Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1425 van 1490

...  1413 - 1414 - 1415 - 1416 - 1417 - 1418 - 1419 - 1420 - 1421 - 1422 - 1423 - 1424 - 1425 - 1426 - 1427 - 1428 - 1429 - 1430 - 1431 - 1432 - 1433 - 1434 - 1435 - 1436 - 1437 - 1438  ...
[11] Zoals deze gedachtedeken zonder een werkelijke deken niet helpt, zo heeft ook het geloof zonder werken geen nut. Het geloof is alleen maar het opname orgaan van een leer die tot daden aanspoort. Wie deze richtlijn alleen maar in zijn geloof opneemt, maar niet daarnaar handelt, die vraag Ik: 'Waarvoor dient deze richtlijn?' Ik zeg: tot niets anders dan eigenwijze kritiek, net zoals alle regels van de toonkunst alleen iemand niet van nut zijn als men niet in staat is ook maar het minste en eenvoudigste te presteren. Maar Ik zeg: Dan is een straatmuzikant altijd nog meer waard dan zo'n criticus die zelf niets kan, maar over alles wil oordelen.
Hoofdstuk 73: Over het daadwerkelijk geloof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Dan is zo'n kerk, waar toch iets gebeurt, Mij ook liever dan een waar niets gebeurt. Want het is beter iemand een stuk brood te geven, dan duizenden plannen te maken voor de armenzorg en de arme dan toch niets te geven als deze bij hem aanklopt. Plannen zijn goed, maar het geven moet er bij komen, anders is het geloof weer zonder werken, waardoor de arme mensen bij honderden verhongeren.
Hoofdstuk 73: Over het daadwerkelijk geloof - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[12] Als dan het arme blinde volk dat ezelsgebalk van zo'n valse profeet hoort, dan leert de ervaring dat hele volksscharen dit opvolgen en op die plaats waar die genade uitgedeeld wordt, hoort men dan gewoonlijk een nog groter ezelsgebalk over mirakelen en talloze genadegaven en op deze manier wordt niet zelden de geest van het volk geheel gedood en dan zeg Ik: Zulke valse profeten zullen eens hun verdiende loon krijgen; want ze weten niet en willen niet weten, hoe men God in geest en waarheid moet aanbidden. Ze zijn niets anders dan door de wereld geprivilegieerde dienaren van de Mammon. Hun beeld, dat gewoonlijk slecht en onesthetisch door mensenhanden is vervaardigd, is voor hen meer waard dan God; want het beeld brengt geld in maar God niet, omdat Hij toch overal dezelfde is.
Hoofdstuk 72: Vergeving van zonden en beeldenverering - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[1] Wat de maan betreft, deze is een vast hemellichaam, meer nog dan de aarde; hij is in zeker opzicht een kind van de aarde, dat wil zeggen dat hij uit bestanddelen van de aarde is gevormd.
Hoofdstuk 74: De maan: Wezen en bestemming van de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[2] Hij is aan de aarde toegevoegd, opdat hij haar uitstromende magnetische kracht op zal vangen en die, al naar gelang de aarde die nodig heeft, weer aan haar zal teruggeven: daarom is zijn loop om de aarde ook zo buitensporig. Want deze richt zich altijd naar de grotere of kleinere hoeveelheid van het aanwezige magnetisme op de aarde; daartegenover richt de loop van de maan als drager van deze stof, zich ook, naar de eventuele behoeften van de aarde aan deze natuurlijke levensstof - Dat is de voornaamste functie van de maan.
Hoofdstuk 74: De maan: Wezen en bestemming van de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Je vraagt je af, waarom dat zo is. Het antwoord luidt: Omdat geen maan een beweging om zijn eigen as mag hebben - omdat de aantrekkingskracht van de aarde, of trouwens elke planeet die op enige afstand van zijn maan staat, nog te krachtig werkt. Zou de maan nu een rotatie om zijn eigen as hebben, - al zou die nog zo langzaam zijn - dan zou ten eerste door een dergelijke rotatie de aantrekkingskracht van die planeet in dezelfde verhouding versterkt worden als de rotatie van de maan zich verhoudt tot de rotatie van de aarde, d.w.z.: wanneer de maan in zijn rotatie de rotatie van de aarde in tijd zou benaderen, zodat hij zich ongeveer in dezelfde tijd om zijn as draaide als de planeet, dan zou door de daardoor toenemende aantrekkingskracht van de planeet zich weldra het ene deel na het andere van de maan losmaken en op de aarde neerstorten. De maan zou zeer weinig gediend zijn met een even langzame rotatie als de planeet heeft, vanwege de gelijkmatige verdeling van de lucht, het water en dus ook van het vuur, en alles zou dan net zo zijn als het nu is op de van de planeet afgewende kant van de maan. Want het water, de lucht en het vuur moeten op een hemellichaam, met een naar verhouding aangepaste snelheid, door de hoog oprijzende bergen mee rondgedraaid worden; anders zouden deze voor het organische leven zo noodzakelijke elementen zich ophopen op de afgewende kant van het centrale lichaam, vanwege de middelpuntvliedende kracht en hun eigen zich verplaatsende gewicht.
Hoofdstuk 74: De maan: Wezen en bestemming van de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[9] Om echter de maan en zijn bewoonbaarheid helemaal te begrijpen, moet men weten dat de maan eigenlijk alleen maar op de naar de aarde toegekeerde kant 'maan' is; aan de andere zijde is hij geen 'maan', maar een heel stevig stuk aarde. Wat dus 'maan' is, is niet vast, maar heel losjes, bijna als een enigszins vast zeeschuim; de vastere delen stijgen als bergen omhoog, maar de zachtere delen zijn nis- en trechtervormig in de richting van het centrum van het hemellichaam ingezonken. In enkele daarvan bevindt zich atmosferische lucht die nog niet heeft kunnen ontwijken en die, als je door sterke verrekijkers kijkt, er bijna als water uitziet. Alle hoogten, evenals de minder diepe trechters, hebben geen atmosferische lucht, maar alleen ether, zoals die zich in de vrije ruimten tussen zon en planeten bevindt. Deze kant van de maan wordt dan ook niet door organische wezens bewoond, maar haar bewoners zijn van geestelijke aard. Deze geestelijke bewoners waren tijdens hun aardse leven louter wereldgezinde mensen en worden nu ter verbetering daarheen verbannen, zodat ze zich op deze manier nog genoeg aan de wereld kunnen vergapen. En als ze na lange tijd merken, dat het aangapen van de wereld geen vruchten oplevert en als ze luisteren naar de daarheen gezonden leraren, dan worden degenen die zich wel willen beteren dadelijk op een hogere, gelukkiger trap van vrijheid gebracht; de minder volgzamen echter krijgen op de maanaarde weer een lichaam en moeten daar een heel armzalig en kommerlijk bestaan leiden. In de eerste plaats hebben ze daar met grote koude en duisternis te kampen, ten tweede met een ondraaglijke hitte; want de nacht duurt daar bijna veertien volle dagen en de dag duurt even lang. Tegen het eind van elke nacht wordt het daar zo koud als op aarde aan de noordpool en in de middag en tegen het eind van de dag wordt het zo warm, dat geen levend wezen het aan de oppervlakte kan uithouden.
Hoofdstuk 74: De maan: Wezen en bestemming van de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[10] De bewoners, evenals alle organische wezens, wonen daar in de aarde. In deze onderaardse woning moeten ze zowel de helft van de dag doorbrengen als de helft van de nacht; daarom zijn daar ook geen huizen en steden zoals op de aarde, maar de woningen liggen diep in grond, hier en daar ook in de bergspleten en holen.
Hoofdstuk 74: De maan: Wezen en bestemming van de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[11] Er groeien daar geen vruchtdragende bomen, maar alleen wortelgewassen, zoals bijvoorbeeld op aarde de aardappelen, bieten penen en dergelijke. Deze gewassen worden bij het aanbreken van de dag geplant en tegen het eind van de dag zijn ze al rijp. Als de nachtschemering begint, komen de mensen uit hun holen tevoorschijn en oogsten deze gewassen en brengen ze dadelijk in hun onderaardse woningen; 's nachts voeden ze zich hier dan mee alsook de hele daaropvolgende dag.
Hoofdstuk 74: De maan: Wezen en bestemming van de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[14] Maar hoed je er vooral voor in de toekomst ooit zelf een bewoner van dit armzalige hemellichaam te worden. Want deze geel glanzende levensschool is een heel armzalig schoolgebouwen het zou beter zijn op aarde één dag veertien maal te sterven, dan daar maar één dag te leven; want de bewoners daar hebben het veel slechter dan degenen die hier op de kerkhoven begraven liggen. Deze weten niet dat ze begraven zijn, maar de bewoners van de maan moeten in hun graven leven en worden daar vaak in hun onderaardse behuizingen door instorting of door plotselinge overstromingen begraven.
Hoofdstuk 74: De maan: Wezen en bestemming van de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[3] Ten eerste maakt dit gas hen licht zodat ze, wegens gebrek aan hout, waardoor ze geen bruggen kunnen bouwen, heel gemakkelijk over elke stroom heen kunnen springen. En zijn er erg brede rivieren of ook wel hier en daar binnenzeeën, dan kunnen ze als een vis gemakkelijk over de oppervlakte heen zwemmen. Dat is dus het eerste voordeel van deze maag.
Hoofdstuk 75: De mensen op de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[4] Het tweede voordeel bestaat hierin, dat ze door het uitstoten van deze lucht een soort knallende geluiden voortbrengen, waarmee ze aan elkaar hun aanwezigheid in de onderaardse vertrekken kenbaar maken. Ook gebruiken ze deze lucht voor een duidelijker spraak naar buiten want die is wel erg magertjes; want het spreken door middel van hun longen is erg zwakjes en zacht en deze spraak wordt alleen maar gebruikt door de in de maanmens levende geest, die daar ter verbetering is ingebracht. De eigenlijke maanmensen hebben aanvankelijk een afschuw van deze taal. Als de geest echter langzamerhand beter wordt, dan raakt de ziel van de maanmens bevriend met de te verbeteren inwonende geest van een aarde mens. Als de ziel van de maanmens volkomen één wordt met de verbeterde geest, dan veroorzaakt deze toestand dan ook de meestal pijnloze dood van het maanmensenlichaam.
Hoofdstuk 75: De mensen op de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[5] Een derde voordeel van deze lucht in de maag is dat ze hun ondergrondse holen verwarmen door deze lucht vaak tijdens de koude nacht uit zich te laten stromen; dat gebeurt op de volgende manier: Omdat hun woonholen er uitzien, of liever van binnen zo zijn uitgehold, dat ze ongeveer op een stompe grote klok lijken, waarvan de ingang van de bodem af door een soort trap wordt bereikt, verzamelt zich de uitgestoten, lichte lucht onder deze luchtdichte woonklok, maakt de woning draaglijk warm en verhindert het vrije binnenstromen van de atmosferische zeer koude buitenlucht; hiervan wordt dan door dit lichte gas zoveel opgenomen, als absoluut noodzakelijk is voor het fysieke leven.
Hoofdstuk 75: De mensen op de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[6] Hetzelfde doel heeft die maaglucht ook gedurende de onverdraaglijk hete dagen, wanneer deze maanmensen eveneens onder de aarde moeten gaan, alleen met dit onderscheid dat dit gas door de inwerking van de spijsmaag in afkoelende zuurstof wordt omgezet, waardoor dan ook hun klokvormige woning, door het veelvuldig uitstoten, voor het binnendringen van warme lucht wordt behoed. Dit was dus het derde voordeel van de windmaag.
Hoofdstuk 75: De mensen op de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
[7] Een andere eigenaardigheid van deze mensen is, dat hun oog een tweevoudige eigenschap heeft. De eerste eigenschap is die van het zien, zoals bij de mensen op aarde. De tweede is dat hun ogen hen als licht dienen in hun donkere kamers, welke eigenschap zelfs op aarde bij bepaalde dieren evenals bij mensen in verschillende streken aangetroffen wordt en wel bij diegenen wier pupil rood is zoals die van konijntjes. Nog een andere eigenaardigheid van deze mensen is het ongewoon sterke gehoor, waardoor ze in staat zijn het zwakste geruis vanaf een zeer grote afstand heel gemakkelijk te horen, daarom zijn hun oortrechters dan ook heel wat groter en compacter.
Hoofdstuk 75: De mensen op de maan - Jakob Lorber - Aarde en Maan
...  1413 - 1414 - 1415 - 1416 - 1417 - 1418 - 1419 - 1420 - 1421 - 1422 - 1423 - 1424 - 1425 - 1426 - 1427 - 1428 - 1429 - 1430 - 1431 - 1432 - 1433 - 1434 - 1435 - 1436 - 1437 - 1438  ...