Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

2682 resultaten - Pagina 144 van 179

...  132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157  ...
[9] Wanneer een wezen dat vervuld is van de hoogste, onbereikbare wijsheid, zoiets echter met alle Goddelijke ernst niet alleen van de mensen, maar zelfs van de stomme natuur verlangt, kan men er dan nog aan twijfelen of _zulk een wezen, ook al heeft het vergeleken bij ons mensen dezelfde gestalte, wel God zou zijn, of slechts een mens zoals wij? Ik denk dat het nu gesprokene, dat bij Jezus duidelijk zichtbaar wordt, wel iedere twijfel moet wegnemen en jullie van de zuiverste waarheid moet doordringen, namelijk dat alleen Hij het allerhoogste Godwezen is. Verheffen jullie je allen tot dit geloof! Ik zal jullie naar Hem toe leiden; Hij zal jullie dan zelf tonen dat Hij degene is, voor wiens naam alle machten der hemelen en werelden diep moeten buigen.
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Zeg me eens, ervaren beschermheilige inzake geboorte-aangelegenheden, hoe vaak moet een mensenziel dan eigenlijk geboren worden voordat ze eindelijk eens kan zeggen: nu ben ik goddank voorgoed uit het laatste moederlichaam in een blijvend daglicht gekropen? Ik geloof dat bij jouw voorstelling van de hemel geen enkele ziel het ooit zo ver zal brengen. Geen wonder dat een Nicodemus, toen Christus hem iets onthulde over de wedergeboorte van de geest, zich genoodzaakt zag om te vragen of hij dan weer in een moederlichaam zou moeten kruipen. Het lijkt me dat jullie hele hemelse wijsheid uit niets anders dan uit geboorte en dood en dan weer uit wedergeboorte en dus ook uit herhaald sterven is samengesteld! Zeg ons toch eens oprecht hoe vaak je je hemelse vroedvrouwenwerk nog voor ons zult verrichten, voordat we het werkelijke gezichtsvermogen terugkrijgen? Licht, licht, vriend de vroedvrouw! Dan zal alles zonder veel verloskundig werk beter gaan, want zonder licht is al het gezwets oudewijvenkoek! Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Zeg eens, wie kan er dan zijn eigen wil uitbannen en daarvoor in de plaats een vreemde wil in zijn ziel stoppen? Het is merkwaardig dat jij, als een ziende, niet inziet dat ik de wil van een vreemde onmogelijk anders dan alleen door mijn hoogst eigen wil tot de mijne kan maken. Zou ik echter helemaal geen eigen wil hebben, dan zou ik toch wel eens willen weten met welke wil ik datgene zou kunnen willen, wat een ander, wie dan ook, mij zou opleggen om te willen. Ik heb je altijd al voor een beetje dom gehouden, maar dat je zo ontzettend dom zou zijn, had ik nooit kunnen dromen! Nee, geen wil hebben en daarbij dan toch vastberaden willen wat een ander wil! Dat is nog erger dan iemand een landgoed schenken, terwijl men zelf niet eens de eigenaar van een slakkenhuisje is! Vertel me toch alsjeblieft, heb je deze wijsheid misschien opgedaan bij de H.Ignatius van Loyola, of heb je ooit je hersens bedorven met slecht gebakken schapenvlees?
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Als Bardo zulke zwaarwichtige woorden uit Mijn mond verneemt, gaat hij bij zichzelf te rade en zegt bij zichzelf in zijn hart: 'Ja, de Heer, de Almachtige heeft gesproken. Wie kan zich verzetten tegen Zijn wijsheid en almacht? Het is nu eenmaal zo en het is eeuwig waar! De mens is een vijand van de waarheid, vooral als ze te dicht bij hem komt. Maar hij doet haar groot onrecht aan, vooral als hij bedenkt dat zijn leven oneindig ver boven het graf uitstijgt en enkel door waarheid en liefde wordt bepaald. De Heer Zelf heeft het mij laten zien en dus wil ik dan ook doen wat de Heer wil, hoe moeilijk het mij ook valt. Ik wil moedig en vastbesloten naar vriend Niklas toegaan, hem alles bekennen en hem heel deemoedig vragen om zijn vriendschap.' Daarop begeeft hij zich meteen naar Niklas om zijn goede voornemens uit te voeren.
Hoofdstuk 119: De genezing van Bardo's ziel. Niklas' rede over het leiding geven van de Heer. Hemelse verbroedering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Je was anders toch een vriend van al wat mooi en tevens nuttig is. Jouw lijfspreuk luidde zelfs: 'Het mooie moet nuttig en het nuttige mooi zijn!' Kijk, dat is al in alle eeuwigheid ook het grondbeginsel van Mijn eigen handelen geweest. Vandaar dat al Mijn werken even mooi als nuttig zijn. De nuttigheid komt overeen met Mijn eeuwige liefde en goedheid en de schoonheid met Mijn wijsheid en waarheid. Zo kun je dan ook hier in het rijk der hemelen nooit het ene zonder het andere hebben. Hoe mooier zich hier iets voordoet, des te nuttiger is het ook!
Hoofdstuk 124: Roberts vreugde. De zorg van de Heer voor de monnik. Robert als heer des huizes krijgt Helena als helpster. Hemelse huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Nu hoort de monnik heel zachtjes de woorden: 'Jezus, de gekruisigde, is de enige God over alle hemelen en over alles wat de oneindige ruimte vult. Hij alleen is de Oerschepper van alle dingen, van alle engelen, mensen, dieren, planten en heel de materie. Hij is de Vader volgens Zijn oereeuwige liefde, de eeuwige Zoon volgens Zijn wijsheid en de alleen Heilige Geest volgens Zijn oneindige macht, kracht en werking.
Hoofdstuk 126: De monnik hoort de heilige leer van Christus. De eens geestelijk blinde herkent de Heer en diens genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] De generaal zegt: 'Wat zeg jij daarop, vriend Dismas?' Dismas zegt: 'Wat broeder Thomas vol wijsheid heeft gezegd, dat zeg ik ook naar volle waarheid.'
Hoofdstuk 129: 129 Thomas en Dismas bij de generaal en zijn drieduizend zielen tellend gezelschap. Uitleg over Jezus en de weg tot het heil. Rede van de generaal. De Heer bij de deur van de zaal des levens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] God de Heer heeft ons allen vanuit Zijn erbarmen op wonderlijke wijze het beste aan brood en wijn laten uitdelen en wij hebben ons daaraan overvloedig verzadigd. Waarom moeten wij dan nog weten hoe Hij dat zo wonderbaarlijk heeft gedaan? Laten wij de volmaakt goede Gever ervoor danken, dan zullen wij Hem ook zeker welgevalliger zijn dan wanneer wij Hem met de wijsheid van alle engelen zouden willen doorgronden en ontleden!'
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] We zien de hele groep nu al al met nieuwe kleren aan voor ons staan. Allen prijzen Mij heimelijk en sommigen kunnen Mijn minzaamheid niet diep genoeg bewonderen. Anderen bekijken de aartsvaders en de apostelen met een zekere heilige schroom. Weer anderen wagen het heel schuchter een gesprek aan te knopen met de apostelen. Maar Petrus geeft allen te kennen dat zij eerst naar Mij toe moeten gaan om de beloofde zegen te ontvangen; daarna zullen zij als vanzelf in allerlei wijsheid worden ingewijd. Na deze aanmoediging haasten allen zich naar Mij toe, bedanken Mij voor de mooie kleren en vragen Mij om de beloofde zegen.
Hoofdstuk 120: Kleding in het hiernamaals. Zegen van de Heer. Blum en zijn vrienden wordt gevraagd om de eetzaal gereed te maken. Hun wonderlijke ervaringen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Daarop hef Ik de handen op over allen en zeg: 'Ontvang allen de beloofde zegen ter versterking van jullie nog zwakke liefde en wijsheid, zonder welke het onmogelijk zou zijn om in Mijn eigenlijke hemelrijk binnen te gaan. Daar jullie echter Mijn Vaderzegen hebben ontvangen, zijn jullie nu ook in staat een flinke stap voorwaarts te maken in Mijn rijk. Jullie hebben je op aarde, als jullie af en toe de blik omhoog richtten naar de sterren, vaak afgevraagd wat deze sterren; de maan, de zon en nog veel andere hemellichamen mochten zijn. Sommigen dachten dit, anderen dat, en sommigen helemaal niets. Maar dat doet nu niets ter zake, want jullie allen hebben het aardse overwonnen en staan blij en innerlijk gesterkt voor Mij, jullie God, Vader en Verlosser. Als volmaakte kinderen hebben jullie nu het recht om in de grote en eindeloos vele woningen van jullie hemelse Vader te worden binnengeleid. Bereid je dus allen goed voor! Want nu pas begint een werkelijk grote inwijding in al de werken die jullie je hele leven lang als versluierde raadsels dagelijks voor ogen stonden!
Hoofdstuk 120: Kleding in het hiernamaals. Zegen van de Heer. Blum en zijn vrienden wordt gevraagd om de eetzaal gereed te maken. Hun wonderlijke ervaringen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[2] Daarop zegt Niklas: 'Broeder, ik moet eerlijk toegeven, dat jij de spijker altijd op de kop slaat. Het is zoals jij gezegd hebt en het kan onmogelijk anders zijn! Ik heb vriend Bruno weliswaar eerder begrepen dan jij, maar nu zou jij werkelijk ons aller leidsman kunnen zijn. Ja, aan de liefde tot de Heer ontbreekt het zeker bij ons allen en daarom laat Hij ons nu even aan ons lot over. De mooie Helena zal zeker niet zonder Hem zijn zoals wij. Waarom? Omdat ze Hem direct vanaf het begin in Zijn zwakste kant wist te treffen, namelijk in Zijn hart! Wij echter, die meenden de wijsheid in pacht te hebben en het hemelrijk al helemaal te kennen, staan hier nu mooi voor schut!
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] We hebben nu een zekere kracht en bezitten de goddelijke leer in overvloed. Het komt er nu op aan ons door zelfwerkzaamheid zo te ontwikkelen, als de door ons erkende ordening Gods verlangt! Het eerste is een vrije liefde, voorzover onze harten daartoe in staat zijn. God meer liefhebben dan men kan, zou een dwaasheid zijn. God echter minder liefhebben dan onze harten het verlangen, zou een onverantwoorde nalatigheid zijn, die ons tenslotte in een toestand van halfdood zijn zou moeten brengen. Hebben we echter in de juiste mate liefde, dan zullen we ook wijsheid en de dienovereenkomstige kracht bezitten, waarmee we ons dan als vrije en volmaakte geesten, zelfstandig handelend, als het ware vanuit God kunnen bewegen. God is zeker in alles Zelf de hoogste ordening. Willen wij echter deze ordening begrijpen, dan moeten wij in onszelf in alles tot de ware ordening komen, anders kunnen we nooit aanspraak maken op een volmaakte vrijheid.
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Het is niet genoeg dat we als levende machines doen wat de Heer van ons verlangt, maar we moeten in onszelf de ware reden daarvoor zoeken, want daardoor pas kunnen we onszelf in een levende Godsordening plaatsen. Aan de uiterlijke ordening van deze meubelen is weinig of niets gelegen, maar als het een vingerwijzing Gods is dat we in de tweede zaal van ons hart, die van de goddelijke wijsheid, al onze levensgereedschappen in een bepaalde ordening moeten brengen, dan is er aan deze verschijning enorm veel gelegen. Weet echter iemand van jullie nog wat beters, laat hij er dan in naam van de Heer mee voor de dag komen.'
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Kijk, daar komen die twee al aan. De een eenvoudig en zonder veel luister, dat is Dismas, en Thomas stralend als het echte zonlicht! Ik zal je meteen als een hartstochtelijk zoeker naar Gods wijsheid aan hen voorstellen, als je wilt.'
Hoofdstuk 131: De grote maaltijd. De generaal en zijn vriend Kernbeiss. Thomas dankt hen voor de eerdere kuur. Blik op de aardse hel - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] De graaf zegt: 'Wie de schade heeft, krijgt gewoonlijk ook nog de schande! Als u dan zo' n buitengewoon schrandere kerel bent, waarom hebt u zich dan ook laten ophangen? Ik denk, wanneer volgens uw definitie sterkte met wijsheid gelijke tred houdt, dan moet u toch ook niet een van de allersterksten zijn!'
Hoofdstuk 135: Geheimzinnige wenken aan de ongelukkigen. Waanideeën van de graaf gehekeld door de meedogenloze. Hongaarse politiek van die tijd - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
...  132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157  ...