Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1453 van 1490

...  1441 - 1442 - 1443 - 1444 - 1445 - 1446 - 1447 - 1448 - 1449 - 1450 - 1451 - 1452 - 1453 - 1454 - 1455 - 1456 - 1457 - 1458 - 1459 - 1460 - 1461 - 1462 - 1463 - 1464 - 1465 - 1466  ...
[5] Was even daarvoor de hemel helder, dan is ze niet zelden in enkele minuten tijds gehuld in dichte, dikwijls geheel zwarte wolkenmassa's, die schijnbaar zonder doel heen en weer trekken, opdat daardoor de wachters van de troon op een dwaalspoor worden gebracht. Bij zo'n gelegenheid is dan de Grossglockner gewoonlijk in korte tijd weer wolken -en nevelvrij. Want zodra de wachters zo 'n plan van de boze geesten bemerken, trekken ze zich samen en verbergen zich in de binnenste grote kristallen tempels van deze berg. Als nu de hoofdaanvoerders van de boze bende zien dat de troon niet bezet is, bevelen ze hun troepen dadelijk zich zo hoog mogelijk te verheffen en boven over de troon te vallen om alles in de binnenste vertrekken gevangen te nemen en te verdrukken.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[6] Op dit commando start nu het grauwe gespuis met een ongelooflijke snelheid over onze Grossglockner heen. Bij zo'n gelegenheid wordt het dan in zijn buurt zelfs midden op de dag volkomen donker. Daarbij komt nog dat het heel stil wordt, omdat de boze geesten nu van mening zijn dat ze eindelijk hebben gewonnen. Zo'n rustige scène duurt echter op zijn hoogst zevenenzeventig minuten. Na deze tijd zal men opmerken, dat dichte witte wolken uit de ijsspleten beginnen op te trekken. Deze breiden zich in korte tijd onder de zwarte wolken uit en beginnen dan ongemerkt op te stijgen. Daardoor dragen ze het zwarte gespuis op hun rug steeds verder omhoog. Als deze echter hun gedwongen omhoogstijgen bemerken, maken ze al gauw op verschillende plaatsen openingen en laten de witte wolken passeren. Dat bemerken de geesten van de witte wolken wel; zijn deze dan boven de zwarte gekomen, dan breiden ze zich daarboven als een net heel snel uit, vaak wel vele mijlen ver en ze nemen het gehele leger van donkere geesten gevangen. Als de boze aanvoerders het bericht ontvangen dat de witte geesten hen volledig hebben omsingeld, dan worden ze razend. Ze beginnen al hun troepen te concentreren om daarmee met geweld door de witte massa's heen te breken. Dit ogenblik is het eigenlijke begin van de strijd. Nu kun je eerst een vreselijk razen en tieren horen in deze zwarte wolkenmassa's. Dat ontstaat door het samendringen van die geesten in hun toenemende woede. Hoe meer echter deze boze geesten vergeefse pogingen doen de bovenste te vernietigen en door ze heen te breken, des te meer worden ze door hen verdrukt. In deze positie beginnen de onderste geesten zich in hun woede te ontsteken. Dat geeft weldra zo'n vurige toestand, dat de hevigste bliksemflitsen met een vreselijk verscheurend geknetter naar alle kanten, naar boven en naar beneden schieten om de naar beneden drukken de witte massa’s te verjagen; omhoog om hun hoofdleider te vernietigen en naar beneden om de hoge troon te vernietigen.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[8] Liggen op deze manier de zwarten overwonnen op de grond, dan laten de witte geesten nog een regen, die al uit vredesgeesten bestaat, over de overwonnenen naar beneden vallen. Zij zelf lossen zich op in een snijdend koude wind en binden daardoor de overwonnenen voor lange tijd aan het vroegere ijs van de troon. Daardoor komen de boze wezens weer tot rust en langzamerhand bezinnen deze zich gewoonlijk weer en komen mettertijd tot betere gedachten. Gebeurt dat, dan wordt de ijzige band weer tot stromend water en de verdeemoedigde geest wordt het weer mogelijk gemaakt van zij n vrijheid gebruik te maken. Verbetert hij zich, dan wordt hij weldra in de laagste rijen van vredesgeesten opgenomen. Verbetert hij zich echter niet en neemt hij weer deel aan een nieuwe aanval wat helaas meestal het geval is -dan wordt hij op dezelfde manier opnieuw gevangen genomen, maar elke keer langer in gevangenschap gehouden.
Hoofdstuk 32: Strijd van de geesten in de natuur - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[2] Als de natuurlijke geestelijke potenties weer tot vloeiend water worden, worden zulke vrijgekomen geesten als het ware door het water gebonden en moeten dan de reis tot in de zee meemaken. Waarom dat? Om dezelfde reden als wanneer op aarde iemand die schade heeft aangericht een zodanige straf ter verbetering wordt opgelegd, dat hij de schade kan herstellen en daarbij ook nog voor zijn boze opzet boete moet betalen. Daarom moeten ook zulke geesten elke veroorzaakte schade -evenals die, welke ze hebben willen toebrengen -weer geheel en al goedmaken en daarbij nog een aangepaste boete doen. Pas als deze geheel is nagekomen, kunnen ze tot de eerste trap van geestelijke voleinding opgenomen worden. Natuurlijk kunnen ze in de wereldzee moeilijk iets goedmaken. Maar daar niemand als geest goede werken kan doen als hij zelf niet goed is, bewijst dit verschijnsel dat de geesten zich in deze toestand volledig moeten verdeemoedigen, voor ze in staat zijn de boze daden weer goed te maken. En omdat de bodem der zee het laagst liggende deel van de aarde is, moeten zulke hoogmoedige geesten deze reis ter verdeemoediging maken om daardoor mettertijd als nieuw en wedergeborenen op te stijgen in de hogere sferen voor het verrichten van nuttig werk. Worden zulke geesten door die volbrachte reis ook werkelijk verbeterd? De resultaten zijn verschillend; enkele verbeteren zich onderweg al en mogen dan van deze vochtige weg terugkeren, als er niets kwaads meer in hen wordt gevonden. Zulk een uittreden kun je daaraan herkennen, dat er 's morgens uit de beken, rivieren en stromen witte nevelen opstijgen. Deze worden door de zon aangetrokken, treden in de hoge regionen weldra uit hun natuurlijke potentie en worden voor het oog zichtbaar.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[3] De tweede soort geesten is meestal aan de oppervlakte van de aarde bezig en van deze soort zijn er veel. Het ene deel moet voor bomen, struiken, planten, gras, mos en paddestoelen zorgen. Ze moeten de geesten die uit de planten nog niet vrij zijn geworden bij hun werk leiden, zodat elke plant zijn eigen vorm en werking behoudt. Het andere deel van deze geesten heeft de dierenwereld onder zich en moet daar hetzelfde doen, zodat elk dier overeenkomt met zijn voorgeschreven vorm en werkzaamheid.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] De derde soort wordt uiterst zelden gezien en ook niet de werking die van de geesten uitgaat, en nog minder worden zijzelf als wezen opgemerkt. Het werk van deze geesten bestaat uit het waken over de lucht en de ether. Door de ouden werden ze daarom 'luchtgeesten' genoemd.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[7] Als je naar de vaak merkwaardige vormen van de wolken kijkt, kun je ook weer zeker zijn, dat zulke vormen het werk van die geesten is. De wolk zelf bestaat niet uit deze geesten. Hun vorm hangt echter af van hoe de luchtgeesten de ene luchtlaag om de andere draaien en wenden, zodat de wolkengeesten –namelijk die van de onderste, kwade soort -alleen de vormen kunnen aannemen die hen door het draaien en wenden van de luchtlaag wordt toegestaan.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[5] Zien deze boosaardige verspieders geen tegenstanders, dan verheffen ze zich hoger en hoger en in de tijd van enkele ogenblikken is de hemel boven de zee in dichte stormwolken gehuld, waaruit weldra de hevigste windstoten de zee woelig maken en duizenden bliksemstralen worden dan afgevuurd op die geesten, die de weg ter verbetering ingeslagen hebben. Deze rebelse geesten komen overal slecht terecht en daarom loopt ook deze onderneming altijd slecht voor ze af. Want dan worden met de snelheid van de gedachte vanuit het leger van onze hoofdwachters te land vreedzame geesten uitgezonden. Deze werpen zich dan op de ziedende scharen, slingeren ze gewoonlijk als hagel of hevige regen in zee en bevrijden bij deze gelegenheid de deemoedige geesten uithun onvrijwillige gevangenschap. De bozen, die maar een ondergeschikte rol hebben gespeeld, worden dan snel naar de Noordpool bevorderd; de ergsten echter worden voor zeer lange tijd naar het harde ijs van de Zuidpool verbannen.
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] Onze natuuronderzoeker gaat het bij deze uiteenzetting niets beter af. Want hij ziet wel het water stromen, maar wat ervoor nodig is om het water te laten stromen en het de juiste graad van zwaarte te geven en daarbij te weten waaruit die zwaarte op zichzelf bestaat -kijk, dat is voor onze scherpzinnige natuuronderzoeker wel wat te onzichtbaar! Maar wie draagt het water hu bovenop de bergen, verzamelt het daar en brengt het naar beneden, waar het nuttig werk kan verrichten? Dat zou weer een andere vraag zijn! Men zal ook hier met de innerlijke druk en met de wetten van wederzijdse aantrekkingskracht tevoorschijn komen. Als Ik dan echter vraag: Wie oefent dan die druk en de wederzijdse aantrekkingskracht uit, dan zal het antwoord uitblijven. Daarom vertel Ik dat hier, opdat wat Ik over die geesten vertelde je niet teveel zal bevreemden: en geloof daarom maar dat er op de hele aarde niets gebeurt wat niet van allerlei soort geesten uitgaat, goede of boze!
Hoofdstuk 33: Weg ter verdeemoediging van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Wat de derde soort geesten betreft, die zijn ook weer in drie groepen te verdelen en wel in een onderste, een middelste en een bovenste. Tot de onderste behoren die geestelijke wezens, die binnenin de bergen wonen en daar waken over de metalen en de waterbronnen en ook over het gesteente en de aarde. Dit soort geesten is op zichzelf ook weer drieërlei en wel: de vuurgeesten, de aardgeesten en de watergeesten. Ze hebben noch een kwade noch een goede natuur, maar bevinden zich tussen goed en kwaad in. Daarom worden ze ook voor het volgende doel gebruikt: de vuurgeesten om de metalen uit te koken, de watergeesten om de vuurgeesten bij hun werk te temperen en de aarde en steengeesten om de vuur en watergeesten binnen de perken te houden. Wie zich van het bestaan van deze geesten wil overtuigen, zoekt maar het gezelschap van rechtschapen en onbevangen mijnwerkers op. Hij zal onder deze mensen zeker velen aantreffen, die in hun leven minstens één, twee of driemaal een zogenaamd bergmannetje hebben gezien. Deze geesten komen maar zelden naar de oppervlakte der aarde, want binnenin hun bergwereld vinden ze het veel heerlijker dan in de waardeloze wereld daarbuiten, zoals ze plegen te zeggen. De materie hindert hen bij het heen en weer lopen niet. Waar zo'n geest zich ook maar heen wil begeven gaat hij doorwater, vuur of steen veel gemakkelijker heen dan jij je door de lucht beweegt. Want waar jij materie ziet, daar ziet de geest alleen maar de overeenkomstige substantie (het geestelijke) daarvan; deze bestaat alleen maar voor hem; de eigenlijke grove materie bestaat voor hem zo goed als niet.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[4] Deze soort geesten zijn slechts zelden voor de mensen zichtbaar, want ze hebben veel te weinig tijd om zich zonder reden zichtbaar te maken. Toch vindt men in de bergen nog menige vrome herder, die zulke geesten meerdere malen gezien heeft. Deze herders weten ook te vertellen hoe zulke geesten hun koeien en schapen bij hevig onweer vaak tegen ongelukken behoed hebben. Al kan een weinig gelovige zulke geesten ook niet zien, toch wordt hij vaak door hen geprikkeld, vooral in uitgestrekte bergwouden of op vrije bergweiden, of wanneer hij langs grote kudden paarden, koeien of schapen loopt. Deze prikkeling bestaat uit een min of meer onrustig gevoel, waarop dan een lichte huivering volgt. Als iemand zoiets heeft ervaren, kan hij ervan verzekerd zijn, dat zulke geesten hem hebben benaderd. Met welke toestand ze in de eigenlijke geesteswereld overeenkomen, wordt in het religieuze deel besproken.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[9] Hier is dus alleen de werking te zien, de werkende geest zelf echter niet. Een nog hoger staande soort van deze geesten, die zich al in de ether bevinden, zien we in de zeldzame verschijning van een fata morgana.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[10] Als de bovenste ethergeesten de luchtoppervlakte geheel tot rust hebben gebracht, wordt deze oppervlakte voorspiegeling geschikt -en wel op dezelfde manier als een in rust zijnde wateroppervlak te. Wordt het luchtoppervlak echter door deiningen en golven uit elkaar gerukt, zoals de oppervlakte van een meer of zee, als die door winden of vloedgolven onrustig wordt, dan is een spiegeling natuurlijk onmogelijk.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[12] Dit is dus de derde soort geesten, die zich tesamen met de andere hogere vredesgeesten in rustige ogenblikken in de buurt van hoge gletschers ophouden en -als het nodig is -zich met de snelheid van de gedachte over alle streken van de aarde kunnen uitbreiden. Maar onder de derde soort moet je niet de vormen van de onderste wolkengeesten en ook niet de vredesgeesten zelf verstaan, maar alleen de voor een sterfelijk oog bijna nooit zichtbare ethergeesten, door wie deze rust van de luchtoppervlakte wordt veroorzaakt.
Hoofdstuk 34: De weg tot verbetering van de natuurgeesten - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
[1] Om dit religieuze deel beter te begrijpen zal het noodzakelijk zijn je met de vorm van zulke bergen wat vertrouwd te maken. Voor dit doel is het nuttig om zelf bergen te bestijgen of tenminste goede afbeeldingen nauwkeurig te bestuderen. Want daardoor wordt het gevoel opgewekt en de ziel gaat bij het zien van zulke bergen zich afvragen of en hoe daar wegen naar boven mogelijk zouden zijn. Dat men bij het bestijgen van de berg liefst de hoogste topwil bereiken getuigt van deze drang.
Hoofdstuk 35: Hoe de bestijging van een berg de geest opwekt - Jakob Lorber - Geheimen der natuur
...  1441 - 1442 - 1443 - 1444 - 1445 - 1446 - 1447 - 1448 - 1449 - 1450 - 1451 - 1452 - 1453 - 1454 - 1455 - 1456 - 1457 - 1458 - 1459 - 1460 - 1461 - 1462 - 1463 - 1464 - 1465 - 1466  ...