Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 1470 van 1490

...  1458 - 1459 - 1460 - 1461 - 1462 - 1463 - 1464 - 1465 - 1466 - 1467 - 1468 - 1469 - 1470 - 1471 - 1472 - 1473 - 1474 - 1475 - 1476 - 1477 - 1478 - 1479 - 1480 - 1481 - 1482 - 1483  ...
[5] En als het geboren is, zo is het een andere persoonlijkheid als de Vader, want de Vader is de Kracht en het Rijk en de Zoon is het Licht en de glans is de Vader, en de Heilige Geest is de uitwerking van beide, en formeert alles en geeft er vorm aan. Zoals de lucht uitgaat vanuit de zon­nekrachten en de sterrekrachten en in deze wereld arbeidt, en alle schepselen doet geboren worden en gras en kruid en bomen opgroeien evenals alles, wat in deze wereld bestaat, evenzo gaat ook de Heilige Geest uit van den Vader en den Zoon en schept en vormt alles. Al het gewas en elke vorm, die de Vader wil scheppen, worden in 't leven ge­roepen door den Heiligen Geest; daarom is God één Enig God -en zijn de drie persoonlijkheden van Vader, Zoon en Heilige Geest in Hem aan­wezig.
Hoofdstuk 7: Over de plaats, de woning, zowel als over de heerschappij der Engelen, zoals het in de beginne geweest is en zoals het worden zal. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[11] Wanneer men het geheimenis wil doorgronden in zijn diepste grond, zo moet men ijverig bezien en overdenken de schepping dezer wereld, de ordening en de heerschappij, zowel als de eigenschappen der sterren en elementen, hoewel de schepping verdorven en tweevoudig is; ook niet levend en met verstand begiftigd; koning Lucifer heeft er zijn boze werkingen in uitgeoefend, hoewel het toch de waarachtige kracht God is, die rein en helder gebleven is, zoals het nu nog in de Hemel is. Deze krachten van sterren en elementen heeft de Schepper, na de gruwzame val van het rijk van Lucifer, wederom zodanig geordend, als het Rijk der Engelen was, vol goddelijke luister, vóór de val. Ge moet evenwel niet denken, dat het Rijk der Engelen met zijn schepselen evenzo bewogen wordt, zoals nu met de sterren het geval is, die slechts krachten zijn, en vanwege de geboorte dezer wereld hun rondgang hebben. De geboorte dezer wereld was vol kwellende angst, en ontwikkelde het boze en het goede, verderf en verlossing, tot aan het einde van deze openbaring op de jongste dag.
Hoofdstuk 7: Over de plaats, de woning, zowel als over de heerschappij der Engelen, zoals het in de beginne geweest is en zoals het worden zal. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[12] Merk nu op: De zon staat midden in de ruimte en is het Licht of Hart van alle sterren; toen de Salniter voor de Schepping in het Rijk van Lucifer ijl geworden was en een bepaalde vorm had aangenomen, zo heeft God het Hart uitgenomen uit al deze krachten en hieruit de zon geformeerd. Daarom is zij de allerlichtendste en verlicht alle sterren en alle sterren arbeiden in haar kracht en zij bezit zelf de kracht van alle sterren en steekt met haar glans en warmte alle sterren aan en iedere ster ontvangt van de zon, wat hij naar zijn aard en voor zijn doel nodig heeft. Evenzo is ook het Rijk der Engelen geschapen. De zon stelt voor de eerste troonEngel, zoals Lucifer ook was voor zijn val. Hij heeft in het midden van zijn rijk zijn zetel gehad en heeft met zijn kracht over al zijne Engelen geheerst, zoals de zon al de krachten dezer wereld beheerst, nl.. in de hitte en in de koude, in hardheid en zachtheid, in zoetheid en zuurheid, in bitterheid en wrangheid, in lucht en in water. Wanneer men waarneemt, hoe het in de winter zo koud is, dat het water tot ijs wordt, dan blijft het toch een feit, dat de zon even warm schijnt te midden van deze koude, niettegenstaande in de straten waar zij schijnt, sneeuw en ijs liggen.
Hoofdstuk 7: Over de plaats, de woning, zowel als over de heerschappij der Engelen, zoals het in de beginne geweest is en zoals het worden zal. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[14] Zoals de Vader Zijn Zoon, d.w.z. Zijn Hart of Licht uit al zijn krachten doet geboren worden, alzo is het ook met het Rijk der Engelen; dit is gemaakt naar de gelijkenis en het Wezen Gods. Een cherub of aan­voerder van een Koninkrijk der Engelen is de bron of het hart van zijn gehele koninkrijk en is geschapen uit alle krachten, waaruit de Engelen ook geschapen zijn; hij is de lichtgevendste en de krachtigste. (De Koning der Engelen is het middelpunt of de bronwel, zoals Adams ziel het middelpunt is van alle zielen; en zoals uit de loco Solis, d. i. de plaats van de zon, de omgang der planeten voortkomt, omdat iedere ster de glans en de kracht van de zon begeert, zo ontvangen ook de Engelen de kracht van hun cherub of vorst, alles naar de gelijkenis van 't Goddelijke. Want de Schepper heeft uit de Salniter der goddelijke krachten het hart genomen en de cherub of koning daaruit geformeerd, opdat deze met zijn kracht wederom al zijne Engelen zou kunnen doordringen en hen allen zou aandoen met zijn kracht, zoals de zon met haar kracht alle sterren doordringt of, zoals het geval is met de krachten Gods en die van den Zoon van God, waardoor het Hemelse vreugdenrijk ontstaat. De Engelen van 't koninkrijk beduiden de vele en menigvuldige krachten des Vaders en de koning der Engelen beduidt den Zoon des Vaders of zijn Hart, waaruit de Engelen geschapen zijn. De werking die van den koning der Engelen uitgaat ten opzichte van zijn Engelen, of de aan­raking zijner Engelen met zijn kracht stelt voor God den Heiligen Geest. zoals de kracht van den Vader en den Zoon uitgaat en alle Hemelse vruchten en vormen aandoet, waardoor alles in opgang is en het Hemelse vreugdenrijk bevestigd wordt, alzo werken ook de krachten van den cherub of troonEngel, hij arbeidt in al zijn Engelen, zoals de Zoon en de Heilige Geest, of zoals de zon in de sterren werkt. Daarom ontvangen alle Engelen de wil van den troonEngel en zijn hem allen gehoorzaam. Zij zijn leden en hij is hun hart en zoals alle Hemelse vormen en vruchten de leden zijn des Heiligen Geestes en Deze is hun hart, of zoals de zon het hart van alle sterren is en alle sterren zijn leden der zon en allen werken alsof zij slechts één ster waren, terwijl de zon het hart is, in het midden van hen. Of er nu veel en menigvuldige krachten zijn, alles werkt tenslotte door de zonnekracht en alles bestaat door de kracht der zon, wat ge ook ziet, 't zij lichaam, metaal of gewas.
Hoofdstuk 7: Over de plaats, de woning, zowel als over de heerschappij der Engelen, zoals het in de beginne geweest is en zoals het worden zal. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[43] Dat de zure en bittere geest achterin de mond, op de tong op dezelfde plaats blijft en door het woord mede de mond verlaat en niettegenstaande dat, toch niet van daar kan gaan, wil zeggen, dat de duivel en de toorn Gods in alle schepselen wel regeren, maar toch niet oppermachtig zijn in hen. Hij zal in zijn gevangenis blijven en alle schepselen belagen. De zachte geest des harten breekt door de wrange en bittere eigenschap heen - en overwint deze; al wordt hij door deze gedaante aangedaan, hij komt toch als overwinnaar wederom te voorschijn. Wanneer hij echter vrijwillig zich zou laten vangen en niet zou strijden, zo zou hij schuld dragen.
Hoofdstuk 18: Over de schepping der Hemelen en der aarde en de eerste dag. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[5] Zo is het met deze Geest ook gegaan. Het eerste vuur was slechts het zaad; nog niet een voortdurend bestendig licht. Sinds dien heeft menige koude wind over dat zaad gewaaid. Deze boom heeft ook menigmaal getracht, vruchten te dragen na de bloeitijd, maar de bloesems zijn van de boom afgeslagen tot nu toe. En daar staat hij nu, al groeiend, met zijn eerste vruchten.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[2] Ten eerste is het Licht zoals het licht der zon, maar niet zo weinig te verdragen als het licht der zon is voor onze ogen, maar zeer lieflijk en genotvol, als een aanblik der liefde. De duisternis echter is in het licht verborgen, dat wil zeggen, wanneer enig schepsel uit de kracht des lichts werd geschapen en in deze kracht hoger en hoger zou willen stijgen dan God zelf, zo zou dat licht in hem uitdoven (versta mij goed: Hij ont­steekt het vuur, wanneer de geest vol liefde oprijst in ootmoed) en in plaats van het licht komt de duisternis, dan ervaart men, dat in het licht de duisternis besloten kan liggen. Evenzo als wanneer men een was­kaars aansteekt, dan verspreidt ze licht, wanneer men ze echter uitdooft, zo is zij duisternis; als de krachten bezoedeld worden, dooft het licht uit en de duisternis komt, zoals bij Lucifer te zien is. De lucht is ook niet op deze zelfde wijze in God aanwezig, maar zij is een lieflijk zacht suizen en opstijgen; dat wil zeggen: De oorsprong der krachten is de oorsprong der lucht, waarin de Heilige Geest opstijgt. Het water is ook niet op een dergelijke wijze in God aanwezig, maar het is de bron der krachten, hoewel niet op aardse wijze. Zo ik het ergens mee zou willen vergelijken, zo zou ik het met het sap van een appel willen vergelijken, maar zeer licht, zoals de Hemel is. Lucifer heeft het zozeer bedorven, dat het in deze wereld woedt en werkt, loopt en snelt en vloeit, dat het donker en dik is en daarbij komt, dat het, wanneer het niet snel vloeit, onaangenaam gaat ruiken, hetgeen ik, als ik over de Schepping zal schrijven, nog uitvoerig zal behandelen. De warmte of hitte is in God een lieflijk zacht koesteren, uitgaande van het Licht en zich daaruit omhoog heffend. De koude is in God aanwezig als het afkoelen der hitte, een verzachting des Geestes, een opstijgen des Geestes. Merk hier op de diepte: God spreekt door middel van Mozes, als hij de kinderen Israëls de wet geeft: Ik ben een naijverig God, die de misdaad der Vaderen bezoekt aan de kinderen, aan het derde en aan het vierde lid dergenen, die Mij haten. Ex. 20 : 5. Hierna noemt hij Zichzelf ook een barmhartige God. Ex. 20 : 6. En doe barmhartigheid aan duizenden dergenen, die Mij liefhebben en Mijne geboden onderhouden.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[3] Nu is de vraag, wat dan de toorn Gods in de Hemel is? Of God zich dan uit Zichzelf toornig maakt, of dat Hij toornig gemaakt wordt. Ziet, over deze dingen zijn zeven hoedanigheden op te merken. Ten eerste is in de Goddelijke kracht in het verborgen die hoedanigheid aanwezig, die de kern vormt van het verborgen Wezen, een scherpte, een samenvoeging of doordringen; zij brengt hardheid en koude voort en wanneer zij aan­wezig is, doet zij een scherpte ontstaan, die gelijk is aan het zout. Dat is een bepaalde factor in de goddelijke manifestatie. Wanneer deze bron aangeboord wordt, hetgeen kan gebeuren door grote beweging of beroering, zo begint grote koude te ontstaan; ze is scherp als het zout, en samentrekkend als een steen. Ze is echter in de Hemelse heerlijkheid en pracht niet belangrijk, want zij kan zich zelf niet aan 't werk zetten en zij kan niet uit zichzelf ontstaan; slechts koning Lucifer heeft deze eigen­schap in zijn rijk door zijn opstand en hovaardigheid teweeg gebracht en daarom zal ze blijven tot op de jongste dag. Daardoor schitteren en branden nu in de schepping dezer wereld de sterren en elementen, zowel als alle schepselen; daaruit is dan voortgekomen het huis des doods en der hel en een eeuwige woning der schande voor Lucifer en alle godde­loze mensen.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[4] Deze eigenschap veroorzaakt in de Hemelse pracht de scherpte des geestes, waaruit en waardoor het schepsel geformeerd is, opdat een Hemels lichaam kan worden opgebouwd, evenals verschillende kleuren, vormen en gewassen. Want het is de vorm van een bepaald ding, die allereerst bepaald wordt, daarom is zij de eerste eigenschap en een begin van alle vormen en vorming der Engelen. Een begin van alles wat er in de Hemel en op deze wereld is, ja, van alles wat maar kan worden ge­noemd. Zo zij echter wordt teweeg gebracht door de schepselen, die geschapen zijn door God, in Zijn Rijk en die dit alleen maar kunnen doen, zo is zij een brandende bron van goddelijke toorn, want ze is een van de zeven Geesten Gods, in Wiens kracht het Goddelijke Wezen be­staat in goddelijke kracht en Hemelse praal. Wanneer ze teweeg gebracht wordt, is ze een grimmige bron van toorn en een hels verschijnsel, een foltering en groot verdriet door het helse vuur, een eigenschap der duisternis, want de Goddelijke Liefde en ook het Goddelijke Licht dooft er in uit. (Het is een sleutel, die voert tot de doodskamer, en de dood veroorzaakt.)
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[7] Alzo vergaat het ook het lichaam; wanneer het eenmaal de zoetheid van God gesmaakt heeft, zo hongert en dorst het zonder ophouden daarnaar. Maar de kracht van Gods toorn staat tegenover hem en voert strijd met hem en een mens moet in deze wedloop steeds blijven strijden een kamp. Dit heb ik de lezer tot troost geschreven, opdat hij wellicht zou gaan verlangen met mij het smalle pad te bewandelen. Dat hij dus niet ver­twijfele, wanneer hij de poorten der hel op zijn weg ontmoet, d.w.z. de toorn van God.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[8] Wanneer zullen wij met elkander over deze smalle weg der vleselijke geboorte wandelende, op de groene weide komen, waar de toorn Gods niet meer is? Alsdan zullen wij ons verlustigen en de geleden schade niet meer gedenken. Het zal zijn, alsof wij een koningskroon dragen. Dit tegen­woordige leven is dan slechts een korte wijl en niet waard, dat men het nog noemt.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[11] Ge moet echter verstaan, dat de ruimte dezer wereld, met zijn innerlijke geboorte, met de Hemel boven ons, van één hoedanigheid is en dat dit één hart, een wezen, een wil, één God, ja alles in allen is. Dat echter de ruimte dezer wereld niet een Hemel genoemd wordt en dat er een afschei­ding is tussen de Hemel boven ons en om ons is, dat betekent het volgende. De Hemel boven ons omvat de twee koninkrijken van Michaël en Uriël en al de heilige Engelen, die niet tegelijkertijd met Lucifer ten val ge­komen zijn. Aan hen is deze Hemel gebleven, zoals hij van eeuwigheid aan geweest is, alvorens de Engelen geschapen werden.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[13] De andere geboorte van deze wereld is de siderische geboorte, waaruit de derde en heilige geboorte ontstaat, waarin liefde en toorn met elkander strijden.
Hoofdstuk 19: Over de Hemel en de gestalte der aarde en van het water, over het licht en de duisternis over de Hemel. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[6] De andere eigenschap of de andere uiting van den Geest van God is de eigenschap zoetheid; zij werkt door in alles, wat zuur en wrang is en verzacht dat, zodat dit lieflijk en zacht wordt. Zij is een overwinning op dit wrange en zij is zelfs de bron van Gods barmhartigheid, die de toorn overwint, waardoor het boze verzacht wordt en de barmhartigheid Gods zegeviert. Hiervan ziet ge een voorbeeld bij de appel. Deze is aanvankelijk zuur, wrang; wanneer echter de zoete eigenschap de zuurheid gaat overheersen, wordt de appel door en door zoet en heerlik om te eten; zo is het ook gesteld met de goddelijke kracht. Want als men over de barmhartigheid van God den Vader spreekt, zo spreekt men van Zijne kracht, van Zijn Oergeesten, waaruit de Zoon of het Goddelijk Hart ge­boren wordt.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
[7] Merk op: Deze eigenschap of kern in de goddelijke kracht is de samen­trekking of vorming of inkrimping, want zij is de koude, die men ziet wanneer het water bevriest. De zachte hoedanigheid, het milde is de warmte, waardoor de koude wordt omgezet. Het water heeft hierin zijn oorsprong. De wrange, zure scherpe eigenschap heet dus: Hart en de andere, tegenovergesteld daaraan, heet warmte, verzachting, mildheid en het zijn twee eigenschappen, waaruit de Zoon Gods geboren wordt. Want wanneer de eigenschap scherpheid, wrangheid in eigen kracht werkt, is zij naar haar kern duisternis, en de eigenschap warmte is in eigen kracht gelijk een opborrelend en verwarmend omhoog strevend licht; een bron van zachtmoedigheid en weldadigheid. Omdat ze echter in God den Vader in elkander overvloeien als waren zij slechts één kracht­uiting, zo ontstaat daardoor een lieflijke, barmhartige werking. En zij zijn twee geesten Gods te midden van de zeven Oergeesten in de goddelijke kracht; hiervan geeft de openbaring van Johannes een duidelijk beeld. (Hoofdstuk 1). Hij ziet zeven gouden kandelaars voor den Zoon van God, die betekenen de zeven Geesten Gods, die in volle klaarheid lichten vóór den Zoon van God, en waaruit van eeuwigheid tot eeuwigheid de geboorte van Gods Zoon voltrokken wordt, en Hij is het Hart van deze zeven geesten.
Hoofdstuk 8: Over de hoedanigheid van een koninkrijk der Engelen. - Jacob Boehme - Aurora of morgenrood in opgang
...  1458 - 1459 - 1460 - 1461 - 1462 - 1463 - 1464 - 1465 - 1466 - 1467 - 1468 - 1469 - 1470 - 1471 - 1472 - 1473 - 1474 - 1475 - 1476 - 1477 - 1478 - 1479 - 1480 - 1481 - 1482 - 1483  ...