Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1411 van 1490

...  1399 - 1400 - 1401 - 1402 - 1403 - 1404 - 1405 - 1406 - 1407 - 1408 - 1409 - 1410 - 1411 - 1412 - 1413 - 1414 - 1415 - 1416 - 1417 - 1418 - 1419 - 1420 - 1421 - 1422 - 1423 - 1424  ...
[2] Deze kracht, ofschoon van boven komend, doordringt tegelijkertijd ook de hele aarde en is de voornaamste oorzaak van alle beweging in en op haar. Ze is ook de eigenlijke basiseigenschap die de beweging in alle lichamen veroorzaakt en hun karakteristieke elasticiteit teweegbrengt, die met de hand voelbaar is. Alleen in het vuur zwakt ze af omdat ze daar tot een te grote activiteit wordt aangezet, maar deze belangrijke kracht gaat nooit ten onder. Als dan het gloeiende ijzer deze kracht schijnbaar heeft verloren, dan hoeft men het koud geworden ijzer alleen maar met een hamer te bewerken en zie, de schijnbaar verloren gegane elastische kracht is weer als tevoren aanwezig.
Hoofdstuk 46: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Dit specificum is het meest verwant aan het licht en bestaat uit louter lichtatomen. Het is kogelvormig of beter gezegd: dit specificum zit in een heel klein en zeer doorzichtig blaasje, dat in alle poriën van de materie binnendringt. Worden de poriën nu, zoals bij ijzer, door het gehamer dicht gewreven en gesloten, zodat deze elastische specifieke blaasjes bij het buigen van het metaal niet kunnen ontwijken, dan laten ze dadelijk hun krachtige aanwezigheid merken als het ijzer wordt gebogen en ze zorgen dat het niet in dezelfde richting blijft waarin het gebogen werd, maar ze drijven het dadelijk weer terug in de richting die het best overeenkomt met hun gedrukte toestand.
Hoofdstuk 46: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Deze lichtatomen worden door sommige natuuronderzoekers ook etherische lichtmonaden genoemd, een naam die goed past, omdat door het woord' monade' iets wordt aangeduid, dat als het ware op zichzelf staat. Dit specificum is, omdat het van het licht afkomstig is, zeer karakteristiek in zijn intelligente sfeer. Het houdt van rust en zoekt die met grote vasthoudendheid. Maar juist omdat het in zich als het ware de wet van de rust zelf is, oefent het bij elke beperking en in elke verdrukking de grootst mogelijke kracht uit die een beweging veroorzaakt om de vorige rusttoestand te herstellen. Als die kracht door het een of ander uit haar evenwicht wordt gebracht, kan niets haar weerstaan.
Hoofdstuk 46: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Waaruit bestaat dit specificum nu eigenlijk? Uit een voor jullie onbegrijpelijk lichtvonkje in het daareven genoemde blaasje. Dit lichtvonkje is een psychische intelligentie van de vasthoudendheid van de wil en het blijft zolang rustig in zijn kerker, tot het door een druk of stoot wordt beledigd. Gebeurt dit, dan ontwaakt het in zijn omhulsel en duwt diens wanden uit elkaar, net zoals de lucht de wanden van een ballon doet wijken, zodra deze er in komt. Is de druk of stoot maar klein of zwak, dan geeft het zijn aanwezigheid door een trilling te kennen, waardoor gewoonlijk een klank ontstaat. Wordt de druk of slag heviger, dan scheurt het zijn huls en spat als hel lichtende vonken uiteen. Daarom wordt dit specificum in het vuur als helemaal vrij werkend zichtbaar en vernietigt het alles wat het tegen komt.
Hoofdstuk 46: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Nadat we deze specifica hebben leren kennen en men heeft beseft dat ze werkelijk in dit metaal net zo aanwezig zijn als in het planten- en dierenrijk, wat hindert ons dan om op goede gronden voor zeker aan te nemen, dat het dierlijk leven net zo goed aanwezig is in metalen en andere mineralen als bij de dieren zelf? Want de afzonderlijke intelligenties zijn altijd dezelfde of ze nu in mineralen, planten of dieren aanwezig zijn, alleen met dit onderscheid, dat in de mineralen nog maar heel weinig intelligenties verenigd verschijnen, terwijl bij de planten en vooral bij de dieren, met hun hogere ontwikkeling, al veel grotere hoeveelheden werkzaam aanwezig zijn. Terwijl het mineraal ongeveer acht, negen, tien, hoogstens twintig intelligenties telt, vindt men bij veel planten er al duizenden, bij veel dieren vele miljoenen en miljoenen maal miljoenen en bij de mensen talloze vanuit alle sterren en uit alle atoomdeeltjes van de aarde.
Hoofdstuk 46: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[8] Het meer of minder sluit echter het dierlijk element, het levend zijn in de mineralen niet uit, omdat ten eerste die intelligentiespecifica zichzelf in allerlei levende dierlijke vormen aan het gewapende oog van een wetenschapmens laten zien en ten tweede omdat deze intelligenties in de metalen en mineralen precies dezelfde zijn als die in de dieren.
Hoofdstuk 46: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Wie een microscoop heeft, die de voorwerpen zes miljoen keer kan vergroten, zou hiermee in een enkele waterdruppel een ongelooflijk aantal van de meest zeldzame diervormen ontdekken. Deze vormen zijn niets anders dan dragers van de verschillende enkelvoudige intelligenties die voortdurend vijandig tegenover elkaar staan, elkaar aangrijpen en schijnbaar vernietigen. Maar voor hen in de plaats komt al gauw een nieuwe vorm, die alle vroegere in zich opneemt en ze als het ware verorbert. Is zo' n gestalte verzadigd, dan komt ze tot rust en zinkt omlaag.
Hoofdstuk 46: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] De oorzaak van dit verschijnsel is de grote hoeveelheid specifieke intelligenties die, al in een hogere ordening dan die van de metalen, elkaar moeten vastgrijpen. Wordt deze ordening door het een of ander verstoord, waardoor verschillende intelligenties verdwenen zijn, dan wordt de materie niet meer dezelfde als ze vroeger was.
Hoofdstuk 47: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[13] Om een zo goed mogelijk inzicht te krijgen in deze ordening zullen we hierna door aanschouwelijke voorbeelden deze zaak toelichten en het werk en de wijsheid bewonderen van de geesten, die aangesteld zijn om dit werk te leiden.
Hoofdstuk 47: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Nog tot op deze dag hebben de natuuronderzoekers niet kunnen uitmaken, waar het mineraalrijk in het plantenrijk en dit in het dierenrijk overgaat of waar houdt het ene rijk op en waar begint het andere? Waar is de laatste volkomen plant, waarna geen opklimmen meer mogelijk is maar waar dadelijk het eerste, weliswaar onvolkomen dier voor in de plaats komt?
Hoofdstuk 48: De grenzen tussen de natuurrijken - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Daar de zaken zo liggen zal iedereen gemakkelijk inzien dat het voor de natuuronderzoekers een heel moeilijke taak is een nauwkeurige grens te trekken en wel omdat er een enorm aantal dieren- zowel als plantensoorten is, die de natuurkundigen helemaal niet kennen en wel nooit zullen leren kennen; want het grootste aantal merkwaardige planten en dieren groeit en woont in de diepten van de zee. De grote onder de zee gelegen vlakten zijn voor de plant en dierkundigen wat moeilijk toegankelijk, waardoor het moeilijk is kennis te maken met de dieren en planten van deze vochtige grond.
Hoofdstuk 48: De grenzen tussen de natuurrijken - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Heeft hij zijn armen dan, zoals een slak haar voelhorens, ver genoeg naar buiten gestoken, dan buigt hij deze verschrikkelijke armen om het schip, dat op zijn rug ligt heen en vermorzelt het in één ogenblik. Vervolgens brengt hij dan het fijngeknepen schip met zijn vele armen onder zich in zijn ontzettend wijde muil en verorbert het op deze manier met alles wat er in was. Zijn maag verteert zo goed, dat niets weerstand kan bieden; stenen, metalen, hout en zelfs diamanten verteert hij zo geheel en al, dat er geen stukje overblijft.
Hoofdstuk 48: De grenzen tussen de natuurrijken - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Neem maar eens kalksteen in zijn natuurlijke en een andere in gebrande toestand. In zijn ruwe toestand kan hij wel eeuwen in het water liggen en dan zal hij niet oplossen, maar slechts vaster worden omdat verschillende specifica uit het water zich met hem verenigen. Maar als je een gebrande kalksteen in het water gooit, dan zal hij zich in enkele minuten in een witte brij oplossen. De oorzaak van dit verschijnsel is, dat een bepaald aantal specifica door het vuur verdwenen is; deze specifica gaven vroeger aan de steen zijn dichtheid en stevigheid. Komt er dan ook nog water bij, dan komen daardoor nog meer specifica vrij en de weinigen die zijn overgebleven verliezen hun samenhang en vallen dan als een brij uit elkaar. Wordt het water dan weer uit de brij verwijderd, dan komen weer enkele vrij geworden specifica in die brij terug en maken dat deze weer vast wordt, om welke reden deze dan ook bij metselwerk als bindmiddel wordt gebruikt.
Hoofdstuk 47: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Hieruit kun je opmaken met wat voor grote nauwkeurigheid de ordening moet worden gehandhaafd met betrekking tot de plaats van de specifica. Want bij een plant heeft elk atoomgroot plekje op een blad al een ander specificum, dat weliswaar met zijn buurman de grootste verwantschap vertoont, maar desalniettemin toch niet geheel hetzelfde is. Want zou dat niet het geval zijn, dan zou er nooit een blad geconstrueerd kunnen worden. Wie dit zou betwijfelen moet maar eens een stukje uit een blad nemen en dat elders op een even groot gaatje in hetzelfde blad leggen en hij zal zien dat er nergens verbinding bestaat. Ja, Ik zeg jullie, er is al zo'n grote ordening aanwezig dat geen menselijke wijsheid haar ooit helemaal begrijpen kan, zolang de geest van de mens in zijn sterfelijk omhulsel woont. En hoe verder men bij de uiteinden van de plant komt, des te groter is het aantal intelligenties en des te minder kan hun ordening veranderd worden. In de twijgen van heel jonge bomen is alles nog niet zo gevormd en daarom kunnen deze overgeplant en geënt worden.
Hoofdstuk 47: De samenstelling van de intelligentiespecifica in de levende wezens 2 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] De natuuronderzoekers vragen zich af wat koralen eigenlijk zijn en het is nog niet uitgemaakt of ze tot het mineralen-, planten- of dierenrijk behoren; elke natuuronderzoeker weet, dat de koralen door een soort wormpjes worden gevormd, die erg klein zijn, zich aan elkaar hechten en zo een koraaltak vormen. De wormpjes zijn zeker dieren; als ze echter hard worden is hun massa zo hard als edelsteen. De vorm echter, waarin deze diertjes zich zo langzamerhand door het aan elkaar hechten ontwikkelen, lijkt op een boom zonder bladeren, die takken, twijgen en twijgjes heeft. Dat groeisel is dus volgens zijn ontwikkeling een diervolume dat uit talloze diertjes bestaat; als massa is het een mineraal en aan de vorm te zien een boom.
Hoofdstuk 48: De grenzen tussen de natuurrijken - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1399 - 1400 - 1401 - 1402 - 1403 - 1404 - 1405 - 1406 - 1407 - 1408 - 1409 - 1410 - 1411 - 1412 - 1413 - 1414 - 1415 - 1416 - 1417 - 1418 - 1419 - 1420 - 1421 - 1422 - 1423 - 1424  ...