2758 resultaten - Pagina 146 van 184
... 134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 ...
[10] Houd daarom altijd goed voor ogen, dat je niet te gretig een onderwijzing van buiten af zonder meer aanneemt. Want deze dient tot niets als de geest haar niet in de allergrootste deemoed opneemt en onmiddellijk zijn hele leven er volkomen naar richt, wat voor iedere geest zeker een heel zware opgave is. Kijk, Salomo, Israëls meest wijze koning, viel ondanks zijn wijsheid. Want zijn innerlijke geest, die zich sterk genoeg voelde, waagde het eens zijn innerlijke woonstede te verlaten, zich naar buiten te begeven onder zijn natuurgeesten, om deze volgens zijn wijsheid te ordenen. Maar omdat hij dat deed vóór het bereiken van zijn volledige rijpheid, die altijd van binnen uit en nooit van buiten naar binnen moet plaatshebben, werd hij door zijn onzuivere natuurgeesten gevangen en niet meer toegelaten in zijn huis, dat maar al te vlug omgebouwd werd tot woning van allerlei ondeugden, ontucht en afgoderij! Zo verried ook Judas zijn Meester, Heer en God, omdat hij de leer van het heil slechts opnam in zijn uiterlijke geesten, die hun zetel hebben in het verstand en van daaruit in allerlei verlangens. Daardoor lokte hij zijn eigenlijke levensgeest uit zijn innerlijke woning en opende deze voor de satan, die er vrij kon binnentrekken. Het gevolg daarvan is al zo bekend, dat ik het jullie niet opnieuw behoef te vertellen.Hoofdstuk 60: De danseressen verlangen opheldering over God. Robert onderricht ze: 'zoek het licht in jezelf'. Gevaar van het puur uiterlijke onderzoek - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[5] Daar, op een ruime tribune, zie je zo'n vierentwintig vrouwelijke wezens in balletkostuum; die zien er al echt hemels uit! En daar bij die tafel met brood en wijn staan de democraat Blum, de ons bekende Messenhauser, dokter Becher en redacteur Jellinek. Wat een heilige waardigheid straalt er van hun gezichten af en van welk een diepe wijsheid zijn hun woorden doordrongen! Hoe vriendelijk en toch ook verheven ernstig is hun gedrag!
Hoofdstuk 74: Verrassingen voor de patheticus. Hij vindt oude bekenden. Olafs goede raad - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[6] Max Olaf zegt: 'Heer, wat U in Uw grenzeloze goedheid maar wilt. Want Uw wijsheid gaat alles te boven, Uw goedheid kent geen grenzen en voor Uw wil vergaan werelden tot stof!'
Hoofdstuk 77: Olafs voorspraak bij de Heer. Goede getuigenis van de Godheid van Jezus en volledige overgave aan de wil van de Heer. Verzadiging van de arme zielen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Abraham zegt: 'Heer, duizend of tienduizend jaren zijn voor U als één enkele dag! Want uit U kwamen tijd en ruimte voort, maar U stelde Zich als Heer over beide. En het verste verleden, evenals de verste toekomst, zijn voor U als de geschiedenis van één dag! Liefde is Uw wezen en Uw wijsheid de grootste goedheid. Zacht als wol is Uw gemoed en mild als een avondbriesje in de lente Uw hart. Al Uw wegen heten erbarmen, en Uw leiding is de gerechtigheid van Uw hart!
Hoofdstuk 79: De plechtige raadsvergadering. De vraag van de Heer: wat moet er met de aarde gebeuren? Adam, Noach, Abraham, Isaak en Jakob spreken - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Max Olaf zegt: 'Beste vrienden, en ook u, mijn arme Emma, volg mij gerust daarheen, naar die voortreffelijke man die nu met Dr. Jellinek in gesprek is. Ik wil daar voor jullie en wellicht ook voor mijn eigen heil een nederig verzoek tot hem richten. Wanneer hij ons zijn wonderbaarlijk hulpvaardige hand reikt, zullen we ook geholpen zijn. Maar bij hem moet je wel heel goed opletten, dat heb ik reeds opgemerkt. Want hoe onuitsprekelijk goed hij ook mag zijn, hij bezit daarnaast ook een enorme wijsheid, waarvoor zelfs onze diepzinnigste gedachten smelten als sneeuw voor de zon. Zoals we denken en voelen, moeten we tegen hem ook spreken, want voor zijn scherpzinnigheid valt niets te verbergen! Kom daarom met me mee, misschien vinden we genade bij hem.'
Hoofdstuk 74: Verrassingen voor de patheticus. Hij vindt oude bekenden. Olafs goede raad - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[17] De patheticus zegt vlug: 'Ik moet je werkelijk om vergeving vragen, mijn anders zeer geachte vriend! Bij deze veronderstelling kan ik u niet volgen! Een mens voor de enige God aanzien? Werkelijk, dat is me te kras! Ik heb niets op zijn wijsheid en zijn innerlijke wilskracht aan te merken en evenmin op zijn goedheid. Want de Lerchenfeldse ontwikkelt zich fameus onder de invloed van zijn goedheid. Maar dat u hem ons als Godheid aanduidt, daartegen moet ik protesteren. In Mozes staat: 'Gij zult in één God geloven' en verder: 'Niemand kan God zien en in leven blijven, want God is een verterend vuur!' En luister verder wat de wijze Jood Jezus, die u ook voor een God houdt, zelf ergens zegt, ik meen bij Johannes; Hij zegt: 'Niemand heeft ooit de Godheid gezien. Maar wie Zijn woord hoorde, het zou aannemen en er naar zou handelen, die zou daardoor de Geest Gods in zich opnemen, en deze zou in hem wonen'. Ziet u, ook ik ben tamelijk vertrouwd met de Bijbel, maar er staat nergens dat een mensengeest, ook al is hij uit God, daardoor ook het allerhoogste, in het eeuwig ontoegankelijke licht wonende Godwezen zelf zou zijn. En omdat u, mijn verder allerdierbaarste vriend, dit schijnt te beweren van hem die de Lerchenfeldse zo mooi heeft gemaakt, kan ik echt niet met u mee gaan.'
Hoofdstuk 75: Olafs verzoek om hulp voor zijn vrienden. De belofte die de Heer hem doet. Mensenzielen-visvangst. De koppige patheticus - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Max Olaf zegt: 'Heer, tot deze goed gefundeerde opvatting kwam ik juist door Uw heilig en goddelijk woord. Want woorden zoals de Uwe, zo vol waarheid, zo vol van de hoogste kracht, wijsheid en liefde, komen niet uit de mond van een geschapen geest! Dat niemand de Godheid Zelf in haar innerlijkste oerwezen kan aanschouwen en tevens in leven blijven, weet ik heel goed. Maar de Godheid die door Mozes sprak, sprak eeuwen later in al haar volheid door de mensenzoon Jezus. En Deze zei: 'Ik en de Vader zijn één; wie Mij ziet, ziet ook de Vader!' Indien echter Jezus dat leerde en Zijn leerlingen Hem zelfs heel goed mochten zien en horen, zonder dat ze hun leven verloren, dan zie ik werkelijk niet in, waarom men zich God zou moeten voorstellen in een eeuwig ontoegankelijk licht. Bovendien lijkt het mij boven elke twijfel verheven dat U die bewuste Heer Jezus bent, die ons deze meest verheven leer heeft gegeven! En zodoende ben ik met mijn harten met mijn onwankelbare geloof al op de juiste plaats. En ik ben van mening dat ik, hoe meer ik U met hart en ogen zal aanschouwen, niet alleen mijn leven niet zal verliezen, maar dat het steeds meer toe zal nemen. Heb ik gelijk of niet?'
Hoofdstuk 77: Olafs voorspraak bij de Heer. Goede getuigenis van de Godheid van Jezus en volledige overgave aan de wil van de Heer. Verzadiging van de arme zielen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] David zegt heel vriendelijk: 'Lieve Helena, jonge nakomelinge van mijn volk, je hebt volkomen gelijk. Ik moet je wijsheid prijzen, want je verlangt wat rechtvaardig en billijk is. _
Hoofdstuk 80: Helena’s ongeduld wordt tot rust gebracht. Mozes en David spreken. Helena's tussenspraak en Davids narede - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Zie o Heer, het zou gewoonweg dom van mij zijn om aan Uw eindeloze wijsheid een advies te willen toevoegen over wat U nu moet doen om de grote onlusten op aarde weer tot rust te brengen! Ik weet maar al te goed, dat aan U meer van de beste en werkzaamste middelen overduidelijk bekend zijn dan er sterren zijn in het onmetelijke heelal. Wilde U slechts het kleinste middel genadig toepassen, dan zal in één nacht alles weer in de beste orde zijn! Geef, o Heer, de heersers het ware licht en de ondergeschikten zachtmoedigheid en geduld in het dragen van hun kruis en bovendien nog een klein beetje Californië erbij, en alles zal zich weer in de prachtigste orde bevinden. En mocht het gewei van mijnheer de satan al te hoog gegroeid zijn, laat het dan door een paar bliksemflitsen enkele ellen inkorten. Dan zal naar mijn mening de hoogmoed van de groten op aarde ook wat verminderen, zoals b.v. bij Windischgrätz, wat zeer heilzaam voor hem zal zijn!
Hoofdstuk 83: Bechers radicale voorstellen. Lering van de Heer. De natuur van het menselijk geslacht is afhankelijk van die van de aarde in het geheel van de schepping - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Helena zegt: 'Wel, wel! Ik zie nu duidelijk in, dat U niet te vangen bent! Hm, ja merkwaardig. Uw wijsheid en die van ons, dat zijn wel heel merkwaardig twee soorten van wijsheden! 0 jee, wat een verschil! Nee, met verontschuldigingen kan men niet tegen U op. Maar een echt hartelijk verzoek, zou dat U niet wat kunnen afbrengen van Uw eenmaal uitgesproken wens?'
Hoofdstuk 84: Helena's mening over de weg tot heil voor de mensen op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[19] Ik wil U weliswaar, evenals alle andere sprekers voor mij, niets voorschrijven, maar alleen mijn mening geven volgens welke nu toch iets beslissends zou moeten gebeuren. U alleen bent oneindig wijs en ziet het allerbeste in wat er nu zou moeten gebeuren. Die wijsheid heb ik beslist niet en daarom kan ik U dan ook geen echte raad geven. Maar naar menselijke maatstaven staan de zaken er nu eenmaal zo voor, en mijn menselijk inzicht ziet slechts de genoemde mogelijkheid tot redding. U zullen er wel talrijke bekend zijn; doet U daarom maar wat het beste is.
Hoofdstuk 84: Helena's mening over de weg tot heil voor de mensen op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[1] Max Olaf treedt naar voren en zegt: 'O Heer, het is moeilijk om nu nog een of andere wens uit te spreken, waar u, o Heer, als de allerdiepste en almachtige wijsheid spreekt en reeds alles wat er nu gebeurt, hebt voorzien en ook alle voorzorgsmaatregelen hebt getroffen, waardoor er voor de huidige onlusten op aarde zonder meer snel een oplossing moet komen. Dat is echter ook een grote wens van mij, want ik wens zelfs de duivel geen kwaad toe, laat staan de mensen, die toch mijn broeders zijn!
Hoofdstuk 86: Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[16] Koningen die op Mij vertrouwen, zal Ik oprichten en hun ware wijsheid geven en daaruit voortvloeiend grote macht! Hun volkeren zullen dan luid roepen: 'Heil aan onze grote, ons door God geschonken koning en heer! Wat van ons is, is ook van U! Uw grote wijsheid en goedheid moge onze ware en levende grondwet zijn. Moge uw woord onze wil zijn en uw wil onze wet. Wee degene die uw wet overtreedt!'
Hoofdstuk 86: Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[15] We willen echter onze gedachten ook uit laten gaan naar de blinden en doven! Maar alleen de verharde mensen zullen in het vuur terecht komen, dat een meester is in het verdelgen van karbonkel en diamant. Want zij die zich nimmer willen laten vermurwen door de waarheid van het woord, zullen door het machtige vuur milder worden gemaakt! En onder de geweldige slagen van de hamer van Mijn wijsheid zullen zij als gloeiend erts worden omgesmolten tot een nuttig werktuig voor ons huis (hemelse kerk)! Wel zullen ze nog veel drukte en lawaai en allerlei gissingen maken en nog menig plan ontwerpen. Maar dit alles zal vergeefse moeite zijn en steeds het tegenovergestelde resultaat hebben van datgene wat zij wilden bereiken. Want Ik alleen ben de Heer en heb de macht om kronen en scepters te breken en de gebrokenen weer op te richten, wanneer zij zich tot Mij wenden! Maar wee hen, als zij niet bij Mij de ware hulp zoeken!
Hoofdstuk 86: Olafs wijsheid. Een hemelse heildronk. De nieuwe licht en liefdesbrug van de Goddelijke genade - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] O Heer, waarom heeft Uw oneindige goedheid en wijsheid toch zulke slechte wezens laten ontstaan? Zou het dan niet beter zijn dat er buiten U helemaal geen wezens zouden bestaan, dan dat er onder de vele goede wezens, die uit U zijn, ook zulke bestaan die toch onmogelijk uit U kunnen zijn?'
Hoofdstuk 90: Verdere ontwikkeling van het tijdsbeeld. Waarom laat God de gruwelen in de wereld toe? - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)