Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3934 resultaten - Pagina 146 van 263

...  134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159  ...
[4] En onmiddellijk wekte Ik Henochs hart helemaal op; hij bemerkte meteen dat een helder licht in zijn hart opvlamde en zag voor de eerste keer een fel vurig schrift in zijn ziel en daaraan herkende hij, dat het een levend woord uit Mij was. Hij dankte Mij innig, opende eindelijk zijn mond en begon de volgende, uiterst gedenkwaardige woorden tot allen te richten:
Hoofdstuk 70: Henoch predikt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[7] Maar Henoch zei: "O vaderen, moeten jullie dan van het leven worden uitgesloten wanneer deze kinderen van de middag het leven ontvangen?! Want nu spreek niet ik, maar Hij, die het Leven heeft en Leven geeft door ieder woord dat uit Zijn oneindige Liefde stamt, spreekt met mijn mond!"
Hoofdstuk 70: Henoch predikt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[10] O vaderen en kinderen van de middag! Het zaad is de liefde; de liefde is het leven en het leven is het Woord. Maar het Woord heeft in alle eeuwigheid in God gewoond. God Zelf was in het Woord, zoals het Woord was in Hem. Alle dingen en wijzelf zijn ontstaan uit dit Woord en dit Woord kan niemand uitspreken dan God alleen. Maar dit Woord is de eigenlijke naam van God en niemand kan deze Naam uitspreken en deze Naam is de oneindige liefde van de meest heilige Vader en wij moeten deze liefde in ons herkennen en dan met deze liefde uit alle kracht en macht Diegene beminnen aan Wiens liefde wij en al het andere het overheerlijke bestaan te danken hebben.
Hoofdstuk 70: Henoch predikt over de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[3] Ten eerste wil ik door jou de hoogst verschuldigde dank betuigen aan de heilige Gever van een dergelijke grote genade. Want jij bent de Heer het meest nabij en je hebt Zijn levende woord; daarom is het wel het meest gevoeglijk dat jij de gebrekkigheid van onze zwakke dank voor zo'n grote weldaad tegenover de Heer aanvult. Daar ik de wijsheid gekregen heb van de Heer, deed ik wat deze mij leerde en kon ook niet meer doen omdat mijn wijsheid hetgeen ik deed, toereikend vond. Maar wat jij ons leerde toen je sprak over het leven, is meer dan alle wijsheid van alle mensen samen; het is de wortel van al het leven en de eeuwige grond van alle wijsheid, - ja, het is God, die jij hier verkondigt! En zie, mijn wijsheid reikt niet zover om Hem de juiste dank te betuigen; doe jij in mijn plaats wat gepast is! Het andere echter waarom ik jou wilde spreken, is, dat jij me zou willen toestaan bij jou in de leer te gaan, opdat jij mij de weg zou kunnen leren die je zelf bent gegaan en waarbij je zo diepgaand het leven uit God ten deel gevallen is.
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[20] Is het juist, dat door iemands woorden een ander geërgerd wordt?! Zie, hoezeer ook mij je eerste woorden stichtten, zozeer heeft mij je huidige woord ook geërgerd! Want ik weet wel dat jij een ziener van God bent en dat je het levende woord hebt - als ik dat niet zou weten, zou ik nooit naar je toe komen om een dergelijk heiligdom in jou te prijzen! -; maar omdat je mij daarover berispte, vraag ik me toch af: wie heeft je opgedragen, zoiets op je te nemen en mij daarover te berispen?
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[29] Maar kijk, daar over deze berg leidt de kortste weg daarheen! Neem de moeite om daarheen te gaan en wees ervan verzekerd dat je in drie dagen weer hier bent en dat je net als ik gesprekken vol waarheid daarover zult kunnen voeren, terwijl je anders in geen jaren zou kunnen leren om dergelijke gesprekken uit innerlijke levenskracht te voeren!'
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] "O zeer waardige vaderen der vaderen der aarde! Wat moet en wat zou ik, die de duistere diepte van de dood sinds kort ternauwernood ontvloden ben, op deze zo heilige hoogten nu zeggen, terwijl alles - vol wonderen, vol genade, vol leven - het krachtigste woord op mijn bevende tong doet verstarren?!
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[18] O vaderen der vaderen der aarde, ik heb het nog amper gewaagd mijn ogen geheel te openen, opdat mij de mogelijkheid ten deel zou vallen de wonderen van de heilige hoogten te aanschouwen; nu zou ik arme, ik blinde, ik dode deze moeten vertolken voor jullie die vol genade, vol leven, vol macht en vol sterkte de dingen met de zeldzaamste vormen wel reeds lang vanuit innerlijke kracht hebben doorschouwd?!
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[27] En daarom, waardige vaderen der vaderen der aarde, laat mij arme, mij dode nu zwijgen; want het is niet gepast als dode te spreken tegen diegene wiens borst een leven uit God in het zuiverste licht herbergt, van waaruit ieder woord met gezegende tong het leven uitstrooit, zoals de zon haar trillende licht.
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] Derhalve laat mij, o vaderen der vaderen der aarde, mijn nietige, slechts galmende woord beëindigen; want de tijd is voor iets beters gemaakt dan voor nietszeggend gekeuvel!
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[1] Nadat de vaderen zo'n wonder van het woord uit de muil van het dier hadden gehoord, zie, toen schrokken zij geweldig en sloegen zich op de borst, hadden spijt van hun fout en beloofden Mij in hun hart, de gehele dag niets meer tot zich te nemen, spijs noch drank. Ongeveer een halfuur lang baden zij in stilte tot Mij om vergeving en behalve Henoch waagde het niemand om zijn ogen op te slaan.
Hoofdstuk 74: Het wezen van de waarheid en de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[28] Stel het geval dat ikzelf daar reeds geweest zou zijn en daar alles zelf had bekeken. Maar het zou zo beschikt zijn dat de vaderen mij in jouw aanwezigheid daarover zouden uithoren en ik hun de blauwe verte zou onthullen. Als jij dat echter horen zou en niets zou weten omtrent het hoe, waarvandaan en waardoor, zei je dan tegen mij: 'Luister, wat jij me nu verteld hebt, bevalt mij bijzonder goed! Ook ik zou graag over de verre streken willen spreken zoals jij; zie, ik wil daarom bij jou in de leer gaan, opdat ik van jou leer daarover te spreken!' Waarop ik jou dan weer zou antwoorden: 'Luister, zoiets laat zich door een innerlijke zienswijze niet leren aan degene die naar een innerlijke overtuiging streeft, - en wat een moeizame weg tot zuivere kennis zou dat zijn en hoe onvruchtbaar!
Hoofdstuk 71: Sethlahems verlangen naar de ware wijsheid - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[26] Ik werd niet hierheen ontboden om mijn licht te laten schijnen, neen, slechts om verlicht te worden werd ik door de schitterende Abel hier bij je gebracht! Laat mij daarom nu jullie woorden vol licht en vol leven horen; het is nog lang geen tijd voor mij om te spreken! O wie zou er ook nog woorden kunnen vinden die heiliger zouden klinken dan die vol kracht en vol leven van boven van de tong van Henoch vloeien, waarvan één woord belangrijker is dan de zware last van de aarde van pool tot pool! Want waar het gesproken woord zich niet alleen maar als een welluidende klank rijkelijk laat horen, maar ook met goed gevolg en zegenend het leven overvloedig uit de dodelijke verborgen diepten in de mensen vrijmaakt, - O luister naar mij, arme: een dergelijk woord is toch belangrijker en groter dan alles wat het oog mogelijk vermag te zien en te waarderen naar de materiële betekenis ervan!
Hoofdstuk 72: De wijsheid van Sethlahem en de wijsheid van Asmahaël - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[16] Nadat hij dat vol liefde en levendig vertrouwen in stilte uitgesproken had, hoorde hij in zichzelf al spoedig een machtig liefelijk, heilig woord, dat tegen hem zei:
Hoofdstuk 74: Het wezen van de waarheid en de liefde - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
[6] O zie, dat verwondert ons niet en wij worden ook helemaal niet zwak als wij met elkaar een woord wisselen!
Hoofdstuk 75: De oorzaak van de vrees - Jakob Lorber - De Huishouding van God (deel 1)
...  134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159  ...