Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1443 van 1490

...  1431 - 1432 - 1433 - 1434 - 1435 - 1436 - 1437 - 1438 - 1439 - 1440 - 1441 - 1442 - 1443 - 1444 - 1445 - 1446 - 1447 - 1448 - 1449 - 1450 - 1451 - 1452 - 1453 - 1454 - 1455 - 1456  ...
[16] Het streven naar Mijn in het zaadje gelegde levensvonkje heeft hier al veel levendiger plaats, zoals reeds bij het groeien van de boom werd uiteengezet*. (* Zie het leven van de boom.) Als nu de arglistige natuurgeesten bemerken dat dit vonkje in de centrale vaten opstijgt, volgen ze allen snel dit vonkje in deze kleine stengels. Maar zodra het vonkje dan een zekere hoogte heeft bereikt, slingert het zich bliksemsnel om de zijtakken van deze dwaze geesten. Deze rennen echter desondanks het vonkje na en weten door de vele krommingen van het hoofdorgaan niet, waarheen het vonkje is gegaan. Ze zoeken het daarom op de plaats waar de wijnstok een lid heeft gevormd, schieten hier met kracht uit de stam en vormen op deze manier de steel van het blad.
Hoofdstuk 7: Het evangelie van de wijnstok - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] De materie is niets anders dan een school ter verdeemoediging van de hoogmoedige geesten. Het water is in zijn zuivere bestanddelen een genadevloed uit Mijn erbarmende Liefde. Het licht van de zon is wat betreft het licht geven afkomstig uit Mijn genade, en de warmte komt voort uit Mijn Liefde.* (* Dit begin is de sleutel tot het begrijpen van de diepe betekenis van die geweldige natuurgebeurtenissen, waarin de mens slechts catastrofen en vernietiging meent te zien. Lorber daarentegen schildert deze gebeurtenissen als een geestelijk verlossingsproces van ontzaglijke dynamiek.) Daarom ook zijn die diertjes die uit het licht ontspringen ** (**, Lichtatomen en lichtmonaden.) niets anders dan de dragers van Mij n liefde en genade, die vanaf Mijn hoogte tot de materiële diepte van de aarde neerdaalt. Ze zij n niets anders dan talloze tot leven brengende liefde deeltjes, die uit Mij stromen om op deze manier de dode geesten weer tot leven te brengen.
Hoofdstuk 8: Het ontstaan van de wervelwinden - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Myriaden geesten in de wijde omtrek bemerken dan zo'n beweging en ze stromen van alle streken onderwater naar zo'n centrum toe. Tegelijkertijd komen er ook deelnemers van het droge land. De natuurgeesten maken dan vaak in korte tijd mijlenverre reizen. En in hun roes ontzien ze niets wat ze tegenkomen, geen bomen, geen huizen, mensen of dieren. Alles wordt zonderconsideratie in hun vrolijke razernij meegenomen. Bij deze verschijnselen boven het vasteland kan men twee soorten onderscheiden:
Hoofdstuk 8: Het ontstaan van de wervelwinden - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] Er zijn er, die meer bescheiden zij n in hun ijver. Deze doen de wervelwinden of windhozen ontstaan. Maar de anderen zijn ongetemder in hun vreugde, zij ontbranden dan in hun ijver en uiten zich dan als zogenaamde vuurwervels of vuurhozen.
Hoofdstuk 8: Het ontstaan van de wervelwinden - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Als deze wervels zich nu met alles wat ze op hun weg tegengekomen zijn hebben verenigd, dan vindt in een wijde omtrek door die ongelooflijk snelle ronddraaiingen een grote bevrijding van de materie plaats. Of het nu zand, stenen, dieren, gereedschappen en dergelijke zijn, alles wordt op de plek waar die grote verlossing plaatsvindt, tot een berg samengebracht.
Hoofdstuk 8: Het ontstaan van de wervelwinden - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Eerst moeten we vaststellen dat een aardbeving geen eigen op zich zelf staand verschijnsel is, maar steeds het gevolg is van een op een bepaald punt van de aarde ontstane schok. Deze ontstaat op de volgende manier:
Hoofdstuk 9: Aardbevingen en hun oorzaken - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] Diep in het binnenste van de aarde bevinden zich tellurgische ingewandsorganen. Daar zijn in alle delen van de aarde, tot aan het middelpunt toe, massa 's eens gevallen geesten verbannen, die een zekere tijd is gegeven, totdat ze weer in het leven worden geroepen. Wordt nu op aarde een mensengeslacht te zinnelijk en materieel, dan treden hun geesten na de dood van hun lichaam weer in de diepte van de aarde terug en blijven daar geketend zoals tevoren, voordat ze geboren werden. Als dat lang duurt, dan wordt zo'n punt in het binnenste der aarde zo langzamerhand overladen. Deze geesten beginnen dan in hun boze begeerten te dringen, tegen elkaar aan te wrijven en te ontvlammen. Daardoor worden ook de geesten die nog nooit in een lichaam werden geboren* (* Natuurgeesten.) uit de toestand van rust opgewekt. Ze breken hun kleine kerker met geweld open en stormen in hun opwinding met machtige vuurzuilen op de andere geesten toe om ze te vernietigen. Daardoor ontvlammen de weer teruggevallen geesten nog meer, want ze denken dat zo'n vuur het zogenaamde vuur van de hel is en een straf van God en dan ontvlammen ze in woede tegen Mij en willen Mij, alle engelen en de hemel verwoesten en vernietigen.
Hoofdstuk 9: Aardbevingen en hun oorzaken - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Dan wordt een engel naar hen toegestuurd, die vrede en rust moet brengen. Deze opent de sluizen van een onderaards waterreservoir en richt het water op dat punt van de aarde, waar alles van woede gloeit.
Hoofdstuk 9: Aardbevingen en hun oorzaken - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Als nu het water met zijn vredesgeesten zo'n plaats bereikt heeft, treden deze geesten uit hun lichte omhulling, ontsteken tegen de boze samengeschoolde benden en tuchtigen hen met het vuur van de vrede.
Hoofdstuk 9: Aardbevingen en hun oorzaken - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] De boze, gevallen geesten echter, die al eens geboren waren, blijven dan enigszins tot rust gebracht achter in de op deze manier ontstane modderpoel.
Hoofdstuk 9: Aardbevingen en hun oorzaken - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Er bestaat directe samenhang tussen het ontstaan van de voornoemde aardkloven en brede spleten en het droog worden van bronnen en wellen, alsook het zich terugtrekken van zeeën en meren. Want voordat zo'n, geweldige aardschok ontstaat, verzamelen zich eerst de (boze mensen -) geesten, die van de wereld weer (in de materie) in grote troepen zijn teruggekeerd. Deze samenscholingen van geesten op bepaalde punten van de aarde maken zich als volgt kenbaar voor het menselijk verstand:
Hoofdstuk 10: Over aardschokken en weersverschijnselen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Door het samenkomen van het water met mineralen volgt in zekere zin een chemische reactie, die men als gisting aanduidt. Daardoor ontwikkelen zich verschillende gassen die een uitweg zoeken. Komen ze dan in een lege, holle ruimte, dan wordt de spanning langzamerhand zo groot, dat de zich daarboven bevindende aardkorst omhoog gaat. Deze krijgt daardoor spleten, die, als het rijzen aanhoudt, tenslotte kloven en afgronden vormen.
Hoofdstuk 10: Over aardschokken en weersverschijnselen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[18] Dat lijkt haast onwaarschijnlijk, maar Ik zeg: als dit druppeltje niet op die bepaalde tijd juist dit zandkorreltje bevochtigd zou hebben, dan had de in dit korreltje verbannen en woedend geworden geest het korrelt je doen uiteenspringen en had daardoor de geesten die hem omringden tot een soortgelijke handeling opgewekt en deze weer hun buren, enzovoort, tot aan het laatste stofje op aarde toe. En men kan ervan verzekerd zijn, dat de volgende seconde de hele aarde in vernietigende vlammen en rook zou opgaan. En net zoals hier het ene zandkorreltje het volgende tot vernietiging zou hebben opgewekt, zo zou de ene aarde de andere wekken en de ene zon de andere, enzovoort, tot in het oneindige en dat zou in één ogenblik gebeuren.
Hoofdstuk 9: Aardbevingen en hun oorzaken - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Als nu op die manier de gassen, die zich onderaards hebben verzameld, door kleine spleten tot de grote waterreservoirs zijn doorgedrongen, vullen ze langzamerhand, opstijgend door het water, de oppervlakte daarboven zozeer op, dat dit water, waar alle onderaardse bronnen meestal vandaan komen, zijn verbinding met de bovenste aderen kwijtraakt en de buitenste aardkorst dan ook vaak honderdvijftig, tweehonderd, ja ook wel bijna vierhonderd meter hoger wordt. Bij deze gelegenheid houden dan natuurlijk alle bronnen die daar ontspringen op, evenals dan ook wellen droog komen te liggen. En de zee, die steeds in verbinding met deze onderaardse wateren staat, en ook andere grote meren zullen van hun oevers terugwijken; dat moet natuurlijk gebeuren, omdat de grote waterreservoirs door zulke daartussen komende gassen gescheiden worden van de bovenaardse wateren.
Hoofdstuk 10: Over aardschokken en weersverschijnselen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] De mensen moesten eigenlijk niet zo dicht bij deze plaatsen gaan wonen, omdat daar noodzakelijkerwijs toch altijd grotere of kleinere verwoestingen moeten plaats hebben.
Hoofdstuk 10: Over aardschokken en weersverschijnselen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
...  1431 - 1432 - 1433 - 1434 - 1435 - 1436 - 1437 - 1438 - 1439 - 1440 - 1441 - 1442 - 1443 - 1444 - 1445 - 1446 - 1447 - 1448 - 1449 - 1450 - 1451 - 1452 - 1453 - 1454 - 1455 - 1456  ...