Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1447 van 1490

...  1435 - 1436 - 1437 - 1438 - 1439 - 1440 - 1441 - 1442 - 1443 - 1444 - 1445 - 1446 - 1447 - 1448 - 1449 - 1450 - 1451 - 1452 - 1453 - 1454 - 1455 - 1456 - 1457 - 1458 - 1459 - 1460  ...
[3] Op zo'n warme dag, vooral wanneer de barometerstand zeer laag is, worden miljarden en nog eens miljarden atomaire diertjes uit de laagste etherlaag in de lucht geboren. Als gevolg daarvan zie je de lucht dikwijls zo blauwachtig verdicht, dat het moeilijk wordt de niet al te ver weg liggende gebieden waar te nemen. Wanneer men dan inademt, komen bij zo'n gelegenheid altijd meerdere triljoenen van deze diertjes naar binnen. Hoewel deze diertjes zo klein zijn, dat zelfs duizend miljoen ervan op een hoop niet eens te zien zou zijn, maakt niettemin de som van meerdere deciljoenen die een mens vaak op zo'n dag inademt, toch behoorlijk wat uit. Dit zou voldoende zijn -omdat deze diertjes voor het lichamelijk leven zeer gevaarlijk zijn -om de mensen plotseling het natuurlijke leven te ontnemen. Want de voor het natuurlijke leven schadelijke hoedanigheid van deze diertjes is te vergelijken met de dodelijke werking van blauwzuur. Het deel van deze 'atoomachtige etherdiertjes' dat de mens inademt, is niet het gevaarlijkst voor zijn gezondheid, daar het door het op dit tijdstip toch al zuurstofarme bloed gretig wordt opgenomen. Maar heel anders is het gesteld met dat deel dat zich op de opperhuid afzet, bij voorkeur op die plaatsen waar de poriën meestal open staan. Wanneer deze diertjes daar binnendringen, nemen ze tegenover het gedeelte dat reeds door het bloed was opgenomen een positief karakter aan.
Hoofdstuk 18: De vlieg als redder van het mensenleven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] De vlieg heeft ook nog een paar kleine voelhoorntjes, die haar als neus dienen. Omdat ze haar ogen slechts voor korte afstanden kan gebruiken, dienen deze voelhoorntjes haar vaak voor zeer lange afstanden. Er bestaan enige vliegensoorten, die met deze voelhoorntjes een voor hen goedsmakend voedsel uren ver kunnen waarnemen.
Hoofdstuk 18: De vlieg als redder van het mensenleven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[11] Zo verrichten deze diertjes nog vele nuttige diensten. Alles wat er bestaat, en dat geldt dus ook voor de vlieg, is niet voor één, maar voor duizenderlei doeleinden bestemd.
Hoofdstuk 18: De vlieg als redder van het mensenleven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Iedereen zal op een warme zomerdag wel eens hebben ervaren, dat vooral op een drukkende namiddag een vermoeid mens vaak door slaap wordt overvallen. Wie nog jong is kan zich door beweging daar wel tegen verzetten. Anders is het gesteld met oudere mensen, wier ledematen moeilijker te bewegen zijn. Wanneer op zo'n dag er niet voldoende levensstof in de lucht aanwezig is, worden deze mensen spoedig slaperig en leggen zich neer om te rusten. Om het nadelige van zo'n slaap in te zien, is het noodzakelijk vooraf een blik op de natuurlijke slaap van de mens te werpen.
Hoofdstuk 19: De vlieg als instandhouder van gezonde lucht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] De negatieve pool van het leven komt volledig overeen met die van de aarde. En zoals deze op zich al de natuurlijke levensactiviteiten tegenwerkt, zo doet de overeenkomstige pool in de mensen dat ook, doordat de positieve elektriciteit in de mens steeds meer verbruikt wordt, waardoor hij de uiterlijke levensactiviteit ook steeds meer verliest. De tere, beweeglijke delen, zoals bijvoorbeeld de oogleden, merken dit afnemen het eerst. Ze kunnen daarom niet meer openblijven en spoedig daarna gaan ook alle andere delen van het lichaam in dezelfde verzwakte toestand over en dat is de natuurlijke nachtelijke slaap.
Hoofdstuk 19: De vlieg als instandhouder van gezonde lucht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] Als het niet zo was dat deze kleine regelaars het natuurlijke evenwicht in stand hielden, dan was het met het leven van de betreffende gedaan, zodra de positieve elektriciteit de negatieve volledig had overmeesterd. Zolang de slapende mens nog in staat is de kleine belagers van zijn lichaam te weren, is er ook geen gevaar voor zijn leven aanwezig. Wanneer de slaap hem echter helemaal heeft verlamd, dan hebben de belagers vrij spel en verhoeden dat de slapende iets overkomt dat zijn leven in gevaar zou brengen.
Hoofdstuk 19: De vlieg als instandhouder van gezonde lucht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[11] Heeft het evenwicht van de onderlinge polariteit door de actieve medewerking van dit diertje zich weer hersteld, dan wordt de slaperwakker en verjaagt ijverig deze in zekere zin kleine natuur beschermgeesten van zijn lichaam. Dat kan hij nu rustig doen, want als hij eenmaal is ontwaakt, is ook alle gevaar zo goed als voorbij.
Hoofdstuk 19: De vlieg als instandhouder van gezonde lucht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Men zal wel vaak hebben opgemerkt dat vliegen tijdens een maaltijd graag in grote aantallen komen aanzetten en zich dan begerig op de gerechten storten. Ze zij n des te talrijker als de dagen zwoel worden en de kamers laag en niet geventileerd zijn. Velen zullen zeggen: 'Moeten we deze parasieten ook nog prijzen als ze onze maaltijd verontreinigen en ons bij elke hap hinderen ?' Zo vraagt slechts de kortzichtige mens. Want als hij de grote weldaad kon begrijpen die de vlieg hem soms bewijst doordat ze zich, al is het slechts twee ogenblikken, op de hap die hij naar zijn mond voert, neerzet, waarlijk, hij zou niet teveel doen als hij, zoals men het wel uitdrukt, die vlieg 'in goud liet vatten'.
Hoofdstuk 20: De vlieg als chemicus en elektriciteits verdeler - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Men zal wel opgemerkt hebben, dat de verzadigde vliegen zich daarna graag op glimmende voorwerpen neerlaten en deze vaak bevuilen. Ook dit is heel nuttig, want de eerder genoemde chemische werkzaamheid van deze diertjes zou slechts voor de helft van nut zijn, als dit tweede onbeduidend lijkende gebeuren niet dadelijk zou volgen.
Hoofdstuk 20: De vlieg als chemicus en elektriciteits verdeler - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Waarom hebben deze diertjes het juist op het goud gemunt? Hierop kan men antwoorden: Waarom verguldt men bliksemafleiders?
Hoofdstuk 20: De vlieg als chemicus en elektriciteits verdeler - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] In het centrum is alle levende kracht van de gehele oneindigheid verenigd en gaat vandaar weer in de hele oneindigheid uit. Opdat deze levende kracht zich niet te zeer verspreidt en daardoor in zichzelf zou verzwakken, heeft zij in de eindeloze ruimte talloos vele verzamelpunten van leven geschapen, waarin het leven zichzelf opvangt en vervolgens weer terugkeert tot zijn oereeuwige centrale woonplaats.
Hoofdstuk 21: De vlieg als verzamelpunt van het leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] En Ik zeg daarop: Dit is natuurlijk onmogelijk, zolang Hij in Zichzelf verblijft en geen schepsels uit Zich wil scheppen en vormen. Wanneer Hij tengevolge van Zijn oneindige liefde sinds eeuwigheden schepsels van de meest uiteenlopende soort heeft geschapen -vanaf de meest volmaakte geest tot aan de onbeduidendste atoomachtige diertjes toe -en aan die talloze wezens het leven gaf, ieder naar zijn aard, door welk leven heeft de Schepper dan wel deze talloze wezens bezield, bezielt Hij ze nu nog en zal Hij ze eeuwig beziel en? !
Hoofdstuk 21: De vlieg als verzamelpunt van het leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Wanneer al deze wezens met hun ontvangen leven zich eeuwigdurend van het centrum weg zouden bewegen, dan zou de centrale kracht geleidelijk aan moeten verzwakken. Maar het leven zou zich nooit kunnen verliezen, omdat het een oneindig leven is. Het zou echter steeds zwakker worden, wanneer het zich aan een oneindige deling zou blootstellen. Om dit zwakker worden beter te begrijpen, wijs Ik slechts op de eindeloze deelbaarheid van de materie zelf; tengevolge daarvan kan men zich een atoom in oneindig veel deeltjes indenken. Maar wordt het atoom er sterker door, als het eindeloos wordt gedeeld?
Hoofdstuk 21: De vlieg als verzamelpunt van het leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Wanneer nu zo'n kamer niet vaak door deze elektriciteitsdragers zou worden bezocht, hoe zou het er dan spoedig uitzien met de gezondheid van de mens? Maar dat zou nog het minste zijn, want zo lang de bedorven lucht in de kamer aanwezig is, heeft ze nog genoeg spankracht waardoor de longen zich tenminste bij het inademen nog kunnen uitzetten. Maar wanneer deze lucht al haar spankracht verliest, dan slaat ze als een vuile dauw neer op de aan haar verwante delen, zoals bijvoorbeeld voedsel. Wanneer nu de hap, die iemand tot zich wil nemen, overvloedig van zo'n dauw is voor zien, dan gaan één of meer vliegen daar graag op zitten en laten hun overvloed aan positieve elektriciteit over het voorwerp uitstromen. Wat is dan het gevolg? Niets meer of minder dan dat daardoor de neergeslagen lucht in zekere zin weer bezield wordt en vervliegt. Ze verdwijnt dan uit het voedsel, door welk ontbindingsproces het voedsel weer onschadelijk en eetbaar wordt.
Hoofdstuk 20: De vlieg als chemicus en elektriciteits verdeler - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] We weten reeds, dat de vlieg meestal negatief elektrisch voedsel tot zich neemt en dus een ware gifzuiger is van zowel de lucht als van mensen en dieren, als ook van de spijzen die de mens eet. Daarom zijn haar uitwerpselen ook negatief elektrisch. We weten ook dat positieve elektriciteit zich meestal op glimmende voorwerpen verzamelt. Opdat in een aan positieve elektriciteit arme ruimte de weinige positieve elektriciteit die op glimmende voorwerpen wordt vastgehouden zich weer gelijkmatig verspreidt, bekladden deze chemici zulke glimmende voorwerpen zorgvuldig. Daardoor verliezen deze de kracht om de positieve elektriciteit aan te trekken, die onontbeerlijk is voor de lucht in de kamer. Wie dat niet gelooft, moet maar een verguld voorwerp in zo'n kamer plaatsen! Hij kan er verzekerd van zijn dat binnen korte tijd het door de vliegen zal zijn bevuild, zodat er nog maar weinig van het goud blinkend is te zien.
Hoofdstuk 20: De vlieg als chemicus en elektriciteits verdeler - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
...  1435 - 1436 - 1437 - 1438 - 1439 - 1440 - 1441 - 1442 - 1443 - 1444 - 1445 - 1446 - 1447 - 1448 - 1449 - 1450 - 1451 - 1452 - 1453 - 1454 - 1455 - 1456 - 1457 - 1458 - 1459 - 1460  ...