Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 143 van 278

...  131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156  ...
[9] Al zijn er door God steeds echte leraren onder het eenmaal blind gemaakte volk gezonden, ze hebben weinig uitgericht -want de vrije wil, zonder welke de mens tot een dier zou worden, moet bij de menselijke ziel van deze aarde onaangetast gelaten worden; het is dus zaak geduld te hebben met de mensheid en waarschijnlijk het grootste deel ervan in een andere wereld tot een beter inzicht te laten komen.
Hoofdstuk 23: Over het verval van de zuivere leer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[13] Als Ik Zelf tegen de apostelen heb gezegd dat ze niemand mochten oordelen, verdoemen of vervloeken, opdat datzelfde, van Mij uitgaand, hen niet zou overkomen -wie heeft hun dan het recht verleend om diegenen die door Mijn geest de zuivere waarheid hebben gezocht en nog zoeken, te veroordelen, te verdoemen en hun de meest verschrikkelijke en afschuwelijke banvloeken op te leggen?! Daarom zullen ze zelf in die kuil geworpen worden, die zij voor vele miljoenen mensen hebben gegraven, en daarin zullen hun kwade werken eveneens onverbiddelijk en zonder enig erbarmen gericht worden en zullen ze hun beloning ontvangen.
Hoofdstuk 26: Over de weggeworpen hoeksteen - waarvan de tijd nu gekomen is - en over het einde van de valse profeten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] De rabbi begon Mij voor een kleine profeet te houden, omdat Ik hem dingen voorhield die Ik naar zijn mening als gewoon mens en vreemdeling anders toch niet zou kunnen weten, en hij zei: 'God geve dat ik kan leven, zonder dat ik hier ook de heidenen om brood hoef te vragen, dan zal ik mijn dienst aan de heidenen onmiddellijk laten varen!'
Hoofdstuk 34: De Heer in de school in Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Kijk, omdat je dat hebt gedaan zonder dat het nodig was, heeft God jou laten zakken en als rabbi voor de heidenen in deze heidense stad laten komen! Dat je daarnaast nu sinds een paar jaar ook een rabbi van de Joden bent geworden, dat hebben de heidenen die jou vriendelijk gezind zijn, en niet de arme Joden van hier bewerkstelligd, en die hebben ook de vroegere zuiver Joodse rabbi uit deze stad weggewerkt.
Hoofdstuk 34: De Heer in de school in Pella - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] In de catacomben van Rome en in de paapse burchten van Spanje en Italië en hier en daar ook van het Duitse rijk bevinden zich nóg veel belangrijke handschriften uit Mijn tijd; maar de ook nu nog grootste hebzucht, heerszucht en zucht naar pracht en praal van de hoer van Babel laat daarvan niets onder de mensen komen, en wel uit vrees en grote bezorgdheid dat ze zichzelf nu geweldig zou verraden en aan iedereen strenge rekenschap zou moeten afleggen over de reden waarom zij de mensen zoveel eeuwen de waarheid heeft onthouden. Aangezien die smadelijke reden voor ieder denkend mens zonder meer duidelijk is, is het werkelijk niet nodig die hier nog nader toe te lichten.
Hoofdstuk 25: Over de geestelijke omstandigheden in de eeuwen na Christus tot in de tweede helft van de 19de eeuw De geestelijke wending door het instralen van het goddelijke licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Ze kan zich handhaven, zolang er nog enkele oude en vanuit vroeger tijden nog dom gehouden, bijgelovige vrouwen en enkele huichelachtige zogenaamde kwezelbroeders leven, die zich door de priesters zand in de ogen laten strooien, en zolang die heersers nog enige middelen bezitten om de troon van de hoer van Babel te beschermen. Maar dat kan en zal nog maar een heel korte tijd duren, omdat er wel voor gezorgd wordt dat dergelijke heersers hun middelen worden afgenomen, zoals die al velen zijn afgenomen, en die nu zonder land en volk moeten aanzien hoe hun oude werkzaamheden, inspanningen en duistere werken in rook opgaan!
Hoofdstuk 25: Over de geestelijke omstandigheden in de eeuwen na Christus tot in de tweede helft van de 19de eeuw De geestelijke wending door het instralen van het goddelijke licht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Op het ogenblik dat die wijnzakken barsten houden de grote consumeerders op te bestaan, en de staat zal ervoor zorgen dat diegenen niets tekort komen, die de staat en het volk lange tijd trouw gediend hebben met hun geest en verstand. Maar de meer dan een kwart miljoen straatslijpers en leeglopers zonder verdienste, voor het merendeel uit de rijen der geestelijkheid, zullen hun grote inkomens en pensioenen niet meer ontvangen*, (* Inderdaad zijn in de jaren 1868-1874 de concordaatwetten vervangen door staatswetten, met natuurlijk als gevolg dat veel kerkelijke autoriteiten werkeloos werden ) maar daarentegen strikt verplicht worden de staatsschuld te betalen - want die zal onder alle omstandigheden gerespecteerd worden, opdat niet de ene broeder een klacht tegen de andere zal indienen ** (** Bij het afwikkelen van de naoorlogse zaken hoorde onder meer dat Venetië bij Italië kwam. Tevens nam Italië de daarbij behorende staatsschuld op zich, en zodoende hadden de twee landen geen verplichtingen meer aan elkaar.)
Hoofdstuk 28: De toekomst van de ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Daarop zeg Ik je, dat je aan de ene kant helemaal juist en terecht hebt geoordeeld; en voor een poos zou het ook goed gaan, omdat de zogenaamde geestelijke zich ontegenzeglijk meer zou bezighouden met het onderrichten van het volk, waarvoor hij betaald wordt, dan met de kerkelijke ceremoniën, die hem niets meer opleveren. Maar als hij zijn kerkelijke dienst zonder vergoeding zou verrichten, zou het blinde volk hem een nog grotere waarde toekennen vanwege zijn verdienste voor God, en op die manier vanzelf tot het oude bijgeloof vervallen, en nog erger en dieper dan voorheen. De geestelijke zou datgene wat hem bij het volk een groot en luisterrijk aanzien verschaft, niet voorstellen als iets dat voor Mij geen waarde heeft, maar als iets dat Mij buitengewoon welgevallig is, en op die manier zou hij het volk in het oude bijgeloof versterken en een nieuwe troon maken voor de hoge heerschappij van de hoer van Babel, die nu haar volkomen einde nadert.
Hoofdstuk 28: De toekomst van de ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[6] Tot nu toe heeft Hij Zich overal nog wel gehandhaafd en heeft Hij allen die Hem vervolgden op zeer krachtige wijze weten te weerstaan, en wij hopen en geloven ook vast dat Hij door middel van Zijn goddelijke aard en Wezen en overeenkomstig de macht van de goddelijke wijsheid, die Hem ver vult, het begonnen werk heel goed en zonder verdere verstoring zal voltooien. Maar de wereld is vals en slecht, en haar kinderen zijn duister en zeer boosaardig en hebben tot nu toe nog altijd de kunst verstaan, en doen dat nog, om alles wat God door de profeten ten behoeve van de mensen geopenbaard heeft, hoe waar, goed en wijs dat ook was, te verdraaien en in hun eigen slechtheid te veranderen. En dat doen ze op zo'n manier, dat zelfs de van nature betere en meer verlichte mensen in het vele valse en slechte het aloude, zuiver goddelijke ware en goede niet meer hebben kunnen ontdekken en dus in het valse en slechte van de wereld moesten blijven.
Hoofdstuk 31: De twijfels van de aanhangers Het gebed van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] En zelfs een Romeinse commandant zei: 'Achter deze arts en zijn metgezellen moeten hogere wezens schuilgaan; want zoiets hebben wij mensen nog nooit zonder enig geneesmiddel kunnen bewerkstelligen!'
Hoofdstuk 35: Het avondmaal in de herberg - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Daarop zei de commandant met een ernstig gezicht: 'Zal ik jullie eens Wat zeggen?! Iemand die in staat is zulke dingen te doen zonder enige hulp van uiterlijke middelen, is een God en geen mens meer! Ik heb al verschillende keren door bepaalde tovenaars wonderen zien doen -maar ik kwam er al gauw achter hoe ze zulke wonderen deden; maar wie kan hier achterhalen hoe deze man de zieke heeft genezen?'
Hoofdstuk 36: De Heer en de Romeinse commandant - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] De ondergeschikte vertelde de moeder nu over de even plotselinge genezing van de zoon van de waard die nu helemaal sterk en gezond was. Slechts enkele ogenblikken geleden had dezelfde wonderbaarlijk machtige arts op het gelovige verzoek van de commandant ook haar dochter zonder enig geneesmiddel en alleen door zijn onbegrijpelijk almachtige woord van al haar lijden genezen.
Hoofdstuk 37: De genezen Veronica bedankt de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] Ik zei: 'Je bent weliswaar heidenser dan alle andere heidenen, zonder er aan te denken dat niemand twee heren kan dienen die elkaars vijanden zijn, omdat hij in het verborgene of de één of de ander vijandig gezind moet zijn en daarbij toch voor ieder moet doen wat er van hem verlangd wordt. Of kan iemand God en de mammon van de wereld tegelijk dienen? En toch heb je dat al lange tijd gedaan! Verander dus je hart en drink van de wijn der waarheid, opdat het licht wordt in je ziel!'
Hoofdstuk 38: De Heer waarschuwt de rabbi - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[12] Bij Mij gekomen, boog hij diep voor Mij en vroeg wat Mij ertoe gebracht kon hebben om zonder leerlingen een ochtendwandeling naar deze oostelijke zijde van de stad Pella te maken.
Hoofdstuk 40: De Heer kijkt met de commandant op een heuvel naar de aanbrekende ochtend - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Toen Veronica, de commandant, zijn vrouwen zijn ondergeschikten dat van Mij hadden gehoord, gingen ze, zonder er verder nog een woord aan te verspillen, snel naar de visbewaarplaats, die zich in de buurt van een bron op het grondgebied van de waard bevond en die de commandant van de waard had gepacht, omdat de waard toch nooit vissen had, en ze troffen de hele visbewaarplaats vol met de edelste vissen aan.
Hoofdstuk 44: Het grote belang van de leer van de Heer ten opzichte van Zijn daden - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156  ...