Boeken lezen en zoeken

Tekst:   Boek:Hfs:

22349 resultaten - Pagina 148 van 1490

...  136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161  ...
[9] Jullie zullen in deze tijd zeker wel gehoord hebben dat er bij Nazareth een zekere Jezus, een zoon van de timmerman aldaar, als heiland schijnt rond te trekken en hij schijnt grote, ongehoorde dingen zichtbaar voor iedereen uit te voeren en een nieuwe leer van God onder het volk te verspreiden! Als jullie daar iets van afweten, zeg mij dat dan openhartig, want ik vind het erg belangrijk!"
Hoofdstuk 39: Suetal vertelt over de kennis van de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[11] Maar wacht eens! Nu schiet me wat te binnen! De heer die ons het verhoor afnam, vroeg ons naar een heiland uit Nazareth. Hij wilde van ons weten, of en wat wij allemaal al over deze man gehoord hadden. Wij vertelden datgene wat wij van horen zeggen wisten.
Hoofdstuk 40: Verdere uitleg van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[12] Daarna vroegen wij om meer informatie over zo'n zeldzaam mens, maar kregen geen antwoord dat ons beviel. Jij brengt ons nu zelf op het spoor! Dat je samen met je vrienden genezen bent, daar valt niet meer aan te twijfelen. Maar het lijkt ook aan geen twijfel meer onderhevig te zijn, dat die door de hoge Romeinse heer zo toevallig genoemde heiland uit Nazareth hier is! Hij moet hier zijn, want geen sterfelijk mens op deze aarde had jullie anders genezen! Zeg ons of onze vraag terecht is, pas dan willen wij jouw raad met betrekking tot onze toekomst horen!"
Hoofdstuk 40: Verdere uitleg van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[3] Jullie zijn nog wel kinderen van deze wereld, maar als je wilt, kunnen jullie ook het ware, vrije en levensechte kindschap Gods krijgen. Deze Romeinse machthebbers zullen jullie graag daartoe de middelen verschaffen. De heer die jullie ondervraagd heeft, zal zeker geen moment aarzelen om jullie op de goede weg te brengen en nu zelfs nog gemakkelijker omdat ook de opperstadhouder Cyrenius uit Sidon hier is.
Hoofdstuk 41: De raad van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Na deze woorden van Mathaël bekomen de twaalf haast niet van hun verbazing over de ware inzichten van Mathaël en over zijn overduidelijke wijsheid.
Hoofdstuk 41: De raad van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] SUETAL zegt: "Op een afstand hebben wij daarover wel iets horen fluisteren maar dat zal nauwelijks een honderdste deel zijn van wat u waarschijnlijk allang weet. In eerste instantie waren wij steeds meer in de zuidelijke streken bezig met de uitvoering van onze fijne opdracht en pas een paar dagen geleden zijn wij in deze Galilese landstreek gekomen. Wij werden toen al gauw opgepakt en kunnen u daarom vrijwel niets over uw genoemde heiland vertellen, maar dat Zijn naam al tot Damascus en Babylon bekendheid heeft gekregen, is zeker. Wat hij verder voor mens is, wat hij doet en hoe hij zieken geneest, daar weten wij nog niets van. Daarom zijn wij zelf erg verlangend om daar Iets meer over te horen! Ja als er ergens nog een God is, dan kan hij het kwaad van de tempel immers niet langer meer aanzien en moet hij het volk een verlosser sturen!
Hoofdstuk 39: Suetal vertelt over de kennis van de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[13] Vriend, is er iets brutalers denkbaar dan de gedachte dat God de Almachtige aan een zeer kwaadaardige stofworm al Zijn macht over alle mensen en over alle andere schepselen zo gegeven zou hebben, dat deze worm nu naar zijn eigen kwaadaardige willekeur met God Zelf en met alle mensen en met alle schepselen ongestraft zijn meer dan satanische boze opzet uit kan leven?! Nee, nee, heer! Dan is er óf geen God, óf God laat zulke duivels als in de tijden van Noach en Lot hun helse maat volmaken! Grote, heilige God, waar bent U, waar blijft U toch? Waarlijk, wat de tempel nu uitvoert, gaat alle menselijke begrip te boven! Uiterlijk vertoont hij weliswaar nog hetzelfde troost en hulpfluisterende gezicht zoals in het gunstigste geval in de tijd van Salomo, maar inwendig is hij een onderste hel geworden! Maar het is beter er geen woord meer over te spreken en daarom zullen wij zwijgen en verwachten wij van u meer over de heiland uit Nazareth te horen!"
Hoofdstuk 39: Suetal vertelt over de kennis van de tempeldienaars. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[2] Dat wij de tempel nog geen rekenschap hebben gevraagd, is terwille van het domme en nog zeer eenvoudige volk, dat de tempel nog altijd als een heiligdom ziet en zijn heil daarin zoekt. Als wij de tempel nu aan zouden pakken, zouden wij op een enkele uitzondering na het gehele volk nog tegen ons hebben. Als binnenkort echter het merendeel van het volk zal weten wat de eigenlijke aard van de tempel is, dan zullen wij met weinig moeite de tempel helemaal op kunnen ruimen. Daar zal juist de nieuwe, zuivere waarheidsleer van de grote heiland uit Nazareth ten stelligste toe bijdragen zodra die ook maar een beetje onder het volk verspreid zal zijn. Deze leer is zo zuiver als de zon op klaarlichte dag en zal door iedereen gemakkelijk begrepen worden als het hart door een goede wil wordt geleid. Natuurlijk zal daar waar de harten van de mensen grondig bedorven zijn deze leer niet worden aangenomen, ook al is ze nog zo goddelijk zuiver! Maar daar zal dan het Romeinse zwaard rechtspreken zoals de wereld het nog niet op zo'n uitgebreide schaal heeft meegemaakt, want Gods arm zal dan met de Romeinen zijn. -Dit om jullie gerust te stellen!
Hoofdstuk 40: Verdere uitleg van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[10] Als dat zo is, hoe kun je dan, terwijl je in ieder geval slechts tijdelijk een boosaardige dwaas was, ons bij deze uiterst moeilijke zaak een verstandig advies geven?! Want jullie vijven zijn als boosaardige en gevaarlijke gekken, respectievelijk als bezetenen, zwaar geketend hierheen gebracht! Wie heeft jullie genezen? Want je spreekt nu heel heldere taal en moet daarom genezen zijn! Op het schip heb je alleen maar gebruld, nu eens als een stier, dan weer als een leeuwen dan weer gehuild als een wolf, en als je met de meest krijsende stem ter wereld woorden uitsprak waren dat slechts scheldwoorden, vloeken en verwensingen! Kortom, jij bent helemaal dezelfde, ook al draag je nu een Romeinse mantel en ik heb er geen woorden voor dat je nu zo helder van geest bent geworden. Iemand uit dit grote gezelschap moet jou en je metgezellen hebben genezen! Maar wie? Waar bevind zich zo'n wonderheiland?
Hoofdstuk 40: Verdere uitleg van Suetal. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[14] SUETAL antwoordt: " Ja, dat merken wij, hoewel ons die eigenschap van hem nog onbegrijpelijker voorkomt dan de lucht! Hoe hij die wijsheid heeft gekregen is totaalonverklaarbaar! De wonderbaarlijke genezing van zijn bezetenheid is te begrijpen, maar waar hij nu deze wijsheid vandaan heeft, moet degene maar begrijpen, die het begrijpen kan!"
Hoofdstuk 41: De raad van Mathaël. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[1] MATHAËL, die deze woorden wel had gehoord, zegt: "Bevrijd je ziel zoveel mogelijk van alle wereldse banden, dan zul je spoedig zonder veel moeite begrijpen hoe een ziel op de snelste wijze aan die grote wijsheid kan komen! Maar zolang de ziel nog te diep in de oude modderpoel van de dood vastzit, waarbij die modderpoel bestaat uit haar lichaam, kan er nog lang geen sprake zijn van -en geen zicht zijn op -een speciale, goddelijke wijsheid!
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[6] Slechts een vonkje in het centrum van de ziel is datgene, wat men de geest van God en het eigenlijke leven noemt. Dit vonkje moet gevoed worden met geestelijke voeding, namelijk het zuivere woord van God. Door deze voeding wordt het vonkje in de ziel groter en sterker, neemt tenslotte zelf de menselijke vorm van de ziel aan, doordringt daarna de ziel volledig en transformeert tenslotte de gehele ziel in zijn eigen essentie. Ja dan wordt de ziel zelf helemaal leven, dat zich als zodanig in zijn diepste innerlijk herkent.
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] SUETAL zegt: "Vriend, ik smeek je, houd op met op die manier te spreken en wacht daarmee zolang tot ik daarvoor ontvankelijker ben. Want ik zie nu al wel in, dat ik daarvoor nog veel te dom en te blind ben! Maar wij zullen allen aan deze les van jou zo veel mogelijk aandacht schenken! Want ik zie nu in, dat je volkomen gelijk hebt. Om jouw grote wijsheid echter goed te begrijpen heeft men vee! voorbereiding nodig, waar wij tot op heden absoluut geen gelegenheid voor hadden! Maar zoals gezegd, wij zullen energieke leerlingen van je worden!"
Hoofdstuk 42: Ziel en geest. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[8] Toen Noach de ark bouwde, moet hij in het begin erg traag met het hem opgedragen werk begonnen zijn. Toen zijn tegenstanders dat merkten, vernielden zij 's nachts steeds wat hij overdag tot stand had gebracht. Pas vele jaren later begon hij dag en nacht aan de ark te werken en stelde daarbij wachters aan. Toen pas naderde de bouw met rasse schreden de voltooiing en zoals bekend, bood deze ten tijde van de grote vloed aan hen, die daarin waren, beschutting en redde hen van een zekere ondergang.
Hoofdstuk 43: Waarheid is leven, leugen de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
[9] Ik zeg je, dat wij nu eigenlijk allemaal zijn zoals Noach. De wereld met haar leugens en bedrog en al de daaruit voortkomende verleidingen is de eeuwigdurende vloed. Om daardoor niet verslonden te worden, moeten wij zo vlijtig mogelijk de opdracht voor het bouwen van de ark uitvoeren. Deze ark is de consolidatie van het leven van onze zielom daardoor het goddelijke, geestelijke leven in de ziel te behouden en uiteindelijk volledig te vormen.
Hoofdstuk 43: Waarheid is leven, leugen de dood. - Jakob Lorber - Het Grote Johannes Evangelie (deel 3)
...  136 - 137 - 138 - 139 - 140 - 141 - 142 - 143 - 144 - 145 - 146 - 147 - 148 - 149 - 150 - 151 - 152 - 153 - 154 - 155 - 156 - 157 - 158 - 159 - 160 - 161  ...