Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

16638 resultaten - Pagina 148 van 1110

...  136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161  ...
[10] Dan zegt MATHAËL diep getroffen: "O Helena! Lieftalligste van de hele, grote Pontus, waar haal je dan nu toch zo'n blinde, domme vraag vandaan? Vergeef me maar, dat ik je op zo'n erg ondoordachte vraag een wat hard antwoord geef! Jij en je vader zijn nu toch al in die school, hoe is het dan mogelijk dat je mij vraagt, hoe en wanneer je in die school kunt komen? Ja, zie je dat dan nu nog niet in, terwijl de Heer toch juist ter wille van jullie hier zulke grote tekens heeft gedaan?!"
Hoofdstuk 106: Helena vraagt naar de herkomst van Mathaël's kennis. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Volgens de Oud-Egyptische taal betekent Zo of Za ongeveer hetzelfde als 'voor', dia of ook wel diaia 'werk' en kos 'een deel' of ook wel 'de deling'. Juist vertaald betekent Za diaia kos (ook wel kose) letterlijk: voor het werk de deling of: Indeling van het werk.
Hoofdstuk 107: Herkomst van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Je ziet nu wel dat de oorspronkelijke naamgeving alleen maar zo kan zijn gegaan als ik je vertelde en dat mijn verklaring van de Zodiakos (Zodiak) de juiste is! In het begin deelden de ouden de grote kring in volgens hun periodiek optredende werk. Bij de latere nakomelingen bepaalde de reeds ingedeelde kring het werk, want ieder daarin voorkomend sterrenbeeld gaf de Egyptenaren reeds van te voren aan welk werk hen in de komende periode wachtte. En in die geest was de naamgeving ook helemaal logisch, -maar niet volgens de onjuiste uitleg van de Grieken en Romeinen.
Hoofdstuk 107: Herkomst van de dierenriem. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Broeders, zeggen jullie nu maar. eens of ik juist gesproken heb of niet! De eenvoudige logica van een kind is meer waard dan het verstand van alle geleerden der aarde, maar hier is het verstand toch ook geheel op zijn plaats. -Wat is jullie mening daarover, beste broeders?"
Hoofdstuk 108: De voorspelling van Judas. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] JUDAS zegt: " Ja, ja, jij bent altijd de wijze Thomas en alles wat ik zeg moet dom zijn! Je hebt natuurlijk gelijk, maar het ergert mij dat ik nooit gelijk kan hebben! Ik kan iets nog zo goed overdenken voor ik het uitspreek, -en als ik dan mijn mond maar open doe, valt iedereen mij over de uitgesproken domheid aan, als de leeuw een lam! Ja daar zou je dan toch van ergernis als een opgeblazen boomkikker van uit je vel kunnen springen! Maar van nu af aan zal ik geen woord m.eer zeggen, maar stom zijn als een stuk hout, dan zullen jullie toch wel niets op mij aan te merken hebben?!"
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Maar Iaat hem in 't vervolg maar met rust, want zijn ziel komt niet van boven en zijn geest is te iel en te zwak om zijn harde, wereldse ziel te verzachten en net als die van jullie tot leven te brengen!"
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Dan voeg IK Mij bij hen en zeg tegen Mathaël: "Heus, een werktuig zoals jij, voor Mij bent, is zeldzaam en daarvoor moet Ik je nu lof toezwaaien! Ga zo maar door, dan zul je voor een andere apostel die Ik pas later uit Mijn vijanden zal opwekken, bij de heidenen een bekwaam voorloper, zijn! En nu geef Ik je pas de uitdrukkelijke verzekering dat jij en je vier broeders nooit meer de ziekte, waaronder jullie zo geleden hebben, terug zullen krijgen! Jij moet echter je vier broeders hun plaats aanwijzen en hun de juiste weg tonen.
Hoofdstuk 109: Mathaël de voorloper. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Want zie, er zijn er nu reeds op aarde, en dat zullen er in de toekomst meer worden, die tegen Mij zullen zeggen: 'Heer, Heer!' En Ik zal hen dan antwoorden: 'Waarom roepen jullie, vreemdelingen?! Ik ken jullie niet en heb je nog nooit gekend! Want jullie zijn nog steeds kinderen van de vorst van leugen, hoogmoed, boosheid, nacht en van alle duisternis! Ga daarom bij Mij vandaan, jullie onverbeterlijke boosdoeners!' En Ik zeg je dat bij hen dan veel gehuil en tandengeknars zal zijn!
Hoofdstuk 110: Het zoeken naar God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Ga en help eerst de noodlijdenden, voed de hongerigen geef de dorstigen te drinken, de naakten kleding, troost de treurenden, verlos de gevangenen en predik de geestelijk armen het evangelie, dan zul je iets veel beters doen dan wanneer je dag en nacht met je mond zou staan te jammeren in de tempels, terwijl jullie harten daarbij koud en ongevoelig zouden blijven ten opzichte van je arme broeders!
Hoofdstuk 112: Hoe men God kan en moet danken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] O, hoe heerlijk is het de wil van de enig ware God te vernemen en met alle levenskrachten op te volgen, maar hoe bitter is het als men moet handelen volgens de wetten van de menselijke hoogmoed waaronder staat: Dit is Gods wil!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[4] Ik vermoedde altijd al dat een echte God ook alleen maar een volmaakt ware wil kan hebben, die nooit in tegenspraak kan zijn met zichzelf zoals de menselijke wetten, waarvan vaak het ene fundamenteel in tegenspraak is met het andere. Als men zich aan het ene houdt is men strafbaar volgens een eerder bekrachtigde wet en houdt men het niet, dan straft de nieuwe wet! De vraag is dan: Wie kan zo mens zijn en leven?!
Hoofdstuk 113: De toekomst van de zuivere leer van God. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[15] IK zeg: "Ons nauwelijks, maar wel andere mensen, die niet bij Mij op de heuvel zijn! Kijk maar eens naar Caesarea Philippi, dan zullen jullie al gauw ontdekken uit welke hoek de wind gaat waaien!"
Hoofdstuk 114: Opheldering over het geestelijk ontwaken. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] En IK zei: "Voor jullie niet in het minst, maar wel voor die priesters daar, want nu verzoent het slimme, gewone volk de goden met de brandoffers van de woonhuizen van de priesters en de tempel van de goden! Met deze priesters zullen jullie toch wel geen medelijden hebben, want dit meer dan slechte slangengebroed moet eens uitgeroeid worden! De schijnzon gaf goed licht, want het maakte voor het blinde volk de schanddaden zichtbaar van zijn priesters, die nu hun welverdiende loon krijgen!"
Hoofdstuk 115: De gevolgen van de natuurverschijnselen in Caesarea Philippi. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] MARCUS antwoordt: "Daar blijft helemaal geen keus over, want het tweede past de mens en het eerste is volgens mij nog erg onbeschaafd, zelfzuchtig en dierlijk!"
Hoofdstuk 117: Berisping van het leedvermaak. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] IK zeg: "Maar allerliefste Helena, heb Ik jullie dan niet een buitengewoon wijze nakomeling gegeven, die je vader tot vicekoning benoemd heeft!? Is die niet naar je zin?"
Hoofdstuk 119: Helena wordt de vrouw van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161  ...