Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 142 van 215

...  130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155  ...
[16] De gast wordt helemaal verlegen en zegt tenslotte tegen de tafeldienaar: lieve vriend, ik erken dat dit allemaal juist is en dat het hemelrijk hier waarachtig in letterlijke zin tot uitdrukking komt en ik zie ook in dat het ten gevolge van de voor eeuwig uitgesproken waarheid niet anders kan zijn. Wanneer ik daarentegen bedenk dat ik hier op deze plek eeuwig moet blijven zitten, werkelijk, beste vriend, dan lopen de koude rillingen over m'n rug; bovendien moet ik met betrekking tot de hemelse zaligheid en vreugde, eerlijk bekennen dat ik als armzalige landman op aarde beduidend gelukkiger was dan hier bij dit eeuwige vooruitzicht in de hemel! Daar ik nu echter eenmaal in de hemel ben, zij alles aan God opgeofferd! Het beste is hier nog, dat men niet kan zondigen.
Hoofdstuk 49: Aan Abrahams tafel bij het aanschouwen van de heilige drievuldigheid - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk, we zijn al bij elkaar en kijk nu verder; het weggelopen gezelschap is bij de grens van de grote tuin aangekomen. Deze is daar omgeven door een doorzichtige muur die, zoals jullie je er innerlijk van kunnen overtuigen, ogenschijnlijk wel een hele mooie versiering voor deze tuin is; maar omdat hij doorzichtig is, heeft hij de fatale eigenschap dat men daardoorheen voorbij de tuin in een verschrikkelijke afgrond kijkt. Onze gasten zouden nog graag een poging doen om nog verder te komen en zouden ook zonder veel moeite over de muur kunnen klimmen, maar de fatale ons reeds bekende situatie verhindert zo'n onderneming. We zien ons hele gezelschap dan ook totaal verbluft bij de muur staan en geen van de gasten weet nu wat hij verder zal doen. Zoals jullie tevens zien, komen er al verscheidene tafeldienaren op hen af terwijl een aanvoerder van de dienaren naar het wat schuchtere gezelschap toe gaat en hen als volgt aanspreekt: lieve vrienden en broeders, wat hebben jullie nu gedaan? Het gezelschap antwoordt: vergeef ons beste vrienden, we deden niets anders dan datgene wat wij in ons als een noodzakelijke levensbehoefte voelden. We kunnen jou vanuit onze meest innerlijke levensdrang verzekeren dat deze hemel, waarvan de gesteldheid ons nu maar al te goed bekend is, onmogelijk de echte kan zijn en daarom hebben we ook een poging gedaan om in beweging te komen.
Hoofdstuk 50: Onhoudbaarheid van deze materiële voorstelling van de hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Bovendien moet ik hier op grond van mijn ervaringen die ik op aarde heb opgedaan, nog een opmerking aan toevoegen en ik geloof dat je daaruit gemakkelijk kunt opmaken hoe onnatuurlijk deze hemel met betrekking tot het menselijke gevoel is. Toen ik destijds op aarde een jonge levenskrachtige man van ongeveer dertig jaar was, ontmoette ik als vrijgezel bij toeval eens een meisje, dat ik zo hemels mooi. vond dat ik in mijn hart zei: mijn God en mijn Heer, als U mij dit meisje tot vrouw geeft zal ik daar gelukkiger mee zijn dan wanneer U mij dadelijk vrije toegang tot de hemel zou geven! Ik heb ook direct in mijn hart gezworen dat deze hemelse engel mijn vrouw moest worden. Na zo'n eed deed ik dan ook al het mogelijke om haar tot de mijne te maken. Dat kostte me heel wat moeite en inspanning, maar hoe harder ik voor deze aardse engel moest vechten, des te gelukkiger dacht ik, zou ik mij voelen als ik haar eenmaal zou bezitten. Ja, in mijn fantasie ging ik werkelijk zo ver dat ik me voorstelde dat, wanneer deze vrouwelijke engel voor altijd voor me zou staan en ik haar steeds van top tot teen zou kunnen bekijken, ik daar onmogelijk ooit genoeg van zou krijgen.
Hoofdstuk 50: Onhoudbaarheid van deze materiële voorstelling van de hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] En zie, na een bijna twee jaar durende bittere strijd werd deze engel werkelijk mijn vrouw. Voorwaar, de eerste tijd geloofde ik zelf nauwelijks dat ik echt de gelukkige was die nu met het volste recht tegen deze engel kon zeggen: mijn liefste vrouw! Ik was overgelukkig! Maar kijk, na ongeveer twee jaar was deze engel voor mij zoiets gewoons geworden dat het me vaak behoorlijk veel zelfverloochening kostte om tenminste fatsoenshalve en eershalve bij haar thuis te blijven. In het begin was ik in mijn hart ook zo jaloers dat ik op een echte engel uit de hemel kwaad zou zijn geworden als die het had gewaagd om in de huurt van mijn hemelse ideaal te komen. Maar na twee jaar, moet ik je tot mijn eigen schande eerlijk bekennen, was ik vaak echt blij als mijn hemelse ideaal zo nu en dan eens bezoek kreeg, zodat ik tijd vond om wat in de vrije, goddelijke natuur te wandelen.
Hoofdstuk 50: Onhoudbaarheid van deze materiële voorstelling van de hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] En kijk, toen al dacht ik bij mezelf: mijn God en mijn Heer, als het later met de hemel ook zo gesteld is, dan zal deze niet bepaald aan de behoeften van de mens voldoen. Toch dacht ik daarnaast: mocht de hemel ook zo'n eeuwige eentonigheid zijn, dan zal God de gevoelens van een onsterfelijke geest wel zo veranderen dat hem de eeuwige eentonigheid toch een eeuwig onuitsprekelijke zaligheid zal bereiden. Nu heb ik dan de werkelijke hemel geproefd en ik zeg je, het gaat me geen haar beter; integendeel, nog aanzienlijk slechter dan het mij in mijn aardse hemel is vergaan. Wanneer de Heer dat fatale gevoel van verveling, vooral bij het vooruitzicht op de eeuwige eentonigheid niet uit mijn lichaam verwijdert, zou ik werkelijk veel liever voor eeuwig op aarde houthakker willen zijn. Want, beste vriend, ik zeg je nog eens, het idee dat alles wat men hier geniet, zonder de minste afwisseling eeuwig zal duren, is iets verschrikkelijks!
Hoofdstuk 50: Onhoudbaarheid van deze materiële voorstelling van de hemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] De tafeldienaar zegt: maar wat verlang je dan?! Wat wil je hier dan doen? Wat beneden? Hebben jullie op aarde al niet geloofd en gezegd: de Heer God Zebaoth is een almachtige God en heeft geen hulp van mensen nodig? Alleen op aarde laat Hij hen uit barmhartigheid werken zodat zij de hemel kunnen verdienen. Hier in Zijn Rijk echter, zou het met alle werk gedaan zijn! Kijk, dat was eveneens jullie geloof, maar wat wil je hier naast de goddelijke almacht doen? Zou deze jouw dienst wel nodig hebben?
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[10] De gast zegt: o, beste vriend, geloof me, ik zie mijn enorme vergissing nu in en geef openlijk toe, dat we ons hier met z'n allen letterlijk in een strafhemel bevinden, want door jouw vraag ben ik me daarvan volkomen bewust geworden. Als de Heer ons uit louter erbarming heeft laten werken om de hemel te verdienen, dan zie ik werkelijk niet in waarom Zijn barmhartigheid, Zijn oneindige liefde en goedheid juist in de hemel zouden ophouden.
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] De hemel die jullie hier zien, is niets anders dan een verschijningsvorm van jullie onjuiste geloof, de drie-eenheid die jullie zien, stelt het toppunt van jullie dwaling voor.
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[16] Jullie zeggen nu wel: beste vriend, je weet toch hoe ons geloof aan banden werd gelegd. We konden toch onmogelijk iets anders weten dan hetgeen de kerk ons, enerzijds onder allerlei bedreigingen van eeuwige straffen in de hel en anderzijds door de steeds onduidelijke aanprijzingen van de hemel, heeft geleerd en waaraan ze altijd nog heeft toegevoegd: `Geen oog heeft ooit gezien, geen oor heeft ooit gehoord en in geen mensenhart is opgekomen wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben!'
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] De tafeldienaar zegt: lieve vriend, ik begrijp heel goed wat je mij wilt zeggen, maar ik begrijp niet waarom je tijdens je aardse leven je geen andere voorstelling van de hemel hebt gemaakt, terwijl je toch vaak de brieven van Paulus hebt gelezen. Zeg eens, wat dacht je daarbij dan als je las: 'Zoals de boom valt, blijft hij liggen'? Je haalt de schouders op en weet niet wat je mij moet antwoorden. Maar ik zeg je, dat de boom nu juist jouw geloof voorstelt en met andere woorden niets anders betekent als: zoals je gelooft, zo zal het voor je worden! Zoals namelijk het geloof is, zo is ook het inzicht; uit het inzicht komt ook de aansporing tot handelen voort; zoals de aansporing tot handelen is, zo is ook de liefde die toch het meest eigenlijke leven van de geest is.
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] Kijk, zo hebben jullie allemaal in een hemel geloofd, zoals die nu voor jullie ligt en jullie handelden ook redelijk goed om deze hemel te verwerven. Zoals de boom in het aardse leven na het vellen volgens jullie innerlijke beleving in het geestelijke is gevallen, zo ligt hij nu ook. Ik kan jullie onmogelijk een andere hemel geven dan die, welke jullie jezelf hebben gegeven, want er staat toch in de Schrift: `Het rijk Gods komt niet met uiterlijk vertoon, maar het is binnen in jullie.' Daarom is deze nu aanwezige hemel een product dat voortgekomen is uit jullie innerlijke geloofsovertuiging. Wat willen jullie nu doen? Kunnen jullie afstand doen van je geloof? Kunnen jullie misschien luthers of zelfs zuiver evangelisch worden?
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] De gast zegt: o, beste vriend, ik geef toe dat je het precies geraden hebt; zo is het me heel vaak vergaan. Ik heb die fout ook altijd trouw gebiecht maar kon hem toch niet van mij afbiechten! De geestelijke heeft me uitgelegd dat dit het kwaadaardige werk van de duivel was, waarna ik met veel zelfverloochening probeerde me het heilige misoffer zo aangenaam mogelijk voor te stellen, maar jammer genoeg was al mijn moeite vergeefs. Ik bad wel uit een goed missaal alle gebeden mee en hield me dus tijdens de mis zo goed en aandachtig mogelijk bezig, maar ik kon het niet zover brengen dat het me uiteindelijk speet dat het misoffer was afgelopen. Ik was eigenlijk innerlijk altijd heel blij als ik weer uit de kerk was. 's Zomers, als het niet al te warm was en bovendien het misoffer door goede koormuziek werd begeleid, ging het nog wel, maar 's winters, beste vriend, ik moet je eerlijk bekennen, heb ik het vaak beschouwd als een soort vagevuur dat ons zuivert van onze zonden, dus allerminst als een voorspel van de hemel. Dat ik op aarde zo'n monotonie accepteerde en mij ook daarom de monotonie van de hemel, zoals ik me die voorstelde en zoals die ons werd geleerd, verdraaglijk leek, komt doordat ik me met dergelijke monotone voorstellingen toch in een wereld bevond die door allerlei gebeurtenissen en eigen activiteiten steeds vol afwisseling was.
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[17] O vrienden en broeders, ik weet maar al te goed, dat jullie bedrogen en geweldig misleid zijn. Daarom is nu ook het verlossende ogenblik aangebroken waarop jullie de ware God en de ware hemel zullen leren kennen.
Hoofdstuk 51: De ware drie-eenheid. De zonde tegen de Heilige Geest - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] De volmaakte geest heeft het volmaakt goede en ware in eindeloos grote overvloed in zich; daarom kan hij het geestelijk reëel ware en goede zo ongelooflijk snel opnemen. De meer onvolmaakte geest heeft echter niets anders dan misvattingen in zich. Als hij nu met het goede en volkomen ware vooruitgang wil boeken, dan moet hij eerst zijn misvattingen als zodanig erkennen, deze uit zichzelf verwijderen en daardoor in grote armoede vervallen, opdat hij een waarachtig arme van geest wordt. Pas door deze armoede of volslagen geestelijke leegte komt de goddelijke vonk, die het liefdevolle goede is, dan vrij, begint zich steeds meer uit te breiden en vult dientengevolge de vroegere geestelijke leegte met nieuw licht op. Pas in dit licht wordt het opnamevermogen van de geest steeds volmaakter. En zo zien jullie dat het ons gezelschap nogal wat moeite kost om dit aanschouwelijk voorgestelde beeld van de hemel kwijt te raken.
Hoofdstuk 52: De ware armoede van de geest. Het gevaar van de blinde twijfelzucht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Ik ben van mening dat deze hemel weliswaar een ware en volmaakte hemel is, maar het verhaal en de belering over die tafelgevangenschap berust volgens mij slechts op een vermoeden van de tafeldienaar, die ons daarmee behoorlijk om de tuin heeft geleid. Wij zijn vrij en kunnen aan tafel gaan wanneer wij willen, maar als we willen kunnen we ook in deze grote tuin gaan wandelen. Ik ben ook van mening dat het ons vrij staat om dat grote, prachtige paleis daar achter die grote lange tafel te bezichtigen en misschien zelfs wel te bewonen, want de Heer heeft toch gezegd: `In het Rijk van Mijn Vader zijn vele woningen'! Daarom kunnen er in dit buitengewoon grote paleis immers een heleboel woningen zijn. Het is ook best mogelijk dat er verderop nog een enorm aantal van zulke paleizen voorhanden is. Daarom denk ik dat we niet meer op onze niet bepaald bijbelvaste tafeldienaar moeten wachten, maar ons dadelijk naar eigen goeddunken en genoegen naar het grote paleis kunnen begeven. We zijn hier namelijk niet meer in staat om te zondigen; daarom kunnen we ook doen wat we willen!
Hoofdstuk 52: De ware armoede van de geest. Het gevaar van de blinde twijfelzucht - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  130 - 131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155  ...