Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

15542 resultaten - Pagina 146 van 1037

...  134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159  ...
[1] ZINKA zegt: " Als ik geheel vrijuit en eerlijk mag spreken, zonder dat daar kwade gevolgen uit voortvloeien, zou ik u, omdat ik zelf de hand heb uitgestoken naar de onschuldigste van alle onschuldige mensen, wel de werkelijke reden kunnen vertellen. Maar als hier ook maar enigszins te dor stro in het dak zou steken, dan is het mij veelliever te zwijgen over een geschiedenis waaraan ik niet zonder de grootste hartepijn, maar ook niet zonder de bitterste en bijtendste woede, terug kan denken!"
Hoofdstuk 12: De gevangenneming van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] ZINKA zegt: "Nu goed dan, luister naar mij! Ik zei u reeds dat ik nu helemaal aan geen God meer geloof, want alles wat in de tempel over Hem geleerd wordt zijn leugens, de zwartste en schandelijkste leugens! Want zo'n God kan eeuwig nergens bestaan! Onze ongelukkige vriend Johannes leerde het volk werkelijk een ware God kennen, en zijn leer was nodig en deed ieder mens, die niet tot de tempel behoorde en geen Farizeeër was, heel veel goeds. Maar voor de tempel was zijn leer over de ware God een des te grotere verschrikking. Als verstandig man zult u nu zo zachtjesaan wel beginnen te snappen uit welke hoek de stormwind begon te waaien.
Hoofdstuk 12: De gevangenneming van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Dit bracht tenslotte Herodes ertoe met ons naar Johannes te reizen in de zeer woeste omgeving aan de Jordaan, om zichzelf ervan te overtuigen of Johannes' activiteiten werkelijk zo gevaarlijk waren! Maar bij Johannes aangekomen, vond hij zelfs bij het meest kritische onderzoek niet het minste spoor van al datgene wat de tempel hem had voorgelogen. Daardoor werd hij uiteindelijk zelf erg woedend en boos over de onuitsprekelijke verdorvenheid van de tempel en zijn bewoners.
Hoofdstuk 12: De gevangenneming van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Toen dat Herodes ter ore kwam, had hij medelijden met de eerlijke, onschuldige ziener. Hij riep ons bij zich en vertelde wat hij had gehoord en zei tenslotte: 'Luister, deze man moet ik redden! Ga er voor de schijn met wapens en touwen naar toe, bind hem losjes, vertel hem mijn geheime plan en dan zal hij jullie volgen! Hier zal ik in een goede gevangenis secuur op hem laten passen, terwijl hij met al zijn leerlingen vrij kan omgaan!'
Hoofdstuk 12: De gevangenneming van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[11] Dat alles wisten de zwarte ridders, en zij zonden een sluwe mooiprater naar Herodes met het voorstel dat Herodes, vanwege de bekende onvruchtbaarheid van zijn vrouw, zich tegen een klein offer aan God zonder meer een bijwijf aan mocht schaffen en er volkomen verzekerd van kon zijn dat de tempel daar geen bezwaar tegen zou maken.
Hoofdstuk 12: De gevangenneming van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[14] Maar de oude heks dacht daarbij beslist wat ik, die.Herodias naar huis moest begeleiden, duidelijk in haar ogen kon lezen: 'Kijk, daar steekt iets achter! Als Herodes zich de eerste keer niet door de grote bekoring van mijn dochter heeft laten vangen, dan zal dat de tweede maal ook niet gebeuren. Omdat de oude dan echter het recht zou verliezen om ten aanzien van de een schadevergoeding van Herodes te eisen, gaf zij de dochter een fraaie les hoe zij het een volgende keer aan moest leggen om Herodes tot geslachtsgemeenschap over te halen.
Hoofdstuk 12: De gevangenneming van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[15] Ik verliet weldra uit ergernis het huis van de heks, kwam bij Herodes terug en vertelde hem alles wat ik had opgemerkt. U kunt zich wel voorstellen dat Herodes daarover bepaald niet gesticht was. In verband daarmee ging hij naar Johannes en legde hem de hele zaak voor.
Hoofdstuk 12: De gevangenneming van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Ik antwoordde hem koelbloedig: ' Als hij niet uit zichzelf komen wil, zullen wij voor niets gaan! Want voor wij hem kunnen doden, leven wij allang niet meer. Daar hij de geheimste gedachten van de mensen kent en ook hun bedoelingen, zal hij ons al doden als wij hem nog maar nauwelijks zien! Onder deze omstandigheden zie ik echt geen reden om hem op te gaan zoeken! ' Toen zei hij: 'Ik wil het en mijn wil is goed. Als de profeet goed is, zal hij mijn goede wil ook als goed onderkennen en naar mij toekomen! Dat ik met hem niet datgene zal doen wat ik in mijn verblinding met Johannes heb gedaan, bewijzen mijn tranen om de goede Johannes. Ga en voer mijn wil uit!'
Hoofdstuk 14: De opdracht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Toen pas gingen wij en zodoende zijn wij nu hier, -tot op heden nog geheel onverrichter zake, hoewel wij nu al ongeveer negen weken alleen voor dit doel door Galiléa rondtrekken. Ik heb gedurende die tijd al ettelijke malen boden naar Herodes gezonden en hem het nutteloze van onze inspanningen duidelijk uiteengezet, maar dat helpt allemaal niets! Hij weet waarschijnlijk uit andere bronnen dat óf de opgestane Johannes, of de grote profeet zich in Galiléa ophoudt en grote tekenen doet. Wij moeten daarom alles op alles zetten om hem te pakken te krijgen. Iedere laksheid van onze kant zou hij zeer streng weten te straffen!
Hoofdstuk 14: De opdracht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[6] Zorg voor ons en bevrijd ons van de dwaas die in zijn woede niet te vertrouwen is, en wij zullen u daarvoor dankbaar zijn, daar kunt u van verzekerd zijn! Wat ik u nu heb verteld, is de volle waarheid; u weet nu precies wat er aan de hand is. Handel nu naar recht en rechtmatigheid! Als u, Romeinen, eenmaal geheel onze meesters bent, hebben wij met Herodes niets meer te maken! Wij zullen daarbij bereid zijn u nog duizendmaal trouwer te dienen dan de oude dwaas en tiran! Want u heeft toch nog iets menselijks, terwijl Herodes een onmens is als hij in woede ontbrandt!"
Hoofdstuk 14: De opdracht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[12] Herodes liet zich dat natuurlijk geen tweemaal zeggen, gaf de brenger van deze akte ettelijke ponden goud en de zaak was beklonken. Hij zond meteen een bode naar Herodias, die natuurlijk weinig bezwaren had om aan het verlangen van de viervorst Herodes tegemoet te komen, vooral omdat zij ook nog door haar moeder daartoe werd overgehaald en aangezet; want de oude Herodias was een vrouw die als voor de duivel geschapen was. Er was niets goeds aan haar, -maar daarvoor des te meer aartsgemeens. De oude bracht de eerste maal zelf haar dochter, overdadig getooid, naar Herodes en beval haar aan in zijn genade. Herodes liefkoosde Herodias weliswaar heel teder, ma~ zondigde nog niet met haar. Hij bedacht haar rijkelijk met geschenken en zij mocht vrij bij hem in en uit lopen.
Hoofdstuk 12: De gevangenneming van Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Bij dat alles krabde Herodes zich achter zijn oren en zei tegen mij: 'Ik zie al verscheidene dagen wat er aan de hand is, maar wat kunnen we daar aan doen? Het zou misschien nog maar het beste zijn om de vrije toegang tot Johannes wat meer te beperken, alleen zijn bekendste leerlingen bij hem toe te laten en iedere vreemde de deur te wijzen. Want het is erg eenvoudig voor een door de vrouwen gehuurde sluipmoordenaar om onze Johannes een dolk in het hart te stoten, en dan zou het kwaad uit de tempel zijn doel bereikt hebben. Want geloof mij: ook de vrouwen zijn door de tempel bewerkt! Ik zal echter om Johannes te redden, de vrouwen en met name Herodias weer vrije toegang geven. Ga jij daarom naar Herodias en zeg haar dat zij mij van nu af aan kan en mag bezoeken!'
Hoofdstuk 13: De moordaanslag op Johannes de doper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] (Zinka:) "Het is bekend hoe zij die dag ten aanschouwe van mij en duizenden heeft gevierd. Het zal u allen echter niet bekend zijn, dat bij de leerlingen van Johannes het gerucht gaat dat Johannes weer is opgestaan, naar Galiléa is getrokken en op de plaats waar hij oorspronkelijk zijn taak is begonnen, nu weer actief is. Dat gerucht bereikte ook Herodes en zijn Herodias, die sinds de dood van Johannes ziek is geworden evenals de oude draak van een moeder. Herodes en Herodias zijn hierdoor vervuld van grote vrees en angst, en daarom zond Herodes mij als een betrouwbaar vriend van de vermoorde er op.uit.om hem weer bij Herodes te brengen, opdat hij de grote onrechtvaardigheid die hij hem had aangedaan, zou kunnen goedmaken. Ook Herodias betreurt nu het uur waarop zij toegaf aan haar slechte moeder, en zou de gekrenkte Johannes eveneens weer genoegdoening willen geven!
Hoofdstuk 14: De opdracht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] ZINKA zegt: "O, zonder meer! Die volmacht kreeg hij reeds in het voorjaar. Dat weet ik zo precies omdat ik het verzoek daarvoor zelf heb geschreven. In het verzoek stond namelijk, of de keizer als enig heer en heerser, met voorbijgaan van alle ondergeschikte instanties, hem AD PERSONAM * (*persoonlijk) voor zijn noodzakelijke bescherming een volmacht zou willen geven zoals onder de noot in het verzoekschrift was omschreven. Maar nu komt eigenlijk de hoofdzaak, waarachter naar wat ik er zo van denk -de grote schurkenstreek schuil gaat!
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Dat Herodes zo'n verzoek aan Rome heeft gericht, daar sta ik als geloofwaardige getuige voor in, omdat ik zoals gezegd het verzoek zelf heb opgesteld en geschreven. Dit buitengewone verzoek ging echter -zoals wel te begrijpen is -niet zonder een zwaarwegende begeleiding van veel goud en zilver naar Rome. De brengers waren vijf van de belangrijkste Farizeeën die voor heel persoonlijke aangelegenheden destijds een reis naar Rome maakten: Enige dagen voor hun vertrek kwamen zij bij Herodes en vroegen hem of hij uit Rome nog iets nodig had. .
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
...  134 - 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159  ...