Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1466 van 1490

...  1454 - 1455 - 1456 - 1457 - 1458 - 1459 - 1460 - 1461 - 1462 - 1463 - 1464 - 1465 - 1466 - 1467 - 1468 - 1469 - 1470 - 1471 - 1472 - 1473 - 1474 - 1475 - 1476 - 1477 - 1478 - 1479  ...
[1] De geleerden en bijna alle schrijvers hebben veel gedacht, gestreefd, nagevorst en zich zeer veel moeite gegeven, om te weten te komen, wan­neer en hoe, of vanwaar toch de heilige Engelen zijn voortgekomen. Veel meningen zijn hieromtrent te berde gebracht; daartegenover hebben zij er ook naar gestreefd te onderzoeken, wat toch de diepe val van de grootvorst Lucifer geweest is, of hoe hij toch zulk een boze en grimmige duivel geworden is; waar toch deze boze bron uit is ontstaan, of wat hem daar toch toe gedreven kan hebben. Hoewel dit grote geheimenis van voor ‘s werelds aanvang verborgen is gebleven, en ook menselijk vlees en bloed dit niet begrijpen en doorgronden kan, zo wil toch God, die de wereld geschapen heeft, zich thans eindelijk openbaren, en alle grote ge­heimenissen zullen worden geopenbaard; aangekondigd wordt, dat de grote dag der openbaring en het uiteindelijke gericht thans nabij zijn en dagelijks te verwachten. Alsdan zal wederom hersteld worden, hetgeen door Adam werd verloren. Op die dag ook zullen in deze wereld het Rijk des Hemels en het Rijk van de Satan gescheiden worden. Dit alles, zoals het is geschapen, wil God in de grootste eenvoud ken­baar maken, zodat niemand het trotseren kan; dat een ieder zijn ogen opheft, opdat zijn verlossing kan aanvangen, en laat hij niet na het uit­leven van zijn begeerte, na hovaardij en overmatig brassen en pralen menen, dat hier op aarde het beste leven geleefd wordt, want hij is in zijn overmoed midden in de hel, waar hij met Lucifer kan vertoeven, die hij spoedig vol schrik, angst en eeuwige vertwijfeling, spot en schande zal moeten ontmoeten; een verschrikkelijk voorbeeld hiervan zijn de duivelen, die eens de schoonste Engelen in de Hemel geweest zijn, het­geen ik naderhand beschrijven en openbaar maken zal. Ik laat God be­sturen, ik kan Hem niet weerstaan.
Hoofdstuk 4: Over de schepping der heilige Engelen. Een aanwijzing of open poort des Hemels. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] Daar ge nu in het derde hoofdstuk duidelijk vernomen hebt, dat er de Drie-eenheid is in het Goddelijk Wezen, zo wil ik hier nu duidelijk de kracht en de werking in het Goddelijk Wezen aantonen, zowel de eigenschappen als de werkingen, en ook wil ik aantonen waaruit de Engelen geschapen zijn, en wat hun lichamen zijn en waaruit hun kracht bestaat. Zoals ik hiervoor ook heb meegedeeld, is in God de Vader alle kracht en geen mens kan deze kracht evenaren; de sterren en elementen, evenals als al het geschapene in deze wereld, geven hiervan duidelijk blijk. Alle kracht is in God de Vader en gaat ook van Hem uit, dit komt tot uiting in Zijn Eigenschappen: licht, hitte, koude, zachtheid, zoetheid, bitterheid, zuurheid, wrangheid, geluid en alles, waarvan men onmogelijk kan spreken en dat niet te begrijpen is. Dit alles is in God aanwezig als ene centrale kracht.
Hoofdstuk 4: Over de schepping der heilige Engelen. Een aanwijzing of open poort des Hemels. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] De krachten, die in God verborgen zijn, zijn echter niet op dezelfde wijze aan het werk als de natuur werkt in de sterren en elementen of in de schep­selen. Neen, zo iets moet ge niet denken. Want Lucifer heeft in zijn opstandigheid de krachten van de reine natuur brandend, bitter, koud, ruw, zuur, duister en onrein gemaakt: in de Vader echter zijn alle krachten mild, zacht, gelijk de Hemel, vol van vreugde. Alle krachten gaan jubelend in elkander over en hun schallen stijgt op van eeuwigheid tot eeuwigheid. Daarin is niets anders dan liefde, zachtmoedigheid, barm­hartigheid, vriendelijkheid. Er is zulk een jubelende, verheffende bron der vreugden, dat alle stemmen van het Hemelse Vreugdenrijk zich laten horen. Men kan het met niets vergelijken, zo schoon is het. Wil men het echter toch ergens mee vergelijken, zo moet men het vergelijken met de ziel des mensen. Wanneer deze door de Heiligen Geest ontstoken is, zo is ze evenzo vreugdevol en jubelend; alle krachten stijgen jubelend in haar omhoog, zij doen het lichaam sidderen. Dit is een juist beeld van de Goddelijke hoedanigheid; in God is alles Geest.
Hoofdstuk 4: Over de schepping der heilige Engelen. Een aanwijzing of open poort des Hemels. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[24] Ten derde: Wanneer tegenwoordig de ene mens rijker is dan de andere, zo moet de arme de nar zijn. Wanneer hij een schoner gewaad tonen kan dan zijn naaste, zo is een arm mens hem niet genoeg meer en het oude gezang is hier van toepassing, dat luidt: De rijke dwingt de arme en doet zijn zweet vloeien, opdat zijn geld zal klinken. Deze Engelen worden ook in het navolgende hoofdstuk uitgenodigd zich zelf in de spiegel te aanschouwen.
Hoofdstuk 12: Over de geboorte der Heilige Engelen. Over de heerschappij en ordening der Engelen en over het Hemelse vreugdeleven. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[10] Deze twee passen slecht bij elkander. Daarom wil ik de lezer getrouwelijk waarschuwen wat betreft dit grote geheimenis, opdat hij het goed ver­staat en God bidt om Zijn Heilige Geest, dat die Hem verlichte. Zonder verlichting des Heiligen Geestes zult ge dit geheimenis niet verstaan. want ‘s mensen geest is als een slot, dat goed bewaakt is; dit moet eerst geopend worden. Geen mens kan dit doen; de Heilige Geest is degene, die het slot kan ontsluiten. Wilt ge daarom, als door een open poort, in de goddelijke dingen binnEngeleid worden, zo moet ge in Gods liefde wonen.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[34] Hiervan ziet ge toch ook in deze wereld veel voorbeelden. Wanneer enig mens of schepsel iets aanschouwt, zo kan het gebeuren, dat het bedorven of vernietigd wordt, wegens het vergif, dat in dat schepsel aanwezig is. Daartegenover staat, dat er mensen, andere schepselen, dieren zijn, die met hun stem of hun woorden, de boosheid veranderen in goedheid en de dingen weer in hun juiste verhouding terug brengen. Dit is nu de goddelijke kracht, waaraan alle schepselen onderworpen zijn, want alles, wat er leeft en zweeft, is in God en God Zelf is Alles, en alles, wat ge­maakt is, is uit Hem gemaakt, of het nu uit Liefde of uit Vorm gemaakt is.
Hoofdstuk 13: Over de verschrikkelijke, bedroevende en ellendige val van het Koninkrijk van Lucifer. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[5] De vierde moordenaar is de toon, want hij klinkt in het vuur, in het zoete water en stijgt op in het lichaam. Hij huichelde ook met de bittere eigenschap en gedroeg zich als een donderslag, alsof hij, op deze wijze zijn goddelijkheid zou kunnen bewijzen; en het vuur gedroeg zich als de bliksem; zij meenden dat zij groter waren dan God. En zó lang gingen zij hiermee voort, totdat zij hun moeder, het zoete water ver­moorden; toen werd het gehele lichaam als een dal der duisternis; en werd tot een duivelslichaam. Een zwarte, duistere duivel. Het woord “teu” ontleent zijn oorsprong aan het harde kloppen of klinken, en het woord “fel” komt van ,,val”.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[21] De Heilige Geest gaat uit van de Vader en van de Zoon en is de derde zelfstandige persoonlijkheid in het Goddelijk Wezen. Deze is de beweeglijke geest in de Vader en gaat van eeuwigheid tot eeuwigheid van de Vader en de Zoon uit; Hij vervult de Vader; hij is niet kleiner of groter dan de Vader en de Zoon. Zijn werkende kracht vervult de Vader. Alle dingen in deze wereld zijn gemaakt naar het voorbeeld van deze Drie-eenheid. Gij blinde joden, Turken en heidenen, opent de ogen uwer ziel. Ik moet u aan uw lichaam en over alle natuurlijke dingen bewijzen, aan mensen, dieren, vogels en wormen, zowel als aan hout, stenen, kruid, loof en gras, dat alles gemaakt is naar het voorbeeld van de heilige Drie-eenheid van God. Ge zegt: God is één enig Wezen, God heeft geen Zoon. Opent nu uwe ogen en bezie u zelve; een mens is naar Gods beeld en uit deze drievuldige kracht Gods geschapen. Beziet uw inwendige mens; dan zult ge dit helder en duidelijk kunnen waar­nemen, als ge geen dwaas zijt. Merk op: in uw hart, aderen en hersenen zetelt uw geest; in al de krachten, die zich doen gelden in uw hart, uw aderen en uw hersenen en die uw leven uitmaken, openbaart zich God de Vader. Uit dezelfde kracht verheft zich het Licht, dat ge aan­schouwt, opdat ge zien en weten zult, wat ge te doen hebt; want het Licht is in uw gehele lichaam, en dit beweegt zich in de kracht en de kennis van het Licht, want het lichaam helpt alle leden in de kennis van het Licht. Dit beduidt God de Zoon. Wanneer, zoals de Vader de Zoon uit Zijn Kracht geboren doet worden, en de Zoon in de Vader uitstraalt, zo doet ook de kracht van uw hart, uw aderen en uw hersenen een Licht te voorschijn komen, dat zich in al uw krachten openbaart en in uw gehele lichaam. Open de ogen uwer ziel en denk er over na, zo zult ge het vinden. Merk nu op: zoals van de Vader en de Zoon de Heilige Geest uitgaat, zo gaat uit de krachten van uw hart, uw aderen en uw hersenen datgene uit, wat in uw ganse lichaam woont en werkt, en uit het Licht dat in u is, gaat wijsheid, verstand en kunst uit, welke het gehele lichaam beheersen, en ook is daarmee alles wat buiten het lichaam is, te onderscheiden. En deze beide zijn in uw gemoed als één: uw geest, en dit is als God de Heilige Geest. En de Heilige Geest uit God beheerst ook uw geest, anders zoudt ge geen kind des Lichts zijn, maar een kind der duisternis. Want door dit Licht, dit verstand en deze beheersing is de mens te onderscheiden van het dier en hij is een Engel Gods, hetgeen ik duidelijk wil bewijzen, als ik zal schrijven over de schepping van de mens. Daarom: let uitdrukkelijk op de ordening van dit boek; en ge zult er in vinden wat uw hart verlangt of ooit maar zou begeren. Zo vindt ge in één mens drie bronnen: ten eerste de kracht in uw gemoed; deze vertegenwoordigt God de Vader; dan het Licht in uw gemoed, dat vertegenwoordigt God de Zoon, ten slotte gaat vanuit al uw krachten en uit het licht dat in u is, een geest uit, die wijs is en dat is uw ziel, en ook de Heilige Geest die van de Vader en de Zoon uitgaat. Het lichaam echter, of het dierlijke vlees des mensen, is als ‘t ware de dode, verdorven aarde, die de mens, door zijn val, zelf zo gemaakt heeft, wat ik hierna zal beschrijven. Zo vindt ge ook de Goddelijke Drie-eenheid terug in de dierenwereld; want zoals de geest van een mens ontstaat, zo ontstaat hij ook bij het dier en daartussen is geen verschil. Alleen dit is het enige verschil, dat de mens uit het beste van de natuur door God is geschapen naar Zijn Beeld en Gelijkenis en God regeert in de mens met Zijn Heilige Geest, zodat de mens spreken, begrijpen en onderscheiden kan. Het dier is evenwel uit de wilde natuurdrift van deze wereld voortgekomen, de sterren en elementen hebben de dieren geboren doen worden door hun bewe­gingen naar de Wil van God. Zo ontspringt ook de Geest in vogels en wormen en heeft alles zijn drievoudige oorsprong naar het voorbeeld van de goddelijke Drie-eenheid. Zo ziet ge ook de Goddelijke Drie-eenheid gereflecteerd in hout en stenen, zowel als in kruid, loof en gras, hoewel dit alles aards is. Ook brengt de natuur niets voort, wat het ook moge wezen in de wereld, (en al zou het slechts één uur leven), of het is naar het voorbeeld van de goddelijke Drie-eenheid gemaakt. Merk nu op: In hout, steen of kruid zijn drie factoren en er kan niets ontstaan of groeien, wanneer een van deze drie factoren zou ontbreken. Ten eerste is daar de kracht, waaruit een bepaald lichaam of voorwerp ontstaat, of het nu hout, of steen of kruid is; ten tweede is in het voorwerp of lichaam aanwezig een sap, een vocht; dat is het hart van dat voorwerp; ten derde is er een opborrelende kracht, reuk of smaak; dat is de geest van dat voorwerp of lichaam, waardoor het groeit en toeneemt. Wanneer nu van deze drie factoren een ontbreekt, kan géén ding zijn gewone bestaan hebben. Alzo vindt ge de Drie-eenheid van het Goddelijke Wezen in alle dingen terug, ge moogt zoeken, waar ge ook wilt; en niemand moet in zijn verblinding menen, dat het anders is, of denken, dat God geen Zoon of geen Heiligen Geest heeft. Dit zal ik naar voren brengen, als ik over de schepping zal schrijven en het duidelijk en klaar bewijs, want ik schrijf geen andere meesters na. En al zal ik ook vele voorbeel­den en getuigenissen van de Heiligen Gods hierin bespreken, zo is me dit alles toch door God in mijn binnenste geopenbaard, zodat ik het ontwijfelbaar geloof, erken en zie, niet naar het vlees, maar in de Geest, door den drang van God in mijn wezen. Dat moet ge niet zó verstaan, dat mijn verstand groter zou zijn dan dat van alle anderen, die daar leven; maar ik ben een twijg des Heren, slechts een klein en gering vonkje uit hem geboren, en Hij mag mij plaatsen, waar Hij wil; ik kan Hem dat niet verhinderen. Zo ook is dit niet mijn natuurlijke wil, die ik met eigen krachten vermag te volbrengen, want als de Geest aan mij onttrokken werd, zo zou ik mijn eigen arbeid niet meer kennen of begrijpen, en zou mij aan alle kanten tegen de duivel moeten verweren en zou aan verleiding en noodlot onderworpen zijn; zoals alle mensen. Maar gij zult in de volgende hoofdstukken de duivel spoedig ledig zien staan; zijn hovaardigheid en schande zullen ten toon gespreid worden.
Hoofdstuk 3: Over de hooggebenedijde, triomferende, drie maal heilige Drievuldigheid, God de Vader, de Zoon, de Heilige Geest, een Enig God. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[22] Hiervan hebt ge een goed voorbeeld, als ge het slechts zien wilt en er niet blind voor zijt. Aanzie de dieren, vogels en alle gewas dezer wereld. Dit alles was tevoren geschapen, vóórdat de mens geschapen werd. Deze is degene, die God schiep, in plaats van de verstoten Lucifer.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[27] Ja, gij blinde mens; er stond niet een mens of een dier voor God, doch een God stond tegenover een God, een sterke tegenover een sterke. Hoe zou God hem weerstand kunnen bieden! Met liefde bereikte Hij hem niet; Lucifer verachtte deze en wilde zelf God zijn. Zou God hem dan met toorn tegemoet treden, hetgeen toch eindelik zou moeten geschieden. Dan zou God ontstoken moeten worden door de Salniter, waarin Lucifer woonde en hem volijverig bestrijden. Door deze strijd nu is dit koninkrijk zo duister, woest en boos geworden, zodat na deze schepping een andere schepping zal moeten plaats vinden.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[5] De hoedanigheid van het water is niet op een zelfde wijze in God aan­wezig als in deze wereld, maar zij is een geest, zeer helder en fijn; een kracht, waarin de Heilige Geest omhoog stijgt. De bittere hoedanigheid werkt in de zoete, in de zure en in de wrange, en de Liefde stijgt daar in op van eeuwigheid tot eeuwigheid, want de Liefde in het Licht en de Waarheid gaat uit van het hart of de Zoon van God, en de H. Geest heerst in alles. En dit is in de diepte des Vaders als een goddelijke heilbrenger, welke ik noodgedwongen met de aarde ver­gelijken moet, die vóór haar ondergang zo’n heilbrenger geweest is, alleen niet zo hard, koud, bitter, zuur en duister, maar zoals de Hemel, zeer licht en rein; en alles, wat daarin was, was goed en Hemels; maar vorst Lucifer heeft dat te gronde gericht, zoals hierna zal worden verteld. Deze Hemelse krachten brengen Hemelse en vreugdevolle vruchten en kleuren voort, allerlei bomen en heesters waaraan de schone en lieflijke vrucht des levens groeit; ook groeien er allerlei bloemen met schone Hemelse kleuren en geuren. Hun smaak is velerlei, ieder heeft zijn eigen eigenschap, heilig, goddelijk en vol van vreugde; iedere eigenschap draagt haar eigen vrucht; zoals in de aarde schone gesteenten, zilver en goud verborgen zijn, zo brengt de Hemel ook zijn vruchten voort. De natuur arbeidt volijverig aan de verdorven en dode aarde, opdat zij op Hemelse wijze zou kunnen voortbrengen, maar zij brengt dode, duistere en harde vruchten voort, die niet zijn naar het voorbeeld van de Hemelse vruchten; ze zijn boos, bitter, zuur, heet, koud en ruw en er is nauwelijks één goede vrucht daarbij. Hun sap is vermengd met de helse eigenschappen, hun reuk is onaangenaam; alzo heeft Lucifer het aangericht, wat ik hierna duidelijk bewijzen wil.
Hoofdstuk 4: Over de schepping der heilige Engelen. Een aanwijzing of open poort des Hemels. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[7] Alles groeit vreugdevol op en vol sierlijkheid en schoonheid. Zoals nu de Goddelijke Krachten velerlei zijn, zo is ook het geluid meervoudig. Wanneer de Krachten in God omhoog stijgen, brengt de ene de andere in beweging; zij vloeien inéén, het is een gestadig vermengen; dan zijn verschillende kleuren daarin te onderscheiden en in deze kleuren groeien verschillende vruchten; het geluid vermengt zich hiermee en stijgt hieruit op; dan klinken de tonen en de galmen in het Hemelse Vreugderijk. Wanneer ge in deze wereld vele duizenden instrumenten en snaarinstru­menten tezamen brengt en ge liet ze alle op zijn schoonst door elkander klinken en ge zoudt de knapste meester hebben om ze te bespelen, zo zou dit toch maar als hondengeblaf klinken in vergelijking met de goddelijke muziek en de heerlijke klanken die zouden opgaan van deze muziek van eeuwigheid tot eeuwigheid.
Hoofdstuk 4: Over de schepping der heilige Engelen. Een aanwijzing of open poort des Hemels. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[8] Wanneer ge nu de Hemelse, Goddelijke Rijkdom en heerlijkheid wilt aan­schouwen, en wat voor gewas er wordt voortgebracht, wat voor lust en vreugde er is, zie dan met intense belangstelling deze wereld aan, en merk op welke vruchten er uit de krachten der aarde groeien aan bomen, struiken, wortelen, bloemen, olie, wijn, graan en alles, wat bestaat en wat uw hart kan doorvorsen; dat alles is een voorbeeld van wat de Hemelse rijkdom vermag te geven. Want de aardse en verdorven natuur heeft van de aanvang der schepping tot op heden voortdurend gearbeid, opdat zij Hemelse Vormen zou kunnen voortbrengen, in de aarde en in mensen en dieren. Men ziet, hoe alle jaren nieuwe kunstuitingen ontstaan, van de aanvang af tot nu toe, maar zij hebben geen goddelijke krachten en werkingen kunnen voortbrengen; daarom is haar vrucht half dood, verdorven en onrein.
Hoofdstuk 4: Over de schepping der heilige Engelen. Een aanwijzing of open poort des Hemels. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[9] Ge moet niet denken, dat in het Rijk van God dieren, wormen of schepselen ontstaan, zoals in deze wereld; neen, ik bedoel slechts de wondervolle verhoudingen, krachten en bekwaamheden te vermelden die in Gods Rijk­dom besloten liggen. De natuur arbeidt volijverig, opdat zij naar haar vermogen Hemelse Vormen en Beelden zal kunnen voortbrengen, zoals men die aanschouwt in mensen, dieren, vogels en wormen, zowel als in het gewas, dat op de aarde groeit en dat alles zo bovenmatig kunstig is geschapen, want de natuur wil gaarne haar nietswaardigheid verliezen, opdat de Hemelse vorm in heilige kracht kan worden geboren. Deze vruchten zijn niet dood, hard, zuur of wrang, zij verrotten niet en worden niet onwelriekend in deze wereld, neen, zij rijpen in heilige, Goddelijke Kracht. Hun samenvoeging is uit de Goddelijke Kracht, uit de Goddelijke Rijkdom, een spijze van de heilige Engelen. Wanneer de diepe val van de mens het niet onmogelijk had gemaakt, zou hij in deze wereld ook op deze zelfde wijze aan de dis genood zijn en van deze vruchten hebben gegeten, zoals zij hem in ‘t Paradijs zijn aangeboden; maar de boze lust en de zucht des duivels, die de krachten infecteert waaruit Adam is voortgekomen en ze bederft, bracht de mens in verzoeking van het boze en van het goede te eten, waarover ik hierna duidelijk zal schrijven en hetgeen ik ook bewijzen zal.
Hoofdstuk 4: Over de schepping der heilige Engelen. Een aanwijzing of open poort des Hemels. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[34] Op een dergelijke wijze nu heeft Lucifer de Godheid tot toorn verwekt (d. i. de eeuwige natuur is ontstoken naar het 1e principe), dewijl hij met al zijn Engelen als een boosaardige duivel tegen God strijd heeft gevoerd, met de bedoeling het gehele gebied onder zijn heerschappij te brengen en onder het bevel van de hem toebehorende geesten, opdat deze alles zouden kunnen formeren. Het gehele gebied zou zich, zo wilde hij het, moeten buigen en zijn geesten zouden het moeten regeren en formeren.
Hoofdstuk 14: Hoe Lucifer, de schoonste Engel in de Hemel, de vreselijkste duivel geworden is. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  1454 - 1455 - 1456 - 1457 - 1458 - 1459 - 1460 - 1461 - 1462 - 1463 - 1464 - 1465 - 1466 - 1467 - 1468 - 1469 - 1470 - 1471 - 1472 - 1473 - 1474 - 1475 - 1476 - 1477 - 1478 - 1479  ...