5587 resultaten - Pagina 145 van 373
... 133 - 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 ...
[16] Herodes was zeer verheugd toen Ik bij hem werd gebracht, omdat nu zijn wens, Mij persoonlijk te zien, vervuld werd en hij zich er nu van wilde overtuigen wat er waar was van de vele geruchten over Mijn wonderkracht. Hij liet Mij onmiddellijk bij zich brengen en beval de mensen om hem heen zich te verwijderen. Wij bleven alleen. Hij sprak zijn verwondering erover uit dat een man als Ik, die toch over buitengewone krachten beschikte, zich gevangen had laten nemen, en hij wilde weten hoe dat had kunnen gebeuren. Ik gaf hem echter geen antwoord, zodat hij daardoor in verlegenheid raakte en nadrukkelijk antwoord van Mij verlangde. Omdat ik bleef zwijgen werd hij steeds ontstemder en ten slotte woedend, zodat hij naar Mij toeliep en dreigde Mij te folteren. Ik hoefde hem alleen maar kalm aan te kijken, en onmiddellijk beefde het hart van de oude zondaar zozeer door die blik dat hij angstig naar zijn omgeving riep. -Ik was uiterst onheilspellend voor hem geworden, en om zijn vrees te verbergen bespotte hij Mij nu in het bijzijn van zijn hofdienaren, die vanzelfsprekend onmiddellijk instemden met de spottende woorden van hun heerser.Hoofdstuk 73: Het verhoor en de veroordeling van Jezus - Leopold Engel - Leopold Engel: Het Grote Johannes Evangelie (deel 11)
[1] De schrijver van het voor ons liggende werk zocht oprecht en vond wat hij zocht. Hij bad en het werd hem gegeven; en omdat hij op de juiste deur klopte, werd die voor hem opengedaan en door hem ook voor al degenen die een goed hart hebben en van goede wil zijn. Maar degenen die niet met hun hart, maar steeds alleen met hun zogenaamde zuivere wereldse verstand zoeken en onderzoeken en kritiseren en in plaats van bij de levende naam van de eeuwige Gever van alle goede gaven aan te kloppen, slechts aan de harde en dode schil van de materie kloppen, zal niets worden gegeven en voor hen zal de deur niet worden opengedaan. Want de geest van de Heer openbaart zich niet aan het verstand van de verstandigen van de wereld, maar alleen aan het hart van de eenvoudigen, die in de wereld van de verstandigen als dwazen gelden en bekend staan; het verstand van de wijzen van deze wereld zal evenwel binnenkort door de eenvoud van deze dwazen teloorgaan.
Hoofdstuk 0: Voorwoord door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[2] Wie het voor ons liggende werk met een deemoedig en dankbaar gelovig hart zal lezen, zal daardoor deelhebben aan velerlei genade en zegen en hij zal in het werk de échte Schrijver niet miskennen. De puur intellectuele kaste is het echter toch alom het even of zij Daniël, Sir Walter Scott, Rousseau of Hegel leest; Want het wereldse verstand vat alles profaan op en beschouwt een van boven komende hoogstaande mededeling als een ongefundeerde hersenschim van ongeletterde, maar van nature fantasierijke mensen, die zich door hun misleidingen willen laten gelden en iets willen bereiken wat zij langs de zuiver verstandelijke weg niet kunnen bereiken, omdat die hen volstrekt ontbreekt!
Hoofdstuk 0: Voorwoord door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Maar laat niemand zich daardoor van de wijs brengen! Hoe dikwijls zijn de vier evangeliën al niet verdacht gemaakt; gelden zij daarom als minder in het hart van degenen die zich werkelijk tot God bekennen?! Hoe dikwijls ben Ik, de Heer en Gever van het leven en alle daaruit voortspruitende gaven, al voor een gewoon mens, een magnetiseur, een bedrieger en ook al voor een zuiver verzonnen figuur door de wijzen van de wereld uitgemaakt en word nog steeds als zodanig verklaard! Maar dat brengt miljoenen anderen toch niet op een dwaalspoor. Dezen die Mijn woord ook in praktijk brengen en er niet alleen maar naar luisteren, zagen in de eenvoud van hun hart dat Jezus van Nazareth meer was dan waarvoor veel wereldse geleerden Hem hielden of helemaal niet hielden. Laat niemand zich iets van het oordeel van de wereld aantrekken wat betreft het voor ons liggende werk, maar alleen van de stem in het hart van de eenvoudigen, want de wereld vindt alleen dát belangrijk wat van de wereld is! De eenvoudigen zullen voor de ogen van de goede Gever aan iedereen een juist oordeel afgeven. Het verstand van de wereldse wijzen zal de juiste gelegenheid vinden om zich er steeds aan te stoten. Moge het hem die daarbij niet volledig schipbreuk lijdt, goed gaan!
Hoofdstuk 0: Voorwoord door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[4] Wie dit werk leest en het wel als een ingeving van de geest beschouwt, maar nog in het ongewisse is, of het afkomstig is van een lagere of van een hogere geest'*(* Slaat ook op een beoordeling, die een andere Duitse geleerde over het manuscript gaf.), is nog geheel blind en het zien met zijn hart wordt nog in grote mate door de mantel van het wereldse intellect belemmerd.
Hoofdstuk 0: Voorwoord door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Maar als iemand in dit werk de zekere diepgang van de alomvattende wereldbeschouwing mist, laat hem dan ten eerste gezegd zijn dat het de Gever van dit geschrift ook helemaal niet te doen was om uit het voor ons liggende werk zo' n beschouwing, die nu helaas reeds zeer verbreid is onder de mensen, te ontwikkelen bij diegenen die het werk met de ware rust en eenvoud van het hart zullen lezen als datgene wat het eigenlijk is. Maar het was Hem er slechts om te doen een vroom en dankbaar gevoel op te wekken en daaruit een levendig geloven en de juiste liefde tot God en de naasten op te wekken en voor altijd in stand te houden.
Hoofdstuk 0: Voorwoord door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[12] Wie dus dit werk tot het ware nut voor zijn ziel wil lezen, die leze het in alle eenvoud van zijn aan God toegewijde hart en laat hij zich daarover niet een oordeel vormen op de manier van de wereldse mens, maar steeds als een zorgzame beheerder van zijn hart; dan zal hij in het voor ons liggende werk in overvloed alles vinden wat enkele hooggeleerde lezers helaas niet gevonden hebben. En dan nu alle zegen en elke denkbare genade voor de oprechte lezers die een rein hart hebben en van goede wil zijn! Amen.
Hoofdstuk 0: Voorwoord door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Zo sprak de Heer tot mij en in mij voor iedereen, en dat is waar, getrouw en gewis: Wie met Mij spreken wil, laat die bij Mij komen dan zal Ik hem het antwoord in zijn hart leggen; maar alleen de reinen, wier hart vol deemoed is, zullen de klank van Mijn stem vernemen.
Hoofdstuk 1: Een vermaning van de hemelse Vader aan Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Zeg tegen de zieken, dat zij over hun ziekte niet bedroefd moeten zijn, maar dat zij zich vol ernst tot Mij moeten wenden en Mij volledig moeten vertrouwen. Ik zal ze troosten en er zal een stroom van kostelijke balsem in hun hart uitgegoten worden en de bron van het eeuwige leven die zich in hen openbaart, zal nooit opdrogen; zij zullen genezen en verkwikt worden als het gras na een onweersbui.
Hoofdstuk 1: Een vermaning van de hemelse Vader aan Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Maar de mensen van deze aarde riep Ik uit het centrum van Mijn hart tevoorschijn en schiep hen geheel naar Mijn evenbeeld en zij zullen niet slechts Mijn schepselen, maar Mijn lieve kinderen zijn, die Mij niet als God en Schepper, maar alleen als hun goede Vader zullen kennen, die hen na een korte proefperiode weer geheel tot Zich wil nemen, opdat zij alles zullen hebben wat Hijzelf heeft en eeuwig bij Hem zullen mogen wonen en met Hem zullen mogen regeren en het heelal besturen. Maar zie, al Mijn schepselen houden van Mij als hun Schepper in de dankbare vreugde van hun bestaan; maar Mijn kinderen willen hun Vader niet en versmaden Zijn liefde!
Hoofdstuk 3: De Heer als Vader van Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] Maar aan degenen die zeggen dat aan dit werk de eenvoud, de rust en tact en een zekere diepgang van de gehele wereldbeschouwing** (** Deze opmerking van de Heer slaat op een beoordeling die in deze zin door een geleerde werd gegeven.) ontbreekt om het als gegeven uit hoger sferen te zien, zij kort en goed gezegd: zij zouden van te voren hun hart precies moeten onderzoeken of aan hen misschien niet juist datgene ontbreekt wat zij in het woord missen. Overigens hebben zij hier een beoordeling gegeven, zodat zij als Europese geleerden toch ook nog wat te berde gebracht hebben, zonder volledig in het werk te zijn doorgedrongen; want daar komt toch klaarblijkelijk meer bij kijken dan een eenmalig vluchtig doorlezen van nauwelijks één deel van dit werk.
Hoofdstuk 0: Voorwoord door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Wat verstaan zulke lezers dan onder eenvoud? Ik ben de mening toegedaan, dat een geschrift dat zo geschreven is, dat zelfs kinderen, als ze slechts enige vaardigheid in het lezen hebben en in staat zijn aan iets meer dan aan het abc en de tafel van één te denken het heel goed zouden kunnen begrijpen, toch met recht geen gebrek moet hebben aan een zekere eenvoud, ondanks de voor het beperkte menselijke inzicht heel noodzakelijke mysterieuze volheid en diepte waarmee het is geschreven. De eenvoud van een geschrift wordt echter nooit bepaald door beeldspraak en taal, maar enkel en alleen door het gemakkelijke begrip van een toch zo eenvoudig hart en door het moeiteloos de weg vinden in zo'n geschrift; maar al het overige - zoals: een oude onbeholpen taal en vele duizenden jaren oude gelijkenissen - is net zo min eenvoudig als het wereldse verstand van de wereldse wijzen. Maar wat over de vereiste rust, het beleid en de vereiste diepgang van de gehele wereldbeschouwing opgemerkt is, is allemaal in het voor ons liggende werk des te meer voorhanden naarmate het kritische wereldse verstand dat meent te missen; want dat wat rust geeft aan het hart, moet toch zelf rust in overvloed hebben. Aan het verstand kan het weliswaar geen rust geven, omdat dat niet in staat is om rust op te nemen en vandaar in een geschrift evenmin enige rust kan vinden als een rivier, zolang die nog niet de diepste diepte van de zee bereikt heeft. Als het verstand van de wereldse wijzen zich echter verdeemoedigt en van zijn vermeende hoogte tot in het zo eenvoudige levenskamertje in zijn hart zou kunnen afdalen, zou hij vanuit deze rust ook in het voor ons liggende boek de gemiste rust en een grote omzichtigheid, juist in deze rust, vinden. Maar zolang het verstand als een weerhaan op de torenspits van wereldse wijsheid voortdurend door allerlei winden van twijfel naar alle richtingen heen en weer gedraaid wordt, kan het waarschijnlijk nergens de rust vinden die het vanuit zichzelf niet heeft en ook niet de aangeleerde omzichtigheid die het op zijn winderige hoogte geniet.
Hoofdstuk 0: Voorwoord door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[11] De oprechte lezers van dit werk kunnen met het volste recht zeggen: 'Wij eenvoudige en met een zwak verstand toegeruste mensen, die God liefhebben, hoewel we buiten de universiteit van God in ons hart nooit een andere hebben bezocht, noch te Parijs, noch te Jena of Göttingen, willen echter met al je hooggeroemde wereldse wijsheid niet ruilen; want ons nadrukkelijke schouwen in de diepte van de grote scheppingen van onze heilige Vader is ons liever dan jullie duizend jaar lange vorsen met geblinddoekte ogen. Hoe ver je verrekijkers en je wiskundige stelsels reiken, kunnen wij van jullie kalender aflezen en jullie wegen zijn ons niet vreemd; maar om te meten hoe ver het heldere zien van ons in God rustende hart reikt, zouden jullie verrekijkers en wiskundige stelsels zeker aanzienlijk te kort schieten en te weinig wiskundig zijn!'
Hoofdstuk 0: Voorwoord door de Heer - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Zo sprak de Heer tot mij en in mij voor iedereen, en dat is waar, getrouw en gewis: Jij bent de Lot van Sodom; zie echter toe, dat jij niet verstikt in ontucht en het erfdeel van de hoer jouw deel wordt; want jij bent als geen één die voor je was en na je zal zijn. Jij bent als mens geheel in het vlees en zijn begeerte en bent als geest geheel vrij met open ogen en open oren. Je lichaam besmeur je met drek en over je geest worden stromen licht uitgegoten; je lichaam eet met de zwijnen, terwijl je geest door duizend engelen omgeven is. Je aardse hart heb je opgevuld met mest en drek en Ik heb voor Mijzelf in je geestelijke hart een woning ingericht. Jij amuseert je met hoeren, terwijl Ik met jou van broeder tot broeder spreek; jij stinkt als een moeras en je geest ademt de heerlijkste hemelse geuren; jij bent een monster en de stralen van je ogen overtreffen de glans der zonnen. Daarom, reinig je vlees en word één met Mij, opdat Ik één met jou zal worden!
Hoofdstuk 2: De geboden van de Heer aan de mensen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[8] Zeg in alle liefde aan je vrienden en broeders: Ik, hun liefdevolle Vader, heb reeds Mijn beide armen uitgestrekt om hen allen tezamen voor eeuwig, eeuwig aan Mijn hart te drukken. Zij zullen zich niet meer van Mij afkeren, maar zij zullen Mij onafgewend in Mijn gezicht kijken en Mijn oog zal hun zeggen, ja zal het hun luid mededelen, hoe zeer Ik hen liefheb en hoe oprecht Ik het met hen meen.
Hoofdstuk 3: De Heer als Vader van Zijn kinderen - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)