Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

4159 resultaten - Pagina 145 van 278

...  133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158  ...
[7] Want uiteindelijk ligt er aan al die vele verschijnselen, die dikwijls heel zeldzaam van aard zijn, iets geestelijks ten grondslag, omdat er geen enkel verschijnsel tot uiterlijk zichtbaar bestaan kan komen zonder een diepste innerlijke en derhalve eerste ontstaansoorzaak. En om die voornaamste oorzaak voor het volk begrijpelijk en aanschouwelijk te maken, hebben de oude wijzen die in een overeenkomstig beeld gepersonifieerd -maar dat beeld wordt nu natuurlijk door zeer weinigen meer begrepen en ze houden in plaats daarvan het verschijnsel zelf voor de meest innerlijke en eerste ontstaansoorzaak. Het is dus moeilijk om dergelijke mensen op overtuigende wijze duidelijk te maken dat datgene wat ze zien, niet is wat ze zien en waar ze het voor houden, maar -op deze of gene wijze -een noodzakelijke uiterlijke verschijningsvorm van een meest innerlijke, eerste en voor het lichamelijke oog nooit zichtbare oorzaak.
Hoofdstuk 64: Hoe men bijgelovige heidenen dient te onderrichten - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[2] De burgemeester, die een man met veel verstand en uitgebreide ervaring was en het huis van de Joden tevoren zowel van binnen als van buiten maar al te goed kende, zei vol verbazing: 'Hoge gebieder in naam van de grote en machtige keizer in Rome, de grootste en machtigste stad ter wereld! Omdat ik hoorde dat u hier was vanwege vast en zeker dringende ambtszaken, is het toch niet meer en niet minder dan mijn gezworen heilige plicht mijn opwachting bij u te maken en u vol dienstbetoon te vragen of u wellicht mijn diensten nodig hebt. En zo sta ik nu dan ook vol verbazing hier voor u, en ik denk bij voorbaat al dat u mijn diensten nauwelijks nodig zult hebben; want u bent in staat geweest om in het geheim het volkomen geruïneerde huis van de arme Joden in een waar paleis te veranderen, zonder mij daarvan zelfs maar in kennis te stellen en mijn hulp in te roepen -daarom zal ik ook deze keer wel helemaal overbodig voor u zijn. Maar mocht u mij toch voor iets kunnen gebruiken, dan sta ik u zelfs met mijn leven ten dienste!'
Hoofdstuk 66: De burgemeester van Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] De burgemeester ging direct bij de commandant zitten, pakte de beker aan en proefde de wijn eerst; toen hij volledig overtuigd raakte van de kwaliteit ervan, dronk hij de wijn uit de beker met flinke slokken en zei: 'Ik heb toch al menige druppel geproefd van de beste wijnen die ik ken; maar een betere dan deze is nog nooit over mijn lippen gevloeid! O commandant, u staat algemeen bekend als een in alle opzichten groot man en een held zonder weerga, die vanwege zijn daden door velen geroemd en geëerd wordt, maar vergeef mij dat ik hier een kleine opmerking maak: als dat het werk van II alleen is, dan bent u wel meer een god dan een mens! Want deze oude burcht in korte tijd zo koninklijk te herstellen zonder dat ik dat heb gemerkt, dat kan alleen voor goden mogelijk zijn, maar nooit voor mensen, al werken ze nog zo hard en hebben ze nog zoveel inzicht; want zelfs de beste en kundigste bouwlieden zouden met het herstellen van zo'n ruïne zeker meer dan tien jaar volop werk hebben gehad!'
Hoofdstuk 66: De burgemeester van Abila - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Toen de burgemeester nu goed inzag met wie hij in Mij te doen had, stond hij op, liep vol eerbied naar Mij toe en zei vol toewijding: 'Heer, Heer, U alleen bent Degene in wie ik met mijn hele huis van nu af aan zonder twijfel werkelijk zal geloven! Maar zegt U mij ook wat ik moet doen om te zorgen dat mijn geloof in korte tijd mogelijk ook in de harten van andere mensen zou kunnen overgaan! Want mijn gemoed is nu eenmaal zo, dat ik met datgene wat mij meer dan gelukkig en zalig en tevreden maakt, ook direct alle andere mensen even gelukkig en tevreden zou willen maken, wat echter met onze zwakke menselijke krachten natuurlijk dikwijls niet zo snel gaat als wij wensen en graag zouden zien. Maar U, o Heer, Heer, zijn alle middelen reeds sinds eeuwigheid volkomen bekend, en daarom kunt ook alleen U mij die bekend maken!'
Hoofdstuk 67: De commandant onderricht de burgemeester over de Heer (5.10.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] En als de mensen dat zonder enige -fysieke dan wel morele - dwang aannemen en ernstig volgens die leer gaan leven, dan kunnen jullie met hen ook over Mijn bijzondere tekenen en over Mijn alomtegenwoordigheid beginnen te spreken, en dat zal hen sterken in hun geloof en om daarnaar te handelen.
Hoofdstuk 68: Liefde en geduld, de twee grootste deugden van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] Maar, de starre stoïcijnen kunnen jullie wel beginnen te bekeren met de door MIJ gedane tekenen; want zij, die het leven verachten en dood wensen te zijn en niet willen bestaan, kunnen wel een hardere stoot verdragen, zonder dat daardoor de vrijheid van hun wil enige schade lijdt.
Hoofdstuk 68: Liefde en geduld, de twee grootste deugden van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] De ene arbeider wilde tegenover de heer laten zien dat hij heel ijverig en actiefwas, om achteraf een goede beloning van hem te krijgen, en hij werkte zonder één moment te rusten. Hij was dan ook al gauw klaar met zijn werk; maar door de grote haast en het ongeduld bleek zijn werk voor het grootste deel erg slordig te zijn, en de wijngaard leverde de heer een magere oogst op.
Hoofdstuk 68: Liefde en geduld, de twee grootste deugden van de mens - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[3] Ik en de Vader zijn één. Wie Mij ziet en hoort, ziet en hoort ook de Vader; zonder Mij kan echter niemand de Vader zien of horen. Wie dus in Mij gelooft en volgens Mijn leer leeft en handelt, zal van Mij het eeuwige leven ontvangen!'
Hoofdstuk 73: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[8] Ik zei: 'Mijn rijk, dat Ik nu onder de mensen op deze aarde vestig, is geen werelds rijk, maar een Godsrijk zonder enige wereldse pracht en praal; het heeft niets uiterlijks maar is inwendig in de mens, en Mijn stad, Mijn sterke stad en de burcht waar Ik woon is een zuiver hart, dat Mij boven alles liefheeft. Kijk, zo zit het met het vestigen van Mijn rijk op deze aarde!
Hoofdstuk 73: Het wezen van het rijk Gods - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[5] De waard zei: 'Beste buren, mijn huis is al heel oud en heeft al veel van zulke beproevingen meegemaakt, en het zal hopelijk ook deze nog wel zonder schade doorstaan! Ik vertrouw op mijn God en Heer, die almachtig en vol liefde is, en Hij zal mijn huis door jullie losgebroken duivels en furiën geen schade laten toebrengen.'
Hoofdstuk 76: De stormnacht - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[10] Na die woorden van Mij zei de Griek: 'Dat is wel een zeer diepe innerlijke wijsheid; maar ik heb die niet helemaal kunnen begrijpen, omdat ik vast nog in alles een op de uiterlijke dingen gericht mens ben. Ik zal daarom proberen die uiterlijke mens geleidelijk aan helemaal uit te trekken, om zodoende de innerlijke mens steeds beter te kunnen begrijpen. O Heer, Heer, wees en blijf mij behulpzaam bij dat zware werk! Want alleen met Uw hulp kan de op zichzelf arme en zwakke mens alles bereiken, maar zonder die hulp eeuwig niets anders dan de dood, die ieder mens eenmaal zal moeten ondergaan - een lot dat zich er werkelijk niet voor leent een dieper denkend mens opgewekt en blij te stemmen, en daarom heeft ook nooit iemand ons, aanhangers van Diogenes, met een blij gezicht rond zien lopen.
Hoofdstuk 69: Het middagmaal en het afscheid van de Heer De Heer in Golan - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[4] Ik had dat nog maar nauwelijks gezegd, of de vrouw kwam weer vol blijdschap de eetzaal binnen en zei tegen de waard: 'Maar wat is er tijdens mijn zware ziekte, die een half jaar geduurd heeft, toch allemaal gebeurd, zonder dat ik ervan wist? De grote en de kleine provisiekamer zijn boordevol met allerlei soorten goed voedsel! Er zijn een grote hoeveelheid linzen, bonen, meel, olie, boomvruchten, grote druiven, verscheidene van de grootste potten met honing, gedroogde en gerookte vissen, en de broodmanden zijn vol met de mooiste broden; ook de kleinste provisiekamer zit tot de nok toe gevuld met melk, boter, kaas en verse eieren en nog andere dingen, met zout, goede kruiden en wortels. Wanneer is dat allemaal in de provisiekamers gekomen? Ik heb het de kinderen en de bedienden gevraagd, en die konden mij geen opheldering geven, maar ze dachten dat jij dat wel zou weten. Hoe, hoe is dat toch in z'n werk gegaan?'
Hoofdstuk 72: De waard en zijn vrouw verbazen zich over de wondermacht van de Heer - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[9] Toen ze de waard en naast hem ook de hun welbekende commandant zagen, liepen ze op hen toe, begroetten vooral de commandant en zijn ondergeschikten en prezen hem gelukkig, dat hij deze nacht door was gekomen zonder schade geleden te hebben.
Hoofdstuk 77: Buiten na de storm (23.10.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[14] Kijk, ik heb mij onder de bescherming van één God en in het volste geloof en vertrouwen op Hem zeer wel en zonder enige vrees of angst in deze Joodse herberg bevonden! Als jullie ook zo'n geloof en zo'n vertrouwen hadden, zouden jullie zeker in jullie huizen zijn gebleven zonder enige vrees of angst dat jullie enig ongemak zou kunnen overkomen, terwijl jullie bovendien nog weten dat de huizen al heel veel en misschien wel grotere stormen getrotseerd hebben. Tegen zulke angst en vrees beschermen alleen een vast geloof en een werkelijk vertrouwen op de ene ware, almachtige, uiterst wijze, uiterst goede, alwetende en alziende God. Wie zo'n geloof en zo'n vertrouwen niet heeft, is bij alle stormachtige verschijnselen, die op aarde altijd weer voorkomen, aan alle mogelijke kwelling en pijn blootgesteld, en aan de grootste, wanneer zijn laatste uur onafwendbaar voor de deur staat! - Begrijpen jullie dat?'
Hoofdstuk 77: Buiten na de storm (23.10.1862) - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
[1] Een van de twee zei: 'Hoge gebieder, wij zien dat u werkelijk meer dan volkomen gelijk hebt, en gelukkig en zalig is ieder mens te prijzen die in staat is om zo vast te geloven en te vertrouwen als u; want die verdraagt zonder enige moeite ieder ongemak dat hem op deze aarde kan overkomen en is steeds vol troost in zijn gemoed!
Hoofdstuk 78: De commandant spreekt over hoe men God dient te zoeken - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 10)
...  133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158  ...