2758 resultaten - Pagina 147 van 184
... 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 ...
[8] Och Heer, wijze en liefdevolle Schepper, wij geschapen wezens vragen en gissen hier wel voor U, maar naar ik mij steeds duidelijker realiseer, in zekere zin tevergeefs! Want wat we ook willen, U doet toch wat U wilt en zoals Uw hoogste wijsheid het voor goed en juist houdt. Dat echter is eigenlijk het beste van de hele zaak, want zoudt U onze beoordelingen in de uiterlijke natuur-aangelegenheden laten meespelen, dan zou de hele schepping het volgende ogenblik al niet meer bestaan! Maar U, 0 Heer, bent overal het oorspronkelijke grondbeginsel en Uw hele heilige ordening is voor U een lichte gedachte, al is deze voor ons, schepselen, zwaar van inhoud. Daarom ben ik van mening dat het bijna overbodig moet zijn nog meer tegen U te zeggen.Hoofdstuk 94: Helena over het zevenkoppige monster, de strijd tussen de dieren, de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Maar hoe zijn ze te verbeteren? Dat is een vraag, die slechts U alleen en anders geen enkele geschapen engel ooit kan beantwoorden. Wij kunnen hier gissen totdat alle zonnen zijn opgebrand, maar de aarde met haar blinde mensen zou daar toch niet mee geholpen zijn. Maar als U volgens Uw geheime, machtige en liefdevolste wijsheid slechts één woordje uitspreekt, dan wordt de hele aarde gezond zoals eens de knecht van de Romeinse hoofdman, wiens heer voor hem bij U om genezing kwam vragen. O, mijn liefste, meest goede, allerbeminnenswaardigste Heer en God Jezus, wees toch zo barmhartig, en zuiver de arme aarde voor eeuwig van alles wat duivel heet en duivels is! Uw wil geschiede!'
Hoofdstuk 94: Helena over het zevenkoppige monster, de strijd tussen de dieren, de wolfsmensen en de koning - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[12] Helena zegt: 'O liefde, goedheid, wijsheid, o God, o Vader, o Jezus! Hoe zou men daar nog iets tegen in kunnen brengen! Want met de oneindige wijsheid, waarmee U nu het ontstaan van de mensheid en haar ontwikkeling tot het hoogste, vrije levensniveau overeenkomstig de zuiverste waarheid hebt aangetoond, is dat zeker nog nooit voor mensenogen en -oren gebeurd!
Hoofdstuk 95: Uitleg van de Heer over de ontwikkeling van zelfstandige wezens. Sleutel tot begrip van het leven op aarde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] O jij, oerdomme kerel van een Robert Blum! Op aarde was je een ezel en hier ben je een os! Dus in één persoon het complete vee, dat bij de geboorte van Christus aanwezig was. Nou, mooi zo! Werkelijk, jij zult het in jouw hemel nog ver brengen. Denk jij dan, koninklijke, Saksische boekenjood, dat ik niet elk woord heb gehoord van jullie beraadslagingen over de gehele oneindigheid Gods? Maar ere wie ere toekomt, of niet! De mooie Lerchenfeldse Aurora had het belangrijke voorrecht te mogen oordelen, en jullie wijze Gods-ossen en -ezels hebben het genoegen gehad te zonnebaden in haar wijsheid, net als de bladmijten in de heerlijke stralen uit de snuit van een glimworm! Ja, dat was werkelijk hemels mooi, verheven en de grote God waardig, of niet soms?
Hoofdstuk 97: Over zinnelijke lust en hoogmoed. Roberts opdracht betreffende de patheticus. De filosofie van de genotzuchtige, wereldse mens - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[3] Jouw gang is nu gemakkelijk, doordat je aan mij een goedgetrainde voorganger hebt. Voor mij was het veel moeilijker, want ik had niemand die mij in mijn donkere nacht een goed getuigenis over Jezus had kunnen geven. Ik moest enkel op Zijn woorden vertrouwen en uit de wijsheid ervan opmaken, dat Hij werkelijk de enige, waarachtige God is. Bovendien werd ik niet minder dan jij, ja zelfs nog hier in het rijk van de geesten, geplaagd door de begeerlijkheid van het vlees, maar omdat ik overtuigd was van de diepe waarheid van Christus' goddelijke woorden, heb ik met kracht mijn zinnen bedwongen en werd met hulp van de Heer daardoor vlug en gemakkelijk overwinnaar van mijn vleselijke zwakheden, die als herinnering aan de wereld der zinnen door mijn ziel naar hier werden meegenomen.
Hoofdstuk 99: Robert bemoedigt de patheticus. De angstige zondaar aarzelt. Patheticus Dismas vermant zich eindelijk en volgt de bode van God - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Wees mij dan ook, als een zwakke schaduw van U, genadig en barmhartig! Ik beken hardop dat ik voor U helaas een grove zondaar ben. Maar ik verwacht ook van Uw onbegrensde wijsheid, goedheid en macht, dat U, 0 Heer, Schepper en Alvader, de door mij begane zonden niet helemaal alleen aan mij als schuldenlast zult toeschrijven! Want als er ergens een hel is, zal die er zeker ook een behoorlijk aandeel in hebben!
Hoofdstuk 102: Dismas staat versteld. Hij wendt zich oprecht tot de Heer om genade en erbarmen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[7] Bovendien verricht Hij daden enkel door Zijn wil! Wat Hij wil, is er op hetzelfde moment en alles gebeurt volgens Zijn woorden. Onze raad heeft Hij niet nodig. En wanneer Hij zich door de mensen iets laat aanraden, doet Hij dat alleen maar om de mensen te tonen dat alle menselijke wijsheid voor Hem, de oneindig wijze, weinig nut heeft, en hoe goed het zou zijn om eeuwig slechts van Zijn wijsheid afhankelijk te zijn!
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[31] Stap dus maar weer rustig op, Dismas, want in jouw toestand, die tot nu toe volkomen eender is als de onze, bereik je bij ons niets. Breng ons liever wat te drinken en te eten, dan zullen we jou ook naar elders volgen; met je momentele wijsheid valt met de beste wil niets aan te vangen. Bedenk eens hoe dom je nu bent! Je beveelt anderen iets aan wat je zelf nog nooit hebt gehad! Je vader moet wel van varkensvlees hebben gehouden, dat hij in jouw persoon zo'n oerdomme zoon heeft gekregen!'
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[4] Robert zegt: 'Vriend, als je zo'n taal uitslaat, kan ik niet verder met je praten! De Heer tegen wie je van leer trekt, zal je wel antwoord geven! Wij geesten van Zijn genade hebben het recht om afgedwaalde zielen door de liefde en goddelijke wijsheid voor het ware, eeuwige leven te winnen en hen voor het aanschijn van de Heer te leiden, wiens zuiverste licht hen dan doorstraalt en hen waarachtig opwekt tot het eeuwige, vrije leven uit Hem en in Hem. Maar wanneer een of andere door ons zwakke re geesten gewonnen ziel een pure duivel is, hebben we geen recht meer ons verder met hem in te laten. Verwacht daarom van mij niets meer; de Heer zal je wel geven wat je verdient!'
Hoofdstuk 101: Dwaze trots van de verblinde Dismas. Scherp oordeel van zijn ware vrienden - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Wanneer jullie dit alles samenvatten en Jezus in dat licht nauwkeuriger in jullie harten beschouwen, dan ligt het toch voor de hand dat Hij niet alleen een heel wijze leraar is, zoals geen ander, maar ook datgene moet zijn, wat Hij over zichzelf aan ons heeft geopenbaard! Want men kan toch onmogelijk aannemen dat een overigens niet te evenaren wijze leraar naast zijn onbegrensde wijsheid ook nog de allerverwaandste portie domheid zou bezitten om zichzelf aan Zijn leerlingen voor te stellen als de God van eeuwigheid, en zich als zodanig te laten prijzen en van satan gehoorzaamheid, dienstvaardigheid en aanbidding te verlangen wat volgens mijn beoordeling zoveel wil zeggen als: de hele geschapen natuurwereld heeft zich aan Zijn almachtige Godswil in alles volledig te onderwerpen, wil ze niet door de macht en kracht van Zijn woord worden geoordeeld!
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Wanneer een wezen dat vervuld is van de hoogste, onbereikbare wijsheid, zoiets echter met alle Goddelijke ernst niet alleen van de mensen, maar zelfs van de stomme natuur verlangt, kan men er dan nog aan twijfelen of _zulk een wezen, ook al heeft het vergeleken bij ons mensen dezelfde gestalte, wel God zou zijn, of slechts een mens zoals wij? Ik denk dat het nu gesprokene, dat bij Jezus duidelijk zichtbaar wordt, wel iedere twijfel moet wegnemen en jullie van de zuiverste waarheid moet doordringen, namelijk dat alleen Hij het allerhoogste Godwezen is. Verheffen jullie je allen tot dit geloof! Ik zal jullie naar Hem toe leiden; Hij zal jullie dan zelf tonen dat Hij degene is, voor wiens naam alle machten der hemelen en werelden diep moeten buigen.
Hoofdstuk 104: Dismas en zijn vroegere vrienden. Allerlei soorten verweer van de geestelijk tragen. Hongerkuur voor stijfkoppige ongelovigen - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[8] Zeg me eens, ervaren beschermheilige inzake geboorte-aangelegenheden, hoe vaak moet een mensenziel dan eigenlijk geboren worden voordat ze eindelijk eens kan zeggen: nu ben ik goddank voorgoed uit het laatste moederlichaam in een blijvend daglicht gekropen? Ik geloof dat bij jouw voorstelling van de hemel geen enkele ziel het ooit zo ver zal brengen. Geen wonder dat een Nicodemus, toen Christus hem iets onthulde over de wedergeboorte van de geest, zich genoodzaakt zag om te vragen of hij dan weer in een moederlichaam zou moeten kruipen. Het lijkt me dat jullie hele hemelse wijsheid uit niets anders dan uit geboorte en dood en dan weer uit wedergeboorte en dus ook uit herhaald sterven is samengesteld! Zeg ons toch eens oprecht hoe vaak je je hemelse vroedvrouwenwerk nog voor ons zult verrichten, voordat we het werkelijke gezichtsvermogen terugkrijgen? Licht, licht, vriend de vroedvrouw! Dan zal alles zonder veel verloskundig werk beter gaan, want zonder licht is al het gezwets oudewijvenkoek! Begrijp je dat?'
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[13] Zeg eens, wie kan er dan zijn eigen wil uitbannen en daarvoor in de plaats een vreemde wil in zijn ziel stoppen? Het is merkwaardig dat jij, als een ziende, niet inziet dat ik de wil van een vreemde onmogelijk anders dan alleen door mijn hoogst eigen wil tot de mijne kan maken. Zou ik echter helemaal geen eigen wil hebben, dan zou ik toch wel eens willen weten met welke wil ik datgene zou kunnen willen, wat een ander, wie dan ook, mij zou opleggen om te willen. Ik heb je altijd al voor een beetje dom gehouden, maar dat je zo ontzettend dom zou zijn, had ik nooit kunnen dromen! Nee, geen wil hebben en daarbij dan toch vastberaden willen wat een ander wil! Dat is nog erger dan iemand een landgoed schenken, terwijl men zelf niet eens de eigenaar van een slakkenhuisje is! Vertel me toch alsjeblieft, heb je deze wijsheid misschien opgedaan bij de H.Ignatius van Loyola, of heb je ooit je hersens bedorven met slecht gebakken schapenvlees?
Hoofdstuk 112: Bruno onderricht zijn pupillen. Bedenkingen tegen weder geboorte en vrije wil. Bruno geeft hun opheldering - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[10] Robert zegt: 'Vriend, ik ben werkelijk stomverbaasd over jouw wijsheid. Jij was toch eerst een hardnekkige bestrijder van de leer over de goddelijkheid van Jezus Christus en het heeft ons veel moeite gekost, voordat jij je weg gevonden had. De zorgen die wij om jou hadden, waren niet gering, maar nu ben je ons allen een halve eeuwigheid vooruit. Jij hebt ons nu een grote waarheid onthuld; ik moet je openlijk bekennen, dat wij zonder jou misschien pas over duizend jaar achter die waarheid zouden zijn gekomen. Broeder, je hebt ons daarmee een zeer grote dienst bewezen!
Hoofdstuk 121: Meningen en raadgevingen van de vrienden. Dismas brengt de harten tot rust. Roberts dank. Over de zegen van de naastenliefde - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)
[9] Ik zeg: 'Je was anders toch een vriend van al wat mooi en tevens nuttig is. Jouw lijfspreuk luidde zelfs: 'Het mooie moet nuttig en het nuttige mooi zijn!' Kijk, dat is al in alle eeuwigheid ook het grondbeginsel van Mijn eigen handelen geweest. Vandaar dat al Mijn werken even mooi als nuttig zijn. De nuttigheid komt overeen met Mijn eeuwige liefde en goedheid en de schoonheid met Mijn wijsheid en waarheid. Zo kun je dan ook hier in het rijk der hemelen nooit het ene zonder het andere hebben. Hoe mooier zich hier iets voordoet, des te nuttiger is het ook!
Hoofdstuk 124: Roberts vreugde. De zorg van de Heer voor de monnik. Robert als heer des huizes krijgt Helena als helpster. Hemelse huwelijksvoltrekking - Jakob Lorber - Van de hel tot de hemel (deel 1)