Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1469 van 1490

...  1457 - 1458 - 1459 - 1460 - 1461 - 1462 - 1463 - 1464 - 1465 - 1466 - 1467 - 1468 - 1469 - 1470 - 1471 - 1472 - 1473 - 1474 - 1475 - 1476 - 1477 - 1478 - 1479 - 1480 - 1481 - 1482  ...
[44] Dewijl echter de vleselijke geboorte niet het eigenlijke tehuis der ziel is, en zij dit vleselijke lichaam, deze vleselijke woning niet erfelijk bezitten kan, zoals de duivel, zo duurt de strijd zó lang, als het vleselijk lichaam stand houdt. Wanneer dit echter verstoord, te niet gedaan wordt en de ziel onoverwonnen en vrij is, zo is de strijd volstreden en de duivel moet voor eeuwig van deze geest wijken.
Hoofdstuk 16: Over de zevende gestalte of verschijningsvorm van het zondebeginsel Lucifer en zijn Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] Toen echter het licht werd uitgedoofd, zo werd de warmte gevangen ge­houden en er kon niets meer geboren worden. Daardoor ontstond de dood in de natuur en daarna moest een andere schepping van licht volgen; anders zou de aarde eeuwig dood en zonder licht zijn. Nu echter brengt zij hare vruchten voort door middel van het nieuw geschapen licht. Nu zou iemand kunnen vragen: Is God, bij het ontsteken van het vuur des toorns in deze wereld dan heengegaan, zodat er niets dan een vuur des toorns is overgebleven? Of is uit den énigen God een tweevoudige God ontstaan?
Hoofdstuk 17: Over de droevige en ellendige toestand der verdorven natuur en de oorsprong der vier elementen, in de plaats van de Heilige Godsregering. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[12] Merk op: Wanneer de lieflijke, vreugdevolle glans en het licht met de kracht, die in den Zoon Gods is, in alle krachten des Vaders weerspiegelt, zo worden deze alle door dit licht en deze kracht ontstoken en gaan vol vreugde triomferen. Zo ook, wanneer het lieflijke en vreugdevolle licht van den Zoon van God de Engelen verlicht en in hunne harten schijnt, zo worden alle krachten in hun lichaam aangedaan en zulk een vreugdevol liefdevuur ontbrandt, dat zij van grote vreugde gaan loven en zingen, zodanig dat noch ik, noch enig ander mens het uitspreken kan. Met dit gezang wil ik de lezer tot dit leven oproepen; ge zult dit kunnen ondervinden; ik kan het niet beschrijven. Wilt ge echter dit alles in uw leven zelf ervaren, laat dan af van huiche­larij, geldgierigheid en bedrog, ook van uw spotternij en wendt uw hart vol ernst tot God en doe boete voor uw zonden, met het eerlijke, ernstige voornemen heilig te leven en bidt God om Zijn Heiligen Geest; en worstel met Hein zoals de aartsvader Jacob de gehele nacht met Hem heeft ge­worsteld tot liet morgenrood aanbrak, en hij heeft Hem niet laten gaan, voor Hij hem gezegend had. 1 Mozes 32. Doe gij ook alzo, en de Heilige Geest zal gestaltenis in u aannemen. Wanneer ge echter niet versaagt, zo zal dit vuur plotseling over u komen en u overstromen; alsdan zult ge ervaren, hetgeen ik hier geschreven heb, en ge zult geloven, wat ik in dit boek heb geschreven. Ge zult ook een ander mens worden en gij zult hieraan denken; gij zult meer in de Hemel verkeren dan op de aarde. Want de wandel van de heilige ziel is in de Hemel en of zij al lichamelijk op de aarde wandelt, zo is zij toch te allen tijde bij haar Verlosser, Jezus Christus en houdt met Hem Avondmaal.
Hoofdstuk 6: Hoe Engel en Mens Gods Beeld en Gelijkenis kunnen zijn. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Antwoord: De Heilige Engelen zijn daartoe tot schepselen Gods uit Hemzelf ge­schapen, opdat zij voor het hart van God, hetwelk is Gods Zoon, zouden loven, zingen en jubelen en de Hemelse vreugde zouden vermeerderen. En waarheen zou de Vader hen zenden, ware het niet voor de deur van Zijn Hart? Ontspringt niet alle menselijke vreugde uit de bronwel van het hart? Ontspringt ook in God niet de grote vreugde uit de bronwel, Zijn Hart? Daarom heeft Hij de Heilige Engelen uit Zich zelf gefor­meerd; zij zijn als kleine goden, geschapen naar het Wezen en de eigen­schappen van God, opdat zij in Goddelijke kracht zouden spelen, leven, zingen en schallen, en de vreugde, die opstijgt uit het Hart van God zouden vermeerderen. De luister en de kracht van Gods Zoon of het Hart van God, hetwelk het Licht of de bron der vreugde is, ontspringt temid­den van deze Koninkrijken volschoon en vreugdevol en doorlicht alle paarlen der Engelen.
Hoofdstuk 7: Over de plaats, de woning, zowel als over de heerschappij der Engelen, zoals het in de beginne geweest is en zoals het worden zal. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] Ge moet echter het volgende verstaan, zoals het bedoeld is, want wan­neer ik in vergelijkingen spreek en de Zoon van God met een Zoon of een ronde kogel vergelijk, zo betekent dat niet dat Hij een meetbare bron­wel is, welks diepte, begin of einde men doorgronden kan. Ik schrijf slechts in vergelijkingen, totdat de lezer tot het juiste begrip zal zijn gekomen. Want het beduidt niet, dat de Zoon Gods alleen temidden van deze poorten der Engelen zou worden geboren en ook niet buiten deze. Want de krachten des Vaders zijn toch allerwegen; daaruit wordt de Zoon geboren en daaruit ontspringt de Heilige Geest. Dit slechts is de betekenis, dat de Heilige Vader, die 't Alles is, in deze Engelenpoorten Zijn allervreugdevolste en liefderijkste eigenschappen ontwikkelt, waaruit het vreugdevolste en liefderijkste Licht, het Woord, het Hart der krachten of de bronwel geboren wordt. Daarom heeft Hij ook hier de heilige Engelen geschapen tot Zijn vreugde, eer en heerlijkheid. In de ondoorgrondelijke eeuwigheid in de ene plaats gelijk aan de andere; maar waar geen schepselen zijn, daar kent niemand deze plaats, slechts de Geest kent haar in haar wondervolte openbaring. En dit is de uitgelezen plaats van de heerlijkheid Gods, die God gekozen heeft, en waar Zijn Heilig Woord in hoogste klaarheid, kracht en triomferende vreugde geboren wordt. Want merkt op dit geheimenis: Wordt het Licht, hetwelk uit des Vaders krachten ontspringt, hetwelk de ware bron van den Zoon van God is, ook in een Engel en in een Heiligen mens geboren, opdat hij in dit Licht en deze kennis vol vreugde triomfeert, hoe zou dat Licht dan niet alom in den Vader geboren worden, aangezien Zijn Kracht alom­tegenwoordig en in alles is, ook daar, waar ons hart en onze zinnen deze niet kunnen bereiken. Waar nu de Vader is, daar is ook de Zoon en de Heilige Geest, want de Vader doet den Zoon geboren worden, Zijn Heilig Woord, Zijn Kracht, Zijn Licht en Geluid en de Heilige Geest gaan aller­wegen van den Vader en den Zoon uit, ook in de poorten der Engelen daarbuiten.
Hoofdstuk 7: Over de plaats, de woning, zowel als over de heerschappij der Engelen, zoals het in de beginne geweest is en zoals het worden zal. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] Dit is mij ook geopenbaard door Zijne Liefde. Hem, die weet en verstaat, laat ik besturen en zorgen; Hij begeert het zo; ik arme aardworm kan niets doen. De Geest echter nodigt al deze spotters en verachters uit afstand te doen van hunne boosheid; waar dit niet geschiedt, zo zullen zij als kaf door Gods toorn worden verstrooid.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[27] Over de schepping van het Licht in deze wereld.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[28] Sluit uw lichamelijke ogen, want zij zijn u bij de overdenking van deze dingen van weinig nut. Open de ogen uwer ziel, zodat ik u de schep­ping Gods tonen kan.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[29] Toen God de verdorven Salniter der aarde en der stenen, welke in de uiterlijke geboorte door ontsteking tot stand waren gekomen, tot een klomp had samengedreven, zo was de derde geboorte in de natuur in de ruimte boven de aarde nog niet rein en klaar, nademaal de toorn Gods nog daarin brandde. En hoewel de innerlijke geboorte licht en helder was, zo kon toch de uiterlijke geboorte, die nog lag onder de vloek van Gods toorn, haar niet doorgronden. Deze was vol duisternis.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[30] Mozes schrijft ook: “En duisternis was op de grond.” 1 Genesis 1 : 2. Het woord op beduidt de uiterlijke geboorte en het woord in be­duidt de innerlijke geboorte. Zo echter de innerlijke geboorte duister ware geweest, zo zou de toorn Gods eeuwig in deze wereld ver­zonken zijn gebleven en nooit zou het licht zijn geworden; zo even­wel heeft de toorn niet in Gods hart gezegevierd. Daarom is Hij een goede, barmhartige, reine, zachtmoedige, vriendelijke God en Zijn liefde ontspruit uit Zijn Hart en doordringt de uiterlijke geboorte, waar nog de toorn verblijf houdt en blust dien; daarom staat er geschreven: “Er zij licht.”
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[1] De duivel zal zich hier weren als een hond, die bijt, want zijn schande zal hier geopenbaard worden en dit zal de lezer menige diepe schok geven en hem wat dit aangaat, menigmaal doen twijfelen. Want niets doet hem onaangenamer aan dan dat men hem zijn heerlijkheid voor de voeten werpt en hem laat voelen, welk een vorst en koning hij geweest is. Wanneer hem dat wordt voor de voeten geworpen, woedt en werkt hij als wilde hij de wereld bestormen. Wanneer nu enig lezer, in wie de Heilige Geest niet oppermachtig is, dit hoofdstuk mocht lezen, zo vrees ik, dat de duivel het er op zal toeleggen hem er aan te doen twijfelen, of het ook inderdaad zo is, als het hier beschreven staat. Dit zou hij doen, opdat zijn rijk niet zou worden te kort gedaan en zijn schande niet zou worden blootgelegd. Wanneer hij in enig hart twijfel hierom­trent zou kunnen zaaien, zo zou hij hieraan geen nodige arbeid sparen. Ik voorzie, dat hij dit in de zin heeft en wil daarom de lezer waarschuwen, opdat hij dit ijverig zal lezen en zoveel geduld heeft, totdat hij gekomen is bij de bespreking van de schepping en de heerschappij dezer wereld; dan zal hij dit alles helder en duidelijk uit de natuur kunnen bewijzen. Merk op: Toen God de Almachtige in Zijn Raad besloten had, dat hij Engelen of schepselen uit Zichzelf scheppen wilde, zo maakte Hij hen uit Zijne eeuwige kracht en wijsheid, naar het voorbeeld van de Goddelijke Drie-eenheid en naar de eigenschappen in Zijn Goddelijk Wezen. Eerst schiep hij drie koninklijke heerschappijen, naar het getal der Heilige Drievuldigheid en ieder koninkrijk had de ordening, de kracht en de eigenschappen van het Goddelijk Wezen. Dring hier binnen in de diepte der Godheid, want hier wordt een deur voor u geopend. Deze plaats, onze wereld, de diepte der aarde, en de ruimte tot aan datgene, wat wij de Hemel noemen, zowel de geschapen Hemel, die uit het water is gemaakt en boven de sterren zweeft, die wij met onze ogen zien, welker diepte wij met onze ogen niet doorgronden kunnen; deze ruimte, dit alles tezamen is een koninkrijk geweest en hierin was Lucifer koning, voordat hij werd verstoten. De andere twee koninkrijken, die van Michael en Uriël, zijn boven de geschapen Hemel en aan dat koninkrijk gelijk. Deze drie koninkrijken tezamen omspannen zulk een grondeloze diepte, dat zij niet door mensen gemeten kunnen worden. Maar deze drie koninkrijken hebben zeer zeker een begin en een einde; maar de God, die deze drie koninkrijken uit Zichzelf gemaakt heeft, heeft geen einde. Er is echter, behalve deze drie koninkrijken even­wel de kracht der Drievuldigheid, want God de Vader heeft geen einde. Ge zult echter dit geheimenis weten, dat temidden van deze drie konink­rijken de luister of de Zoon Gods geboren wordt. En de drie koninkrijken zijn rond als een cirkel, rondom den Zoon Gods; geen der drie is verder dan één der andere van Hem verwijderd; zij zijn allen Hem even dicht nabij. Uit deze bron en vanuit de krachten des Vaders gaat de Heilige Geest uit, benevens het Licht en de kracht van den Zoon van God, in en door alle Koninkrijken der Engelen, en buiten deze hetgeen Engel noch mens kan doorvorsen. Ik heb mij ook niet voorgenomen hierover dieper door te denken, nog veel minder er over te schrijven; hetgeen mij geopen­baard is, reikt tot in de drie koninkrijken, zoals de kennis van een Engel; niet mijn kennis, begrip of volmaaktheid dank ik deze openbaring. Stuks­gewijze wordt het mij geopenbaard, slechts zo lang de geest in mij volhardt. Wanneer deze van mij wijkt, weet ik ook slechts elementaire en aardse dingen; de geest ziet tot in de diepte der Godheid. Nu zou iemand kunnen vragen: Hoe kan het zijn, dat de Zoon Gods temidden dezer drie Koninkrijken geboren wordt. Het ene heirleger van Engelen is toch waarlijk Hem meer nabij dan het andere? Dewijl hun rijk zulk een diepte heeft? Zo zal ook buiten deze Koninkrijken de klaarheid en de kracht van den Zoon van God niet zo groot zijn, als bij hen, die Hem zeer nabij zijn en bij de regionen der Engelen.
Hoofdstuk 7: Over de plaats, de woning, zowel als over de heerschappij der Engelen, zoals het in de beginne geweest is en zoals het worden zal. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Wanneer men nu den Zoon van God met een ronde bol vergelijkt, zoals ik in de vorige hoofdstukken meermalen gedaan heb, zo spreekt men in natuurlijke vergelijkingen en ik heb zo moeten schrijven, terwille van het onverstand van den lezer, opdat hij door deze natuurlijke dingen tot beter begrip zou komen en zodoende zou kunnen stijgen van de ene sport tot een hogere, totdat hij het grote geheimenis zou kunnen verstaan. Het beduidt evenwel niet, dat de Zoon Gods een beeltenis is, gelijk de zon; wanneer dat zo was, zo zou Hij een begin moeten hebben en de Vader zou Hem op een bepaalde tijd hebben doen geboren worden, dan zou Hij niet een eeuwige en almachtige Zoon des Vaders zijn, maar Hij zou zijn gelijk een Koning, die nog een grotere Koning boven zich zou hebben, welke Hem zou kunnen veranderen. Dat zou een Zoon zijn, die een begin zou hebben, en Zijn kracht en luister zou zijn als de kracht der zon en het lichaam of de bol der zon op de plaats, waar hij is. Als dit zo was, zo zou de ene poort der Engelen veel dichter bij den Zone Gods zijn dan de andere; ik wil u nu hier de hoogste ingang in de Goddelijke geheimenissen tonen en ge moogt naar een hogere zoeken, want deze is er niet. Merk op: Des Vaders Kracht omvat alles in en boven alle Hemelen, en deze zelfde kracht doet allerwegen het Licht geboren worden. Dit is nu de alom aanwezige kracht des Vaders en het Licht, dat in deze al-kracht geboren wordt, heet de Zoon. Daarom heet het Zoon, omdat het uit den Vader geboren wordt, en het het Hart des Vaders is.
Hoofdstuk 7: Over de plaats, de woning, zowel als over de heerschappij der Engelen, zoals het in de beginne geweest is en zoals het worden zal. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[33] Dit is een groot geheimenis. Merk hier de betekenis op van deze dingen. Wanneer ge deze begrijpt, zo verstaat ge de Godheid. Zo niet, dan zijt ge blind naar de geest.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[37] Verder beduidt het, dat de Heilige Geest een open poort heeft in deze wereld vol haat en Zijn werk aldaar verricht, onbegrepen door de helle­krachten. Hij verzamelt een heilig zaad ten eeuwigen leven, gans onbegrijpelijk voor de krachten der hel en ook gans en al niet naar de wil van die krachten.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[40] Dat de zure en bittere kwaliteit mede het woord vormt, terwijl toch de geest van het Hart het woord uitspreekt, wil zeggen, dat alle schepselen, welke door het woord tot aanzijn zijn gekomen zoals de vogels, de vissen, de wormen, het kruid en het gras, de bomen en de heesters, boos en goed tegelijkertijd zijn; in hen alle woont, naast de Liefde Gods ook de verdorvenheid, hoewel uiteindelijk alles toch door de Geest der liefde bestuurd wordt. Deze beide krachten zullen strijd met elkander voeren. Daardoor zal dan, in menig schepsel het vuur des toorns zo fel branden, dat het lichaam, met den Geest eeuwigdurend een Salniter des toorns in de hel geven zal.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  1457 - 1458 - 1459 - 1460 - 1461 - 1462 - 1463 - 1464 - 1465 - 1466 - 1467 - 1468 - 1469 - 1470 - 1471 - 1472 - 1473 - 1474 - 1475 - 1476 - 1477 - 1478 - 1479 - 1480 - 1481 - 1482  ...