Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1449 van 1490

...  1437 - 1438 - 1439 - 1440 - 1441 - 1442 - 1443 - 1444 - 1445 - 1446 - 1447 - 1448 - 1449 - 1450 - 1451 - 1452 - 1453 - 1454 - 1455 - 1456 - 1457 - 1458 - 1459 - 1460 - 1461 - 1462  ...
[7] Wat is dit lichten eigenlijk? Ter verduidelijking een voorbeeld. Wat merk je op bij een mens, wiens hart nog vol hoogmoed is, als hij een flinke klap krijgt? Zal hij niet zó in woede geraken, dat hij begint te beven en zijn ogen gloeiend worden? En als hij zich in een gelijkgezinde omgeving bevindt, zal deze dan niet al gauw naargelang de graad van vriendschap ook min of meer woedend worden?
Hoofdstuk 23: Oorzaak en wezen van het licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Men behoeft slechts naar een vechtend leger te kijken en het kan iemand onmogelijk ontgaan, hoe deze woede-uitstraling duizenden en nog eens duizenden pakt en meesleurt in de bloedige strijd. Door dit voorbeeld is ook het lichten verklaard, want de positief polaire geest, die door de negatieve polariteit is ingesloten, raakt door een flinke klap ook in woede, wat eigenlijk het zich bewustworden van zijn gevangenschap is.
Hoofdstuk 23: Oorzaak en wezen van het licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] Maar daar hij niet kan doorbreken, trekt hij zich weer snel terug en probeert dan met vernieuwde kracht zijn omhulsel te verbreken. Menige geest is in staat dit gebeuren in één seconde vele duizenden malen te herhalen, terwijl hij daarbij steeds toorniger wordt. Wat is echter het zichtbare resultaat van dit gebeuren, dat terecht 'razernij' genoemd kan worden? Niets anders dan dat de nog rustige geesten die zich dichtbij de in woede ontstoken geest bevinden, met hun uiterlijke polariteit in een soortgelijke koorts geraken. De voortplanting van deze gemeenschappelijke koortsachtige woede kan zich snel voortzetten, daar de negatieve omhulsels der geesten, waaruit de lucht eigenlijk bestaat, dicht tegen elkaar aanliggen.
Hoofdstuk 23: Oorzaak en wezen van het licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[11] Dit koortsachtig vibreren van een geest, wordt door het dierlijke, evenals door het menselijke oog als 'lichten' waargenomen. Want het oog is ervoor ingericht om deze kleine trillingen waar te nemen, daar elk oog zelf ook half geestelijk en half materieel is. Het heeft precies dezelfde polariteit als dat wat 'licht' wordt genoemd. Door deze verwantschap kan het oog het licht opnemen en waarnemen.
Hoofdstuk 23: Oorzaak en wezen van het licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] De lucht is, evenals alle materie, niets anders dan een geestelijk materieel conflict. Al deze geestelijke potenties zijn des te bozer naarmate ze lager liggen en hoe hoger ze zich boven de planeten bevinden, des te vreedzamer en bestendiger zijn ze. Het totale wezen van het aardelichaam met de haar omringende lucht is niets anders dan een rangschikking van d e geesten, die zich in deze planeet hebben gevestigd om aan de reeds bekende 'terugweg' te beginnen.
Hoofdstuk 24: Het wezen van de ether en van het zonlicht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Wat vult dan de grote ruimte tussen de zon en de planeten? De natuur-onderzoekers veronderstellen hier een uiterst lichte en meegaande ether. Wat zouden de fysici echter zeggen als ze duidelijk moesten uitleggen wat deze ether eigenlijk is? De ether is niet door een microscoop te zien en ook de veel dichtere lucht is door geen enkele microscoop waar te nemen.
Hoofdstuk 24: Het wezen van de ether en van het zonlicht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] De ether wordt gevormd door uiterst zuivere, vreedzame en verdraagzame geesten: want als ze dat niet zouden zijn, hoe moeilijk zouden de hemellichamen het dan hebben op hun weg om de zon! Daar deze ethergeesten echter uiterst zuiver en meegaand zijn, vormen ze op geen enkele manier een belemmering.
Hoofdstuk 24: Het wezen van de ether en van het zonlicht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Allereerst valt bij de zonnen hun buitengewone grootte op, waardoor een zon niet zelden een, ja meerdere miljoenen maal groter is dan een van haar planeten. De zon op zich is een planeet in volkomen toestand en alle planeten zijn slechts satellieten van dit grote en volmaakte hemellichaam. Het buitengewone licht van zo'n volkomen zon spruit voort uit de geestelijke liefdesvreugde van de geesten, die deze planeet omgeven.
Hoofdstuk 24: Het wezen van de ether en van het zonlicht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Zijn deze geesten reeds volmaakte geesten? Deze vraag moet volgens zeven verschillende aspecten worden beantwoord, want er zijn zeven verschillende soorten van geesten in de zon, die gezamenlijk het grote licht van de zon veroorzaken. Willen we de innerlijke aard van deze geesten nader Ieren kennen, dan moeten we zien naar de zeven geboden van de naastenliefde en naar de drie, die aan deze zeven ten grondslag liggen, waardoor de mens zijn verhouding tot God'zijn Schepper, kan kennen. Daarmee is de volledige cyclus van de geestenformatie op een zonnelichaam aangegeven. Ook de kleuren van de regenboog Iaat deze orde zien. Wat volgt hieruit? Niets anders dan dat de zon in haar innerlijke sfeer de verzamelplaats van zeven soorten van geesten is. Daaronder zijn er, die door de zon ter beproeving eerst op de planeten geplaatst worden en ook zulke die als voltooid zijn teruggekeerd. De eersten die nog onvolmaakt zijn, vormen de binnenste massa van het zonnelichaam, de tweede reeds voleindigde groep vormt het buitenste lichte omhulsel van het zonnewezen. Het zijn deze geesten, die door hun liefdesvibraties het stralen van de zon bewerkstelligen.
Hoofdstuk 24: Het wezen van de ether en van het zonlicht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Wat drijft nu de geesten van de eerste nog onvolmaakte soort van de zon weg in de eindeloze ruimte? Niets anders dan Mijn eeuwige orde, krachtens welke deze van de zon uitgaande geesten weliswaar een positief polaire verzadiging hebben, maar zelf negatief zijn,
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Zo zijn dus deze atomaire wezens feitelijk negatief van aard en kunnen ze slechts zolang ze dit karakter behouden in de zon blijven. Nemen ze echter al te gretig een lichtverzadiging uit het positieve poolgebied van de zonnegeesten aan, zodat ze wat betreft het wezen van het licht zich maar heel weinig van de eigenlijk positiefpolaire geesten onderscheiden, dan worden ze door de positiefpolaire wezens met grote snelheid naar buiten gedreven.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Deze uitgedreven geesten zijn het uitstralende licht van de zon, dat zijn positieve deel afgeeft, wanneer het op een hemellichaam valt. Het meegenomen licht is dus de nog voortdurende liefde en vreugde vibratie van de volmaakte geesten.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] Wat betreft het negatieve deel zullen de uitgaande atomaire wezens, vooral bij nadering van een hemellichaam, -omdat ze anti polair zijn -weer naar de zon terugkeren. En dit is het terugstralen van het uit de zon afkomstige licht. Omdat deze wezens zich door hungrote snelheid steeds rechtlijnig voortbewegen, wordt het ook begrijpelijk waarom de voorwerpen waar het zonlicht op valt zeer duidelijk te zien zijn.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Wanneer dus deze snelle lichtdragers uit de zon op een vorm stuiten, dan neemt die vorm -al naar gelang haar innerlijke geaardheid, de deeltjes die hij kan gebruiken tot zich. Wat voor hem onbruikbaar is, stoot hij met de grootste snelheid in alle richtingen terug.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Het oog is dus slechts een orgaan om de vele verschillen op te nemen tussen het invallende en het teruggekaatste licht. En deze talrijke verschillende lichtsoorten vormen dan natuurlijk al die verschillende beelden in het oog, dat voor deze lichtverschillen gevoelig is.
Hoofdstuk 25: De vlieg als verzamelaar van licht en leven - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
...  1437 - 1438 - 1439 - 1440 - 1441 - 1442 - 1443 - 1444 - 1445 - 1446 - 1447 - 1448 - 1449 - 1450 - 1451 - 1452 - 1453 - 1454 - 1455 - 1456 - 1457 - 1458 - 1459 - 1460 - 1461 - 1462  ...