Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

3216 resultaten - Pagina 146 van 215

...  134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159  ...
[7] Maar een van de zusters vraagt de overste nu toestemming om een woordje te mogen spreken en omdat er juist nu geen groot silentium is voorgeschreven, staat de overste het haar toe. (Vragen betekent in dit klooster echter zoveel als iets vrijmoedig verzoeken.) Wat zal deze zuster wel vragen? Luister, ze zegt: zeer eerwaarde bruid van Christus, zolang we lichamelijk op aarde leefden, was het strenge kloosterleven wel dragelijk voor ons omdat dat nodig was om na de dood de hemel te verdienen. Omdat we nu echter al geruime tijd geleden het aardse met het eeuwige hebben verwisseld en wij ook in dit `eeuwige leven' nog steeds het buitengewoon strenge kloosterleven verder leiden en van de hemel werkelijk nog niets merken, is het de vraag of er hier aan dit kloosterleven ooit een einde zal komen. Het zou toch iets verschrikkelijks zijn als we voor altijd in deze strenge clausuur verblijven moesten.
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[8] De overste zegt: o jij ongehoorzaam kind, hoe heb je je zo door de duivel in beslag kunnen laten nemen, dat je het je nu veroorlooft om zo'n verschrikkelijke vraag te stellen? Weet je dan niet dat niemand vóór de jongste dag in de hemel kan komen en dat, op voorspraak van de heilige maagd Maria, van de heilige Theresia en tussen hen in van de heilige Jozef, Christus de Heer onze orde van het vagevuur heeft vrijgesteld omdat ze de allerstrengste is, en dat de Heer ons in plaats daarvan voor onze volledige zuivering de genade heeft verleend om zelfs na ons aardse leven voor de daarin begane kleine zonden en doodzonden onszelf volkomen te zuiveren om aan Zijn allerhoogste gerechtigheid te kunnen voldoen. Daarom moeten de regels van de orde van onze verheven stichteres hier allerstrengst in acht worden genomen. Anders zou het kunnen gebeuren dat zo'n ongehoorzaam kind als jij op de jongste dag voor de onverbiddelijke, allerstrengste en rechtvaardige Rechter het oordeel te horen krijgt: ga weg van Mij, vervloekte, want ik heb jou nooit als Mijn zuster erkend!
Hoofdstuk 62: Bezoek aan de karmelietessen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[7] Hebben jullie op aarde ooit gehoord dat er na de dood van het lichaam in de geestelijke wereld nog kloosters en clausuren bestaan? Voor zover ik weet hebben jullie alleen geloofd dat jullie na de lichamelijke dood ofwel tot aan het laatste oordeel in een zoete zielenslaap zouden overgaan of in het paradijs of misschien rechtstreeks in de hemel zouden komen. Maar als jullie dit ontegenzeggelijk geloofd hebben, hoe heeft dit klooster dan kunnen ontstaan?
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[18] De Heer trekt met Zijn onschuldige lammeren naar de eeuwige morgen! Het zal niet lang duren voordat onze lieve leerlinge van de Heer haar nog blinde zuster van haar clausuur bevrijd zal hebben. Toch zal deze niet zo snel naar de morgen, maar naar de middag of naar de tweede hemel worden gebracht.
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Kijk, de overste staat als versteend voor de groep zusters en weet niet wat ze nu moet doen, want voor zichzelf houdt ze deze scène nog steeds voor een uitzonderlijk werk van de duivel. De Heer zegt tegen haar: wat denk je nu bij jezelf? Was het bij jullie dan niet een geloofspunt dat de satan voor de naam van Jezus Christus op de vlucht moest slaan en dat voor deze naam iedere knie moet buigen, zowel in de hemel, als op aarde en onder de aarde? Wanneer de satan echter zo'n geweldige vrees koestert voor de naam van Jezus, zal hij hem dan zelf uitspreken of zich zelfs in Zijn gedaante veranderen? Zie, hoe groot jouw dwaasheid is! Jij bent voor een zuiver licht nog niet rijp en je zult ook nog niet rijp zijn, zolang je nog niet de laatste steen van dit klooster in jezelf vernietigd zult hebben.
Hoofdstuk 64: Verlossing van de arme gevangenen. Oordeel en jongste dag - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[15] Wie zich in een getuigschrift of in een ander document alleen als 'katholiek' opgeeft, hoeft het woord `christelijk' er niet bij te zetten, maar schrijft iemand alleen `christen', dan wordt hij voor een soort ketter aangezien en kan hij zich zelfs kleine onaangenaamheden op de hals halen. Niettemin laten we dit nu allemaal rusten, want het gevolg van zulke grote dwalingen staat jullie nu immers duidelijk voor ogen. Omdat jullie de ware hemel kennen, zal het jullie nu zeker niet zwaar vallen de grote afstand tussen hier en daar op het eerste gezicht te herkennen.
Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[4] Wanneer jullie zonder enige twijfel ook tot deze kerk behoren, kunnen jullie ook enkel en alleen hier de poort van de hemel vinden. Behoren jullie echter niet tot deze kerk, dan zullen jullie daaruit gemakkelijk kunnen opmaken welk lot jullie hier te wachten staat, want er staat eveneens in de Schrift: `Wie namelijk niet in deze kerk gelooft en in haar gedoopt wordt, zal verdoemd worden!'
Hoofdstuk 67: Heeft Petrus de roomse kerk gesticht? - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[19] Zijn onwetendheid gaat echter nog verder. Iedereen weet toch dat Hij zei: `Niemand is goed dan God alleen; jullie zullen niemand vader noemen, want slechts één in de hemel is jullie Vader. Daarom is ook niemand heilig dan God alleen.' - Maar nu is elke apostel heilig en de opvolger van Petrus is zelfs een `heilige vader'!
Hoofdstuk 68: Twistgesprek met een augustijn. Petrus en Paulus - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[1] De twee hemelse monniken (jullie moeten weten dat `hemel' hier zoveel wil zeggen als `zijnde in het paradijs') gaan voorop en de engelen met hun knuppels en sabels komen achter ons aan. Jullie vragen waar ze ons wel heen brengen. Kijk, daar tamelijk noordwaarts in een hoek van de lage tuinmuur is een vervuilde toren, voorzien van een zwarte deur. Daar gaan ze ons opbergen. Wat er verder gaat gebeuren zal jullie eigen ervaring leren. Beluister onderweg maar wat de twee monniken bespreken.
Hoofdstuk 71: In ogenschijnlijke gevangenschap bij de paradijselijke augustijnen. Hun twijfel over de juistheid van hun handelen - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[3] Petrus zegt: je bent een leugenaar; hoe kan Christus je van buitenaf gestuurd hebben, aangezien Hij toch alleen hier in de hemel woont en zit aan de rechterhand van de Vader? Als je door Hem gestuurd was, dan moest je hier vanuit de hemel zijn uitgezonden. Maar jij komt van buiten en hebt een onbekende stem. Dus ben je een leugenaar en een bedrieger en een heel grove zondaar tegen de Heilige Geest. Daarom, schiet op naar beneden de hel in, met al de anderen die bij je zijn!
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[11] Deze (geest)-monniken lopen nog wel barrevoets rond en dragen nog dezelfde kleding, maar wanneer jullie de innerlijke scholastiek willen zien, dan merk je dat zij zich alleen naar buiten toe nog precies zo gedragen als destijds de echte augustijnen. Als jullie aan de een of ander vragen waarom hij dat doet, dan zul je geen antwoord krijgen, en als jullie al een antwoord krijgen, zal dit als volgt luiden: wij doen dat als standvastige boetelingen omwille van de hemel, omdat het hemelrijk slechts met geweld kan worden ingenomen, want wie het niet met geweld inneemt, zal het niet verkrijgen. Hieruit kunnen jullie echter gemakkelijk opmaken wat de eigenlijke motivatie voor zo'n streng leven is. Ze doen alles omwille van de hemel; ook beminnen ze en vrezen ze de Heer, maar niet om Hemzelf, maar alleen vanwege de hemel en de hel. Zou de Heer hen de hel wegnemen en hun gedroomde werkeloze genot- en gaaphemel veranderen in een werkhemel, dan zouden ze al heel gauw een groot kruis slaan over hun strenge, boetvaardige leven.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[13] Daarom zullen we hier alleen gegadigden voor de hemel aantreffen, die de hemel door het strenge naleven van hun orderegels als dagloners willen verdienen. Dat het klooster ook hier als zodanig verschijnt is eveneens het gevolg van het materiële geloof in het laatste oordeel. Jullie zullen als gevolg van zo'n geloof ook allerlei afwijkingen in dit klooster aantreffen die voortvloeien uit de onbegrepen oud-scholastieke en mystieke opvatting, dat de ziel na de dood ofwel in de zogenaamde psychepanichia, dat is de algehele zielenslaap, of in een passief paradijselijk leven, soms ook wel in een kort op de dood volgende hemel zou voortleven. Hoe zich dit allemaal ontwikkelt, zullen we bij de volgende beschouwing te zien krijgen. En dus genoeg voor vandaag.
Hoofdstuk 65: Een monnikenklooster. Augustijnen en hun geloofsopvatting - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[5] Beste vrienden en broeders, dat is hier geenszins het geval, maar om het voor jullie begrijpelijk te maken, zal ik jullie aan de hand van een eenvoudig voorbeeld inzicht verschaffen. In een gezelschap bevindt zich een zogenaamde `wereldse wijsgeer' die door jullie een filosoof wordt genoemd. Deze man is niet erg spraakzaam of hij , spreekt helemaal niet. Waarom? Omdat hij ten eerste zijn parels niet voor de zwijnen wil werpen en ten tweede omdat hijzelf veel van zijn ideeën nogal gewaagd vindt en er daarom niet mee voor de dag durft te komen. Enerzijds om niets van zijn roem als geleerde lichtzinnig te verspelen, anderzijds echter ook uit vrees voor een of ander hem nog onbekend meeluisterend oor van gezaghebbende politieke instanties, waardoor hij zich gemakkelijk aan heel wat narigheid zou kunnen blootstellen. Opdat onze man noch door het een noch door het ander in moeilijkheden zal komen, sluit hij zich af, begeeft zich als het ware in zijn zielenslaap of in zijn geestelijke wijsheidsparadijs of in zijn stoïcijnse hemel, maar luistert in deze toestand heel zorgvuldig of zich in het gezelschap misschien een aan hem verwante ziel laat horen. Heeft hij zo iemand gevonden, dan wordt hij spoedig vertrouwelijk en begint het ene na het andere poortje van zijn klooster te openen. Vindt hij echter een of meer zielen die volledig in zijn ideeën zijn ingewijd en zich deze ook hebben eigengemaakt, dan worden ineens alle poorten van zijn klooster tegelijk opengedaan en onze man zal niet nalaten van het geestverwante en voor zijn ideeën warmgelopen gezelschap de hem toekomende bijval in ontvangst te nemen. Wij zijn liet hier weliswaar niet werkelijk met de ideeën en verkeerde grondbeginselen van dit klooster eens, maar desalniettemin worden we toch als gevolg van onze toenadering door de kloostergemeenschap wel als geestverwanten beschouwd.
Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[9] Jullie zien het goed, maar toch hebben jullie nog niet alles gezien. Kijk maar eens helemaal naar beneden, naar het onderste gedeelte van het tableau, raar zien jullie de aardbodem afgebeeld, waarop een heleboel armzalige land-heren hun handen smekend om help naar deze zaligen omhoog houden. Nog iets lager is zelfs het vagevuur te zien waarin talloze arme zielen de armen boven de lekkende vlammen uit omhoog strekken en de heiligen in de hemel om hulp smeken. Daar, aan de linkerkant van de afbeelding is vlak boven de aarde een tamelijk donker gehouden wolk geschilderd en vanaf de aarde is er een ladder tegenaan gezet. Aan het eind van deze ladder zien jullie een poort met twee deuren naar de vorm van de stenen tafelen van Mozes; achter de poort staan Petrus en de aartsengel Michaël en op de ladder zien jullie ook enkelen die bezig zijn naar boven te klimmen, maar ook enkelen die boven aan de ladder vanaf de wolk voorover naar beneden vallen. Op de achtergrond van deze donker gehouden wolk zien jullie ook nog enkele knielende zaligen; dat zijn de zogenaamde allerheiligen.
Hoofdstuk 66: uitleg over de Inrichting van het augustijnenklooster - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
[6] Ik zeg tot hem: voor wat zou je me dan houden als ik ondanks jouw hemelse Petrusmacht deze deur zou openbreken en me helemaal meester zou maken van jouw hemel?
Hoofdstuk 75: Tocht door de kloosterhemel - Jakob Lorber - De Geestelijke zon (deel 1)
...  134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159  ...