Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1452 van 1490

...  1440 - 1441 - 1442 - 1443 - 1444 - 1445 - 1446 - 1447 - 1448 - 1449 - 1450 - 1451 - 1452 - 1453 - 1454 - 1455 - 1456 - 1457 - 1458 - 1459 - 1460 - 1461 - 1462 - 1463 - 1464 - 1465  ...
[3] Waar zich ook maar materie heeft gevormd, moet ook noodzakelijkerwijs het geestelijke aanwezig zijn. Want als de materie een erbarmen is, kan ze als een middel tot verlossing niet voor zichzelf bestaan, maar wel voor een hogere potentie, waar deze erbarming op gericht is. Waar houdt deze hogere potentie zich op? Het is duidelijk dat een armenhuis en de armen zelf steeds samenzijn. Netzo zal het ook met de materie en met de geestelijke potenties zijn dat ze elkaar beetgrijpen en dat de één de inhoud is van de ander. En hoe prachtiger en uitstekender materie je ergens aantreft, voor des te hogere geestelijke potenties is die ook geschapen.
Hoofdstuk 31: Wezen en oorzaak van het gletscher licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] We hebben al vanwege de natuurlijke uitwerking van deze berg zijn betekenis erkend. Kijk, de krachten die hier werken zijn geestelijke potenties!
Hoofdstuk 31: Wezen en oorzaak van het gletscher licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Nu is er nog de vraag: zij n de natuurlijke nuttige uitwerkingen van deze berg het hoofddoel van de hem omgevende en van de in hem wonende geestelijke potenties? Of zijn ze maar een nevendoel, waardoor deze voor een ander doel rijp moet worden ? Deze vraag kan door een kort voorbeeld toegelicht worden. Wat is eigenlijk bij het uitzaaien van zaad het doel? Door het vergaan van de zaadkorrels in de aarde wordt deze weliswaar vruchtbaarder gemaakt, maar dat is toch zeker niet het hoofddoel van deze handeling. Je zultzeggen: we zaaien het koren slechts daarom, opdat daaruit een nieuwe zaadhalm ontstaat die ons veelvoudig weer teruggeeft, wat wij van te voren in de aarde hebben gelegd.
Hoofdstuk 31: Wezen en oorzaak van het gletscher licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] De nuttige werking van deze berg verhoudt zich net zo tot het hogere doel van zijn bestaan, als het vruchtbaar maken van het aard rijk door het vergaan van de zaden in de aarde -zich verhoudt tot de veelvoudig levende vrucht. Daaruit kun je al een beetje opmaken hoe hoog het geestelijke boven het natuurlijke nut van deze berg staat.
Hoofdstuk 31: Wezen en oorzaak van het gletscher licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Mijn oneindige liefde schept de vormen, en de kracht van de liefde die wil heet, laat ze tevoorschijn komen. De wil houdt een deel van deze vormen vast, omdat de liefde dat verlangt; een ander deel geeft hij echter op verlangen van de liefde de steeds levender wordende vrijheid. En zo vormt de materie naar Mijn liefdevolle wil de vaste grond, de basis voor al het geestelijke. Zij is dus in het bijzonder dat, wat Mijn 'erbarming' wordt genoemd. Het geestelijke zelf komt overeen met de levende vrijheid van Mijn eigen liefde. Het is dat wat de 'genade' of het eigenlijke zelfbewustzijn van elk vrij wezen wordt genoemd, en komt voort uit het vrije leven van Mijn liefde en is geestelijk volkomen haar evenbeeld.
Hoofdstuk 31: Wezen en oorzaak van het gletscher licht - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Waarom zijn de bergen niet allemaal even hoog en lopen ze niet als de meridianen van pool tot pool? De eerste reden ligt in de hiervoor beschreven nuttige werking van de bergen. Een tweede reden is echter de volgende: zouden alle bergen even hoog zijn en rechtlijnig van pool tot pool lopen, dan zou daardoor tussen die bergen een voortdurende toestand van stilstaande lucht optreden. Dan zou al gauw in de onderste luchtlagen bederf optreden, zoals in de catacomben. Hoe zou het bij zo'n regeling met het natuurlijke leven gesteld zijn? Daarom zijn de bergen onregelmatig over het aardoppervlak verdeeld. Deze verdeling is zo wijs geordend, dat lucht daardoor voortdurend speelruimte heeft en zich kris kras over de aarde kan verplaatsen. Daardoor moet ze zich vermengen en ontstaat wrijving, waardoor dan de elektriciteit over de hele aardbodem als het natuurlijke levensfluïdum in voldoende mate steeds nieuw wordt opgewekt.
Hoofdstuk 30: Bergen als regelaars van de luchtstromingen - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Als je in deze streek dagenlang naar het spelen van de nevelen zou kijken, zou het niet in je opkomen, dat tussen deze luchtige potenties ooit een ernstige strijd zou kunnen ontstaan. Wie echter tijd zou hebben om af te wachten totdat het tussen deze lichte potenties werkelijk tot een strijd zou komen, die kan er zeker van zijn dat hem tijdens die strijd het horen en zien zou vergaan van louter angst.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Wat is gewoonlijk de aanleiding tot zo'n strijd? Kijk, de boze geesten koesteren steeds de wraakgedachte dat ze deze bergtroon een keer zouden kunnen bemachtigen, om dan van hieruit naar alle kanten onheil te kunnen uitstrooien. Dat is de reden waarom ze in hun diepe schuilplaatsen samenscholen en kleine uitstapjes maken om te zien hoe het met de bezetting van de troon staat. Merken ze dat het er tamelijk leeg is, dan verbreidt zich dat bericht met de snelheid van een gedachte. En waar zich ook maar een bergtop met kloven bevindt, zullen dadelijk grote massa's donkergrijze wolken daaruit opstijgen.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Om bij het verslag over deze berg niet te uitvoerig te worden, willen we nog slechts twee punten nader beschouwen en dan snel tot het religieuze deel overgaan, dat verreweg het belangrijkste is.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Het zal jullie weldra duidelijk worden, waarom onze berg een groot armenhuis zou kunnen worden genoemd. Gewoonlijk houden zich nog zeer aards gezinde zielen en geesten in de regio van de vroeger tijdens hun aardse leven door hen bewoonde planeet op. Deze geesten zijn vaak vol ergernis, boosheid en wrok, omdat ze hun tijdelijk goede leven hebben moeten verlaten en ze willen zich daarom wreken. Hoewel ze de aarde niet kunnen zien, -geen van deze geesten kan iets zien van wat buiten hem is, maar alleen wat in hem is –toch weten ze langs de weg van het innerlijk overeenkomstige heel precies waar of in welke streek van de aarde ze zich bevinden. Omdat ze als geesten met de natuurlijke potenties in verbinding staan, verenigen ze zich daarmee om de aarde schade toe te brengen. Omdat ze in hun geestelijke toestand weten dat zo'n bergreus voor veellanderijen nuttig werk doet, houden ze zich heel graag in zijn nabijheid op.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Let eens op hoe uit de kloven van de rotsmassa's die zich rondom hem opstapelen, niet zelden plotseling donkergrijze wolken opstijgen. Als deze boven de kruin van de hoogste bergtoppen zijn opgestegen en onze Grossglockner zien, trekken ze zich meestal dadelijk weer terug en zijn vaak niettegenstaande nog zulke hevige winden niet uit hun schuilplaatsen te krijgen. Dit verschijnsel is een zeker teken van de aanwezigheid van zulke kwaadwillige geesten en wel in verbinding met de natuurgeestelijke potenties. Kijk je nu verder omhoog naar de witte vlakten van de gletscher, dan zul je daar eveneens bijna voortdurend wolken en nevelen ontdekken die nagenoeg verblindend wit zijn. Dat zijn ook geesten, maar dan goedaardige. De hoogst zwevende van hen zijn beschermende engelgeesten, terwijl de meer in de diepte van de gletscher zwevende nevelen, die gewoonlijk rechtlijnige wolken vormen, nog niet geheel rijp zijn voor de hoogten. Pas door trouwe waakzaamheid en veel strijd tegen de boze geesten moeten ze rijp gemaakt worden en geschikt om op de hoogten te werken.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] Een andere soort van deze geesten verbergt zich door hun Opnieuw ontwaakte boosheid 's nachts als een aanvankelijk zichtbare vorm van grijze nevels in de ravijnen en kloven van de bergen, om bij de volgende aanval weer daadkrachtig mee te werken.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Een derde soort legt werkelijk de weg naar zee af. Als ze daar echter zijn aangekomen, scholen ze samen al naar gelang van de graad van hun boosaardigheid en ze begeven zich dan in zee. De zeelieden kunnen van de vernielende kracht van de zeestormen vertellen. Willen deze kwaadaardige geesten hun boosheid uitoefenen, dan sturen ze één of twee heel losjes gevormde wolken ter verkenning over de zeeoppervlakte omhoog -zulke wolkjes kent de zeeman heel goed -om vast te stellen of er ergens nog vredesgeesten te zien zijn. Zien ze er nog een paar, dan verdwijnen deze wolkjes weerplotseling. Gebeurt dit, dan is maar heel zelden een belangrijke storm te verwachten
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Zo eindigt het oproer van deze geesten: de bozen worden naar een veilige plaats gebracht, de goeden worden echter opgenomen om veel nuttig werk te doen. Waaruit bestaat dat?
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Worden deze geesten door een ongelovige smadelijk behandeld en daardoor geprikkeld, dan zijn ze gauw bereid zich op zulke mensen te wreken. Wee degene die dan in hun handen komt! Maar een zachtmoedig mens heeft daarentegen niets van hen te vrezen. Integendeel, als een gelovig en goedmoedig mens in de onderaardse holen en gangen van de berg is verdwaald, wijzen ze hem bijna altijd een veilige weg naar buiten. Dit kun je oude mijnwerkers uit de meest verschillende streken horen vertellen.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
...  1440 - 1441 - 1442 - 1443 - 1444 - 1445 - 1446 - 1447 - 1448 - 1449 - 1450 - 1451 - 1452 - 1453 - 1454 - 1455 - 1456 - 1457 - 1458 - 1459 - 1460 - 1461 - 1462 - 1463 - 1464 - 1465  ...