Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 146 van 1490

...  134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159  ...
[5] Wie hier echter deze weg gaat, weliswaar onder de nodige inspanningen en met ware wijze levensernst, bereikt al in weinig jaren in alle waarheid, duidelijkheid en met volle zekerheid het eeuwige leven, hetgeen hij elders door de slaperige instelling van de ziel pas na enige honderden, of zelfs na vele duizenden jaren pas kan bereiken, als het goed gaat. Maar als er ook maar iets fout gaat, kan een hier of elders geheel bedorven ziel ook aeonen na aeonen genieten van een zeer miserabel droomleven, waarin zij behalve zichzelf en haar zeer miserabele fantasiebeelden niets waars of reëels, of iets buiten zichzelf te zien krijgt. Ondanks dat doet zij toch bittere ervaringen op, die haar leren dat zij omringd is door louter vijanden waartegen zij zich niet kan verweren, omdat zij die net zo min kan zien als op deze wereld een stekeblinde kan zien waarvandaan de vijand komt of waar andere gevaren hem wachten!
Hoofdstuk 31: Mathaël over de weg naar het ware leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MATHAËL zegt: "Deze levensvoorwaarden laten zich ongetwijfeld minder prettig aanhoren dan de mooie verhalen over een lenteleven fantasie, waarin het leven rondfladdert als vogels in de lucht of als vlinders en gouden eendagsvliegen, die van bloem naar bloem dwarrelen en uit hun kelken de zoete dauw opzuigen. Daarom kan men zo'n wellustig leven alleen maar een vergankelijk dagleven noemen, dat zich ten eerste nauwelijks van zichzelf bewust is en daarom ten tweede eigenlijk ook helemaal geen leven is. Wat voor nut zou uiteindelijk zo'n vlinderbestaan voor de mens hebben? Denk eens aan de duur van dit leven! Zeventig, tachtig, negentig jaar is reeds een hoge ouderdom, dan wordt het lichaam al zwak en hulpbehoevend; slechts één wat kwade windvlaag en het is ten einde!
Hoofdstuk 32: De eenheid van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Maar zoveel als wij doorgemaakt hebben om datgene te bezitten wat wij nu bezitten, zul jij niet doormaken en toch zul je bezitten wat wij bezitten, want de zielen van deze aarde hebben, omdat zij reeds op eigen grond zijn, het in alles veel gemakkelijker dan diegenen die van een volmaaktere wereld hierheen zijn gebracht.
Hoofdstuk 32: De eenheid van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Het is echter nu eenmaal voor alle eeuwigheden door Gods oerleven besloten dat juist deze nietige aarde het toneel van Zijn mededogen zal worden en dat in zekere zin nu reeds dadelijk de gehele oneindigheid in de nieuwe orde zal binnengaan en zich daarin zal moeten voegen, als zij gemeenschappelijk deel zal willen nemen aan de eindeloze zaligheid van het ene leven van God. Daarom moet men ook gehoorzamen, koste wat kost!
Hoofdstuk 32: De eenheid van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Maar, zoals ons nu steeds duidelijker wordt, heeft de grote levensheiland ons lijden nog vóór de vastgestelde tijd beëindigd en nu pas beginnen wij ons daar meer en meer over te verblijden en wij zien nu in dat de grote geest van God thans werkelijk deze aarde tot toneel van Zijn erbarmen wil maken en ook zal maken. Maar helaas ook tot een toneel van de grootste vervolgingen, van hoogmoed, van pronkzucht en de grootst mogelijke vijandigheid tegen al datgene, wat geestelijk zuiver en het enige goede en ware is!"
Hoofdstuk 32: De eenheid van het eeuwige leven. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] "O vriend, het zal op deze aarde nog zo erg worden en er zal zoveel kwaad rondwaren dat zelfs de satan, in welke gestalte dan ook, de menselijke maatschappij niet meer zal durven bezoeken. Maar er zullen steeds weer mensen zijn die als blinden meer zien en als doven meer zullen horen dan wij nu met wijd open ogen en oren.
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Er zal eens een tijd komen dat de mensen de levenskracht van de dampen van het water in graden zullen meten en z.ij zullen deze beteugelen, zoals de Arabieren hun paarden beteugelen en zij zullen deze kracht voor alle ongelooflijk zware werkzaamheden gebruiken. Ook voor de zwaarste wagen zullen zij de in het water verborgen levenskracht spannen en daarmee met de snelheid van een afgeschoten pijl wegrijden.
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] Zie, ik zou je dat eigenlijk niet gezegd hebben, maar ik voelde daartoe een drang in het hart van mijn ziel, of liever gezegd, van mijn innerlijke ik. En deze drang is daarvandaan afkomstig, vanwaar voor ons vijven de genezing is gekomen! -Begrijp je mij nu al beter?
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Dat is weliswaar een slechte vergoeding voor het grote, dat Jullie voor mij en mijn huis zullen doen, maar wie kan er wat aan doen dat men op deze wereld aan de gever van de hoogste en eeuwigdurende levensgave voorlopig niets beters kan aanbieden?! Gaan jullie daarmee akkoord?"
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] Alle VIJF zeggen daarop: " Amen, Hem alleen behoort alle eer, alle lof en alle liefde, niet slechts van deze aarde maar van de gehele oneindigheid! Want Hij alleen is het, die nu de gehele oneindigheid opnieuw vormt! Eindeloos groot en heilig is Zijn naam!"
Hoofdstuk 33: De voorspelling van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] Dan zegt MATHAËL weer: "Hij is bij ons. Maar er zijn er twee die erg veel op elkaar lijken, zodat het uiterlijk erg moeilijk is om vast te stellen, wie van hen de ware is. Ik geloof dat het degene is, die nu meermalen met Cyrenius heeft gesproken. Maar het kan ook de andere zijn, want beide gezichten stralen in zekere zin een hoge graad van wijsheid uit! Deze hebben wij al gehoord en zijn woord was machtig, verstandig, ernstig en wijs, maar een wijs mens zou óók zo kunnen spreken. De ander heeft echter nog niets gezegd, misschien omdat hij niet voortijdig herkend wil worden. Wie van ons durft het woord te richten tot de nog steeds zwijgende?"
Hoofdstuk 34: Uiterlijke overeenkomst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Deze zwijgende was Jacobus de oudere, die, zoals bekend, uiterlijk veel op Mij leek en ook net zulke kleding droeg als Ik gewoonlijk droeg.
Hoofdstuk 34: Uiterlijke overeenkomst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] CYRENIUS zegt: "Ik heb nog geen bepaalde aanwijzing van Hem gekregen om Hem nader te beschrijven. Voorlopig is dat niet het belangrijkste, want Hij ziet vóór alles alleen maar het hart van de mens aan. Jullie harten zijn nu duidelijk in de beste orde van de wereld en voorlopig hoeft daar niets aan toegevoegd te worden. Als het echter Zijn wil is en belangrijk is voor jullie heil, zal Hij Zich wel nader aan jullie bekend maken. Ik denk echter dat, als jullie ons gedurende deze dag van dichterbij zullen gadeslaan, het aan de scherpe blik van jullie buitengewone wijsheid toch wel niet zal ontgaan wie van ons de waarachtige en alleen machtige is. "
Hoofdstuk 34: Uiterlijke overeenkomst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[7] MATHAËL zegt: " Ja, ja, je hebt helemaal gelijk! Wel bezitten we nog de innerlijke, heldere toestand die wij meteen na ons ontwaken hadden, maar toen zag alles er verschrikkelijk en heel vreemd en onheilspellend uit. Nu alles er echter langzaam maar zeker vriendelijker is uit gaan zien en deze hele omgeving veel lichter en vriendelijker is geworden, zijn wij ook vriendelijker, helderder en in zekere zin opgewekter geworden, hoewel wij daardoor onze innerlijke, ware zienswijze niet kunnen wijzigen.
Hoofdstuk 34: Uiterlijke overeenkomst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] De waarheid, vriend, blijft eeuwig waarheid! Maar deze wereld is van vandaag op morgen zeer veranderlijk en haar kinderen ook. Men kan zich op niemand helemaal verlaten, want vandaag is iemand nog je vriend of morgen is hij het niet meer, of een kwade tong heeft je bij hem verdacht gemaakt waarop hij al opgehouden is je vriend te zijn en heimelijk reeds een slecht oordeel over je heeft geveld!
Hoofdstuk 34: Uiterlijke overeenkomst. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159  ...