15542 resultaten - Pagina 147 van 1037
... 135 - 136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 ...
[6] Voor Herodes kwamen zij als geroepen, want hij broedde er al vier weken op, hoe en door wie hij op de meest veilige en geheime wijze dat buitengewone verzoek naar Rome kon laten brengen. Deze gelegenheid kwam hem nog meer van pas omdat hij met deze vijf sluwe Farizeeën heel goed overweg kon en hen ook voor de eerlijkste in hun soort hield. Toen hij naar hun brengersloon informeerde, dat anders vanaf Jeruzalem meestal niet beneden de tweehonderd pond ligt, vroegen zij niets, want wat zij voor Herodes deden, die hun ook al vele en belangrijke vriendendiensten had bewezen, deden zij ook alleen maar uit pure vriendschap!Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] Daarmee was Herodes meer dan tevreden en hij gaf de vijf het verzoek inclusief de zware lading, voor het dragen waarvan dertig kamelen nodig waren. Op die wijze ging het buitengewone verzoek volgens zeggen naar Rome, maar in werkelijkheid heel ergens anders heen, wat wij niet kunnen weten!
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[8] Een reis van hier naar Rome duurt bij gunstige weersomstandigheden drie volle weken, in andere gevallen ook wel een maand. Men blijft een aantal dagen, vaak weken in Rome en het kost tijd voor iemand bij de keizer wordt toegelaten. De keizer behandelt zo'n verzoek in het gunstigste geval niet binnen een half jaar, omdat hij talloze regeringszaken te doen heeft die belangrijker zijn. Dan komt nog de terugreis, die net zoveel tijd kost als de heenreis! Veel ervaring heeft geleerd dat binnen driekwart jaar bij mijn weten nooit iets uit Rome is teruggekomen.
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] CYRENIUS zegt: "Vriend, dat is meer dan een veronderstelling, dat is de zuivere waarheid! Want gesteld dat de keizer de verlangde volmacht omgaand verstrekt zou hebben, dan zou deze toch onmogelijk binnen zes weken van Rome naar Jeruzalem kunnen komen omdat iedere verordening die Rome verlaat, al is de wind nog zo gunstig, tot Sidon al ongeveer veertig dagen nodig heeft. Rechtstreeks over zee, wat misschien wel de kortste weg is, gaat geen schip en voor er een langs de kust van de grote Middellandse zee of van de Adriatische zee langs Griekenland hier is, duurt dat minstens veertig dagen, en daarom kan niemand die afstand binnen diezelfde tijd heen en terug afleggen.
Hoofdstuk 16: De vervalste volmacht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Als de priesters echter wordt toegestaan in Gods plaats naar believen de scepter te zwaaien, dan zal de keizer zich ook helemaal niet zo kwaad maken wanneer deze volksverdovers zonodig heimelijk, of ook openlijk, in de huid van de monarch kruipen, in zijn naam spreken en zelfs wetten uitvaardigen indien zij dat zowel voor de heerser, voor zijn staat en natuurlijk ook voor zichzelf heilzaam vinden. Dat lijkt des te aanvaardbaarder in die provincies die, zoals het Joodse vaderland hier, ver verwijderd liggen van de residentie van de heerser .
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] De kerels hebben de meegegeven zware schat en de dertig gezonde kamelen veilig opgeborgen, de handtekening van de keizer en de andere waarmerken nagemaakt en Herodes zo een geheime, keizerlijke volmacht overhandigd, waarvan deze zelf zeker zo weinig weet als u, geëerde heer en gebieder! Weet u, verheven heer, dat is slechts mijn mening; het kan ook mogelijk zijn dat de volmacht toch nog van de keizer afkomstig is! Misschien hebben de schepen de wind mee gehad, zowel heen als terug, dan zou het in ieder geval met de heen en terugreis zo ongeveer kunnen kloppen, en toevalligerwijs kunnen zij de keizer bij hun aankomst in Rome goedgeluimd en in een niet bezet uur hebben aangetroffen. Hij heeft hen meteen laten komen en de gevraagde volmacht gegeven, waarop zij dadelijk een hier naar Azië vertrekkend schip aantroffen, zich inscheepten en met gunstige wind de kust van Judea bereikten! Kortom, ik wil beslist geen rechter spelen! Ik gis en reken alleen maar wat."
Hoofdstuk 15: De raadselachtige Romeinse volmacht. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[2] Bovendien moet iedere vreemdeling die naar Rome komt en aan de keizer iets wil vragen, eerst zeventig dagen in Rome doorbrengen, want eerder komt geen vreemde gezant of particulier, uitgezonderd een veldheer of andere hoogwaardigheidsbekleder, bij de keizer. In Rome heeft men nu eenmaal de gewoonte dat iedere vreemde die in Rome een gunst aan de keizer wil vragen, eerst de stad een offer moet brengen door zoveel mogelijk uit te geven en andere geschenken en offers te geven aan de vele instituten en instellingen. Dat kan zogezegd vrijwel iedere vreemde die uit een ver land komt heel goed doen, omdat hij alleen als hij erg rijk is naar Rome kan komen en om een bijzondere gunst kan vragen. Want voor de algemene, onbemiddelde volksklasse zijn wetten en rechtvaardige rechters ingesteld en bekrachtigd. Wie moeilijkheden heeft, weet waar hij heen moet gaan. Als hij gaat, wordt hij rechtvaardig volgens de wet geholpen; want bij ons Romeinen pleegt men geen bedrog en steeds geldt het principe: 'Justitia fundamentum regnorum! ' (Gerechtigheid is het fundament van heerschappijen!) en 'Pereat mundus, fiat ius!' (Al gaat de wereld te gronde, toch zal recht geschieden!) Dat zijn bij ons Romeinen niet zo maar lege zegswijzen, maar regels die tot op heden nog steeds zeer nauwgezet zijn nagevolgd.
Hoofdstuk 16: De vervalste volmacht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] Daarom is het ook niet onbillijk als de bezoekers van Rome eerst een offer brengen aan de grote wereldstad, voordat zij waardig geacht worden voor de een of andere keizerlijke genade. Uit dit alles volgt dus, dat de vijf afgezanten van de tempel gedurende zeventig opeenvolgende dagen niet bij de keizer zijn geweest en daarom binnen zes weken onmogelijk een lonende reis van hier naar Rome en weer terug hebben kunnen maken. Als zij dat echter niet hebben kunnen doen, dan leidt dat vanzelf tot de gerechtvaardige conclusie, dat de vijf de ereschatting van Herodes aan de keizer zelf hebben gehouden en de heerszuchtige viervorst een nagebootste en dus valse volmacht gebracht en overhandigd hebben! Herodes verbeeldt zich nu grotere rechten te hebben dan hij oorspronkelijk met het viervorstendom van Rome kreeg. Maar zo spoedig mogelijk zal hem daarover klare wijn worden geschonken!
Hoofdstuk 16: De vervalste volmacht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Ja, nu is het dan ook te begrijpen waarom mij daarover uit Rome geen enkel bericht, in welke vorm dan ook, heeft bereikt! Want mij, als onbeperkte gezagsdrager van Rome over geheel Azië en een aangrenzend deel van Afrika moet toch mededeling gedaan worden van alles wat maar door Rome over Azië wordt beslist. Anders zou ik een mij onbekende bepaling van Rome, zodra deze ergens ingevoerd zou worden, aanzien voor een provinciale eigenmachtigheid en dus als opstand tegen Rome en haar macht, en daar meteen met alle mij ten dienste staande machtsmiddelen tegenin moeten gaan! Daarom zul je nu wel beseffen dat de volmacht van Herodes vals moet zijn! Maar als de volmacht vals is, zul je ook inzien dat ik ten eerste aan Herodes het bedrog moet mededelen, en ten tweede hem de valse volmacht moet afnemen en naar de keizer moet zenden, opdat deze zelf, vanwege de ontheiliging van zijn persoon, de doortrapte misdadigers kan straffen!"
Hoofdstuk 16: De vervalste volmacht van Herodes. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[3] ZINKA antwoordt: "Het is de dierbare politiek waardoor het priesterdom bijna in alle tijden en in alle landen der aarde een zeker voorrecht bezit, zodat het veel kan doen wat voor de rest van de mensheid een misdaad zou zijn. De priesters zijn vermetel genoeg zich aan de andere mensen letterlijk als goden op te dringen, en naar believen tegenover iedereen de mond vol te hebben over het zogenaamde woord van God. En geen mens ageert daar tegen, en zelfs de keizer moet dat brutale spel tolereren vanwege het vanouds ingeprente bijgeloof van het volk, waardoor de mensen op de juiste, gehoorzaam deemoedige plaats worden gehouden en niet opstaan tegen de koning van het land als deze hun vaak moeilijk op te volgen wetten en zwaar drukkende schattingen oplegt.
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[7] CYRENIUS zegt: "Daarvan ben ik nog niet zo overtuigd! Als Herodes zoiets gemeens van plan was en dat ook uit wilde voeren, waarom werd mij dat dan niet in het geheim meegedeeld? Ik zou toch heel goed de juiste middelen daartegen hebben kunnen aanwenden! Van Jeruzalem naar Sidon of Tyrus is toch echt niet zo ver! En dan nog, -hoe zullen de tempelpriesters de gestolen, grote schatten en de dertig kamelen verantwoorden? Ik denk dat hun dat toch wel wat moeilijk zal afgaan!"
Hoofdstuk 17: De politiek van de tempelpriesters. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[4] Dan richt IK Zelf het woord tot Zinka en zeg: "Beste vriend, Ik ken Jezus van Nazareth even goed als dat Ik Mij Zelf ken, maar ik kan over Hem slechts zeggen dat Hij van geen mens een vijand is, maar een weldoener van allen die tot Hem komen en hulp bij Hem zoeken. Wel is Hij een vijand van de zonde, maar niet van de zondaar die berouw heeft van zijn zonde en deemoedig terugkeert naar het goede. Hij heeft nog geen mens berecht of veroordeeld, ook al zou deze meer zonden begaan hebben dan er zandkorrels in zee en grassprieten op aarde zijn.
Hoofdstuk 18: De leer van de Galilese profeet. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[1] Dan staat Zinka, die een zeer grote man was, op en kijkt om zich heen naar alle tafels, die natuurlijk zonder uitzondering vol staan met schotels, gevuld met heerlijk toebereide vissen, ronde broden en ontelbare bekers en kruiken gevuld met uitmuntende wijn. Hij ontdekt ook dat alle gasten reeds flink toetasten, zonder dat op al die tafels de spijzen merkbaar verminderen. Kortom, onze Zinka wordt, hoe langer hij kijkt, steeds meer uit het veld geslagen, zodat het hem tenslotte al behoorlijk begint te duizelen. Alleen een behoorlijke honger en de heerlijke geur van de spijzen nopen hem te gaan zitten en ook te gaan eten.
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[10] ZINKA zegt: "Vriend, geloof me, ook al ben ik nog zo verdiept in het een of andere gesprek, dan zal er om mij heen toch niets kunnen gebeuren zonder dat ik het zou zien. Ik weet heel zeker dat er zich enige ogenblikken geleden nog geen broodkruimel op de tafels bevond, -en nu buigen de tafels door van het voedsel dat er op staat! Neem me niet kwalijk, in zo'n geval mag een mens met hart en verstand toch wel een vraag stellen, met name als je vreemdeling bent!? Het maakt me nu niet meer uit of iemand mij daarover goed inlicht of niet, maar ik blijf erbij dat er hier beslist geen natuurlijke dingen in het spel zijn! Kijk maar eens naar mijn negenentwintig metgezellen die onder elkaar precies hetzelfde onderwerp bespreken. Alleen jullie allen, die hier waarschijnlijk nu al verscheidene keren gegeten hebben, blijven in dit geval onverschillig, omdat jullie wel weten wat hier aan de hand is! Maar het hindert niet, -ik zal later nog wel achter dit geheim komen!"
Hoofdstuk 19: Zinka's opvatting over de leer van Jezus. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)
[5] Maar CYRENIUS zegt: "Als de maaltijd voorbij zal zijn, zal het ook wel vroeg genoeg zijn om over vele zaken te spreken. Eet en drink nu echter naar hartelust!"
Hoofdstuk 20: Zinka en het voedselwonder. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 4)