Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 143 van 1112

...  131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156  ...
[1] Dan zegt Julius: "Wat betreft de boosaardigheid van de tempel, daarover zijn wij Romeinen al zo geïnformeerd, dat jullie ons niets nieuws en opzienbarends meer kunnen vertellen en daarom zal het moment van de straf niet lang meer op zich laten wachten, daar kunnen jullie van verzekerd zijn.
Hoofdstuk 40: Verdere uitleg van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] JULIUS zegt: "Het blijft bij mijn eerste uitspraak waarbij ik jullie geheel van straf heb vrijgesproken, maar nu gaat het over iets geheel anders en dat laat zich heel kort in de volgende vraag tot uitdrukking brengen: Wat gaan jullie nu doen? Naar de tempel kunnen jullie onmogelijk meer terug, naar jullie familie in Jeruzalem gevoeglijk ook nauwelijks meer, daar zou het jullie bepaald met zo goed vergaan! -Wat zijn jullie daarom van plan?"
Hoofdstuk 40: Verdere uitleg van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Kijk, daar achter jullie staan ook dertig tempeldienaren! Zij behoren reeds tot het vreemdelingenlegioen en zij zijn nu op en top Romeinen. Als jullie dat ook worden, zijn jullie voor altijd en eeuwig geholpen! In Jeruzalem zullen wij nooit meer enig geluk vinden, want jullie kennen de aard v:an de tempel en hopelijk ook die van bijna geheel Jeruzalem, evenals die van het vervloekte water! Welk mens kan dan ook maar ooit de wens hebben het hoofdnest van alle duivels en zonden ooit weer op te zoeken? Willen jullie sterven, ga dan naar Jeruzalem. Willen jullie echter leven en ook het eeuwige leven vinden, wordt dan lichamelijk Romeinen en geestelijk waarachtige Joden volgens Mozes! -Begrijpen jullie dat?"
Hoofdstuk 41: De raad van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Bij nacht en ontij trokken wij door Samaria en kwamen na enige dagen over de bergen hier naar dit land. Daar troffen wij weldra mensen die óf om gegronde redenen zich niet erg lovend over de Romeinse heerschappij uitlieten, óf dat alleen maar deden om ons, kortzichtige onnozelen, op glad ijs te brengen, kortom het ontbrak ons aan mensenkennis om dat te ontdekken. Onnadenkend stemden wij met hen in en lieten ook zo het een en ander Propter formam (voor de vorm) los. Maar dat duurde geen drie dagen. Plotseling werden wij door Romeinse soldaten aangehouden en opgebracht, samen met vier of vijf van degenen waarbij wij ons hadden aangesloten. En zoals WIJ daar opgepakt zijn, zo zijn wij hierheen gebracht. Nu weet u alles wat u van ons te weten kunt komen en nu kunt u uw complete oordeel over ons vellen.
Hoofdstuk 40: Verdere uitleg van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Als dat zo is, hoe kun je dan, terwijl je in ieder geval slechts tijdelijk een boosaardige dwaas was, ons bij deze uiterst moeilijke zaak een verstandig advies geven?! Want jullie vijven zijn als boosaardige en gevaarlijke gekken, respectievelijk als bezetenen, zwaar geketend hierheen gebracht! Wie heeft jullie genezen? Want je spreekt nu heel heldere taal en moet daarom genezen zijn! Op het schip heb je alleen maar gebruld, nu eens als een stier, dan weer als een leeuwen dan weer gehuild als een wolf, en als je met de meest krijsende stem ter wereld woorden uitsprak waren dat slechts scheldwoorden, vloeken en verwensingen! Kortom, jij bent helemaal dezelfde, ook al draag je nu een Romeinse mantel en ik heb er geen woorden voor dat je nu zo helder van geest bent geworden. Iemand uit dit grote gezelschap moet jou en je metgezellen hebben genezen! Maar wie? Waar bevind zich zo'n wonderheiland?
Hoofdstuk 40: Verdere uitleg van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] MATHAËL valt Suetal in de rede: - 'zijn altijd nog vele malen beter dan het duistere monotheïsme en de eigenlijk algehele afgoderij van de tempel! Zeg me, welke priester in de tempel gelooft er nog in een god? Ik zeg je: Hun buik en hun wellust is nu de ware god van de tempel! De dood, de zonde en alle duivels dienen zij! De geboden van Mozes kun je voor een paar zilverlingen krijgen zoals je ze wilt, maar van hun vreet en wellustvoorschriften laten ze geen komma vallen! Zij bezitten geen leven meer en geven zich toch uit voor heren des levens en willen als zodanig hoog geëerd worden!
Hoofdstuk 41: De raad van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Slechts een vonkje in het centrum van de ziel is datgene, wat men de geest van God en het eigenlijke leven noemt. Dit vonkje moet gevoed worden met geestelijke voeding, namelijk het zuivere woord van God. Door deze voeding wordt het vonkje in de ziel groter en sterker, neemt tenslotte zelf de menselijke vorm van de ziel aan, doordringt daarna de ziel volledig en transformeert tenslotte de gehele ziel in zijn eigen essentie. Ja dan wordt de ziel zelf helemaal leven, dat zich als zodanig in zijn diepste innerlijk herkent.
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Pas als het leven zich in die vorm volledig herkent en zich van zichzelf geheel bewust wordt, herkent het de fundamentele wijsheid. Maar zolang dat helaas niet het geval is, kan van wijsheld geen sprake zijn!
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Kijk, zolang het water in de pot kookt, kan men verschillende vruchten gaar koken en veranderen in licht verteerbare spijzen. Maar als het water in de pot lauw en tenslotte zelfs koud is geworden, lukt het met meer met het gaarkoken van de vruchten! ,
Hoofdstuk 43: Waarheid is leven, leugen de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] De wil van een mens lijkt daarom op het kokende water in de pot. De liefde tot God en tot al het goede van het leven uit God is het ware vuur dat het levenswater in de pot aan het koken brengt. De gaar te koken vruchten zijn die werken en daden waar wij mee instemden, maar die wij nog niet hebben uitgevoerd. Vandaar dat wij ze juist in het water moeten doen zolang dat nog hard kookt, omdat ze anders rauw en onverteerbaar blijven en zo voor het leven geen nut hebben.
Hoofdstuk 43: Waarheid is leven, leugen de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Als dan tenslotte de vloed van de lokkende, wereldse verleidingen zal verzinken in de diepte van haar leegheid, dan zal het goddelijke leven zich met alle kracht in en buiten de ziel manifesteren en in de zuivere en nieuwe levenssfeer in een vrijheid zonder weerga, zonder enige vijandige belager, een nieuw werk beginnen en daarmee in en met God de gehele oneindigheid van eeuwigheid tot eeuwigheid zegenen! -Begrijp je deze vergelijking?"
Hoofdstuk 43: Waarheid is leven, leugen de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] De twaalf zijn daardoor nieuwsgierig geworden en vragen zich onder elkaar af wat de hoge Romein toch wel bedoeld mocht hebben met te zeggen, dat zij op die dag nog heel veel buitengewoons zouden horen en zien, waarvan zij veel zouden kunnen leren, en dat alles in zekere zin vanzelf duidelijk zou worden! Wat zou dat kunnen zijn?
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Ik heb zelf een broer, die nu de erfgenaam thuis is. Hij was door de jicht als een soort knol kromgetrokken, hij kon niet liggen of zitten, en van staan was natuurlijk helemaal geen sprake. Wij hielden hem in een hangende korf die met zacht stro was opgevuld. Vaak huilde hij dagenlang, door de ergste pijnen gefolterd, waarna hij dan meestal zo volkomen zijn bewustzijn verloor, dat hij er als een dode uitzag. Alles wat je maar kunt bedenken werd geprobeerd om hem te genezen, zelfs het water van de bron van Siloam -alles echter tevergeefs.
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Ik vroeg meteen waar die gezegende weide was. De knechten wezen haar aan en direkt droeg ik mijn broer naar de genoemde welde en legde hem daar op het gras. Wel, op het moment dat mijn zieke broer in aanraking kwam met de weide, begon hij zich heel behaaglijk uit te rekken, Alle pijn was als in een zucht verdwenen en in een paar tellen was .mijn broer net zo gezond als ik! Voorheen was hij slechts vel over been en ik verzeker jullie, hij stond zo goed doorvoed naast mij, dat ik ml] nu nog verbaas over die onvoorstelbare verandering!
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] En wat denk je van de tempel! De hoge heren breken zich het hoofd erover hoe zij zo'n heiland uit de wereld zouden kunnen helpen. Maar als hij zulke krachten tot zijn beschikking heeft met daarbij de zichtbare vriendschap van de hoogste Romeinse machthebbers, kunnen alle tempeldienaars etter en bloed zweten maar uiteindelijk toch nog minder tegen hem uitrichten dan een mug tegen een olifant!
Hoofdstuk 46: Suetal vertelt over de invloed van de wonderheiland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  131 - 132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156  ...