mij. Ik kan Mij Zelf ook niet vernietigen omdat Mijn oneindige bestaan zich in der eeuwigheid nooit in het niet-bestaan kan veranderen. Denk daarom dus niet dat jouw liefde tot Mij dóm is, maar zij is juist zoals zij zijn moet! Volhard daarin, dan zul je eeuwig geen dood voelen of smaken!"
Hoofdstuk 41: Het wezen van de ware liefde. Aan de zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[2] IK zeg: "Natuurlijk, als zij zo zijn zoals jij nu bent; maar als ze niet zo zijn, dan kunnen zij wel dienstmaagden, of ook bruiden, maar niet echt vrouwen van Mij worden. David, de oervader van Mijn lichaam, had toch ook veel vrouwen, en was een man naar het hart van God; waarom zou Ik de vrijheid dan niet hebben om veel vrouwen te hebben, terwijl Ik toch meer ben dan David? En Ik zeg je er nog bij dat Ik in staat ben zoveel vrouwen gelukzalig te onderhouden als er zandkorrels in de zee zijn en grassprietjes op de aarde, en dat ieder van hen zo zal zijn verzorgd, dat ze nooit één wens zal kunnen hebben, die niet volkomen uitgevoerd zou worden. Als het nu zó is, kan het je dan hinderen als Ik velen het geluk wil geven, dat Ik jou in overvloed geef!"
Hoofdstuk 41: Het wezen van de ware liefde. Aan de zee. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[4] IK gaf hem ten antwoord: "Beste vriend en broeder! Ik ken jouw goede en edele hart door en door. Ik weet maar al te goed dat jouw ziel alleen maar dan uit haar voegen barst van vreugde als je anderen gelukkig gemaakt hebt. Aan jezelf heb je nauwelijks ooit gedacht, en omdat je tussen Mij en de mooie Sarah een werkelijk grote liefde ontdekt hebt en ook gehoord hebt hoe wij vanmorgen over bruid en vrouw gesproken hebben, ben je bij jezelf heimelijk tot de verheugende overtuiging gekomen, dat er tussen Mij en de zeer aantrekkelijke Sarah zeer binnenkort een echtelijke verbinding zal plaats vinden. Maar Ik zeg je: daarmee vergis je je een beetje! Want weet je, alle vrouwen die op aarde leven, geleefd hebben en nog zullen leven, zijn, als zij een rein leven leiden, min of meer Mijn bruiden en ook net zo goed Mijn vrouwen. Maar zo'n verbinding kan nog zo innig zijn, het verhindert hen nooit de vrouw van een goede man te worden, -en een noodzakelijkerwijs geheelovereenkomstige verhouding ontstond zojuist tussen Mij en de allerliefste Sarah. Maar ze kan daarbij heel goed jouw vrouw worden en toch geestelijk, zowel nu als eeuwig, waarlijk Mijn vrouw zijn!
Hoofdstuk 44: Borus en Sarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[5] Daarom is nu Mijn mening: Omdat jij al zo veel rechtschapen mannen, ook al waren ze nog zo arm, aan lieve en brave vrouwen hebt geholpen, hetgeen de jonge, zoals altijd bij de jeugd, nog vurige mannen aanzagen voor het hoogste geluk, daarom wil Ik jou ook dit geluk schenken! Kijk, juist deze werkelijk hemels mooie Sarah zal jouw vrouw worden! Jij hebt Mij verdedigd na haar eerste opwekking, toen zij voor de tweede maal op het sterfbed lag, en Ik heb haar de tweede maal voor jou opgewekt en heb haar toen al voorbestemd als het jouw toekomende loon. Haar uiterlijk van nu zal zij in haar zeventigste levensjaar nog hebben; dit kind zal op deze aarde niet ouder worden! Kijk eens of de beide engelen waarmee Cyrenius nu spreekt zo mooi zijn als dit meisje! Zeg Mij eerlijk of je deze allerliefste Sarah al niet een paar keer heel betekenisvol hebt aangekeken, en of je hart daarbij helemaal niets heeft gemerkt!"
Hoofdstuk 44: Borus en Sarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[12] IK zeg: "Nu ja, dat komt wel in orde! Denk er maar even over na en kijk eens naar Lydia, die tegenover ons zit, die ook nog steeds geestelijk Mijn vrouw is, maar lichamelijk toch de vrouw is van de rechtschapen Faustus! Maar dat stoort onze verhouding niet in het minst, want jij blijft zoals altijd Mijn bruid en Mijn hemelse vrouw. "
Hoofdstuk 44: Borus en Sarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
[13] Na een poosje zegt SARAH: "Ook al zou ik mijn hand aan Borus Willen geven, dan weet ik toch niet wat mijn aardse ouders daarvan zeggen! Die zou ik dan ook om toestemming moeten vragen! Ik zou weliswaar Borus alleen daarom al aardig vinden omdat U dat graag zou zien, maar aan vader en moeder moet dat toch ook gevraagd worden!"
Hoofdstuk 44: Borus en Sarah. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 2)
...  130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155  ...