Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16678 resultaten - Pagina 144 van 1112

...  132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157  ...
[6] Maar als hij alleen maar bijzondere, menselijke kracht mocht hebben, kan hij maar beter niet te vaak naar Jeruzalem gaan om de tempel te reinigen! Want dan zou hij daar wel eens het onderspit kunnen delven. Hij kan dan nog zo'n groot profeet of tovenaar zijn, lang kan hij zich toch niet tegen al die helse intriges en voortdurende vervolgingsplannen blijven beschermen en hij zal hen tenslotte ellendig ten prooi vallen.
Hoofdstuk 46: Suetal vertelt over de invloed van de wonderheiland. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] IK zeg: "Nu, in dat geval is alles helemaal in orde en zal er met deze mensen zeker veel goeds bereikt kunnen worden. Maar natuurlijk zullen zij nog menige kleine proef moeten ondergaan. Dat jullie hen in het vreemdelingenlegioen opnemen is goed, maar jullie moeten hun voldoende gelegenheid geven om op de onderkende heilsweg verder te kunnen gaan. De vijf, met Mathaël aan het hoofd, moeten jullie over het legioen verdelen. Zij zullen jullie allen in Mijn naam goede diensten bewijzen en in korte tijd hun innerlijke wijsheid op de juiste wijze toepassen. Maar voorlopig mogen zij zich niet in Galiléa ophouden, want het zal niet zo erg lang duren voor de tempel er lucht van krijgt dat zo'n zeven en veertig leden hem de rug hebben toegekeerd en door Herodes zal de tempel jacht op hen laten maken. Als ze echter niet in Galiléa en ook nergens anders gevonden worden, zullen de speurders onverrichter zake weer terugkeren. Men zal dan de zeven en veertig als verongelukt en verloren beschouwen en zich verder niet meer om hen bekommeren. Zo blijven jullie Romeinen buiten schot en door jullie de zeven en veertig ook en iedereen is zonder een leugen om bestwil geholpen!"
Hoofdstuk 44: Ik ben de waarheid, de weg en het leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Een ANDER van de twaalf zegt: "Dat denk ik niet. Jullie acht weten nog lang niet wat ik weet, want jullie komen uit het zuiden en weten weinig van wat zich allemaal in korte tijd bij de Galileeërs heeft voorgedaan. Jullie weten, dat ik en nog drie anderen uit de bergachtige omgeving van Genezareth samen met jullie zijn opgepakt wegens deelname aan jullie pogingen tot opruiing en hiernaartoe zijn gebracht. Nauwelijks drie dagen voor jullie aankomst hebben in Genezareth ongehoorde gebeurtenissen plaatsgevonden. Daar kwam de door de Romeinse hoofdman eerder genoemde wonderheiland uit Nazareth en genas slechts door zijn goddelijk, almachtige woord alle zieken, die, met wat voor kwalen dan ook behept, daarheen waren gebracht!
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Toen wij ook bij ons in de bergen hoorden dat de beroemde heiland uit Nazareth zich in Genezareth ophield en alle zieken genas, bracht ook ik met mijn knechten en muildieren mijn broer met onvoorstelbare moeite naar Genezareth. Toen wij daar na al die inspanning aankwamen, zei men echter dat de heiland een bergtocht had ondernomen en dat men niet wist wanneer en of hij nog terug zou komen. Daar stond ik nu als een pilaar naast mijn jammerende broer, begon van droefheid zelf te huilen en bad God uit de grond van mijn hart of Hij een einde zou willen maken aan het bittere lijden van mijn arme broer, omdat ik niet het geluk had gehad de wonderheiland nog aan te treffen. Ik, als eerstgeborene, legde de gelofte af hem al mijn erfrechten af te staan en hem zonder eerstgeboorterecht mijn leven lang te dienen, als hij genezen kon worden.
Hoofdstuk 45: De genezing op de gezegende weide. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Kijk, twee en twee is samen vier! Dat is een waarheid en dat blijft het toch ook wel als het met een vriendelijk gezicht wordt gezegd!? Stel dat Ik een blinde leid, is het dan hetzelfde of ik hem op pijnlijke wijze vasthoud, of da ik de arme drommel op zachtzinnige wijze op de goede weg begeleid? Mij lijkt de zachtzinnige begeleiding van een blinde beter Want als ik hem te pijnlijk vasthoud, zal hij zich trachten los te worstelen uit mijn handen en wie weet of hij niet juist op dat ogenblik, waarop hij zich aan mijn te sterk drukkende handen ontworstelt, valt en zich ernstig verwondt!? Als ik hem echter op een zachte manier heb vastgehouden en geleid, zullen wij opgewekt en vrolijk het doel bereiken. - Heb ik gelijk of niet?"
Hoofdstuk 47: De afgrond der leugen. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Daarom is wat de liefde grijpt, door het leven gegrepen en wordt een deel van het leven. Wat de liefde echter niet grijpt, en wat de mens alleen doet omdat hij vreest voor eventuele kwade gevolgen, of vanwege het beetje hoogmoed dat hij heeft om bij de andere mensen voor wijs aangezien te worden, dat wordt geen deel van het leven maar van de dood, omdat het geen bouwsteen van het leven in zich had maar een bouwsteen van de dood!
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[5] Ik zeg jullie dit, omdat ik het zó zie: Alles in de mens is dood, behalve de liefde! Laat jullie liefde daarom volledig over jullie gehele wezen heersen en voel de liefde in iedere vezel van je wezen, dan bezit je in jezelf de overwinning over de dood en wat dood in jullie was, is door je toegevoegde liefde overgegaan in het onvernietigbare leven. Want de liefde, die zichzelf voelt en zich door dit gevoel ook herkent, is het leven zelf, en wat in haar overgaat, gaat ook in het leven over!
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Al zou je mijn raad nóg zo precies opvolgen, dan zou je daar weinig aan hebben als je dat alleen maar terwille van de daarin aanwezige waarheid zou doen en omdat je voor kwade gevolgen zou moeten vrezen als je er geen rekening mee hield. Dat alles zou op deze manier voor jullie zielen niets opleveren. Het is echter heel wat anders als liefde en waarheid zich verbinden en dan samenwerken. Dan schept de liefde, uit en in het licht der waarheid, steeds een nieuw en volkomener leven in en uit zichzelf, totdat het volkomen gelijk is aan dat van God!
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Zie, het is het beeld van de zon dat in de doorzichtige druppel zo wonderbaarlijk helder glanst! Maar het beeld van de zon glanst met alleen, het werkt ook! In het midden van de druppel concentreert zich het licht van het beeld van de zon, de druppel krijgt in zijn centrum een grote levenswarmte, lost zichzelf tenslotte in deze levenswarmte helemaal op in het levenselement en geeft het met de dood worstelende plantje op die manier leven. Daarom is het beeld in de druppel echter nog lang niet de zon zelf, maar slechts een afbeelding daarvan voorzien van een deeltje met dezelfde kracht en uitwerking als die van de werkelijke, grote zon!
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Dan beginnen ook de andere elf heel deemoedig te spreken en willen zich ook steeds verder terugtrekken, maar Julius laat dat niet toe.
Hoofdstuk 48: Mathaël spreekt over wet en liefde. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] De brandende doornstruik is een teken dat de weg van de profeet met veel dorens bezaaid zal zijn. Maar zijn grote liefde tot God en zijn broeders, die zich als een vlam boven en door de gehele doornstruik laat zien, zal de punten van de dorens verzengen en daarna het gehele, stekelige struikgewas verteren en een pad zonder dorens banen.
Hoofdstuk 49: Gods beeldspraak bij Mozes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[22] SUETAL zegt: "Goddank, nu zal het niet zo moeilijk meer zijn hem te herkennen! Wij hoeven alleen maar te kijken bij wie dat bepaalde meisje zich bevindt, die zal het zijn!" -Daar letten zij op.
Hoofdstuk 49: Gods beeldspraak bij Mozes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Maar op Mijn verzoek liep Jarah nu bij Raphaël en Josoë en sprak met hen over de plotseling tot uiting gekomen wijsheid van Mathaël, en dat verdubbelde de onzekerheid van de twaalf over Mijn identiteit. Daarbij stelden zij zich de heiland voor als een man, terwijl er zich met Jarah zo gezien slechts twee knapen van ongeveer 12 - 14 jaar oud bezig hielden, en daardoor begrepen de twaalf er niets van. EEN van de hen zegt daarom tegen Suetal: "Vriend, wat ons betreft heb je dit keer wat te vroeg gejuicht! Het meisje is waarschijnlijk een dochtertje van de bekende waard Ebahl uit Genezareth, want wij bergbewoners uit dat gebied hebben haar, als wij in die plaats wat te doen hadden, al vaker in de herberg gezien. Zij loopt nu tussen twee knapen die waarschijnlijk zonen zijn van de opperstadhouder. Geen van deze twee knapen zal de heiland uit Nazareth zijn. Maar nu is de vraag: Wie is het dan? Ik zeg je, broeder , met onze wijsheid komen we daar zeker niet uit. Voorlopig kunnen we dus maar beter zwijgen!"
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] SUETAL antwoordt, terwijl hij zich wat achter de oren krabt: "Naar uw kleding gezien lijkt u een Griek, maar naar uw haren en uw baard te oordelen bent u een Jood. De Romeinen zeggen over de Grieken niet zo erg lovend: Graeca fides, nulla fides (Griekse trouw is geen trouw), maar daarvoor ziet u er te eerlijk uit en omdat u beslist wel enige levenservaring zult hebben, zult u wel begrijpen dat zo'n buitengewone verschijning ons wel tot nadenken moet brengen!
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[16] Alles meteen zonder meer aannemen, zou toch net zo gek zijn, als alles meteen bij voorbaat verwerpen. Afwachten, luisteren, kijken en goed testen is alles wat men kan doen. Dan zal wel blijken of men zich bij de voor of tegenstanders moet voegen, want wij kopen nooit de duiven in een zak, omdat men ons anders wel eens gieren voor duiven zou kunnen verkopen! - Zegt u ons nu, of wij gelijk hebben of niet!"
Hoofdstuk 50: De twijfel der twaalf. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  132 - 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157  ...