Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 144 van 215

...  132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157  ...
[12] Op zo'n antwoord moest ik mijn domme gedachten dan ook zo veel mogelijk verdringen, want ik zag maar al te goed in dat men daarover op aarde nooit tot klaarheid zou komen, waarom ik mij dan maar altijd met de geestelijke wereld heb getroost. Ik heb daarbij weliswaar over de woorden van Christus nagedacht, die gezegd heeft dat dit Zijn lichaam is, maar niet Zijn Godheid. Maar ook dat heeft mij weinig geholpen. Het beste gevoel had lk nog als ik mij daaronder levend brood uit de hemel voorstelde, dat voor de gelovige mens een spijs voor het eeuwige leven kan zijn en ik leefde met dit geloof zo goed als het maar kon tot aan het einde van mijn aardse leven.
Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[14] Als de hemel nu eens als een heel mooi aards landschap zou zijn, waar men dan ook het onuitsprekelijke geluk zou hebben Christus alleen te ontmoeten, door Hem te worden onderricht en als leerling van Hem ook een liefdadig en vruchtbaar liefdewerk te doen kreeg, dan zou dat toch een hemel zijn zoals geen sterveling zich mooier, zaliger en verhevener zou kunnen voorstellen.
Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[2] De rijkste keizer zou er niet één kunnen aanschaffen, maar hier zitten er maar liefst verscheidene honderden in! Waartoe dient hier eigenlijk zo'n verkwisting? De vermeende tafeldienaar zegt: beste vriend, het is goed zo. Bij God vindt geen verkwisting plaats. Heb je ooit de sterren aan de hemel geteld, die allemaal schitteren met hun eigen licht en stuk voor stuk meer dan een miljoen maal groter zijn dan de aarde die jij hebt bewoond? Zou je dan ook niet willen zeggen: waartoe zo'n verkwisting van zonnen in dit onmetelijke heelal?
Hoofdstuk 57: Het levenspaleis van het gezelschap. Het zaad voor het hemelrijk, Gods Woord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Welnu beste vriend, heeft de grote Leraar van de mensheid het hemelrijk niet ook eens vergeleken met een mosterdzaadje? Je zegt: o ja, dat weet ik heel goed. Let nu op, het mosterdzaadje is het Woord in zijn uiterlijke ofwel letterlijke vorm, maar wanneer dit Woord in de aarde van het hart wordt gelegd, dan schiet het omhoog en wordt als het ware een boom waarin de vogels van de hemel wonen. Wat betekent dan wel de boom? De boom betekent het innerlijke, geestelijke van het uiterlijke Woord en de vogels betekenen het hemelse, dus de oerstaat vanwaar het Woord gekomen is.
Hoofdstuk 57: Het levenspaleis van het gezelschap. Het zaad voor het hemelrijk, Gods Woord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] Kijk nu, naargelang het vaartuig de oever nadert, herkent onze woordvoerder zijn tafeldienaar, die hij zich nog goed herinnert, ook steeds beter. Daarom wendt hij zich tot zijn gezelschap en zegt: kijk daar eens, als dat niet onze fraaie tafeldienaar is, dan is onze natte ondergrond geen water. O, hij is het; zijn hele manier van doen, zijn gezicht, zijn lange blonde haren; kort en goed, hoe dichter we bij hem komen des te beter herken ik hem! Had ik nu maar een klein beetje almacht, dan zou ik graag een kleine donderbui op hem afsturen. Aangezien ik dat niet kan, zullen hem toch tenminste als we bij elkaar zijn, enkele goedgekozen, scherpe woorden uit mijn mond treffen. Ik kan toch niet geloven dat er in dit geestenrijk, dat wil zeggen daarboven in die verdachte hemel en hier beneden in dit land, twee geesten te vinden zijn die als twee druppels water op elkaar lijken. We zullen daarom ook niet doen alsof we hem al eerder hadden gezien, maar afwachten wat hij zelf wellicht gaat zeggen als we allemaal aan land zijn. Zegt hij echter niets, dan zal ik wel een gesprek met hem aanknopen en zeker te weten komen of hij de tafeldienaar is of niet! Een ander uit het gezelschap zegt tegen de woordvoerder: luister vriend, stel dat deze geest, die kennelijk op ons staat te wachten, de ons bekende tafeldienaar is, dan denk ik heel anders over de manier waarop we met hem moeten omgaan dan jij, beste vriend en broeder. Kijk, het was toch zonder meer jouw en ons aller wil om uit de vorige zit-, eet- en gaaphemel weg te komen. De dienaar heeft jou dat bij mijn weten ook toegezegd. Dat hij juist daarboven niet meer naar ons toe is gekomen, verbaast me helemaal niet, want, sta me toe, ten eerste ben jij meteen na zijn vertrek vanwege de verkeerde tekst tegen hem van leer getrokken en ten tweede heeft niemand van ons, juist om die reden, zijn raad met betrekking tot onze gedragsregels in acht genomen. Dat hij ons daarom min of meer aan ons lot heeft overgelaten en ons inderdaad in grote verlegenheid heeft gebracht vind ik, in aanmerking genomen dat we hem werkelijk bruut behandeld hebben, zonder meer volkomen terecht. Omdat we zo wonderbaarlijk werden gered en ongedeerd zijn gebleven, en dat zeker alleen aan hem te danken hebben, ben ik van mening dat we onze donderbui, onze scherpe woorden en slimme benaderingswijze beter achterwege kunnen laten. Anders zou hij misschien op het idee kunnen komen ons nog eens te vergeten en dit land dat nu zo dichtbij is, eveneens zo losjes te maken als dat daarboven in de hemel.
Hoofdstuk 54: Bevrijding uit de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Een derde uit het gezelschap merkt op: luister broeders, zes ogen zien meer dan twee! Ik ben van mening dat wij ook met betrekking tot de Heilige Schrift en de tekstverwisseling, of beter gezegd de naamsverwisseling beslist geen ophef moeten maken. Hoe kunnen wij eigenlijk weten welke plaats het goddelijke woord bij hemelse geesten en in het bijzonder bij engelen inneemt, hoe zij het lezen en hoe zij het begrijpen? Het is ook heel goed mogelijk dat Johannes deze uitspraak over Christus wel heeft gedaan, maar deze niet zelf heeft opgeschreven; ook kan zij door de vele overleveringen, evenals bij mijn weten een hele brief van Paulus, voor de wereld verloren zijn gegaan. In de hemel zullen dergelijke zaken zeker niet verloren gaan. Daarom denk ik, zoals reeds gezegd, dat wij wat dat betreft ons in onze onwetendheid wat bescheidener moeten opstellen. Zoals jullie weten was ik op aarde zelf een geestelijke en zelfs doctor in de theologie en heb als zodanig in het heilige boek ook wel menig hiaat gevonden. Maar ik heb me getroost met de gedachte dat als dergelijke verdwenen passages voor het heil van de mensen onontbeerlijk zouden zijn, de Heer het ook nooit zou hebben toegelaten dat ze verloren zouden gaan. En verder dacht ik nog dat dergelijke passages eens in de hemel voor een hoger geestelijk doel in zuiverste vorm aanwezig zullen zijn. Kijk, de woordvoerder en ook alle anderen zijn met dit voorstel volkomen tevreden.
Hoofdstuk 54: Bevrijding uit de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Toen jij echter in mijn nabijheid de onvolmaaktheid en weerzinwekkende dwaasheid van jouw hemel begon te voelen, verhief je je uit het centrum van jouw dwaling en vluchtte met velen die, heimelijk ook door mij aangespoord, jouw inzichten deelden. Op de uiterste grens van jouw dwaling toonde ik jou alles wat jou nog aan je dwaze hemel bond. Daar had je aandacht aan moeten schenken, maar zelfs aan de grens van jouw dwaling bleef je daar nog aan vasthouden en wilde je maar niet inzien wat ik tegen je gezegd had. Daarom wilde je dan ook in je dwaling verdergaan. Niet ik, maar het woord dat ik tot je heb gesproken, heeft ondanks jouw wil om je eigen weg te volgen, jouw dwaling losgeweekt, zodat er op menige plaats een scheur ontstond waardoor je heel gemakkelijk de geheel verkeerde basis van je schijnhemel vermocht in te zien. Ja, tenslotte heeft mijn woord jou helemaal gevangengenomen. Zij die nog te zwak waren, werden daardoor door een nieuwe kloof van jou gescheiden en zo werd jij, zoals gezegd, volkomen gevangen.
Hoofdstuk 54: Bevrijding uit de schijnhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] Zo betekent het hele wezen van de boom de wijsheid, die uit de liefde voortkomt en alleen die wijsheid is in staat het hemelse te herkennen. Zal de boom, wanneer hij tot rijpheid komt, dan niet een duizendvoudige rijkdom aan zaden opbrengen? Wanneer je nu echter zo'n rijkdom aan zaden opnieuw in jouw aardrijk uitstrooit, zal dat dan voor jou, omdat je nu in plaats van één, duizend bomen aan jouw aarde ziet ontspruiten, niet al een grote oogst opbrengen? Je zegt: ja, dat zal zeker zo zijn; maar is jou in de eerste, eenvoudige zaadkorrel zo'n onvoorstelbare rijkdom opgevallen? Kijk, zo is het ook met de hemel gesteld.
Hoofdstuk 57: Het levenspaleis van het gezelschap. Het zaad voor het hemelrijk, Gods Woord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Je kunt niet zomaar ergens in een hemel komen, maar jij moet jouw eigen hemel zelf maken. Het zaad voor het hemelrijk is het Woord Gods; wie dat in zich opneemt en er naar handelt heeft deze hemelse zaadkorrel in zijn aardrijk gelegd, waardoor de hemel als een boom daaruit zal opgroeien.
Hoofdstuk 57: Het levenspaleis van het gezelschap. Het zaad voor het hemelrijk, Gods Woord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[12] Onze woordvoerder zegt: goede vriend, voor mij en voor ons allen begint er nu een geweldig en volkomen nieuw licht op te gaan. Als ik nu terugdenk aan mijn vroegere ideeën over de hemel, dan lijken deze precies op een droomgezicht van de nacht, waaraan ik op aarde soms op klaarlichte dag terugdacht. Welk een rijkdom moet er in het gehele Woord van de Heer wel zijn als de eerste scheut uit het mosterdzaadje ons al zoveel moois toont! Ja, nu begrijp ik ook de tekst die luidt:
Hoofdstuk 57: Het levenspaleis van het gezelschap. Het zaad voor het hemelrijk, Gods Woord - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Ja, ik zal je nog meer over mijn hart vertellen. Als het mogelijk zou zijn om met Christus in de armzaligste uithoek van de aarde samen te zijn, al zag die er uit als een voorportaal van de hel of als de hel zelf, dan zou ik toch onuitsprekelijk gelukkiger en zaliger zijn dan zonder Zijn zichtbare, echt menselijke aanwezigheid in de meest verheven en wondermooiste hemel! Ik denk, beste vriend en broeder, dat dit nu toch duidelijk genoeg gezegd is.
Hoofdstuk 58: Vurig verlangen naar de Heer. Een examen in liefde. Het heilige doel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Bekijk liever eens deze echt wondermooie omgeving; werkelijk, deze is me wel duizendmaal liever dan onze vroegere verheven hemel. Hier zou ik wel willen wonen en ergens daar op de bergen zo'n echt gemoedelijke landman worden. Kijk toch eens naar dat weelderige gras, de wondermooie bloemen, die mooie lanen met bomen, die naar het lijkt de edelste soorten vruchten dragen; en dan de kleine beekjes. En kijk eens daar voor ons, hoe deze grote, prachtige vlakte omgeven is door een schitterend gebergte en hoe deze bergen zonder uitzondering gesierd zijn met wondermooie paleisachtige gebouwen. Als mijn ogen me niet bedriegen, dan zie ik op de dichtstbijzijnde bergen ook in het wit geklede levende wezens die voor de paleizen wandelen. Dat bevalt mij goed! Deze omgeving lijkt toch veel meer op een hemel dan die waarin we als eeuwige vraatzuchtige poliepen maar moesten blijven zitten.
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] De woordvoerder zegt: lieve vrienden, over deze kwestie moeten we, denk ik, niet te veel vragen, maar ons uitsluitend beijveren om ten eerste zo vlug mogelijk het ons aangewezen paleis te bereiken om daar de beloofde opheldering te krijgen over het door mij en ons allen niet begrepen woord van God, vooral dat bij Paulus en Johannes, en ten tweede kunnen we ons, aangezien de goddelijke drie-eenheid voor ons onzichtbaar is geworden, maar beter weer aan onze evangelische Christus houden. Volgens Zijn uitspraak: `In het Rijk van Mijn Vader zijn vele woningen' lijkt deze plaats hier toch heel wat meer op een hemel dan die daarboven, waar we maar één enkele woning zagen. Nu genoeg hierover, want kijk, onze vermeende tafeldienaar komt ons alweer tegemoet. Laten ook wij hem dan maar heel stil en rustig tegemoet gaan.
Hoofdstuk 55: Eerste solide woonplaats na de schijnhemel. Onbegrijpelijke drie-eenheid. De evangelische Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Eens dacht ik bij mezelf: zou je wel een heel mooie vrouw kunnen liefhebben als zij ongeveer twee keer zo groot zou zijn als een kerktoren? In mijn fantasie stelde ik mij zo'n vrouw dan ook zo levendig mogelijk voor en - de hemel mag weten hoe het gebeurde - heeft mijn verbeeldingskracht dit gedaan of een of andere geest, hoe het ook zij, ik zag werkelijk een verschijning van zo'n immens grote vrouwelijke gestalte. Voorzover ik me kan herinneren, kon men deze gestalte werkelijk mooi noemen, maar in plaats van dat er in mijn hart iets van liefde ontwaakte, heeft zich enkel een helse schrik van mij meester gemaakt. Daardoor werd het mij duidelijk dat het menselijk hart niet in staat is al te grote dingen lief te hebben, maar dat het door iets dergelijks ontsteld raakt als een schuchter kind dat voor het eerst een gepantserde held ziet.
Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Zo verging het mij dan ook, zoals gezegd, met mijn liefde voor de allerheiligste drie-eenheid geen haar beter, integendeel nog veel slechter. Want voor de tot nu toe genoemde liefdesproeven was ik, behalve voor die reusachtige vrouwenverschijning, niet bang. Voor de drie-eenheid was ik echter altijd onuitsprekelijk bang, omdat ik door mijn geloof dit allerhoogste Wezen slechts als een onverbiddelijke, strenge rechter kende, die de mensen tijdens hun korte leven op aarde eigenlijk alleen maar genadig is op grond van een leven van voortdurende strenge boetedoening. Is de mens eenmaal gestorven, dan houdt deze schaarse genade voor eeuwig op en wacht de zondaar niets anders dan eeuwige verdoemenis en in het gunstigste geval het verschrikkelijke vagevuur. Van een hemel is vóór het laatste oordeel al helemaal geen sprake. Wanneer dat eventueel zal plaatsvinden, daarover worden zelfs alle engelen door de wijsheid in de steek gelaten. Er wordt weliswaar achteraf een lange zaligheid beloofd, maar wel een zoals wij die onlangs hebben geproefd.
Hoofdstuk 56: Op weg naar Christus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157  ...