Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1446 van 1490

...  1434 - 1435 - 1436 - 1437 - 1438 - 1439 - 1440 - 1441 - 1442 - 1443 - 1444 - 1445 - 1446 - 1447 - 1448 - 1449 - 1450 - 1451 - 1452 - 1453 - 1454 - 1455 - 1456 - 1457 - 1458 - 1459  ...
[11] Een zelfde behoefte wordt ook door de ethernarcose in de ziel opgewekt; daarom zal in bepaalde perioden deze wens van de ziel om te ontsnappen zich onder veel krampachtige toestanden herhalen en dat vooral bij mensen met sterke zenuwen, hoewel het ook wel bij mensen met zwakke zenuwen kan optreden.
Hoofdstuk 13: Ether, zijn gebruik en zijn werking - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[13] Als Ik erbij ben, schaadt ook het gif van de hel niet, laat staan dan deze ether, die natuurlijk goed is en bij juist gebruik goed moet zijn.
Hoofdstuk 13: Ether, zijn gebruik en zijn werking - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Wanneer de zon de aarde voldoende begint te verwarmen, dan beginnen deze eitjes te groeien totdat ze zo groot zijn geworden, dat zelfs een middelmatig scherp oog in staat is ze als witgrauwe stofdeeltjes te ontdekken. Dat is dan ook de tijd voor het uitbroeden, wat als volgt gebeurt:
Hoofdstuk 15: Het ontstaan van de vlieg - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] De eitjes springen open, genoodzaakt door de ontwaakte geesten van de diertjes die aan hen voorafgingen en die zich in de gegeven ordening in die eitjes verzamelden. Deze geesten verenigen zich in de gedaante van een haast onzichtbaar klein witachtig wormpje tot één leven.
Hoofdstuk 15: Het ontstaan van de vlieg - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Wanneer het wormpje de volwassen grootte heeft bereikt, dat is ongeveer zo groot als een kleine komma in een middelmatig groot schrift, dan barst heten daardoor komt zijn binnenste buiten te liggen. Dan rekt zich de vroegere buitenhuid uit tot het eigenlijke lichaam van de vlieg, voorzien van alle inwendige spijsverteringsorganen; de vroegere binnenkant van het wormpje brengt dan de uiterlijk zichtbare delen van de vlieg tevoorschijn. Deze geraken, zodra ze met de buitenlucht in aanraking komen, binnen de tijd van hoogstens vijf tot zeven seconden tot volledige ontwikkeling en dan is de vlieg ook geheel voltooid.
Hoofdstuk 15: Het ontstaan van de vlieg - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Deze uitleg is onjuist, hoewel de vlieg heel duidelijk in het bezit is van zulke schijnbare luchtstolpjes. Maar als de vlieg zich niet, zoals de natuuronderzoekers veronderstellen, met de poten aan het vlak vasthoudt, op welke manier doet ze het dan wel?
Hoofdstuk 16: De poten van de vlieg - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Wie een vlieg wel eens nauwkeurig heeft bekeken, moet wel opgemerkt hebben, dat ze overal op haar lijfje voorzien is van kleine haartjes en hoornachtige uitsteekseltjes. Zelfs de vleugels hebben aan de randen een onmetelijk aantal straalvormig uitlopende puntveertjes. Deze haartjes en puntjes zuigen elektriciteit op. De negatieve deeltjes van de elektriciteit die via hen worden opgezogen, zijn tevens de aantrekkende pool en ze stromen ononderbroken door de poten naar de stolpjes, waardoor deze gaan hongeren naar positieve elektriciteit. Daar deze positieve elektriciteit zich bij voorkeur op gepolijste vlakken verzamelt, is het heel vanzelfsprekend, dat de vlieg bij het lopen op elk gepolijst vlakmoet blijven vastkleven, daar tegengestelde polen elkaar aantrekken.
Hoofdstuk 16: De poten van de vlieg - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] In de hele schepping bestaat niets, dat meer dan twee polariteiten heeft, namelijk een bevestigende (positieve) en een ontkennende (negatieve). En zo is er ook alleen maar een boven en beneden, die tegenover elkaar staan: want het midden is niets anders dan een verbinding tussen boven en beneden. Eveneens is er ook buiten en binnen, materie en geest, goed en kwaad, het ware en het valse. Wanneer er dus sprake is van het doel van het bestaan van een wezen, dan kan zich dat niet verder uitstrekken dan tot één van deze twee polen. Laten we nu eens zien, waarvoor de vlieg zoal deugt!
Hoofdstuk 17: De vlieg als bewaarder van het evenwicht van de lucht elektriciteit - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] We zullen eerst de buitenste pool (de negatieve) nemen. Het zal iedereen opvallen dat zo'n diertje 's winters heel zelden te zien is, terwijl het in de warme zomer overal wemelt van deze kleine gevleugelde bewoners van de lucht. We zullen dadelijk weer een nieuw wonder aan ons diertje ontdekken! Waarom de vlieg vol haartjes en punten zit, hebben we al verklaard. Dit is echter niet de enige reden waarom dit diertje zo behaard en stekelig is.
Hoofdstuk 17: De vlieg als bewaarder van het evenwicht van de lucht elektriciteit - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Deze vele miljoenen vliegen zijn bestemd om het zogenaamde elektrische vuur, dat te rijkelijk uit de zon is gestroomd, te verbrui ken en te verzwakken, opdat het niet door overlading vanzelf ontsteekt en daardoor een hele wereld zou vernietigen! Want dit elektrische fluïdum is als positieve pool een buitengewoon krachtig vuur. Zolang de negatieve elektriciteit van een aardbol in evenwicht is met de positieve die uit de stralen van de zon wordt ontwikkeld, is er geen ontsteking der positieve elektriciteit mogelijk. Wanneer de laatste echter, al is het maar een duizendste deel, de negatieve overtreft, dan is een ontsteking niet meer tegen te houden.
Hoofdstuk 17: De vlieg als bewaarder van het evenwicht van de lucht elektriciteit - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Kijk maar naar onze diertjes, hoe vlijtig ze in alle richtingen heen en weer schieten en tijdens hun snelle vlucht het teveel van de positieve elektriciteit in zich opzuigen, alwaar de polariteit onmiddellijk wordt veranderd. Want deze diertjes verbruiken het positieve op de manier zoals zuurstof. Het negatieve deel echter wordt uitgeademd, zoals de mens de stikstof van de ingezogen lucht uitademt, zodra de longen daaruit de zuurstof als voeding voor het bloed hebben opgenomen.
Hoofdstuk 17: De vlieg als bewaarder van het evenwicht van de lucht elektriciteit - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Op een hete zomerdag zet een enkele vlieg zoveel positieve elektriciteit in zich om, dat, als het mogelijk zou zijn deze in een vat te verzamelen, ze in staat zou zijn een hele berg in as te veranderen.
Hoofdstuk 17: De vlieg als bewaarder van het evenwicht van de lucht elektriciteit - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Zolang deze buitenste pool de binnenste poolniet overheerst, is er geen gevaar aanwezig, wat bijvoorbeeld bij een gematigde temperatuur het geval is. Maar overheerst deze buitenste pool de binnenste ook maar met een miljoenste deel, dan bestaat reeds het grootste gevaar voor het leven. Want bij deze omstandigheid zou in de mens een omkering van polen kunnen plaatsvinden, die dezelfde werking zou uitoefenen als wanneer iemand zich met een naald zou prikken, die van tevoren in blauwzuur was gedompeld.
Hoofdstuk 18: De vlieg als redder van het mensenleven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Laten we nu een blik werpen op onze kleine huisarbeiders en observeren wat ze eigenlijk doen! Onze vlieg heeft een paar ogen, die zo groot zijn dat ze bijna het zevende deel van haar gehele wezen uitmaken. Elk oog bestaat weer uit duizend kleine oogjes. Deze passen zo aan elkaar als de cellen van een honingraten zijn alle stukvoor stuk kegelvormig toegespitst en op een gemeenschappelijk punt gericht. Op deze manier dienen ze de vlieg als een sterk vergrotende microscoop, met behulp waarvan ze zelfs de afzonderlijke eerder genoemde atomaire diertjes kunnen zien.
Hoofdstuk 18: De vlieg als redder van het mensenleven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Bovendien is hun maag zo ingericht, dat juist deze kleine diertjes hun hoofdvoedsel zijn. Wanneer een vlieg op de huid van een mens een hoopje van deze atoomachtige diertjes ziet, vliegt ze ernaar toe en geeft het niet eerder op, voordat ze de hele vondst heeft opgegeten.
Hoofdstuk 18: De vlieg als redder van het mensenleven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
...  1434 - 1435 - 1436 - 1437 - 1438 - 1439 - 1440 - 1441 - 1442 - 1443 - 1444 - 1445 - 1446 - 1447 - 1448 - 1449 - 1450 - 1451 - 1452 - 1453 - 1454 - 1455 - 1456 - 1457 - 1458 - 1459  ...