Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1422 van 1490

...  1410 - 1411 - 1412 - 1413 - 1414 - 1415 - 1416 - 1417 - 1418 - 1419 - 1420 - 1421 - 1422 - 1423 - 1424 - 1425 - 1426 - 1427 - 1428 - 1429 - 1430 - 1431 - 1432 - 1433 - 1434 - 1435  ...
[14] Tot deze klasse van innerlijke visioenen behoort ook het zien tijdens een magnetische slaap en ook wat jullie al eerder verklaard werd, het zien tijdens de zogenaamde zwavel-ether narcose. Deze visioenen hebben daarom al een zeker verband en een bepaalde ordening, omdat de ziel hier door de haar omgevende geesten al klare wijn wordt geschonken.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[15] In zulke visioenen worden aan de ziel niet zelden komende gebeurtenissen getoond, wat voor geesten niet moeilijk is, omdat ze ten eerste de orde der dingen kennen zoals ze onherroepelijk op elkaar moeten volgen en ten tweede omdat ze zelf de bewerkers van deze orde zijn.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Ik vind echter, dat zolang een grote mensenmenigte er nog een grote vreugde aan beleeft, deze afgoderij op alle mogelijke manier te ondersteunen, missen en gezongen diensten te betalen, schenkingen te doen, bedehuizen en andere kapellen te bouwen, offerblokken te vullen, orgels te laten bouwen, klokken aan te schaffen, rijke begrafenisplechtigheden te laten houden en zeer dure zogenaamde paramenten te vervaardigen, ook kostbare bedevaarten te ondernemen en zich met geldzuchtige broederschappen in te laten - zo lang gaat het nog wel goed. Waarom zou men in één keer datgene als een schuimbel vernietigen, waaraan de mensheid tot op vandaag vreugde beleeft? Wie dom en blind wil zijn en wie aan deze eerzuchtige ceremoniën, waarbij men met veel goud en edelstenen pronkt, genoegen beleeft, die moet maar dom en blind en dwaas blijven!
Hoofdstuk 66: De ceremoniële kerk - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[21] Deze beelden, die de ziel in de droom voor ogen heeft, zijn overeenkomstigheden met de zielstoestand, maar in geen geval profetieën van toekomstige gebeurtenissen.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[24] Dit vertel Ik echter juist daarom, opdat men weten zal wat men in de toekomst van dromen en ook daarnaast van andere visioenen, die nog verder besproken zullen worden, wat betreft de waarheid te verwachten heeft. Elk verschijnsel heeft een zeker overeenkomstig doel, maar van ingebeelde domheid is daar geen sprake. Nu weer verder met deze gedenkwaardigheid.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Een derde soort zogenaamde visioenen is het uit het heidendom afkomstige, hoogst domme bijgeloof, dat bepaalde natuurlijke verschijnselen een of andere profetische samenhang zouden hebben met een gebeurtenis die daarop in de toekomst zal plaats hebben. Bij een andere gelegenheid heb Ik al veel hierover gezegd; maar omdat deze zaak tot de grootste dwaasheden en als gevolg daarvan tot boosaardigheden aanleiding geeft, daarom moet hier op de juiste plaats haar afschuwelijkheid nog eens goed onder ogen gebracht worden.
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Hebben deze dagen geen gelijkenis met de wichelarij bij de heidenen en de joden, van wie Ik gezegd heb dat ze aan de ondergaande en opgaande zon wel konden zien, wat voor een dag daarop zal volgen en tot wie Ik zei: Jullie verkeerd soort mensen! De tekenen aan de hemel kunnen jullie wel beoordelen, maar de tekenen van deze tijd, de tekenen die Ik voor jullie ogen doe, die zien jullie niet!'
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[22] Over het geheel genomen heeft een mens gemakkelijk zoveel bloedverwanten, vrienden en bekenden als er dagen in het jaar zijn, soms ook tienmaal zoveel en daarvan zullen er wellicht in een jaar enkele sterven. Droomt iemand nu van water, brood, mest of een trouwpartij, dan heeft deze droom zeker die gestorvene gegolden of die nu 14 dagen eerder of later gestorven is. Zo staat het ook met alle andere dromen. Iemand droomt van een zwerm sprinkhanen en daardoor was hij wat angstig voor en ook wat verlangend naar oorlog. Maar omdat er in zijn land niets gebeurt en ook niets in de omringende landen, gaat hij zorgvuldig de kranten lezen en ziedaar, hij leest in een artikel: Oorlog tussen engelse zeelieden en kolonisten met de oorspronkelijke bewoners van Zeeland. En hij slaat pathetisch zijn hand tegen zijn voorhoofd en zegt heel ernstig: 'Kijk daar, mijn droom is al in vervulling gegaan. Ik heb laatst van sprinkhanen gedroomd, dat betekent oorlog - en werkelijk, er is oorlog in Nieuw Zeeland'. Als onze lezer zich wat meer moeite had gegeven om de krant verder te lezen, dan was hij nog wel op meer oorlogen gestuit die tegelijkertijd plaatsvonden.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[23] Kijk een dergelijk geloof is een kwaad dat de ziel erg kan schaden, omdat ze zich er aan went op zulke ogenblikken het vertrouwen in Mij geheel te laten varen! En hoe meer van zulke twijfels over profetische visioenen op één of andere manier in de ziel wortel schieten, des te meer verzwakken ze het geloof, het vertrouwen, alsook de liefde tot Mij. Hoewel zulke eenvoudige dromen alleen maar tot de ziel behoren, behoren die domme verklaringen aan een boos geestengespuis toe. Dit bekruipt het vlees bij zulke gelegenheden zoals de bromvliegen een mesthoop, zuigen daaruit dergelijke droom visioenen van de ziel en bepraten de ziel dan met zulke domme profetieën, die op zichzelf niets dan uitwerpselen van zulke boze geestelijke bromvliegen zijn, waardoor de ziel niet zelden net zo door vliegen overdekt wordt als sommige ramen, waar tenslotte de zonnestraal niet meer doorheen kan dringen of maar heel flauwtjes. Zo kan ook de genadestraal uit Mijn zon niet inwerken op de ziel, omdat deze te zeer met dergelijke domheden overdekt is.
Hoofdstuk 67: Dromen en hun betekenis - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Met deze lotdagen moet de mens rekening houden, dan zullen veel domme stormen, bliksem, donder, regen en slaghagel, sneeuw en ijs in zijn hart achterwege blijven. En als dergelijke stormen en slecht weer zullen uitblijven, dan zou de geest uitzijn kamertje in de vrije wereld van het hart durven treden en zou de ziel de lotdag van het eeuwige leven verkondigen! Zolang echter in het hart aanhoudend allerlei zware onweders razen, die van de miserabele lotdagen afkomstig zijn, dan blijft de geest in zijn kamertje en de mens blijft wat hij was, alleen maar een verachtelijk dier, dat bezwaarlijk ooit in de hemelse dierenriem wordt opgenomen.
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Er zijn weer andere mensen, die de almanakvervaardigers of voor een soort halfgoden houden of voor een soort tovenaars of tenminste voor mensen die de zwarte kunst beoefenen en met zekere Beëlzebubjes of heksjes in een goede verbinding staan, die aan de almanakvervaardigers het weer van elke dag voorspellen, mits deze hem zijn ziel heeft verkocht.
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Op deze weersvoorspelling volgen dan nog een serie dwaasheden onder de titel: middelen tegen de weersgesteldheid of: middelen waardoor men onweer, dat of in de almanak voorspeld is, of ook werkelijk naderbij komt, kan verdrijven. Tot deze verdrijvingsmiddelen van het weer horen in de eerste plaats de zogenaamde weerrnissen in het Roomse christendom. Als de priesters op het platteland heel veel weerrnissen betaald willen krijgen, hoeven ze alleen maar met een almanakvervaardiger of andere weerprofeten in goede verstandhouding te geraken, zodat deze dan veel hagel en bliksem voorspelt; dan komen er grote hoeveelheden weerrnissen!
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[19] Deze soort voorspelkunst heeft het zeer gevaarlijke, dat mensen die in hun hart nog wat beter zijn, van het vertrouwen op God helemaal worden afgeleid en tenslotte al hun vertrouwen stellen in de almanak, in de weerrnissen, in het weerluiden en dergelijke soort zaken meer. En dat is een werking van de hel, die op deze weg niet alleen de gemoederen van enkele mensen, maar van hele volksstammen schandalig in bezit neemt en niet zelden tot de schandaligste misdragingen tegenover hun arme onschuldige broeders heeft geleid, vooral in vroeger tijden.
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] De eerste dwazen op dit gebied zijn de makers van almanakken die, zonder een sprankje wijsheid te bezitten, op de belachelijkste manier van de wereld de weersgesteldheid van elke dag voorspellen. Enkelen onder hen voorspellen die naar bepaalde, onnozele en buitengewoon belachelijke lotdagen, zgn. kritieke dagen voor het weer. Wat kan zo'n lotdag eraan doen als volgens hem goed of slecht weer optreedt? Oh, gij ezelachtig volk van deze aarde. Wie is dan eigenlijk de Heer over het weer? Ik, of de lotdag? Of kan iemand Mij wel voor zo onwijs en onnozel verslijten, dat Ik bepaalde dagen van het jaar alleen terwille van toekomstige weersgesteldheden geschapen heb? Of heeft het ook al niet in die tijd geregend, gebliksemd en geonweerd, gehageld en gesneeuwd toen de mensen nog niet van een Marialichtmis, van de 40 martelaren, van Medardi, van Margareta en van Portiunkula gehoord hadden? Wie maakte deze dagen het eerst tot feestdagen? De domheid van de mensen. En wie maakte ze daarna tot lotdagen? De nog veel grotere domheid van de mensen.
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Dat is ook weer een heerlijke vrucht, die de mensheid in plaats van omhoog naar het licht, regelrecht naar beneden de duisternis in drijft. Dus moeten de almanakmakers in hun kalender datgene schrijven, wat ze met hun wetenschap en voor hun geweten kunnen verantwoorden; maar als ze met dergelijke bedriegerijen het volk voorspellingen doen, kunnen ze beter thuis blijven. En omdat ze in dit opzicht zo aan de oude Egyptenaren, Grieken en Romeinen hangen, en ze hun wichelarij beschouwen als iets historisch, iets verhevens uit de oude tijd, moeten ze zich ook deze oude, niet slechte Romeinse spreuk inprenten en die op zichzelf betrekken, hij luidt zo: 'Quod licet Jovi, non licet bovi', d.w.z. met zaken die God zich alleen voorbehouden heeft, moet de os van een mens zich niet bemoeien, vooral niet zolang hij een puur vleselijke os blijft.
Hoofdstuk 68: Over bijgeloof 1 - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1410 - 1411 - 1412 - 1413 - 1414 - 1415 - 1416 - 1417 - 1418 - 1419 - 1420 - 1421 - 1422 - 1423 - 1424 - 1425 - 1426 - 1427 - 1428 - 1429 - 1430 - 1431 - 1432 - 1433 - 1434 - 1435  ...